I
deze ambten geen oproepingen hebben
plaats gehad.
Voorzitter. Neen.
Op de voordracht voor secretaris zijn
geplaatst de heeren: 1. M. A. J. van
Liempt, secretaris van de gemeente
Waalwijk.
2. j. Verwiel, burgemeester van Ois-
terwijk.
De heer van Liempt wordt met al-
gemeene stemmen benoemd
De Voorzitter wil er hier op wijzen
dat ée bescheiden en registers van de
twee voormalige gemeenten direct zijn
overgenomen en dat met alles zooveel
spoed is gemaakt dat reeds 2 Januari
hier alle aangiften, zoowel wat betreft
Burgerlijke Stand, Bevolking, Militie
enz. konden plaatshebben. Dat dit alles
zoo vlug en vlot is gegaan, is te danken
aan de ambtenaren, in het bijzonder
aan den secretaris en aan den hoofd
ambtenaar den heer van Mierlo, die
halve en heele nachten hebben gewerkt
om alles zoo spoedig mogelijk gedaan
te krijgen. Daarvoor brengt hij genoem
den heeren dank.
Op de voordracht voor gemeente
ontvanger zijn geplaatst de heeren
1. J. van Mierlo.
2. B. Holtzer.
De heer van Mierlo wordt met alge-
meene stemmen benoemd.
Voorzitter. Nu moeten worden benoemd
5 ambtenaren van den Burgerlijken Stand
waarvan 3 bezoldigd en 2 onbezoldigd.
Roggeveen. Hoeveel bedraagt deze
bezoldiging.
Voorzitter, f60, de secretaris heeft
veel meer.
Op de voordracht voor den eersten
ambtenaar zijn geplaatst de heeren
1. Th. de Surmont de Bas Smeele.
2. Jac. Qragtmans.
De heer de Surmont de Bas Smeele wordt
met algemeene stemmen benoemd.
Voor tweede ambtenaar belast met
het bijhouden van de Registers zijn
candidaat gesteld
1. M. A. van Liempt.
2. E. W. Klijberg.
De heer van Liempt wordt met alge
meene stemmen benoemd.
Op de voordracht voor derde ambte
naar zijn geplaatst de heeren:
1. Jud. Timmermans.
2. P. Verwiel.
De heer J. Timmermans wordt op
een na met algemeene stemmen be
noemd.
Tot onbezoldigde ambtenaren worden
benoemd de heeren Jac. van Nispen
en J. van Mierlo.
Bij de benoeming van een Directeur
van de Gasfabriek vraagt de heer
Roggeveen of er geen dubbeltal op de
voordracht moet staan.
Voorzitter. Volgens de wet behoeft
dit niet.
De heer Jac. Plevier werd hierna met
8 stemmen benoemd.
4 stemmen waren in blanco uitge
bracht.
Ten aanzien van de benoeming van
een gemeente-geneesheer merken Burg.
en Weth. het volgende opDe in
structie van den gemeente-arts der
oude gemeente Waalwijk bepaalt in
art. 7Het zal den gemeenteraad niet
vrijstaan tijdens de genees-, heel- en
verloskundige de betrekking heeft aan
vaard, de werkkring in deze instructie
bepaald, willekeurig of zonder gegron-
den redenen te vermeerderen, noch de
jaarwedde, bij raadsbesluit van 17 Aug.
1891 vastgesteld, te verminderen.
Door deze bepaling is de gemeente
ten aanzien van den werkkring van den
gemeentearts feitelijk als 't ware contrac
tueel gebonden. Dit werd reeds erkend
toen deze tevens werd belast met de
practijk van schoolarts en hem deswege
meer als erkenning van de bindende
kracht van gemelde bepaling der in
structie, dan wel als belooning evenre
dig aan de gevorderde diensten, een
bezoldiging werd toegekend van f50.
Wanneer de herbenoeming van dr.
