Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville.
Gemeenteraad.
i li Si U t i li li 1 II1
EERSTE BLAD.
FEUILLETO
„N00&D-BRABAND"
NUMMER 54
WOENSDAG 5 JULI 1922.
45e JAARGANG.
Uitgave:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
2)it nummer bestaat uitTwee
Bladen.
van „De Echo van het Zuiden
126)
jr^WA A LWtrK.
ERVARING STERK.
e
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG-
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco, per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukkeu, gelden, enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclamed 40 cent per regel.
BJJ contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
zijn.
WAALM IJK.
Openbare vergadering van den raad dezer
gemeente op Zaterdag 1 Juli des middags
om kwart voor vier uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Th. de Sur-
mont de Ras Sraeele.
Ongeveer 4 uur opent de Voorzitter de
vergadering; afwezig' zyn de heeren Jac.
Gragtmans, Roggeveen en Groenen.
De notulen der vorige vergadering wor
den na voorlezing onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld.
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
De Voorzitter doet inededeeling dat van
de heeren Gragtmans, Roggeveen en Groe
nen bericht van verhindering is ingekomen.
2. Vaststelling verordening regelende de
openstelling van het Bureau van den Bur-
geiyken Stand.
Voorzitter. Deze is geheel dezelfde rege
ling als vroeger.
Van der Geld. Ik meen er een leemte in
te hebben ontdekt. Ik heb daarin lil. gemist
dat Zaterdagmiddag de Secretarie is ge
sloten en lat. zal toch wel de bedoeling zyn.
Voorzitter. Dat is zoo. Wy zullen dit er
«isnog r..ssélie)i\'>egcu.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daar
na de verordening vastgesteld.
3. Vaststelling verordening regelen de
verdeeling 'der werkzaamheden tusschen de
ambtenaren van den Burgerlijken Stand.
Voorzitter. Ook deze is geheel hetzelfde
gebleven als vroeger.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
ontwerp, zooals dat door lïurg. en Weth.
is aangeboden vastgesteld.
4. Vaststelling verordening op de heffing
en een op de invordering van leges ter Se
cretarie en van rechten wegens verrichtin
gen van den Ambtenaar van den Burg.
Stand.
Voorzitter. De verordening is dezelfde als
vroeger. Alleen moet voortaan ook betaald
worden als in verband met de politie-veror-
dening de burgemeester iets moet afgeven.
In Besoijen en Baardwijk heeft men dat
„Een oógenblikIk moet eerst den pa
troon waarschuwen," zij ging den winkel
binnen.
Na een oogenblik kwam zy terug, en
stapte met Lucien in het rytnig.
De jonkman riep de koetsier zijn adres
toe.
Het rytuig rolde voort.
Jeanne wilde Lucia's verloofde een vraag
doen, doch Lucien was haar voor.
..Niet hier mama Lison," zeide hij. „Wat
ik u heb mede te deeleu is van byzonder ge
wicht. Laat ons wachten, tot dat wij bij mij
zyn."-
Jeanne Fortier wier onrust in angst ver
anderde, drong niet verder aan, maar gaf
zich zonder nog een woord te spreken geheel
aan hare gedachten over.
Naar aanleiding van hetgeen er was voor
gevallen tusschen juffrouw Harmant en 't
jonge meisje, dacht zij wel dat er sprake
zou zijn van Lucia. Zy hield zich daarvan
geheel overtuigd. Maar wat zou 't toch wel
zyn, dat Lucien haar mede te deelen had.
Zij kon 'het niet vermoeden. De goede
vrouw was vol vrees en angst.
Eindelijk stond het rytuig stil.
De jonkman stapte uit en Jeanne volgde
hem. Weldra waren zy te zaam in het zeer
eenvoudig vertrek van Jules Labroue's zoon
in de Miromesnilstraat.
Lucien liet zich op een stoel nedervallen
en zyn lang ingehouden tranen vloeiden
overvloedig.
Jeanne beefde.
„Mynheer Lucien," -riep zy uit, „dat zfln
vroeger ook al moeten doeu.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de
verordening vastgesteld zooals deze door B.
en W. is aangeboden.
