Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville
Adverteert in dit Blad.
Dames van Waalwijk en Omstreken!
Stoomwasscherij „DE LELIE".
Neemt proef bij
Rath Co., Veghel.
Binnenland
EERSTE BLAD.
Buitenland
FEUILLETON
.NOORD-BRABAND"
NUMMER 49.
ZATERDAG 17 JUNI 1922.
45e JAARGANQ.
WAALWIJKSCHE
Telefoon No. 38.
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
Telegr.-Adres: ECHO.
Bladen.
2)it nummer bestaat Uit 2)rie verk aarde hij, dat de moreele ineen
storting van Oostenrijk, ernstiger ge
volgen zou hebben dan de materieele,
en dat hij om hulp gevraagd had aan
de buitenlandsche regeeringen.
Er is weinig aandacht meer voor de
dingen, die Seipel zegt en doet. Een
plan van Otto Bauer wordt veel be
sproken hij wil een nauwe aansluiting,
economisch bij Duitschland. Maar de
practische uitvoering zal wel veel tijd
kosten.
Zoodat wij in ons beschaafde Europa
kunnen beleven, hoe er een oude.cultu-
reel-voorname staat, uitsterft als een
kafferkolonie. En dat heden ten dage.
De débacle van de Kroon.
Ziehier enkele teekenende uitingen
van de persorganen van het radelooze
Weenen
De N. Freie Presse „Wil het buiten
land ons vernietigen Wil het bolsje
wisme hier ontketenen Laat het bui
tenland dan weten, dat wij onze na
tuurlijke vrijheid hernemen zullen, omdat
niemand het recht heeft, het onmogelijke
en het ondenkbare van ons te eischen.
De vrede geldt, zoolang hij een werke
lijke vrede is".
De Arbeiter Ztg.„Er is maar één
uitweg meer voor het Oostenrijksche
volk. De toestand is hopeloos. Oosten
rijk moet zich economisch aansluiten
bij Duitschland. Wij behoeven ons niet
nogmaals tot de Entente te richten. Dat
is toch maar onbegonnen werk."
De Abend Ztg.; „Het uur slaat om
tot daden over te gaan. Oostenrijks
gebrek aan levenskracht is ten duide
lijkste gebleken. Nemen wij ons lot
thans zelf in handen. Laten wij de be
vrijdende daad verrichten en in het
vaderlijk huis terugkeeren. Wij zijn aan
het einde. Nood breekt alle wet".
De daling van den kronenkoers is
weergaloos. Om niet genoodzaakt te zijn
de waren tegen waardeloos wordende
papieren te moeten afstaan, zijn de win
keliers een staking begonnen. Wie nog
wel verkoopt, doet het tegen fabelachtige
prijzen. En de arme koopers slaan maar
in, in doffe berusting, dat „morgen alles
toch weer duurder zal zijn
De bondskanselier Seipel heeft giste
ren een rede gehouden, waarmee hij
geprobeerd heeft, de opgewonden Ween-
sche bevolking te kalmeeren. Het is hem
niet gelukt, want hij kon geen enkelen
practischen maatregel aankondigen. Wel
van ,J)e Echo van het Zuiden'.
122).
De nieuwe Katholieke Partij.
Men schrijft aan De Tijd:
In de kringen van de Nieuwe Katho
lieke Partij geeft men de hoop niet op,
dat ondanks het staken van de verkie
zingsactie de gunstige invloed, dien de
partij tot dusver reeds mocht uitoefenen
op de algemeene katholieke politiek,
zal voortduren,^ daar uiteen mondelinge
uitlating van de kerkelijke overheid
zou gebleken zijn, dat tegen een voort
bestaan van de organisatie als zoodanig
geen bezwaar wordt gekoesterd, mits
de eenheid blijve bewaard. In de ont
wikkeling van de naaste gebeurlijkheden
zou dit van ontzaglijke beteekenis kun
nen worden.
Bezien in dit licht, moet een bijzon
dere beteekenis worden toegekend aan
den volgenden brief, dien mgr. Van de
Wetering aan den voorzitter van de
Nieuwe Katholieke Partij heeft gericht:
Aartsbisdom.