Sweens volgt, zal dienen vast te staan,
dat zijn werkkring niet wordt uitgebreid
Een uitbreiding zou zijn, het verrichten
van de doodschouw en de kostelooze
vaccinatiën in de voormalige gemeenten
Besoijen en Baardwijk. Deze werden tot
heden verricht door dr. Langemeijer, die
daarvoor jaarlijks werd gehonoreerd met
resp. f25 en f20. B. en W. meenen
dat het wellicht de beste oplossing zou
zijn, wanneer ten opzichte van dit
laatste de bestaande toestand werd be
stendigd en dr. Langemeijer zou kunnen
worden verzocht zich te willen blijven
belasten met doodschouw en vaccinatiën
in de nieuw toegevoegde gedeelten der
gemeente.
Verder stellen Burg. en Weth. voor
het salaris van den school-arts te ver-
hoogen en te brengen op f 150 per jaar.
Door de samenvoeging van de gemeen
ten zal de school-arts 5 scholen meer
tot zijne bemoeiing krijgen.
Den heer Roggeveen komt het voor,
dat het beter is dat in deze alles in
één hand is. Waar de bezoldiging voor
dr. Langemeijer zoo gering is, gelooft
hij dat deze er absoluut geen bezwaar
tegen zal hebben. Bovendien is het
voor de gemeente-administratie- veel
gemakkelijker.
De Voorzitter merkt op dat over deze
aangelegenheid in het College van Burg.
en Weth. lang is gesproken. Men was
daar eveneens van gevoelen dat het
beter was dat alles in één hand kwam,
doch met het oog op het bestaande
contract is 't zoo voorgesteld.
De heer Klijberg meent dat dr. Sweens,
al is het een verzwaring van zijn dienst,
daar niets tegen zal hebben.
De heer Van Driel vraagt of de
mogelijkheid bestaat dat alles wordt
gesplitst, opdat de een dit en de ander
dat krijgt.
De Voorzitter wijst op het bestaande
contract. Het salaris kan niet verminderd
worden, want daar is hij op hier ge
komen. Gaat de raad nu anders doen,
dan zou hij op wachtgeld gesteld kun
nen worden.
Van Driel. Nu kan men toch van
twee gemeente-geneesheeren spreken.
Voorzitter. Neen.
Van Driel. Door de gemeente wordt
hem toch een plicht op de schouders
gelegd.
Eibers. Ik heb hooren vertellen dat
men in Baardwijk en in Besoijen niet
van den gemeente-geneesheer kan pro
fiteered
Voorzitter. Dat is daar eene geheele
aparte regeling met het Armbestuur.
De heer Oomens zou gaarne zien dat
de arme menschen kunnen gaan bij
welken dokter zij willen.
Voorzitter. Dat behandelen we op
het oogenblik niet.
Oomens. Het gaat toch over den
gemeente-geneesheer en alles staat toch
met elkaar in verband.
Voorzitter. Dat is een kwestie die
het armbestuur regelt. Daar hebben wij
ook heel lang over gesproken.
De heer Verwiel zou alles voorloopig
zoo laten. Later kan dan nog anders
worden geregeld.
Voorzitter. Dan zouden we een armen
raad moeten krijgen en dat is een dure
geschiedenis.
Dr. Sweens wordt hierna met alge
meene stemmen benoemd.
Benoeming van een Archivaris.
Smolders. Uit het preadvies heb ik
gehoord dat er stukken zullen worden
vernietigd. Zijn dat waardelooze stukken.
Voorzitter. Maak u maar niet ongerust,
want in dit opzicht zijn wij heel voor
zichtig.
Smolders. Ik dacht soms dat het was
voor stukken die men dubbel heeft.
De heer van der Hammen wordt
hierna met algemeene stemmen be
noemd.
7. Ontwerp-verordening tot wijziging
der verordening op de heffing van een
Hoofdelijken Omslag en ontwerp-ver
ordening tot heffing en invordering van
een plaatselijke Inkomstenbelasting.
Van het breedvoerig preadvies van
Burg. en Weth. nemen wij onder
staande op
Overzicht van den belastingdruk volgens de bepalingen der oude en der thans voorgesteld*
verordening.
Bedrag van den aanslag bij een zuiver inkomen van .-
Belastingplichtigen. I f 1000.- j f 1200.- f 2000.-
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
Oude
Nieuwe
T-
1 Belastingpl. naast
-
het gezinshoofd.
20,79
24.04
28,25
31,49
60,72
63,89
107,25
110,22
160,38
163,04
281 95
291.34
553,51
606,98
2 idem.
