De Portierster
van Alfortville.
TWEEDE BLAD.
Buitenland
Binnenland
Kerknieuws.
Land- en Tuinbouw
Burgerlijke Stand.
FEUILLETON
NUMMER 47
ZATERDAO 10 JUNI 1922.
45e Jaargang.
De Commissie van Herstel heeft
gisteren een belangrijk besluit geno
men. Na het rapport van de verschil
lende gedelegeerden gehoord te hebben,
sprak zij met 3 tegen 1 stem, Engeland.
Italië en België tegen Frankrijk, als
haar oordeel uit. dat het aan de com
missie van bankiers gegeven mandaat
moet worden uitgebreid, d.w.z., dat
geen enkele overweging de leden van
de commissie er van terug moest hou
den, uiting te geven aan hun meening,
omtrent de voorwaarden voor een in
ternationale leening aan Duitschland.
Door de gelukkige formuleering der
resolutie kon het gevreesde geschil
worden vermeden. De aanvaarde reso
lutie geeft te kennen, dat niets de
bankierscommissie kan weerhouden van
een onderzoek naar de voorwaarden,
die noodig mogen worden geacht voor
de heffing van een internationale leening
door Duitschland. De commissie is ge
rechtigd,, tot onderzoek van de voor
waarden. die betrekking hebben op
het algemeen herstel van Duitschlands
buitenlandsch crediet.
Deze zinsnede maakt het aan de
bankiers-commissie mogelijk, te beoor-
deelen, wat Duitschland als schadever
goeding kan betalen met het oog op
eventueele herziening van dat bedrag.
De resolutie waarborgt vervolgens de
souvereiniteit van de Commissie van
Herstel en verklaart, dat ieder voorstel,
dat de bankierscommissie doet, voor
zoover het niet de verantwoordelijkheid
van de Commissie van Herstel raakt,
van de grootste waarde zal worden
geacht.
Toen na het aannemen van deze
resolutie de vrijheid van de bankiers
commissie was verzekerd, was ieder
benieuwd, wat Dubois hierop zou
zeggen.
De Fransche gedelegeerde legde zich
neer bij het besluit van de meerderheid.
Hij uitte geen protest, doch gaf te ken
nen, dat de vrijheid van de bankiers
commissie niet dient te leiden tot con
clusies, die op een vermindering van
Duitschlands schuld zouden aansturen.
Men hoopt echter, zooals reeds werd
gemeld, dat de bankiers een compromis
zullen weten te treffen, dat de totale
schuld van Duitschland onaangeroerd
laat, maar de volle betaling voor een
tijd van 20 jaar opschort. Indien dat
gebeurt, zal Frankrijk waarschijnlijk
geen verdere bezwaren maken.
In de senaatscommissie voor buiten-
landsche zaken heeft Poincaré gisteren
de hoop uitgesproken, dat de onder
handelingen inzake een internationale
leening worden voortgezet, hoewel op
de resultaten hier voorshands niet mag
worden vooruitgeloopen. In afwachting
van de mogelijkheid van een betaling
in goud, dat alleen door een leening
in voldoende mate beschikbaar kan
komen, moet de Fransche industrie zich
gewennen aan betalingen in natura.
van nDe Echo van het Zuiden
114)
Men schrijft aan de „Tijd."
Zijn onze inlichtingen juist, dan zou
den een aantal Belgische officieren het
plan hebben, omstreeks midden |uni
een bezoek te brengen aan Maasstricht,
om de bezienswaardigheden dier oude
stad aan de Maas te bezichtigen. Op
het programma van bezichtiging zou
o.m. staan een bezoek aan den Sint-
Pietersberg. Of dit voorgenomen bezoek
uitsluitend betreft merkwaardigheden van
Maastricht te bezoeken valt te betwij
felen. Menschen. die het weten kunnen,
vermeenen. dat het bezoek min of meer
strategische belangstelling beoogt.
