De Portierster
van Alfortviile.
Buitenland.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON
Provinciaal Nieuws
NUMMER 53.
ZATERDAG 1 JULI 1922.
45e Jaargang
Het hoofdcommissariaat van politie
te Berlijn deelt mede, dat de moord op
Rathenau is opgehelderd. In de mede-
deeling worden de namen der moorde
naars, alsmede hun nauwkeurig signale
ment opgenoemd. De daders zijnde
Berlijners Ernst Werner Techow, de
Sakser Pischer. ook Vogel genoemd, en
de Mecklenburger Knauer, ook Körner
en Kom genoemd. Alle drie behooren
tot de organisatie C. en maakten vroeger
deel uit van de brigade Ehrhardt.
Vele personen, wier medeplichtigheid
vaststaat, zijn reeds gearresteerd.
Dinsdag heeft de politie de auto ge-
vonden, welke de moordenaars van
Rathenau hebben gebruikt. Het is een
moderne 16 p.k. Mercedes, welke blauw
geschilderd is. Beambten van de politie
ontdekten den wagen in een garage in
het Westen der stad. De eigenaar der
garage deelde het volgende meeDen
avond voor den moord kwam een chauf
feur bij hem. Deze verklaarde, dat hij
een auto bij hem wilde stallen. Zijn
meester zou eerst den volgenden dag
komen en zou dan de garage voor ver
scheidene dagen huren. De chauffeur
zeide voorts, dat hij een lange reis
achter zich had en daarom zijn onder
het stof bedekte auto moest schoon
maken. Dit deed hij dan ook.
Den volgenden morgen kwam de
chauffeur terug en vertelde, dat hij thans
zijn meester met de auto moest afhalen.
Deze zou dan terugkeeren om de garage
te huren. De eigenaar der garage stemde
er in toe en de chauffeur vertrok met
de auto.
Dit geschiedde kort voor dat de moord
werd gepleegd. Eenige uren na den
aanslag keerde de chauffeur met de
auto terug, ditmaal wederom zonder zijn
meester. Ook nu was de auto zeer
stoffig, zoodat de eigenaar der garage
veronderstelde, dat hij weer een langen
tocht had gemaakt. Alweer verklaarde
de chauffeur, dat de eigenaar der auto
mobiel later zou komen en verwijderde
zich. Thans keerde hij evenwel niet
weer terug en van toen af heeft niemand
meer naar de auto omgezien.
In de te 's Hage gehouden bijeen
komst der sub-commissie voor de schul
den met de Russische commissie heeft
Litwinoft het Russische standpunt be
treffende de behandeling der schulden
kwestie uiteengezet.
Alphand heeft een aantal punten voor
gesteld, waarover de beraadslaging zich
zal uitstrekken en de Russen om inlich-
Alle Katholieke mannelijke
en vrouwelijke kiezers laten
zich niet van de wijs brengen
en stemmen, speciaal in-deze
streken, op No. 1 van lijs! 50
Jhr. Mr. A. van Sasse van
Ysselt.
van „De Echo van het Zuiden
125)
tingen over eenige bepaalde punten
verzocht.
Litwinoff betuigde met Alphand's
voorstellen instemming.
De besprekingen hadden een geani-
meer dverloop.
Waalwijk, 30 Juni 1922.
Het Bestuur der N. V. Schoen- en
Leder-Jaarbeurs te Amsterdam heeft
hiermede de eer U te berichten, dat
de voorbereiding van de van 11 toten
met 15 September a.s. in het Paleis
voor Volksvlijt te houden Schoen- en
Leder-Jaarbeurs dusdanig voortgeschre
den is, dat aan belanghebbenden defi
nitieve voorstellen omtrent deelname
gedaan kunnen worden.