20,79
24,04
28,25
31,49
60,72
63,89
107,25
110,22
160,38
163,04
281,95
291,34
553.51
606,98
3 idem. f
20,79
27,73
28.25
35,32
60,72
68,23
107,25
115,2*
160,38
168,67
281.95
298 27
553,51
615,60
4 idem.
20,79
27,73
28,25
35,32
60,72
68,23
107,25
115,21
160,38
168,67
281,95
298,27
553,51
615,60
Gehuwden zonder
kinderen.
13,60
9,91
20,79
16,85
52,21
47,17
97,42
90,91
149,23
141,13
269,18
264,25
539,78
572,83
Gehuwden met 2
kinderen.
10,10
6,54
17,16
13,35
48,05
43,16
92,60
86,25
143,75
135,82
262,85
256,02
532,92
564,38
Gehuwden met 3
I
kinderen
10,10
3,24
17,16
9,91
48,05
39,20
92,60
81.65
143,75
130,57
262,85
251,10
532,92
555,95
Gehuwden met 4
kinderen.
6,67
13,60
6,54
43,96
35,32
87,85
77,11
138,34
125,39
256,54
244,62
526,05
547,56
Gehuwden met 6
kinderen.
3,30
10,10
39,93
24,04
83,16
63,89
132,99
110,22
250,27
225,57
519,18
522,58
f 3000.-
f 4000.-'
f 6000-
f 10.000.-
Bijlage I.
700 -
1
3.30
3 12
800—
2
6.67
6.30
900.-
3
10.10
9.55
1000—
4
13.60
12 85
1100.
5
17.16
16.22
1200
6
20 79
19.66
1300.-
7
24.49
23.15
1400.-
8
28.25
26.71
1500—
9
32.08
30.33
1600—
10
35.97
34.01
1700. -
11
39.93
37.75
1800—
12
43 96
41.56
1900 -
13
48.05
45.43
2000.-
14
52.21
49 36
2200.-
16
60.72
57.41
2400.-
18
69.50
65.71
2600—
20
78 54
74.26
2800—
22
87.85
83.05
3000 -
24
97.42
93.10
3500.-
29
122.50
115.81
4000—
34
149 23
141.09
4500—
39
177.61
167.92
5000 -
44
207.31
199.43
5500—
49
237.83
229.38
6000—
54
269.18
260.89
6500—
59
301.36
293.97
7000—
64
334.36
328.60
8000—
74
402.50
402.23
10000—
94
539.78
559.79
15000.-
144
882.98
976.—
20000—
194
1226.18
1392.52
30000—
294
1912.58 1
2225.56
40000 -
394
2598.98
3058.60
50000.—
494
3285.38
3891 64
75000.—
744
5001 38
5974.23
100000.—
994
6717.38
8056.84
Gemeentelijke Inkomstenbelasting, welke over het belastingjaar 1920, resp. 1920—1921 betaald moest worden door:
Gemeenten
Ongehuwden
bij een zuiver inkomen van
1000 2000 5000 10000 20000
50000 100000
Gehuwden zonder kinderen
bij een zuiver inkomen van
1000 2000 5000 10000 20000 50000 100000
Gehuwden met 2 kinderen
bij een zuiver inkomen van
1000
Baardwijk
23
66
222
540
1287
3537
7287
23
66
222
540
1287
3537
7287
Besoijen
22
64
232
587
1315
3499
7139
22
64
232
587
1315
3499
7139
Waalwijk
20
60
219
553
1272
3299
6761
13
52
207
539
1226
3285
6717
Rotterdam
18
82
346
921
2121
5721
11721
12
75
336
909
2109
5709
11709
Amsterdam
21
120
441
1118
2894
8294
17294
6
100
417
1086
2858
8258
17258
's-Gravenhage.
25
94
320
739
1729
5314
11309
18
87
312
730
1718
5302
11297
Nijmegen
36
116
406
920
1999
5338
11097
22
98
386
900
1978
5316
11074
Boxtel
26
78
270
683
1640
4510
9294
19
72
263
674
1621
4491
9275
Breda
24
74
242
599
1399
3799
7799
14
64
230
583
1383
3783
7783
's-Hertogenb.