Utrecht 12 Juni 1922.
Den Weledelgeb. Heer F. W. Swane.
Voorzitter van de Nieuwe
Katholieke Partij
Utrecht.
Naar aanleiding van uw klacht over
sommige commentaren in de Katholieke
pers, betreffende mijn verklaring op den
Tweeden Nederlandschen Katholiéken- dat het beleid zoodanig is, dat met de
dag, geef ik u de verzekering, dat ik rechtmatige belangen van alle groepen
niet bedoeld heb te zeggen, dat een
eerlijke bedoeling niet voorzat bij de
oprichting van de N. K. P. en ik dan
ook verwacht, dat verdere commentaren,
als de door u gewraakte, achterwege
zullen blijven.
Het is mijn vaste overtuiging, dat
uw plaats is en blijft in de beproefde
organisatie, die alle katholieke kiezers
behoort te omvatten. Deze zou schaden
lijden door het uittreden van u en van
hen, die met u gelijkgezind zijnde
veelzijdigheid van de partij zou er door
verminderenuw kijk op de behartiging
van het algemeen belang heeft evenveel
recht om daar beoordeeld te worden
als die van anderendoor uitwisseling
van denkbeelden moet de juiste weg
gevonden worden, die te volgen is.
Het is mijn uitdrukkelijke wensch,
r<rrrrp)^WAA LW U K
DOOD ERVARING STERK.
van de bevolking rekening gehouden
wordt. Elk streven om waarborg te
geven, dat in die richting gewerkt wordt
heeft mijn vollen steun.
In het vertrouwen, dat hij aan het
verlangen naar eenheid van uw aarts
bisschop zult voldoen, blijf ik,
Met ware Hoogachting.
Uw dienaar in Chr.
H. van de Wetering.
Aartsbisschop van Utrecht.
Dat deze brief niets slechts de mee
ning van den aartsbisschop weergaf,
maar de instemming had van het Epis
copaat, bleek uit het volgende telegram,
12 dezer aan den heer Swane verzonden
uit Roermond, waar dien dag en den
volgenden de gezaamlijke R. K. bis
schoppen van Nederland bij mgr.
Schrijnen de reeds lang te voren aan
gekondigde gewone vergadering tot het
afdoen van allerlei kerkelijke zaken
hielden.
Weled. geb. Heer F. W. Swane.
Utrecht.
Het schrijven, door den aartsbisschop
aan u gericht, heeft de instemming van
het Episcopaat. Het Episcopaat blijft
bij zijn verklaring van den Katholieken
dag, waarin ieder Katholiek duidelijk
zijn plicht ziet aangewezen.
AARTSBISSCHOP.
De inmiddels in het Haagsche Koffie
huis te Utrecht vergaderde Nieuwe
Katholieke Partij bleef nog twijfel koes
teren ten aanzien van de beteekenis
van de te Nijmegen afgelegde verklaring
Vrij eenstemmig was de vergadering de
meening toegedaan, dat Katholieke in-
tellectueelen de eersten moeten zijn
om het voorbeeld te geven en te buigen
voor het gezag, hoeveel offers het
ook in dit geval kosten mocht want
het gezag behoort iederen Katholiek
heilig te zijn. Maar men wilde dan
ook een uitdrukkelijke mededeeling
over de bedoeling, welke bij de Nij
meegschen verklaring had voorgezeten"
f
daar de meening van voor- en tegen
standers van de N. K. P. was, dat be
doelde verklaring geen gebod of bevel
gaf, doch slechts een wensch uitdrukte,
aan welken groote groepen meenden
geen gevolg te moeten geven. Vandaar
dat de leider van de N. K. P. zich
opnieuw tot het Episcopaat wendde
met het volgende telegram, van welks
beantwoording men de verdere partij
houding liet afhangen.
Utrecht, 13 Juni.
Aan het Doorluchtig Episcopaat.
Roermond.
De vergadering ziet in uw telegram
geen duidelijk antwoord op mijn vraag
en verzoekt onderdanig, ter vermijding
van misverstand in deze ernstige zaak
opheldering, of deze verkiezingsactie
moet worden opgegeven of niet, Ver
zoeke eerbiedig nader draad bericht, ja
of neen.