4. Vaststelling verordening op de hef-
fiug en een op de invordering eener belas
ting op tooneelvertooningen en andere ver
makelijkheden. r
In hun praeadvies wyzen Burg. en Weth.
er op. dat in de nieuwe verordening is ver
vallen, de bepaling, dat de belasting alleen
wordt geheven voor openbare vermakelijk
heden. liet is Burg. en Weth. gebleken dat
deze beperking de deur openzet voor mis
bruiken. Vele vermakelijkheden, die feite
lijk openbaar zyn, doch die de uiterlijke
kenmerken dragen van een z.g. „besloten
party", vallen daardoor buiten bereik der
belasting, wat geenszins de bedoeling mag
zijn. Het misbruik dat ontstaan is, vooral
voor dansgelegenheden, waar tot ontdui
king der belasting z.g. vereenigingen wor
den gevormd die dan niet openbare dans
partijen geven, wordt door de nieuwe ver
ordening tegengegaan.
In bet. 2e lid van art. 4 van de heffings-
verordening wordt thans voor het heffen
van belasting onderscheid gemaakt tus
schen bals en dauspnrtyen eenerzyds en
danscursussen c-n danslessen anderzyds.
Vervolgens wyst de Voorzitter er op dat
liet wellicht een goede maatregel zal blijken
te zijn om het al te veelvuldig dansen tegen
te gaan.
II y vóór zich ziet in het dansen niet zoo
veel kwaads maar hel wordt een ziekelijke
uitwas dat veelvuldig dansen. Met de groot
ste hitte staan veel jonge menschen nog te
dansen. Als men hen werkzaamheden op
zou dragen wat inspanning betreft gelijk
staande met het dansen, zou men liet 011-
menschelijk vinden, nu ze het zich zelf aan
doen. nu geeft dat niets. Spr. ziet in liet
veelvuldig eu maar aldoor dansen geen op
voedende kracht zitten voor de jeugd.
De heer van Driel informeert of ook uit
voeringen gehouden in een kergebouw, on
der deze wet valt.
Voorzitter. Als ze gelden als een verma-
kelyklieid wel. Er komt een artikel in liet
ontwerp voor dat zegt welke uitvoeringen
zyn vry gesteld.
IOp verzoek van den Voorzitter wordt 't
betreffende artikel door den Secretaris
voorgelezen.
tranen die duidelyker spreken dan alle
woorden. Lucia is iu het spel, niet waar?
Gy liebt my van haar willen spreken?"
„Ja", antwoordde de jonkman.
„O. van morgen reeds, na liet bezoek van
mejuffrouw Harmant, vermoedde ik een on
geluk."
Jules Labroue's zoon staarde Jeanne met
verbaasde oogen 'aan.
„Mejuffrouw Harmant?" vroeg liij.
„Weet gy niet, dat juffrouw Harmant
hedenmorgen by Lucia is geweest?" vroeg
madame Lison.
„Neen, dat; weet ik niet.".
„Weet gy dan ook niet, dat juffrouw -^lary
u bemint?"
„Dat weet ik! OngelukkiglykEn reeds
al te lang weet ik dat!... Maar wat voerde
haar toch naar de Bourbonkade?"
„Zy is jaloersch om er krankzinnig van
te wordenZij heeft Lucia een som van
300.000 franken aangeboden, en meer nog,
zoo zy er toe wilde besluiten u vaarwel te
zeggen, u te vergeten en Parys en Franjv-
ryk te verlaten."
„Heeft zy dat gedaan?" mompelde Lucien,
hoogst verbaasd. „Heeft zy een dergelijke
koop aan Lucia durven voorstellen?"
„Ja, zy heeft verzocht, gesmeekt!Zy
is op de knieën neergevallen voor haar, die
gy bemint; heeft haar medelyden. afgebe
den, het meisje verzocht haar liet leven te
schenken, er bijvoegende, dat, zoo gy haar
niet wildet beminnen, zy 't met den dood
bekoopën zouLucia geraakte vol ver
ontwaardiging Is dat niet natuurlijk?
zyt gy niet haar geluk, haar leven? Zoo 't
arme kind er aan denken kou, dat gy u van
haar zoudt willen verwijderen, dan zou zy
hare wanhoop niet overleven."
Toen Lucien de brooddraagster zoo hoorde
spreken, vroeg zy zich af, of hy wel den
moecl zou hebben haar liet vreeselijk ge
heim mede te deelen?
Gedurende enkele oogenblikken heerschte
er stilte.
„Daarna," hernam Jeanne, „begon juf
frouw Harmant, toen zy niet verkrygen
kon, wat zy verlangde, de arme Lucia te
bedreigen. Zy zou zich wreken
„Zy is reeds maar al te zeer gewroken
dacht Lucien.
„Wat dunkt u van deze handelwyze?"