Hoe het ook zij, vreemd klinkt, dat,
gezien de lage buitenlandsche valuta,
Maastrichtsche auto's zouden gehuurd
worden (zijn) om de Belgische officieren
van en naar Maastricht te brengen.
2000 franken huur voor een auto is
toch geen kleinigheid. Het bureau van
de Belgische bezetting in Aken (Hein-
rich-allée) moet van het officieren-uit
stapje méér weten.
De Tweede Nationale
Katholiekendag te Nijmegen.
Woensdag werd, nadat door Z. D. H.
Mgr. Diepen in de St. ignatiuskerk eene
Pontificale Hoogmis was opgedragen,
om half elf begonnen met de sectie
vergaderingen. t
In deze bijeenkomsten werd het woord
gevoerd door mevrouw Bronsveld-
Vitringa, rector Möller, pater Ildefonsus,
prof. J. Bemelmans, dr. Th. M.
van Oppenraaij en pater van der Geest,
die respectievelijk spraken over de
Katholieke solidariteitsgedachten, jeugd
organisatie, reclasseering, eer en deugd,
apologie en kerkmuziek.
Op het perscongres sprak Pater Bona-
ventura Kruytwagen O. F. M. over
solidariteit tusschen Roomsch publiek
en Roomsche pers.
De heer Alb. van der Kallen hield
eene rede waarin hij meer in 't algemeen
besprak de beginselen welke de taak
van de R.K. Pers beheerschen
De derde algemeene vergadering in
De Vereeniging en een parallelvergade
ring in het R.K. Verenigingsgebouw,
hadden tot onderwerp de solidariteit in
het sociale leven en de solidariteit in
het politieke leven.
Pastoor Sanders uit Tilburg ging in
het bijzonder na hoe de solidariteit
moet heerschen in het eigenlijke ver-
eenigingsleven.
Prof. Barge uit Leiden hiejd eene
beschouwing over het Staatkundig leven
in Nederland.
Prof. Dr. Alph Steyer uit Delft sprak
over de Standsorganisaties, terwijl Dr.
Jos. Krijn uit Valkenburg de solidariteit
in het publieke leven, welke ook de
solidariteit tusschen Kerk en Staat vormt,
schetste.
Tijdens de pauze werd door den
Voorzitter van den Kath. dag mede-
deeling gedaan dat van Z. H. den Paus
een telegram was binnengekomen.
Voor de vierde algemeene vergade
ring, tevens slotvergadering, was groote
belangstelling.
Dr. G. Brom sprak het eerst en had
tot tekst gekozen „Het inwendige leven".
Het slotwoord werd gesproken door
Mr. A. baron van Wijnbergen, die allen,
die aan het welslagen, van dezen Katho
liekendag hebben medegewerkt, dank
bracht.
Daarna had op de H. Landstichting
een plechtig H. Lof in de openlucht
plaats, wat door tienduizenden werd
bijgewoond.
PLANTENBOTER
VOEDZAAM
HEERLUK
V00RDEELIG
Het Hbl. over de malaise in land- en
tuinbouw schrijvend, haalt daarvan een
voorbeeld aan, waarvan onlangs in het
weekblad van den Noord-Brabantschen
Chr. Boerenbond gewag moet zijn ge
maakt.
„Een mijner kennissen" zoo wordt daar
in verteld, kocht in 1917 de boerderij
die hij in huur had, ik meen voor
f500 per jaar, voor f 15.000 wat toen
ter tijd niet duur was. Hij deed dit
eenigszins gedwongen, daar de landheer
dit eischte met de bedreiging hem de
huur op te zeggen. De man moest om
de boerderij te betalen f 10.000 hypo
theek nemen tegen 6 pCt rente, zoodat
hij jaarlijksch f 600 aan rente moest
opbrengen.