15
80
305
775
1905
5355
11105
15
80
305
775
1905
5355
11105
Tilburg
14
52
197
492
1187
3287
6787
7
45
186
479
1173
3273
6773
Raamsdonk
24
84
326
717
1494
3842
7754
24
84 1
326
717
1494
3842
7754
Eindhoven
40
84
241
571
1314
3714
7714
40
84
241 I
571
1314
3714
7714
Loon op-Zand
24
65
225
560 1
1246
3305
6737
13
52
207 1
539
1226
3285
6717
23
18
10
niets
niets
6
16
11
6
9
niets
19
40
13
1 2000
5000
10000
20000
50000
66
222
540
1287
3537
59
226
579
1307
3491
48
201
532
1219
3278
60
315
885
2085
5685
80
394
1055
2822
8222
73
296
712
1696
5287
90
376
889
1967
5304
61
249
655
1611
4482
54
218
567
1367
3767
73
297
764
1894
5344
37
176
466
1159
3259
77
310
717
1494
3842
84
241
571
1314
3714
1 52
207
531
1226
3285
7287
7131
6710
11685
17222
11273
11062
9264
7767
11094
6759
7754
7714
6717
j DE LEZERSKRING VAN ONS BLAD
BREIDT ZICH MET DEN DAG UIT
ZOODAT OOK DE WAARDE VAN
ADVERTEEREN STEEDS GROOTER
WORDT.
i
Wat do inhoud van de heffingsverorde
ning voor een plaatselijke inkomstenbelas
ting betreft, zyn er. daar de wet verschil-
lende onderdeelen heeft vastgelegd welke
vroeger ter regeling aan de Gemeentebe
sturen werden overgelaten, slechts 2 hoofd
punten in het. oog te houden, nl. het tarief
van de heffing en de aftrek voor noodzake
lijk levensonderhoud.
Wat hef heffingstarief betreft is in het
hierbij aangeboden ontwerp de schaal dei-
oude verordening overgenomen, met dien
verstande echter, dat de progressie van
7000.— tot. 9900.— is doorgevoerd.
Dit is mogelijk geworden door de hier
voor aangehaalde wijziging.
De hiervolgende becijfering zal li de be
oordeeling der progressieschaal vergemak
kelijken. De kleinste som voor noodzakelijk
levensonderlioud afgetrokken, bedraagt 400
gulden: tweemaal die-som is 800.Om
na te gaan tot hoever de progressie mag
worden doorgevoerd, moet worden bere
kend. welk percentage van een belastbaar
inkomen van 800.(2 x de kleinste som
voor noodzakelijk levensonderhoud) wordt
geheven. Dit zou volgens de ontworpen
schaal beloopcn 1.07%. De progressie mag
dus klimmen tot 24 x 107% 2.074%.
Volgens de oude schaal was de verhouding
tusscheu de belastingdruk in de laagste en
in de hoogste klas als 1 1,614 en in de
nieuwe schaal als 1 1,944. Een beeld van
den daardoor gewijzigde» belastingdruk
vindt U nog in bijlage I. De daar gegeven
becijfering is gebaseerd op het kohier 1920.
Om bij hetzelfde aantal aanslagen en de
zelfde bedragen als op het kohier voor
komen. een opbrengst te verkrijgen aks met
dat kohier verkregen werd. zou de factor
vermenigvuld igi ngscy ferkunnen worden
teruggebracht van 3.3 tot 3.12. Als bijlage
V.
V.
V.
V.
V.
V.
V.
V.
V.
T.
V.
T.
V.
is nog toegevoegd het overzicht van den be
lastingdruk in alle gemeenten van ons land
over 1920. uitgegeven door het Centraal
Rureau voor de .Statistiek. Het. overzicht
van het verschil in belastingdruk van de
drie thans samengevoegde gemeenten is als
afzonderlijke bijlage uit de statistiek ge
trokken.