Op pagina drie van het prospectus
vindt U perspectief-en constructieteeke-
ningen afgedrukt, aan de hand waarvan
het U niet moeilijk zal vallen te beoor-
deelen, hoe indeeling, afmetingen en
uitvoering der monsterkamers gedacht
zijn, Deze worden van triplexhout ver
vaardigd en in kleur gebeitstde in
gang kan door middel van een gordijn
afgesloten worden. De huurprijs voor
een dergelijke monsterkamer 3 meter
diep en 4 meter breed metende, be
draagt inclusief étalageplanken, gordijn
en firmanaam op bovenfront, dus ge
heel compleet f 350.netto, bij voor
uitbetaling. De beschikking over kamers
in 1V2 breedte (6 meter breed) of over
dubbele kamers (8 meter breed) kan
verkregen worden, indien de plaats
ruimte dit toelaat. De prijs voor een
kamer van 6 meter bedraagt dan f525
en voor een kamer van 8 meter breedte
f 700,-.
Voor de expositie van machines zal
in een der zalen open plaatsruimte
afgestaan kunnen worden tegen f 30.
per vierk. meter.
Voorts ligt in het.in de bedoeling op
de galerij open tafelvlakte ter beschik
king te stellen, door zijschotten ge
scheiden, waarvoor de prijs per strek
kende meter f 50,— zal bedragen.
Desgewenscht kunnen de stands
telefonisch aangesloten worden. Voor
aansluiting en gebruik wordt f 20,— in
rekening gebracht.
De kosten van stroomverbruik, gas,
water. enz. ten behoeve der tentoon
gestelde machines komen ten laste der
deelnemers.
Het Paleis voor Volksvlijt biedt in
zijn zalen plaats voor 96 kamers van 3
meter diepte en 4 meter breedte, waar
van de bezetting de volgende is:
In de middenzaal 40 kamers.
Aan de zijkanten 30 kamers,
In de zijzalen 26 kamers.
Reeds kan geconstateerd worden.dat
de toegezegde deelname het welslagen
der beurs bij voorbaat waarborgt. Ten
einde teleurstelling te voorkomen in
verband met de beperkte plaatsruimte,
geven wij U daarom in overweging
zich onverwijld van een stand te ver
zekeren. Wij nemen derhalve de vrij
heid U bijgesloten aanvraagbiljet met
voorwaarden aan de deelname .verbon
den, te doen toekomen, met het ver
zoek dit binnen 8 dagen ingevuld te
willen retovrneeren.
Firma's die zendingen uit het buiten
land verwachten worden verzocht hier
van ten spoedigste gespecificeerde op
gaaf te verstrekken, opdat voor vrijdom
van doorvoer en rechten zorg gedragen
kan worden.
Het kapitaal der Vennootschap bestaat
uit 250 aandeelen ad f 100,De ge-
egenheld tot inschrijving op deze aan-
deelen staat nog steeds open. Ten
dienste van degenen die zich nog niet
als aandeelhouders opgaven gaat een
nschrijversformulier hierbij Bij toewij
zing der stands genieten aandeelhouders
de voorkeur.
Tot het verstrekken van nadere in
lichtingen steeds gaarne bereid.
Hoogachtend,
Het Bestuur der
N.V. Schoen- en Leder-Jaarbeurs
te Amsterdam.
H. Mannaerts, Tilburg, (fa. Stoom-
Schoenfabriek J. Mannaerts) Voorz.
M. A. Levie, Amsterdam, (fa. M. A.
Levie) Onder-Voorzitter.
L. S. Gompen, Amsterdam, (fa. G. Gom-
pen) Secretaris-Penningmeester.
H. C. van Hemert, 's-Gravenhage,
(fa. H. C. van Hemert)
S. Kogel, Amsterdam, (fa. S. Kogel).
Joh. R. Levy, Amsterdam, (fa. N.V. v/h.
de Nijs Co.)
L. Stibbe, Amsterdam, (fa. Bloch <5t
Stibbe).
B. Timmermans, Waalwijk, (fa. Timmer
mans van Turenhout).
C. Schlusen, Directeur-Administrateur.
N.B. Ingevolge besluit der oprich
tingsvergadering kunnen slechts in
schrijvingsbiljetten voor den verhuur
van stands in aanmerking komen van
firma's die niet aan andere in Neder
land te houden Jaarbeurzen deelnemen.
De namen der geslaagde leerlin
gen der Middelbare Handelsschool
alhier schijnen niet geheel juist in ons
vorig nummer weergegeven te zijn.
Ze volgen hier nogmaals (alfabetisch).