SWANE.
Op deze telegrafische vraag kwam
nog denzelfden dag het volgend ant
woord in
Roermond, 13 Juni.
Weledelgestr. Heer Swane, Utrecht.
In onze verklaring en in telegram ligt
duidelijk ja.
AARTSBISSCHOP.
Daarna werd een communiqué opge
steld, waarin werd medegedeeld, dat
de N. K. P. met algemeene stemmen
had besloten, de verkiezingsactie op uit
drukkelijk verlangen van het Episcopaat
te staken.
EXAMENVREES
is het best te bestrijden door Freco's
Zenuwtabletten, welke onrust, ge
jaagdheid, spreekvrees, slapenloosheid,
enz absoluut doen verdwijnen. 22011
Per koker kosten deze 60 cent.
Verkr. bij Drog. „De Toko", Waalwijk
en bij Gez. Wagemakers Kaatsheuvel.
De Echo van het Zuiden.
Waalwijksclie en Langstraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1,40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Uitgave:
t'
Prijs der Advertentlön
20 cent per regel; mintmnm 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit
zijn.
„Mary, die dit antwoord als eene instem
ming beschouwde, straalde van vreugde en
haastte zich er bij te voegen
..AangenomenEn ik reken er ook op,
dat gy ons dikwijls naar het theater zult
vergezellen. Myn vader zal zich gelukkig-
achten, wanneer hg ziet, dat gy my naar
myne loge geleidt. Niet waar, vader?"
Zeker, liefste zeker."
„Dan stemt gij toe. niet waar, mynheer
Lucien?"
„Ik verkeer in een al te nederigen toe
stand, mejuffrouw, om eene rol aan te
nemen, die door zoo velen zou benyd wor
den."
„Dat is eene nederlaag, mynheer Lucien,
011 die neem ik niet aanMocht gy weigeren
dan zou mij dat hoogst smartelijk zyn, en
ik houd my overtuigd, dat dit onmogelijk
uwe bedoeling wezen kan. Neem dan aan
wat ik u voorstel, zonder eenige vrees, en
ik verzeker u, dat ik geen te groot misbruik
van uwe goedheid maken zal."
Mary's gelaat drukte zulken angst uit,
de toon waarop zy sprak was zoo smeekend,
dat Lucien den moed niet had om het jonge
meisje door een bepaalde weigering tot
wanhoop te brengen.
„Welaan dan mejuffrouw," antwoordde
hjj, „ik neem uw voorstel aan, doch de tijd
die ik heb is door de werkzaamheden zeer
beperkt."
„Des Zondags zyt gij toch vry en ik hoop,
dat gy my dien dag in het vervolg zult
schenken."
Lucien verbleekte zichtbaar. Hij dacht
aan Lucia en hy was op het punt om eene
onvoorwaardelijke weigering uit te spreken.
VIER EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Mary liet Lucien den tijd niet een enkel
woord te spreken.
„Wij zullen de Zondagen in gezelschap
van myn vader huiten gaan doorbrengen."
ging zy voort. „Dat zal u goed doen en u
eenige uitspanning schenken in het zittend
leven dat gy de gansche week door leidt.
Uw leven zou anders al te eentonig worden.
Veranderingen zyn steeds aangenaam. On
ze uitstapjes zullen allervroolijkst zyn.
niet waar, mynheer Lucien?"
Mary had met eene betooverende beval
ligheid deze woorden gesproken.
Zy verwachtte een bevestigend antwoord.
Doch Lucien had een voorwendsel gevon
den om haar voorstel te ontwijken.
„Mejuffrouw," zeide hy, „laat mij u op
merken, dat ik eenige vrienden heb. die my
zeer toegenegen zyn en wien ik ook de
grootste achting en vriendschap toedraag.
Om hen te bezoeken, om met hen een vriend-
schappelyken omgang te kunnen onderhou
den, waarin ik het grootste belang stel, heb
ik slechts den Zondag. Zoo ik dien dag nu
voor iets anders ga bestemmen, dien eenigen
dag per week, zal ik geen tyd meer hebben
om een aangenamen omgang te hebben met
myne goede vrienden, die ik van kindsbeen
reeds ken, en zoo zom ik my hunne verwy-
tingen op den hals halen, wat ik mag
het niet verheelen mij uiterst onaange
naam zou zyn."