In Uwe vergadering gingen destijds stom
men op tot verhooging van den aftrek voor
noodzakelijk levensonderhouden werd ons
toen verzocht gegevens te verzamelen om
trent den aftrek in de gemeenten onzer
omgeving. Ofschoon dit onderzoek niet
aantoont dat de aftrek in de oude
verordening te laag was gesteld, meenen
wij tdf-h te kunnen voorstellen dien te
verhoogèn, doch alleen voor wat betreft de
gehuwden. Wjj hebben daarbij aangenomen,
dat de levensvoorwaarden voor deze cate
gorie van belastingplichtigen zooveel on
gunstiger zijn (bui voor de ongehuwden. dat
het aftrek verschil der oude verordening
wel wat mag worden vergroot. Men beden
ke hierbij echter, dat verhooging van den
aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud
toch niet ten volle ten goede komt aan alle
belastingplichtigen, omdat elke verhoogiug
van dien aftrek tot gevolg moet hebben ver
hooging van liet vermenigvuldigingscijfer.
Zoo zal hij verhooging van don aftrek voor
gehuwden met ƒ100 de factor van 3.12 klim
men tot ongeveer 3.20. Om de aftrekrege
ling zooveel mogelijk tot zijn recht te doen
komen, hebben wij gemeend U in overwe
ging te moeten geven, aan de vroegere rege
ling eenige bepalingen toe te voegen.
Wij zijn nl. van oordeel dat ongehuwde
en daarmede gelijk te stellen belasting-!
plic-htigen in één gezin samenwonen, ten
aanzien van de kosten voor levensonder
houd in voordeeliger conditie zijn dan zij
die alleen wonen. Het komt ons daarom
billijk voor dat voor de hierbedoelde cate
gorie eenige degressie in den aftrek voor
levensonderhoud wordt toegepast. De be
lastingdruk zal dan billijker worden., Om
dit laatste ook te verkrijgen ten aanzien
van de ongehuwden die één gezin vormen
en ten opzicht van de kosten van levens
onderhoud grootendéels zijn gelijk te stel
len niet de gehuwde gezinshoofden, is ook
toepassing van den maximum-aftrek voor
dezg personen mogelijk gemaakt.
Ook wat betreft de kinderaftrek, die in
de oude verordening op 50.per kind
beneden de 14 jaren was bepaald, meenden
wij dat een billijker lastenverdeeling is te
verkrijgen. Het zijn vooral de groote ge
zinnen, die naar ons oordeel door de belas-
ZUIVER
INKOMEX.
Klasse
H. O.
H.O. 1920
j factor 3,3
aftrek f60o
Scliaal
1-9900
factor 3.13
aftrek fó00.
ting onevenredig zwaar worden getroffen.
Trouwens ligt het in do lijn van het pro
gressie-systeem in onze verordening, dat er
bij de toeneming van de getalsterkte van
liet gezin, waardóór de draagkracht ver-
mindert, ook degressie van belastingdruk
intreedt. Ook de leeftijdsgrens der kinderen
waarvoor aftrek wordt toegepast, zouden
wij willen verhoogd zien. Dit zou reeds te
billijken zijn alleen op grond van liet feit.
dat bij de laatste wijziging van de Leer
plichtwet de leerplichtige leeftijd is gebracht
op 13 jaar en in vele gevallen zelfs op 14
jaar; doch voor een groote groep belasting
plichtigen men denke slechts aan den
I middenstand komen juist by liet eindi
gen van den leerplichtigen leeftijd de groote
kosten, hetzij voor vakopleiding of voor
verdere studie. Weliswaar zou hiertegen
over gestold kunnen worden dat sommige
kinderen al spoedig na liet verlaten der
lagere school een geringe verdienste aan
brengen. doch deze zullen doorgaans wel
zoo gering zijn. dal met het oog daarop do
invoering van de overigens naar onze meo-
ning betere aftrekregeling niet kan worden
nagelaten.
Het zou te tijdroovend zijn om na te gaan.
van welken invloed dc aanneming van deze
j voorstellen zou zijn op het vermenigvuldi-
1 gingseijfer, vergeleken met dat van 1920.
M ij hebben echter wel eenige berekening
kunnen maken wat betreft de vermindering
van hot belastbaar inkomen bij' den voor
gestelden progressieven kinderaftrekdit
zou nl. dalen met ongeveer 35000 en daar-
door de factor .stijgen met ongeveer 0.026.