J. Bergmans Waalwijk, J Esch te
Kaatsheuvel, J. Hamburg Waalwijk. C.
Haverhals Sprang, W. v. Helvoirt Waal
wijk, Th. v. d. Heijden Waalwijk, A.
van Hilst Waalwijk, J. Maaskant Kaats
heuvel, A. MahieuWaalwijk, A. Schenkels
De Echo tui het Zuiden.
„Zwjjg. mgnheer, zwijg! Heb medelijden
met my
„Waarom?"
„Gy kwelt my afschuwelijkGy breekt
my het hart!"
„Schep moed, mijn vriendZie thans van
eene onmogelijke echtverbintenis af, die
niemand in de wereld u vergeven zou en de
verachting van alle weidenkenden op u zou
doen nederdalenLucia Fortier mag thans
voor u niet meer bestaanGy zyt vry
geheel vrijRed thans het leven mijner
dochter
„Maar ik gevoel niet de minste liefde
voor juffrouw Mary."
„Wat geeft dot? De liefde, die heden nog
ontbreekt, zal morgen te voorsehyn komen.
En koevele huwelijken worden er niet zon
der liefde gesloten? En dat zijn zeker niet
de minst gelukkige!"'
...MynheerMynheersprak Lucien door
droefheid overstelpt. „Begrypt gy dan niet
welken verschrikkelyken slag gy my hebt
toegebracht? Heb toch medelyden met my
De hoop myns levens lag in de voorgenomen
echtverbintenis en thans storten eensklaps
al myn verwachtingen in het niet! Een
schoone droom hield my een oogenblik be
zig en ik ontwaak onder den druk der ver
schrikkelijke waarheidSpaar my toch,
mynheer! Laat my vrij mgne tranen stor
ten Laat my ongestoord lyden
En de jongeman, het gelaat in beide han
den verbergend, brak in een luid snikken uit.
„O, ik beklaag uhernam Paul Har-
mant. „Ik beklaag u zeer! Maar tevens rust
op my de plicht u moed in het hart te
spreken. Tegen daadzaken valt niet te stry-
De Anti-Revolutionaire Landdag Don
derdag j.l. in het gebouw van den R. K. Gil
denbond gehouden was zeer druk bezocht.
Idenburg ter vergadering kwam werd hij
Toen te circa 2 uur Z.Ex. de heer A. F.
met een hartelijk applaus begroet.
Met de zegenbede uit ps. 134 vers 3 werd
de vergadering geopend, waarna word ge-
gezongen ps. 97 vers 1 en gelezen Ephese
VI vers 1018.
I)e heer Schouten voorzitter van het kies-
krlngbestuur richtte hierna een hartelijk
welkomstwoord tot de vergadering. Hy
wees erop dat wy thans leven in een tyd
van beroering en stry<l. wy worden ge
plaatst voor de vraag in welke richting
wil men dat ons volk geregeerd zal worden.
Hy vergeleek den heer Idenburg met een
veldheer die voor den stryd ztyn stryders
komt overtuigen van de noodzakelijkheid
en hun plicht.
Toen de gryze Knijper zyn hoofd ter neer
legde was men bevreesd voor het behoud
der party, doch in de heeren Oolyn en Iden
burg heeft de Ant>revolutiojmaire partij
nog twee mannen waarop zy trotsch mag
gaan, die al bun gaven en krachten wtyden
in haar dienst. Na nog een byzonder woord
van welkom tot den heer Idenburg te heb
ben gericht, gaf hy Z.Ex het woord.
Deze begaafde spreker begon met een
beeld te schetsen van den huidigen toe
stand. We beleven een tyd van groote ver
warring op economisch gebied, om slechts
te noemen de malaise in de industrie, de
kapitaalvermindering enz.; van verwarring
op financieel gebied, het leven is duur, het
loon is verhoogd, doeh niettegenstaande
heerscht er nood op velerlei gebiedde
staatsfinanciën zyn byna over de geheele
wereld en ook hier deeriyk in de war. Zal
dit jaar het tekort op het staatsbudget 50
a 70 millioen bedragen, het volgend jaar
wordt door kenners een tekort van wel 150
millioen verwacht, daar de middelen zeer
zullen verminderen door de. verlaging der
inkomens, terwyi de belastingschroef reeds
tot het uiterste is aangedraaid. Daarom
wordt aUerwegen naar bezuiniging ge
streefd ook in ons program van actie.