Mary's hart, door jalousie verteerd, klop
te hevig en een traan pinkte zy uit een der
oogen weg.
;„Dan weigert gy, mynlieer?"- stamel/de
zy op hartverscheurenden toon.
Paul Harmant begreep den verkeerden
toestand en trachtte dien zooveel mogelijk
weg te nemen.
„Lucien weigert niets, liefste," sprak hij
levendig. „Hy doet slechts eene opwerping
hooren, die alle recht van bestaan heeft.
De vriendschap legt zeker plichten op' en
ik zou hem minder hoog achten, zoo hy deze
verwaarloosdeDoch wat Lucien van
zijn vryen tyd overhoudt is voor ons, niet
waar beste vriend?"
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
„Ja mynheer, wat gy zooeven gezegd
hebt is volkomen waar," antwoordde hy,
„en mejuffrouw Mary zal dat ook wel be
grijpen, ik twyfel er niet aan."
Droevig antwoordde het meisje:
.Wanneer ik mijne achting en liefde
schenk, dan schenk ik die zonder eenige
nevenbedoeling, zonder beperking te dee-
len. Ziedaar wat ik begryp. Dan ben ik ge
reed, opgewekt van harte alle toegevingen
alle opofferingen te doen. Het schynt my
toe dat dit een plicht is. O, myne woorden
waren wellicht overdreven. Ik eischte ze
ker te veel, daar ik bereid ben allee te
geven. Ik zal redelijker trachten te worden
en mij met minder weten tevreden te stel
len
Lucien kreeg meer en meer medelijden
met het meisje. Niet wetend wat te ant
woorden, zweeg hy.
„Welaan, nu begint gy elkander uitste
kend te begrypen," sprak de millionair
met een onnatuurlijk air van tevredenheid.
„Lucien, dat verzeker ik u, liefste, zal alles
doen wat in zyn macht is, om n aange
naam te zyn."
e „Daarop kunt gy rekenen mynheer," zoo
zeide de jongeman, „en ik hoop dat me
juffrouw Mary zich daarvan ook overtuigd
houdt."
Het meisje vestigde op den jongeman
hare met tranen gevulde oogen. De onge
lukkige scheen te willen uitroepen
„Zoo gy eens wist hoezeer ik u beminO,
mocht gy mij dezelfde liefde toedragen
Er liep Lucien een huivering over het
geheele lichaam.
Op dit oogenblik werd er geboodschapt,
dat het diner was opgediend.
„Geef myne dochter den arm," zeide Har-
mant.
Mary blakend van liefde, drukte met op
zet den arm van Lucia's verloofde, terwijl
zy gezamenlijk naar de eetzaal gingen.
De tafel was met bloemen bedekt.
„Gü ziet het mynheer," sprak het meisje
met een zonderlingen glimlach, „het is hier
feest vandaag, het feest uwer blijde thuis
komst."
„Evenals gisteren by rn'On geliefde Lucia,"
dacht Lucien, „wordt hier myn terugkeer
met bloemen gevierd. Arm kind! Niettegen
staande de eindelooze teederheid, die ik zie
eu gevoel, waarmede ik omringd wordt, kan
ik haar niets van 't hart schenken, dat ge
heel aan Lucia toebehoort."
Het diner was vry opgewekt.
Niettegenstaande hare jalousie gevoelde
Mary zich gelukkig den jongeman by zich
te zien, dien zy zoo beminde, en de heer
des huizes stelde ook alles in het werk om
vrooiykheid aan tafel te doen heerschen.
Tegen tien uur nam Lucien afscheid.
„Vergeet niet", zeide Mary, „dat hier
morgen ook voor u gedekt wordt."
„Ik herinner my uw woorden, juffrouw,
en gy kunt gerust zyn, dat ik die niet ver
geten zal."
Zoodra Lucien buiten was gekomen in de
open lucht, was hy te moede, alsof hem een
gewicht van de borst was genomen, en toch
verweet hy zich op dit oogenblik, dat hy
de openhartigheid nog niet wat verder had
doorgedreven.