De Voorzitter merkt dan op dat de dooi
den heer van Driel bedoelde uitvoeringen
niet onder kerkelijke of Godsdienstige uit
voeringen kunnen worden beschouwd wes
halve ze belasting moeten betalen.
De lieer van Driel merkt op dat ook wel
eens uitvoeringen waarvan de baten strek
ken voor een liefdadig doel. worden gege
ven.
De Voorzitter zegt dat aan Burg. en W.
is opgedragen dit te onderzooken en deze
zullen dat met gestrengheid doen want dik
wijls wordt het gezegd dar het voor een
V
liefdadig doel- is terwijl meermalen is
voorgekomen dat do gelden niet of byna
niet ten goede kwamen aan het beoogde
doel.
De heer Ooniens wyst er op dat ze in
oud-Baardwijk erg klagen over deze hooge
belasting. Niemand zal nu laten dansen
want nooit zyn ze daar gewoon geweest
zoo'n hooge belasting daarvoor te betalen.
Nu zal men zeggen dat dit niet zoo erg is,
maar ik zeg dat het jammer is, want voor
hier is liet een lieel ander geval.
De heer Klyberg wil deze verordening
hoog houden. De belasting geeft een aardi-
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERINf OP HET LEVEN
mi-fciinrr j »nn iinmvtniiii ur net llycb
ge recette, trots den slechten tyd. Boven
dien is liet een vrywillige betaling.
De lieer Ooniens wil daar niets- van zeg
gen voor wat borreft de niensclien die hier
geregeld van 't dansen gebruik maken. Die
belmoren tot een anderen stand en hier is
liet nltyd wet geweest eu in oud-Baardwyk
niet. Hy noemt het treurig dat de menschen
zoo moeten genomen worden.
Voorzitter. Het is toch een gemeente.
Ooniens. Dat weet ik wel, maar je moet
niet uit liet oog verliezen dat het hier ker
mis is en daar niet.
Voorzitter. Er is toch geen afscheiding te
inuken.
Ooniens. Dan moet nten de kermis zoo
plaatsen dat overal wat staat en niet alleen
alles in liet hartje van Waalwijk zetten,
iedereen moet kunnen profiteeren, daar
moet men hier wat rekening mee houden,
dat dunkt my tenminste.
Voorzitter. Het kan waar zyn wat u zegt
maar ik als buitenstaander voel dat abso
luut niet. Maar wat is nu feitelijk de con
clusie van uw lietoog.
Ooniens. Ik heb er alleen eens op willen
wyzen dat zo in oud-Baardwijk er aanmer
king op maken en daarom zou ik willen
hebben dat ze bij ons iets minder moeten
betalen dan hier. want wie in het hartje zit
profiteert toch al tyd liet meeste.
My dunkt dat er wel roden voor zijn om
daar de belasting wat minder hoog te hef
fen.
Voorzitter. Ik geloof dat u van de ince-
iiing is dat de kasteleins de belasting moe
ten lietalen doch dat is niet zoo. ze doet er'
niemand schade mee. Alleen zy die dansen
of de concerten bezoeken, betalen.
l)e heer Van Driel informeert of de con
trole goed is te houden waarop de Voorzit
ter eene uiteenzetting geeft hoe dat alles
is geregeld.
De kaarten zijn voortaan uitsluitend
tegen kostenden prys verkrijgbaar op de
Secretarie.
Voorzitter. Wil u, mynheer Ooniens er
een voorstel van maken. Twee leden moeten
het steunen om liet in omvraag te brengen.
Ooniens. Ik heb myn belangen er over
gezegd. Een voorstel maak ik er niet van. t
Nadat enkele leden nog eenige vragen
van minder belang hebben gesteld, welke
door den Voorzitter werden beantwoord,
werd het voorstel van Burg. en Weth. zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Verleening van een erediet aan Burg.
en Wetli. voor de uitvoering van een wacht
geld- en steunregeling.
In hun preadvies zeggen Burg. en Weth.
o.ui.Door de plaatselijke vereeniging 'van
schoen en lederfabrikanten wordt de
goedkeuring gevraagd op eene wachtgeld
regeling en een bydrage tot 1 J'A in de kos
ten daarvan. Zoonis U bekend, werd in
1920 een dergelijke regeling getroffen. Het
thans aangeboden ontwerp stemt in hoofd
zaak daarmee overeen. De thans in do re
geling opgenomen loontabelleii zyn die van
liet collectief arbeidscontract voor de
schoenindustrie en van de in de lederindus
trie algemeen geldende loontnrieven.