Spr. wilde op de noodzakelijkheid hier
van vooral wyzen, daar andere partyen met
allerlei mooie beloften by de kiezers komen
o.a. met bet premievrye staatspensioen.
Groote verwarring heerscht er ook op
zedeiyk en geesteiyk gebied.
Gedurende den oorlog werd te veel ge
dacht aan wat moeten we eten, waarmee
zullen 'we ons kleeden. enz. en daarna en
ook nu uog wordt te veel aan het stoffeiyke
gedacht.
wy Chrlsteiyken zien dan ook de oor
zaak van al deze verwarring in de geeste-
ïyke inzinking. Men hoort zoo vaakWat
heeft het Christendom met de politiek te
maken? Het materialisme denkt aan niets
dan het stoffelyke. Spr. stelde als voorbeeld
de Heere die steeds leerde niet liet stoffe
lyke maar het geestelyke voorop te stellen.
f die niet sprak over politiek, over omver
werping van den staat. Hy leerde steeds
achter het stoffelyke het geestelyke te zien.
achter het aardsclie het eeuwige, achter het
zieniyke het onzieniyke, dat het geluk «iet
komt uit de stof maar uit den geest.
Spr. besprak hierna het standpunt der
party ten opzichte van het huwelijk, de
hoeksteen van het maatsehappeiyk leven en
in verband daarmede de positie der vrouw.
Er zyn vrouwen die bezwaar maken vam
hun stemrecht gebruik te maken wnurhy
twee redenen naar voren komen. Het eerste
bezwaar dat ze het eng vinden daar alleen
in zoo'n stemhokje te gaan als die mannen
acht hy zeer kleingeestig en hy zal daarop
niet venier ingaan, maar er zyn er die van
Godswege bezwaar maken. Er is moeilijk
een uitlegging van de Schrift daarby aan
te voeren maar het wordt alleen afgeleid
uit de positie die de vrouw eigeniyk volgens
de Schrift moet Innemen. Ook de Anti Re-
vol. partij is wel algemeen van dat gevoelen
doch waar de Heere zelf herhaaldelijk
onderscheid maakt over de toepassing Zij
ner wet als regel ofwel In bepaalde omstan
digheden en by noodzakelijkheid, daar kan
zij ook geen bezwaar meer vinden om de
vrouwen met kracht aan te sporen om aan
de stemming deel te nemen. Door thuis te
biyven krygt niet alleen onze party niet
die stemmen, doeh men sterkt daardoor de
tegenparty. Het is ons gelukt een program
op te stellen dat door onze tegenstanders
wordt benyd. Spr. noemde daaruit de be
vordering der Zondagsrust, het byzonder
onderwijs, de afschaffing der staatslotery.
de handliaving der publieke eerbaarheid.
wy kunnen by dezen verkiezingsstrijd
allen iets doen, de jonge meisjes kunnen het
werk der vrouwen even overnemen om het
haar gemakkelijk te maken ter stembus te
gaan, nok de jongens kunnen hier en daar
wel een handje helpen en ten slotte kunnen
allen helpen door gebed. Ons strtydend
volk moet een biddend volk zyn. Na nog
maals alle aanwezigen speciaal de vrouwen
krachtig te hebben aangespoord eenparig
aan de stemming deel te nemen, eindigde
deze geachtes preker zyn belangwekkende
rede die een warm en langdurig applaus
oogstte.
Na het zingen van ps. (»8 laatste vers
werd de vergadering geschorst tot 4 uur.
Tegen 4 uur liep de zaal weer eivol.
Thans besteeg Ds. Beekenkamp uit Lei
den het spreekgestoelte. Plaatsgebrek belet
ons deze zeer interessante rede uitvoerig
weer te geven, wy zullen ons beperken tot
eenige der voornaamste grepen daaruit.
Spreker i>esprak op de eerste plaats het
beginsel der party, daarna de coalitie en
gaf vervolgens aan welk standpunt wy bob
ben in te nemen.