In 1918, toen de prijs van de rogge
ongeveer f30 was, kwam dit bedrag
zyt."
overeen met 2000 K.G. rogge. Op het
oogenblik echter moet hij meer dan 6000
K.G. rogge kunnen verkoopen om zijn
rente op te brengen, terwijl hij tevens
nog de f5000 kwijt is die hij zich in
lange jaren van spaarzaamheid had
overgelegd. Hij zal nu wel gedwongen
zijn om de boerderij te verkoopen, die
bij de vertegenwoordige prijzen hoogstens
f 8000 zal opbrengen, zoo dat hij ook
nog alles wat hij weer bezit moet ver
koopen om zijn hypotheekschuld te
kunnen aflossen.
„Dergelijke voorbeelden zijn er met
tientallen aan te halen Dat is des te
treuriger, daar juist deze menschen
veeal de meest vooruitstrevende en de
meest energieke boeren zijn geweest."
Dat het hier niet tot het lot van een
enkeling beperkt blijft, moge ook blij
ken uit de geweldige sommen, waar
mede de hypotheekschuld de laatste
jaren is toegenomen. Zij bedroeg in
ronde getallen
In 1916 66 millioen gulden, in 1917
79 millioen gulden, in 1919 140 millioen
gulden, in 1920 170 millioen gulden.
In vijf jaren tijds dus een vermeerde
ring van ruim 100 millioen gulden.
Dat is de schuld, die talrijke, pachters
hebben aangegaan om eigenaar te worden
Dat is op zichzelf niet zoo slim, maar
we mogen niet vergeten dat de hypotheek
een deel is van de koopsom en dat het
overige door den boer bij aankoop in
contanten is betaald.
Onderstellen we, dat de boeren 1/3
zelf hebben bijgedragen, dan beteekent
zulks dat zij in die vijf jaren 30 millioen
gulden hebben betaald en dat zij die
som bij de thans zoo sterk gedaalde
grondprijzen bijna geheel kwijt zijn!
"wASPikr
Over de maand Mei.
Geboren Huberta Maria en Chilstlna
Maria dv J Hamers-Meijs Jacobus zv
J Baltnakers-Verweij Adrlanus Hen-
drikus zv P A Smits-Akkermans
Anna Hendrlka Maria dv A Th de
Wii-de Bont Adtiana Maria dv J G
dc Hoogh-Hooijmaijers Helena Maria
dv J. van Erp-Rekkers Anna Maria
Catnarioa dv J E A Stokman-van
Bourgondlëo Cornells Hendrlkus cv
M de Wit-Lucassea Laurentlus Jo
hannes Josephns zv H L J vao Iersel-
Montens Thomas zv M v d Broek-
Smits Petrus Adrlanus zv F H J de
Bont-Smits.
Huw.-AangifteP. van Beveren jm
oud 34 j en J M van Dijk oud 25 j
F A Baetemans jm oud 25 j en P J
Verschuren jd oud 24 j A Heijkant
jm 52 j en J Smits jd oud 42 j L
J Broekhoven jm oud 28 j en M A van
Dongen jd ond 46 j
Gehuwd Geen.
Overleden Gerdina Rekkers oud 3
maanden Joseph E C M Akkermans
oud 1 jaar.
SPRANG.
Over de maand Mei 1922.
GeborenJosephus Lambertus, zv
Hendrikus Bogers en |osina Adriana
de Rooij Cornelis Johannes, zv Jaco
bus Johannes Klootwijk en Elisabeth
jacoba Donkersloot Hendrika Ger
dina, dv Adriaan van der Schans en
Martina Ralten Dirk, zv Marinus
Timmermans en Francijna Zwijgers
Antonia Clasina, dv Hendrik Waarts en
Hendrika Pol Johanna Dorothea, dv
De Echo vu bet Zuiden
Mary's lijden verergerde met den dag.
Eene zenuwachtige opwinding, waaraan
zy zoo vaak ten prooi was, liield haar nog
op de beenen.