Het is natuurlijk niet mogelijk een ra
ming te maken van de vermoedelijke kos
ten aan deze regeling verbonden. Die der
vorige regeling, die geloopen heeft van 1
Januari 1921 tot 20 Februari 1921 heeft
onze gemeente (in zyn ouden vorm) gekost
3.344.561.
Door den Bond van Schoenfabrikanten is
gevraagd een Ryksbydrage van 50% in de
kosten dor wachtgeldregeling; mocht,deze
worden verkregen, dan zou de resteerende
50% kunnen worden verdeeld om de helft
over de werkgevers en de gemeente. Om
echter de inwerkingstelling der regéling
niet te vertragen wordt voorgesteld voor-
looplg, in afwachting op de beslissing op
bovenbedoeld verzoek, 1/3 by te dragen.
Uit.keering krachtens deze regeling is al
leen mogelijk wanneer de betrokken werk
gever bydrage in de regeling heeft toege
zegd.
Voor de werkloozen, wier werkgever niet
hydraagt zal op andere wyze moeten wor
den voorzien in de flnancieele gevolgen der
werkeloosheid. De georgauiseerden kunnen
aanspraak maken op eene uitkeeriug uit de
werkloozen kassen. Voor de ongeorganiseer
den, de georgauiseerden, die nog geen recht
op uitkeering uit de kassen hebben en voor
de georgauiseerden. die zoogenaamd uitge
trokken of dubbel uitgetrokken zy». is door
liet Dppartement van Binnenlandsche Za
ken een steunregeling ontworpen.
In afwachting van Uwe beslissing om
trent liet beschikbaar stellen van een ere
diet. hebben door ons reeds eenige uitkee-
ringen op basis van de Ministerieele rege
ling plaats gehad.
vroeg Jeanne Fortier.
„My dunkt (lat jaloerschheid een slechte
raadgeefster is. doch dat men veel moet
vergeven aan hen, die door eene koorts
achtige liefde verteerd worden."
Dit antwoord verbaasde Jeanne in den
hoogste» graad.
„Dan keurt gij juffrouw Harmant's wyze
van handelen niet hoogstens af?" riep zij
uit.
„Zeker laak ik de juffrouw, doch tevens
acht ik haar zeer te beklagen."
„Is Lucia ook niet te beklagen, meer nog
dan juffrouw Harmant? Heeft deze haar
hart niet wreed gepynigd en hare ziel met
jaloerschheid, argwaan en angst vervuld?
O, zoo gy haar gezien hadt, toen ik haar
ontmoette, bittere tranen, stortend en ge
heel verward van hoofd, dan zoudt gy be
grepen hebben, dat zy zwaar, zeer zwaar
lydt
..Ik beklaag haar uit den-grond myner ziel.
mama Lison
„OEn niets anders?Vindt gy de
handelwyze van die dochter des millionairs
niet .aller onwaardigst? Die juffrouw denkt,*
dat liet hart verkocht en de liefde gekocht
kan wordenMijnheer Lucien uwe koel
heid boezemt my angst in! Ik ben vol vrees
ii in enkele oogenblikken te hooren zeggen,
dat gij Lucia niet meer bemint, dat die lie
den ginds u van eene echtverbintenis, van
de (fortuin gesproken hebben, dat hunne
millioenen u dronken inaken en u het onge
lukkige kind doen vergeten, dat slechts
voor u leeft!"
„En zoo dat eens waar was?" vroeg Lu
cien op bevenden toon.
De hrooddraagster zag er uit als een iyk.
„En zoo ik Lucia nimmer kan wederzien?"
ging de jonkman voort.
„O, gij spreekt niet ernstig!Haar
nimmer wederzienDat zou afschuwelijk
zynDenk er aan, dat Lucia u aanbidtZij
zou er van stervenNeen, duizendmaal
n^enGy zult haar uier. verlaten
„En zoo de eer my gebiedt dit te doeu?"
„De eer oestaat daarin, dat men zyn
woord gestand doet! Gy hebt gezworen Lu
cia te huwen
„Eu indien er op dit oogenblik tussehen
ons beiden een onoverkomelijke hinderpaal
bestaat?"
„Dat kan niet zynWat gisteren moge-
lyk was, is liet lieden ook nog! Wordt gy
door de fortuin van den heer Harmant zoo
zeer op het dwaalspoor gebracht, dat gy er
het hoofd bij verliest?"