Z.Eerw. besprak speciaal nog de door an
dere partyen naar voren gebraohte leuze
van „Moederschapszorg" hetgeen niets an
ders beteekent dan verbreking der banden
door God gelegd. Iiy bedoelde hiermee nog
niet de uiterste elementen der linkerzyde
en hunne ideeën daaromtrent zyn genoeg
bekend, doch hy wees in dat verband op den
Vrijheidsbond; In een strooibiljet van deze
party dat Spr. dezer dagen onder het oog
kreeg stond o.a. dit korte veeLbeteekenend
zinnetje: „Vrouwen duldt geen huwelijks
wet die vernederend Ls voor U". Het tegen
woordige huwelijk moet dus weg. De twee
andere schoone leuzen deV linkerzyde zyn
„socialisatie" en „ontwapening", doch gaat
men naar landen waar de socialisten aan
het bewind zyn clan ziet men dat men daar
niet denkt aan „socialisatie" die zeker op
een fiasco uitloopt en in België waar een
linksche regeering is. /.yn evenveel serge
anten in bet. leger als hier het heele leger
sterk is. Is het leger al uiet noodlg om naar
het buitenland op te trekken, het kan voor
de verdediging noodig zyn of voor handha
ving van het gezag als Toelstra zich weer
eens vergist. Evenals in de steden overal
bordjes zyn aangebracht waarop staat
„rechts houden" teneinde ongelukken te
voorkomen zoo ook moeten wy l>y de stem
ming rechts houden om onheilen te voor
komen.
Ten slotte gaf spreker aan welke plaats
wy by rechts moeten innemen. Hy splitste
de protestsntschen in vier groepen n.l. de
Gereformeerde Staatsparty van (Ds. Ker-
9ten) de Ned. Hervormden of gereformeer
den (van Ds. Gravemeyer of de heer Hegeu
uit Amsterdam) de Christelijk Histori-
schen eu de Anti-Revolutionairen.
Na op de gebreken en tekortkomingen
van ieder der drie eerste partyen te hebben
gewezen hetgeen vaak met geestige zetteu
gepaard ging kwam liy tenslotte tot de con
clusie dat wij ons moesten scharen by de
laatste, de A. R. Party, waar ook zeker wel
gebreken kunnen zyn, doch waar men z.e
erkennen en verbeteren wil. Spreker sloot
zyn rede met 't uitspreken van den wonsch
dat. deze kleine party nog groote daden zou
mogen stellen.
Evenals den vorigen spreker viel ook
hem een langdurig applaus ten deel.
Nadat de lieer Schouten namens alle aan
wezigen de sprekers had dank gezegd en
zyn vertrouwen had uitgesproken dat de
aanwezigen zijn woorden zouden ter harte
nemen en by de a.s. verkiezingen zouden
„rechte houden" werd deze landdag met ge
bed gesloten.
den: het eenigst wat men doen kan is deze
met moed bezield te aanvaardenIk
heb u een ontzagiyken dienst bewezen. Ik heb
u voor de oneer behoed, die een onwaardige
echtverbintenis over n zou gebracht heb
ben! Red gy nu myne dochter!... Ik bied
u het geluk
„En zoo ik niet kan?"
De trekken van den vaLschen Paul Har-
mant trokken krampachtig te zamen. Zyn
gelaat nam een woeste uitdrukking aan.
„Waarom zoudt gy dat uiet kunnen?"
riep hy uit „Zoo gy weigert, zal Mary, het
lieve kind, dat u zoozeer bemint, dat u aan
bidt, het met den dood bekoopen!... Neen,
neen. gy zult niet weigerenvoegde hy er
by, zyne smeekende handen tot Lucien uit
strekkend. „Dat zou eene misdaad zynGy
zoudt u steeds van Mary's dood beschuldi
gen Zoo even ben ik misschien wreed ge
weest, toen ik uw levensdroom vernietigde,
uw hart verscheurde door den afgrond te
wyzen, waarin gy op het. punt stond u. zon
der het te weten, neder te werpenDoch,
dat kunt gy my niet euvel duiden. Ik heb
gehandeld als de heelmeester, die het yzer
en het vuur in 't diepste der wonde brengt
om deze zeker te genezen... Gy zyt my er
kentelijkheid schuldig."