Zy was nog slechts een schaduw.
Op den door Stephaan Castel gestelden
datum was zij begonnen voor haar portret
te poseeren.
Met koortsachtige gejaagdheid zocht zij
naar allerlei verstrooiingen om zich zooveel
mogelijk aan de droevige gedachten te ont
trekken. die hare ziel bestormdenLucien
bleef onverschillig.
Doch 't was eene vruchtelooze poging.
Alles, jyat Mary aanwendde om te verge
ten. verlevendigde nog haar moreel lijden
en oefende, als een natuurlijk gevolg daar
van een zeer slechten invloed op haar ge
stel uit.
Paul Harmant,, de ellendeling, die zooals
wij weten zijne dochter eene afgodische
liefde toedroeg, gevoelde zijn hart ver
scheurd. by 't zien van het lyden zyns
kinds.
Toch behield hij nog de vaste hoop, dat
een huwelijk met Lucien over hare ziekte
zou zegevieren en haar de gezondheid we-
derbrengen.
Mary 'verkeerde niet steeds in denzelfden
toestand. Nu eens werd haar hart. door een
vluchtige hoop opgewekt en dan weer viel
zij eene akelige wanhoop ten prooi.
Haar vader had haar Lucien's naderende
terugkomst medegedeeld en het arme kind.
denkend dat zy hem spoedig zou wederzien,
hield zich, om 't zoo uit te drukken kramp
achtig aan het leven vast.
Gouden jubilé van Roermond' s Eenwacht.
De Kapel vao O. L. Vrouw in 't
Zand te Roermond, welke door geheel
ons vaderland bekend staat als het
groote Nederlandsche genadeoord van
Maria, doch tevens door Gods voorzie
nigheid werd uitverkoren als een mid
delpunt van godsvrucht tot het H. Hart
van Jezus, als den hoofdzeiel nl. van de
Eerewacht van Jezus H. Hart voor Ne
derland en Koloniën, gaat in deze maand
een goudeo jubilé vieren. Zaterdag 24
Juni a.s. immers zal het 50 jaar geleden
zijn, dat de Eerewacht van bet H. Hart
van Jezus, welke voor ongeveer 60 jaren
te Bourg in Frankrijk haar eersten
oorsprong vond, ook in ons vaderland
in de Kapel van O. L. Vrouw in 't
Zand te Roermond haar intrede deed en
kanoniek aldaar werd opgericht door
Z. D. H. Mgr. Paredis.
Door den ijver barer eerste directeurs
onder wie bijzonder de latere Apostoli
sche Vicaris van Suriname, Mgr. W.
Wulfingh. destijds rector der kapel, en
de Z E. Pater C. J. Hultermans vermel
ding verdienen, alsmede door den steun
van talrijke zelateurs en zelatrlcen, mocht
de Eerewacht zich reeds spoedig in een
grooten bloei en snelle uitbreiding ver
heugen, vooral sinds hare verheffing tot
Aartsbroederschap 26 November 1880.
Aldus immers was de Eerewacht in staat
gesteid nog krachtdadiger haar heerlijk
en verheven doel na te streven, aan het
Goddelijk hart van Jezus, rustend in on
ze tabernakelen, onafgebroken eer
liefde en vertroosting te bieden door
het dagelijksch wacht uur harer leden
en door maandelijksche Generale H.
Communie en akte van Eeieboete op
den eersten Vrijdag of Zondag der
maand. Doch tevens vond zij daardoor
gelegenheid de zegenrijke vruchten door
Christus zelf aan de godsvrucht tot zijn
H. Hart beloofd, in steeds breeder kring
te verspreiden.