15ij verhooging van den leeftijd voor kinder
aftrek tot en met het 16e jaar, zal naar
schatting het belastbaar inkomen vermin-
deren met rond 8000.— en de- factor
j klimmen met ongeveer 0.0064
Wij ontvingen van liet lid van Uw Colle-
ge F. O. Smolders nog een schriftelijk voor
stel inzake dc kinderaftrek-regeling. Deze
is wat de bedragen van aftrek tot dezelfde
cijfers gekomen als wij. Hy wil echter den
aftrek niet limiteeren door den leeftijd
doch door aanslag der kinderen in deze be-
I lasting. Al moge ook het doel, dat met dit
laatste wordt beoogd, aantrekkelijk lijken,
nl. om aftrek toe te staan tot de kinderen
verdiensten van "enige beteekenis inbren
gen, gaat dit voorstel toch te ver. De voor-
steller neemt aan dat ieder kind tezijnertijd
zal komen tot een persoonlijke verdienste,
doch liet is natuurlijk verre daarvan; men
denke slechts aan meisjes, behulpzaam in
j de huishouding of die geen beroep kiezen.
Voor dezulken zou dus de aftrek jaren en
jaren worden toegepast, wat niet de bedoe
ling is. Ook kan het niet in de bedoeling
'bWi- dat bij voortgezette studiën, die
vaak nog lang na het 20ste jaar voortduren,
kinderaftrek worde toegestaan. Het voor
stel komt ons daarom onaannemelijk vuur-
Wij meenen goed te doen Uwe aandacht
te vestigen op een ernstig bezwaar dat de
heffing door de Rijksbelastingadministratie
aankleeft.
I)e aanslag in den hoofdelijken omslag
geschiedde tot dusver in dien zin, dat liet
vermenigvuldigingscijfer werd vastgesteld.
wanneer van alle belastingplichtigen liet in-
i komen iu liet kohier was opgenomen, en *t
I dus bekend was' hoedanig de Opbrengst vol-
gens hel tarief zou zijn, zonder toepassing
I van den z.g. „factor'". Een voorbeeld kan
dar duidelijk maken. Indien de opbrengst
blykens optelling van alle aanslagen
30.000. zou zijn by een aanslag volgens
bet tarief der verordening en er op de be-
grooting eeii bedrag van 90.000 was ge-
ïaamd. dan diende het vermenigvuldigings
cijfer „drie" te zijn.
j De opbrengst kwam doorgaans met de
i raming vrijwel overeen; vermindering ten
j gevolge van reclames, vertrek of overlijden
werd meestal ruimschoots gedekt door
supplefoire aanslagen.
Dit is thans zeer veranderd.
Iieeds vóór jVIei. op éen tijdstip dat nog
niets bekend is omtrent liet inkomen (de
aaugittebiljetten zijn vaak nog niet eens
uitgereikt, laat staan terugontvangen) moet
het vermenigvuldigingscijfer worden vast
gesteld. Meer dan een zeer ruwe schatting
kan dit natuurlijk niet zijn; vooral in den
egenwoordigen tijd van onzekerheid op fi-
j uancieel gebied is die schatting niets meer
dan een slag in de lucht.
I Deze regeling is voor de gemeentebestu-
ren een groot bezwaar, omdat het beheer
i der gemeente-financiën daardoor geheel op
1 lose schroeven komt. Als voorbeeld zy ge-
wezen op de gemeente 's-Hertogenboscli.
waar bij een factor van 2,5 was gerekend
j op eene opbrengst van 1.250.000.— na
I kennisneming van de ontvangen aangifte-
1 biljetten schatte de Inspecteur van 's Rijks
belastingen de opbrengst op 750.000:— of
I 3/5 van de raming van liet gemeeutebe-
j stuur. Dit zou voor die gemeente dus neer-
komen op een tekort van eep half millioen.
1 Daartegenover schatte do Raad der ge-
meente Loonopzand lief totaal belastbaar
I inkomen te laag en werd zoodoende veel
i meer gelieven dan volgens de begrooting
noodig was en is daar zelfs teruggaaf van
belasting moeten volgen.
Rij de aanbieding van de ontwerp-begroo-
I ting 1922 zullen wy 1" een voorstel doen
omtrent, de vaststelling van bef vermenig-
1 vnldigingsc'tjfer.
I