„En die erkenteiykheid ontbreekt my
uiet, mynheer; myn grievend leed maakt
my niet onrechtvaardig't Is waar, er
lag een afgrond voor my open en gy hebt
my dien getoond. Ik dank u."
Tevens reikte de jongeman de hand aan
den ellendeling, die deze aannam en in de
zyne drukte, terwijl een triomfanteiyke uit
drukking op zyn gelaat schitterde. Hy
achtte de zaak reeds gewonnen.
Lucien ging voort
„Doch gy moet het begrypen, de wonde
is te diep geslagen om deze onmiddeliyk te
kunnen heelen. Lang nog zal zy bloeden-,
wees daarvan verzekerd. Door alle midde
len welke in myn macht zyn zal ik u de
erkentelijkheid toonen, welke ik u ver
schuldigd ben; maar ik ben niet in staat
leugentaal te spreken, myn gelaat in eene
valsche plooi te zetten en de nitdmkking
myuer stem te veranderen. Verzoek dan
mejuffrouw Mary my het niet euvel te dui
den zoo ik gedurende eenigen tyd geen ge
bruik maak van de uitnoodiging welke zy
wel tot my heeft willen richten. Wat zou
het baten haar eeu somber gelaat te toonen.?
Dit zou slechts een middel zy» om haar
leed nog te verhoogen. Ik wil my slechts
met lachende lippen voor haar vertoonen.
indien althans nog ooit een glimlachje daar
op spelen' kan... Dus moeten wy wachten."
„Doch juist deze overgangen tusschen
hoop en ontgoocheling dooden myn arm
kind. Het voortdurend wachten breekt haar
het hartmompelde de millionair.
Lucien raapte op den vloer het proces
verbaal op, dat hij een oogenblik te voren
had laten vallen en gaf hot aan Paul Har-
mant terug.
„Toon haar dit mynheer," zeide hij. „Me
juffrouw Mary zal begrypen, dat ik de
dochter van de moordenaarster myns va
ders niet huwen kan."
Deze woorden kouden in Lucien's bedoe
ling natuurlijk op niemand anders betrek
king hebben dan op Jeanne Fortier's doch
ter, doch de dubbele zin klonk verschrikke-
ïyk in de ooren van den waren moordenaar,
die onwillekeurig huiverde eu het hoofd
boog.
„Dan kunnen," vroeg hij na enkele «ogen
blikken, op bevonden toon, „al myne rede
neeringen al myne smeekingen niets aan
uw besluit veranderen om het geluk tnyner
dochter te verhaasten?"
,,'t Zou my onmogelijk zyn anders te han
delen," antwoordde Lucien. „Ik bid u, dring
niet verder aan.:.... Ik heb eenige dagen
noodig om my te herstellen en na te den
ken."
„Eenige dagenherhaalde de millionair.
„Welnu het zy aoo! Maar dat moet gy aan
Mary zeggen en niet aan my. Myne dochter
zou weigeren my te gelooven."
„Welnu, mynheer, ik zal het haar mede-
deelen," hernam Lucien plotseling.
„Wanneer?"
„Van avond nog. Ik zal met u medegaan
naar de Murillostraat en het genoegen ver
schaffen van een onderhoud met juffrouw
Mary."
„Ik dank u, myn vriend," zeide de mil
lionair. en stel alle hoop op u."
„Wilt gy my veroorloven dit proces ver
haal vier en twintig uren te bewaren?" zoo
vroeg Lucien.
„Gy kunt er over beschikken. Bewaar het
zoolang gy wilt."
„Ik wenschte vandaag wel vry te zijn."
„Gy zyt vry myn vriend."
„Om half zeven precies zal ik by u zijn."
„En met ons dineeren niet waar?"
„Die eer zal ik hebben."
„Uitstekend myn vriend. Ik zal u wach
ten, of heter gezegd, wy zullen u wachten."
Lucien vertrok met een benepen hart.
Hy beschouwde den toestand van alle
zijden.
„Thans is de zaak duidelijk." zei(le hy.