En zoo kan thans Roermonds Eere
wacht bij haar gouden jubilé roemen op
een ledental van meer dan 62000,
terwijl meer da-a ÏOO Broederschappen
zich bij den hoofdzetel aansloten, welke
ieder weder in hare registers haar eigen
aantal leden hebben opgeteekend. Wel
mag dan de Kapel in 't Zand zich tooien
in feestgewaad en in lalden jubel uiting
geven aan hare dankbare feestvreugde.
Van 22 tot 25 Juni zal daarom in de
Kapel in 't Zand met grooten luister een
Triduum gehouden worden, om aan het
H. Hart dank te brengen voor de zege
niogen in deze 50 jaren over Roermond
en zooveel andere parochies van ons
vaderland, over kloosters, scholen en
andere religleuse Instellingen verspreid
Moge dit dan de vrucht zijn dezer
feestviering, dat wederom een groot
aantal nieuwe Broederschappen zich als
een trouwe Eerewacht scharen rond den
troon van Jezus H. Hart, voorzeker
schooner feestgave zal aan het Godde
lijk Hart op dit gouden jubeltij niet
kunnen worden aangeboden.
Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen,
bisschop van den Bosch diende de na
volgende H. wijdingen toe in de kapel
van het seminarie
De toDcuar aan A. H. v. d. Spijker,
F. M. J. van Bakel, J. L. van den Big-
gelaar, J. B. van Cuilk, J. J. A. Eras,
van Gestel, F. J. B. Hansen, Th. J.
van Hout,H. J. Maas. J. J. A. M. van
Miert, S. J. Morel, C. J. A- E. v. Roos
malen, W. J. A. A. van Rooij, L. M.
W. Schoofs. J. W. M. Steures en A. J.
E. Vissers, allen theologanten van het
seminarie.
De vier mindere orden aan P. L. C.
Baaijens, J. H. Bakx, F. A. Th. M. Bartels,
G. A. M. Brandsma, H. W. M. Daniels,
L. N. van Delft, A. J. J. F. van den
Eerenbeemt, L. E. J. van Herpr, J. H. J.
van den Heuvel, Th. A. M. van Hoek,
M. N. M. van Husseo, J. J. H. van de
Loo, C. A. MuskeDs, W. J. H.Roelofs,
F. J. M. Smulders, B. J. M. Verhoeven,
C. A. van der Vleuten en H. B. M. de
Vocht, allen theologanten van het se
minarieaan fr. Herman S.eenmetz en
fr. Gerard van Keekeo, missionarissen
van de H. Familie te G/ave.
Het diaconaat aaa fr. Casimirus van
der Poe), Carmellet en aan fh Mancius
Agasie en fr. Rogatus Gerritsen, Augus
tijnen.
Twee dagen moesten er nog slechts ver-
loopen voor Lucien Labroue's terugkeer.
Voorzien van het authentieke stuk. dat
Ovidius Soliveau in het gesticht der gevon
den kinderen was gaan terughalen, wachtte
Paul Harmant met vasten voet den jonge
man af.
Op de Bourbonkade, nummer 9, zesde ver
dieping, zou vroolijk feest gevierd worden.
Lucia had een telegram ontvangen, dat
de komst berichtte van haren verloofde
tegen den volgenden dag. Lucien verhaastte
zijn vertrek enkele uren om met Lucia te
kunnen dineeren en met haar den avond
door te brengen.
De werkster van madame Augustine leed
hjjna niet meer, en overigens voltooide de
vreugd hare genezing.
Mama Lison. de brooddraagster, deelde
in deze vreugde en, zooveel als zy de ge
legenheid vond, hielp zij Lucia alles voor te
bereiden om den vriend te ontvangen, die
byna een maand afwezig was geweest.
Een keurig diner, twee flesschen ouden
wijn, tafellinnen zoo wit als sneeuw, bloe
men, alles zag men daar wat er noodig was
om de tafel een feestelijk aanzien te geven.
Ook Lucia schenen de uren van afwach
ting byna even lang als de arme Mary.
„Vader," had deze gevraagd aan Paul
Harmant, „zal mijnheer Lucien overmorgen
hier zijn?"