„Wat zal er nu gaan gebeuren?" vroeg
hy zich af, de hand aan het brandend
voorhoofd brengend. „De toestand is on
houdbaar! Zal ik niet genoodzaakt wor
den dit huis te verlaten en elders eene be
trekking te zoeken? E11 dan? Te Bellegar
de? Maar het salaris zal veel minder zyn
en ik weet ook niet of Lucia mij zal willen
volgen."-
En dan weer dacht hy
„Moet ik niet hier blijven, waar ik de hoop
kan koesteren eenmaal in staat te zullen
komen de fabriek van mijn vader weer op
te bouwen? Arme Mary! Ik kan het haar
niet euvel duiden, dat zy my bemint. Dat
is hare schuld niet! en verwyderde ik my,
dan zou ik haar den doodsteek toebrengen.
Zou het niet veel beter zyn de ondermynen-
de ziekte, die hare laatste krachten sloopt,
langzaam haar werk te laten voltooien?
Hare dagen zyn geteld, weldra zal ik geen
last meer hebben van hare ziekte!"
Lucien was te bed gegaan, zonder een be
paald besluit te hebben genomen. De jonge
man verkeerde in koortsachtigen toestand
en kon den slaap niet vatten.
Paul Harmant bleef alleen met zyue
dochter.
,Wel liefste, zyt gij tevreden?" vroeg hy
Mary liet melancholiek het hoofd op de
borst zakken.
„Het is waar, hy is gekomen, en ik heb
my een oogenblik gelukkig gevoelddoch
nu reeds ben ik het minder, nu Ik hem ge
zien en gesproken heb."
„En waarom kind? Iiy heeft alles aange
nomen wat gy hem voorsteldet."
„Gy vergist u, vader," antwoordde zy,
„hy heeft niet alles aangenomen."
„O, maar wy kunnen het hem toch niet.
kwaiyk duiden, dat hy ook eenige oogen-
blikken voor zyne vrienden bewaart."
„Neen, neen, het is niet voor zyne vrien
den", antwoordde Mary, ter prooi aan eene
nieuwe ontsteltenis, „het Is voor haar, voor
haar alleen, dat hy zich zyne Zondagen
voorbehoudtVoor die Lucia is het, welke
hy nog even vurig bemint als vroeger, het
meisje dat my zyn hart ontstolen heeft eu
nu al myn jalouzie opwekt."
„Juloursch op die Luciariep de millio
nair op verontwaardigden toon uit.
„Ja, en waarom niet? O, gy weet. niet,
vader, wat er in myn hart omgaat, wat ik
te lijden heben innerlijk vuur verteert
mij en maakt my slecht. Er zyn oogenblik-
ken, dat ik in staat zou zyn naar een wa
pen te grijpen om myne mededingster in
het hart te treffen... Ja, ik zou in staat
zyn die Lucia te doodenDan zou hy haar
niet meer kunnen beminnen!"
„Dat is waanzin, myn kind, groote waan
zin
„Ja, want jaloerschheid eu waanzin ge-
ïyken goed op elkaar, en jaloersch ben ik
in den hoogsten graadO, myn hart springt
woedend op, wanneer ik er aan denk, dat
hy by haar is, haar spreekt, haar herhaalt
dat hy hanr bemint! O konde ik dat meisje
onder de voeten vertrappen
„Bedaard, Mary! Bedaar, kind!"
„O, dat is niet mogelijkIk bemin hem
en dus kan ik myn hart niet doen zwygen.
Ik aanbid Lucien en hy moet de myne wor
den Ik wil niet dat een ander hem bezit-
te!"
„Overdi-yi' niet zoozeer, inyn kind! Dat
is altyd verkeerd. Ik begryp dat gy ïydt,
en zal dan ook al het mogelijke doen om u
van dat lyden te verlossen. Reken op my.
Weldra zult gy eene beteekenisvolle ver
andering by Lucien kunnen opmerken. HU
zal het zUn, die tot 11 komt om u eene echt
verbintenis voor te stellen."
(Wordt vervolgd).