„Paul Harmnnt heeft my tegengehouden op
den rand van den afgrond. Lucia is wel de
dochter van Jeanne Fortier, die vrouw ver
oordeeld wegens moord op myn vader ge
pleegd. Ik hen wel is waar niet overtuigd
van Jeanne Fortier's scttufd, maar Paul
Harmsnt heeft gelyk, er zyn bewijzen van
(le misdaad, maar geen bewyzeu zyn er van
hare onschuld. Zoo ik niettegenstaande dit
alles toch Lucia huwde, zou ik in het oog
der wereld eene schandelijke zaak begaan.
En Paul Ilarmant zou niet nalaten de zaak
wereldkundig te maken. Iedereen zou my
minachten. Lucia is onschuldig, het arme
kind. doch zy draagt een gevloekten naam,
een naam met het bloed myns vaders be
vlekt. Onze echtverbintenis, die zich zoo
rooskleurig liet aanzien, is onmogelijk ge
worden. Zy zal niet gesloten worden. O,
arme, arme Lucia! Ik zal uw hart breken
en tevens het myne. Vaarwel, schoone hoop!
Vaarwel, toekomst! Vaarwel al myn geluk!
Lucien streed niet lauger tegen de droef
heid die hem verpletterde.
Toen hy te Partys op de Place de l'Etoile
was aangekomen, nam hy een rytuig naai
de Bourbonkade.
Lucia's vensters waren gesloten.
Tegenover de woning, waar hy het meis
je voor 't eerst ontmoet had, waar hy haar
had leeren kennen en beminnen en zulke
schoone droomen gekoesterd had, werd hy
door eene hevige ontroering overmeesterd.
Tranen rolden over zyne wangen.
Met eene bevende hand veegde hy de tra
nen weg en trad de poort binnen.
De deur stond open.
„O, mynheer Lucienriep de portierster
uit. „Dat treft gy slecht."
„Waarom?"
„Juffrouw Lucia is zooeven uitgegaan."
„Zoo!" antwoordde Lucien. „Zal zy lang
wegbiyven?"
„Dat heeft zy niet gezegd."
En mama Lison, is die «iel hier?"
„Neen mynheer, mania Lisoii is heden
morgen niet komen onthyten. zy schijnt het
zeer druk te hebben."
Lucien groette.
„Wilt gij hier «iet op Lucia wachten.?"
„Neen, ik ben zeer gepresseerd."
„Wat zal Ik aan Lucia zeggen?"
„Dat ik hier geweest hen. anders niets."
De jongeman vertrok.
De portierster zag hem met een zonder
lingen blik na en dacht:
„Wat ziet hy er aardig uit vandaag! Vroe
ger was- hy steeds zoo lief! Maar hy is op
weg om fortuin te maken, een groot man te
worden en dat verandert spoedig een per
soon."
Na deze philosofische beschouwing trad
de vrouw hare woning binnen.
ACHT EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Lucien was weer ingestapt.
Hy liet zich naar mama Lison in de
I >auphinestraa t brengen.
By de deur ontmoette hy de vrouw in
gesprek met een dor klanten van den win
kel.
De brooddrnngster had een droevig voor
gevoel zoodra zy hem ontwaarde.
„Gij hier. mynlieer Lucien?" zeide zy.
„Zyt gy gekomen om my te spreken?"
„Ja mama. Ik kom van de Bourbon kade."
„Hebt gy juffrouw Lucia gezien»?"
„zy was afwezig."
„Iladt gy haar iets mede te deelen?"
„Ja. maar nu zal ik het aan u zeggen."
„Aan my?" vroeg de hrooddraagster ver
wonderd.
„Ja. Is uw werk geëindigd? Hebt gy een
uurtje vry?"
„Zeker, mynheer Lucien," antwoordde de
weduwe van Pierre Fortier, wier onrust
grooter werd. „Ik ben vi-y. Willen wy naar
de Bourbonkade gaan?"
De jongeman schudde het hoofd.
„Neen," zeide hy. „Ga liever met my
mede."
„Maar wat is er toch? Gy zyt geheel ont
steld."
„Wat er is? Weldra zult gy het weten.
Laat ons instappen."
(Wordt vervolgd).