„Ja. mijn kind."
»Zflt gij tevreden over de wijze, waarop,
hij u te Bellegarde vertegenwoordigd heeft?"
„Volkomen, mijn kind, volkomen."
„ZooZoosprak Mary op vroolijken
toon.
De millionair ging voort:
„Ik heb van morgen een brief van een
mijner klanten ontvangen, en deze felici
teert my met de bijzondere bekwaamheden
van mijn directeur."
„Vader, wilt gij iny een genoegen doen?"
„Of ik dat wil?"
„Ik zou mij gelukkig achten Lucien's te
rugkomst eens feestelijk te vieren. Noodig
hem aan tafel den eersten dag zijner aan
komst."
Mary's verlangen strookte slecht met de
gedachten van Paul Harmant.
Zoo hy den eersten dag reeds van zijne
terugkomst den jongeman den beslissenden
slag toebracht, die van hem zijn vennoot en
schoonzoon moest maken, in dat geval
hij begreep dit zeer juist zou Lucien na
zulken hevigen schok niet in staat zijn een
uitnoodiging aan te nemen. Dit was zoo
duidelijk mogelijk.
Doch wat zou hij zijne dochter antwoor
den? Tot. welk voorwendsel zou de vader
zijn toevlucht nemen?
Eindelijk dacht de man
„Misschien wordt hy wel verteederd door
Mary's lijden om hem. door haar teedere
zorgen, hare liefde voor hem
Paul Harmant stelde tot des anderen
daags het ernstig en beslissend onderhoud
uit, djit hy met Lucien wenschte te hebben.
„Aan uw verlangen zal voldaan worden,
liefste." antwoordde by tot zijne dochter...
„Eu toch spjjt het mij. dat ge daarvan ge
sproken hebt".
„En waarom?"
„Omdat ik u, door Lucien Labroue te ver
doeken, eene verrassing wilde bereiden."
„Wat zijl gij goed, papariep het jonge
meisje uit, de handen om den hals van haar
vader slaande en hem met vurighied in een
uitbarsting van liefde omhelzend.
Eindelijk was de met zooveel ongeduld ver
beide dag daar.
Doch, zooals wjj het reeds hebben opge
merkt, Lu.-ien had zijn vertrek van Belle
garde eenige uren verhaast. Paul Harmant
wachtte hem eerst des anderen daags, ter
wijl hij des avonds reeds te Parijs aan-
k'wam.
Zijn eerste bezoek gold de Bourbonkade.
De twee verloofden met de oogen vol
zoete tranen, vielen elkander met eene tee
dere ontroering in de armen, en Jlan werd
er ook a«n mama Lison gedacht.
De watrdige vrouw weende, 't Was haar
alsof zij haren zoon wedervond.
Daarop volgde eene lange aaneenschake
ling van vragen.
Lucia had haren verloofde in lmre brie
ven op ie hoogte gehouden en do aanran
ding verteld, waarvan zij het slachtoffer ge
weest was, doch geen woord had zij mede
gedeeld van den stap door den instructie-
rechter en het hoofd der openbare veilig
heid bij haar gedaan.
Overtaigd dat de magistraten zich op een
dwaalspoor bevonden, scheen het haar vol-
komen overbodig daaromtrent den jonge
man te verontrusten.
Lucien zag er uitstekend uit en de vreug
de die hy smaakte, daar hy zijne geliefde
Lucia wederzag, deed zijne oogen schitteren
van vreugde.
Hy gevoelde zich gelukkig!
Lucia, zyne Lucia was hersteld. Wat be
kommerde hij zich nog om het overige?