„My zijn openbaringen gedaan, die my
myn plicht hebben aangewezen."
„Beleedigt gij thans Lucia door haar te
verdenken?"
„Haar verdenkenGod beware my
„Enfin, wat heeft men u van haar gezegd?
Door welke hatelijke lastertaal hebben die
hoosaardige lieden den hinderpaal waarvan
ge spreekt, tusschen u en haar geplaatst?
Wat heeft Paul Harmant en zyne dochter
uitgedacht? Durft gy mij hunne schande
lijke leugens herhalen?"
„Zy hebben ni,ets uitgedacht, geen leugen
taal verzonnenIk verzeker u, dat de
hinderpaal onoverkomhaar is. Tusschen Lu
cia en my vloeit een wreed gestort bloed."
„Bloed!" herhaaldp Jeanne Fortier, niet
in staat een woord meer te uiten.
„Ja. ik bemin Lucia nog even zeer als
vroeger meer nog misschien... Door myn
scheiden onderga ik niemauds invloed, aan
geen gevoel van hoogmoed geef ik toe, aan
geen verlangen naar de fortuin. Ik luistei
alleen naar de stem der eer... En, helaas,
die stem verbiedt my Lucia te huwen
„Maar waarom dan toch, waarom?'
„Omdat ik myn naam niet verleenen kan
aan de dochter van de moordenares myns
vaders."
Bij 't liooren dezer woorden stiet Jeanne
een angstige» gil'uit.
Tn eene plotselinge beweging drukte zy
beide banden op liet hart, alsof zy vreesde
dat het breken zou.
De ongelukkige wankelde op liare heenen.
Lucien staarde tiaar verwonderd aan ta
begreep niets van den verpletterenden in
druk. dien zyne laatste woorden op haar
hadden gemaakt.
Na enkele oogenblikken scheen de brood-
draagster tot bedaren te komen.
„Wat hebt gy zooeven gezegd?" vroeg zy
op nauwelijks verstaanbaren toon. „Wel
licht heb ik uwe woorden slecht verstaan...
beweert gy dat Lucia (le dochter is der
vrouw, die vroeger veroordeeld werd, be
schuldigd uw vader vermoord te hebben?"
„Jeanne Fortier's dochter, ja".
„De dochter van Jeanne Fortier!" riep
de ontsnapte van Olermont uit. Hare doch
ter, zy Lucia, liare dochter!"
't Scheen dat Jeanne met waanzin ge
slagen was.
Haar geheim stond op 't punt haar te
ontsnappen.
„Myne dochterwilde zy uitroepen.
Doch spoedig genoeg kwam zy weer in
zoover tot bezinning, dat zij niet 't geheim
liaars levens aan Jules Labroue's zoon open
baarde.
„Maar wat was er dan toch, Mama Lison?
Wat schort u?" vroeg Lucien. hoogst ver
baasd over deze lievige ontroering, niet
tegenstaande hy zeer goed de groote vriend
schap kende, die er tusschen de goede vrouw
en Lucia bestond.
„Wat er is?" hernam Jeanne aarzelend,
trachtend thans zoo bedaard mogelijk te
bi y ven, om zich niet te verraden. „Er is
niets... Doch het nieuws, dat gij my zoo-
even hebt medegedeeld, heeft mfl zoo ver
baasd. dat ik er het hoofd by meende te
verliezen. Nu nog ben ik haast niet. Ln staat
te gelooven wat ik gehoord heb. Lucia, is
Jeanne Fortier's dochter! Is 't mogelijk?,..
Hoe weet gy dat? Hebt gy er eenig bewys
van?"
„Het onbetwistbaar bewys."
,:Thans hij u?"
„Ja."
..En toont gy mij dat niet?"
„Ziedaar."
Lucien reikte Jeanne het proces-verba al
over, dat wy kennen, wy weten, dat hy 't
opaettelijk had medegenomen.
Jeanne rukte liet hem hyna uit. de hand.
NEGEN EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Op dat oogenblik nam liet gelaat der
hrooddraagster eene 1 onlleschryfelLjke uitf
drukking aan.
„Myne dochter!... zy is myne dochter!"
klonk het dan in haar binnenste. „Een innig
voorgevoel had my dat reeds lang gezegd.
Ziedaar dan waarom ik haar beminde, ge
reed myn bloed voor haar te vergieten!...
En ik mag niets zeggen, niets doen. Ik moet
zwygen. en ben niet in staat haar te red
den
(Wordt vervolgd).