„Waart gy niet. daar geweest, beste mama
Lison," zeide hy. Jeanne Fortier's handen
in de zyne drukkend, „wellicht zou ik haar
voor altyd verloren hebben. O. gy zyt onze
bewaarengelNooit zullen wij schelden,
nooit
Ily verlangde dat liet gebeurde in al zyn
bijzonderheden hem nogmaals zou worden
verhaald, alles wat betrekking had op dien
naclit, toen Lucia zoo gelukkig aan den
dood ontsnapt was.
En mama Lison herbaalde keer. op keer
hetzelfde en ylde en rilde er nog van, alsof
het drama van Boig-Colomhes daags te vo
ren had plaats gehad.
„Heeft men den vuigen moordenaar niet
gevonden?" vroeg eensklaps de jongeman.
„Neen," antwoordde Lucia.
„Dat is zonderling."
„Waarom? Ik zou liet eer zonderling vin
don, indien men er in slaagde hem op te
sporen... Zeker is de dader lid van eene ge
vaarlijke bende die de streek onveilig
maaktDoch spreken wy daarvan niet
meer! Ik ben genezen, en dat is alles
Doch moet ik des avonds nog uitgaan, dan
zal ik voorzorgen nemen."
„Zy heeft gelijk," zeide Jeanne Fortier.
„Zy is genezen, ziedaar de hoofdzaak! Ik
beu zeker, dat gij ook van dat gevoelen
„Welnu danl Aan tafel nu! Het diner is
gereed."
De drie personen namen plaats en lieten
zich onder aangenaam gesprek liet keurig
diner goed smaken.
De avond liep al te snel voorby.
Lucien meende, toen hy 0111 twaalf uur
zyn horloge raadpleegde, dat dit minstens
een uur voorgeloopcn was.
Lauger blijven kon hy niet. De jongeman
vertrok dan met de belofte aan zyn ver
loofde, dat hy den volgenden Zondag geheel
by haar zou komen doorbrengen.
Toen Lucien naar de Miromesnilstraat
terugkeerde, dacht hy nog na over het 1>U-
"zonder geluk dat hy gesmaakt had, en ter-
wyi hy de volheid van vreugde overdacht,
die 7,yn deel was geworden, kon hy ook de
arme Mary niet vergeten, die hem zoozeer
beminde, de jonge dame die 't met den dood
bekoopen zou. indien zy geen wederliefde
vond.
Lucien Labroue, wij weten het was een
edelmoedig man.
Deze droevige toestand boezemde hem een
diepe smart in. doch wat kon hy er aan ver
anderen?
Des anderendaags begaf hy zich reeds
vroeg naar Courbevoie om het bestuur der
werken weder op zich te nemen.
Paul Harmant was nog niet daar.
Van zyne afwezigheid maakte Lucien ge
bruik om zich op de hoogte te stellen van
alles wat er* in de laatste maand gebeurd
was en de werken na te gaan, die op dat
oogenhlik werden uitgevoerd.
Tegen acht uur kwam Mary's vader in
de fabriek.
Nauwelijks was hij zyn bijzonder kabinet
binnengetreden of Lucien* kwam tot hem
om rekenschap te geven over zyne reis. De
millionair bood den jongeman op zeer hnr-
felyko wyze de hand.
„Ik voel my gelukkig u weer te zien,
beste vriend," zeide hy. „des te gelukkiger,,
daar ik u mijne beste gelukwensehen hel»
toe te voegen. Myne klanten van Bellegarde
hebben my in de vleiendste bewoordingen
over u geschreven. Het schfjnt, dat gü
daar op een voortreffelijke wyze hebt weten
te gedragen."
„Mfjn omgang met de heeren was aller
aangenaamst. Zy waren steeds buitenge
woon goed voor my."
„Misschien hebben zy u wel voorstellen
gedaan van byzonderen aard?" vroeg Paul
Harmant met eeni&e ongerustheid. „Tqb-
vallig heb ik vernomen, dat zy een verdien
stelijk persoon zoeken, in staat hen by alle
byzondere omstandigheden te vervangen."
(Wordt vervolgd).