De Portierster
van Alfortville.
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad.
FEUILLETON
NUMMER 56. ZATERDAG 8 JULI 1922. 45e Jaargang
ouders. Deze verklaarden zich wel be
reid om de kinderen in Werkendam in
de kost te doen, hetgeen f 4 per kind
en per week zou kosten. Zi] vroegen of
de gemeente f3 per kind wou geven.
Spr. heeft toen gezegd dat hij dit voor
stel niet kon overnemen. Hij stelde voor
dat de gemeente en de ouders ieder de
helft zouden betalen, de ouders mochten
toch ook wel iets doen, zij zijn nu toch
ook de kinderen uit den kost kwijt
en ook de gemeente handelt daardoor
zeer tegemoetkomend.
Deze regeling zou dan algemeen gel
dend worden dus ook voor anderen
die nog mochten komen. Het wordt wel
een onhoudbare toestand, doch er is
niets aan te doen. Men zou hier wel
kleingeestigheid kunnen toepassen, doch
daarmee zou men al niet voordeeliger
uit zijn. Trouwens de menschen kunnen
er aanspraak op maken.
Besloten wordt de vergoeding aldus
te regelen.
De voorzitter deelt nog mede, dat
hem door Teunissen is gevraagd of
hij van de gemeente niet een stuk grond
kon koopen Spr. heeft dit eens nage
gaan doch hij acht het niet gewenscht
om hem zooveel te verkoopen als hij
vraagt, daar hij van dat terrein, dat
uitsluitend was bestemd voor woning
bouw, gaarne het overige disponibel
wil houden voor het geval dat er weer
aanvragen om bouwterrein mochten
noodzakelijk vooral dat stuk voorbij v.
Daal naar de Baan.
De voorzitter zegt toe hiervan nota
te zullen nemen.
De heer v. d. Koppel heeft nog een
opmerking betreffende de baggerij van
„de Dusse". Hij weet niet wat in het
bestek staat, ook niet wie daar het op
zicht over heeft, doch het is hem op
gevallen dat vanaf den dijk tusschen
het voorste en achterste hoekje en vanaf
•het kasteel tot aan den molen van de
Graaf, slechts hier en daar een stuk is
uitgebaggerd. Hij vraagt waarvoor er
die dammen nog blijven inzitten.
De Voorzitter zegt dat ze daar nog
aan het werk zijn en zoolang de termijn
nog niet verstreken is, kan men er niets
van zeggen.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 30 Juni, des
voormiddags ten half elf uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Van
Bokhoven.
Ongeveer elf uur opent de Voorzitter
de vergadering; aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged Staten houden-
CENT PER POND
VflEDZAAM HEERLÜK VQQRQEELIG
binnenkomen.
Hij zou hem slechts 4 meter willen
geven, hetgeen voor hem ook wel vol
doende is.
Middelkoop. Ik zou het in het'.finan-
tieel belang der gemeente achten om
den grond zooveel mogelijk te[verkoopen
Voorzitter. We hadden hefuitsluitend
bestemd voor bouwterrein.
v. d. Koppel. De menschen hebben
al*zoolang gelegenheid gehad om aan
vragen voor bouwterrein in te zenden,
maar er schijnt weinig behoefte te zijn.
Misschien worden we het nooit meer
kwijt en daarom acht ik het ook in het
belang van de gemeente als er zooveel
mogelijk wordt verkocht tegen een goe
den prijszeker als er toch altijd nog
genoeg voor eventueele aanvragen over
blijft.
Besloten wordt, om, als de aanvrager
soms meer wil koopen hem zulks ook
toe te wijzen.
De heer van der Steen merkt nog op
dat indertijd aan den heer v. d. Pluijm
ook een stuk grond is toegewezen om
daarop een woning te bouwen, doch
daar staat nog steeds geen huis, wel
mangelwortelen.
De heer L v. d. Pluijm zegt dat er
op gebouwd wordt, waarop de voor
zitter hem herinnert aan den gestelden
termijn tot 31 December.
Middelkoop. Het was gewenscht dat
het riviertje „de Dusse" eens werd op
gehaald 't Is een klein werk en 't is wel
i de mededeeling dat de goedkeuringjvan
het raadsbesluit |tot opheffing van de
openbare lagere school in Haarsteeg is
verdaagd.
b. Jaarverslag van^de'Hanze.
Daaruit blijkt dat vele leerlingen aan
den curèus in het boekhouden hebben
deelgenomen, zoodat het als^maximum
vastgestelde subsidie, zijnde f 100, moet
worden uitgekeerd.
De Voorzitter merkt op dat dit voor
1921 is en dat volgens een genomen
raadsbesluit over 1922 geen subsidie
wordt verleend.
2. Aanbieding gemeente-verslag 1921.
Wordt voor de leden ter inzage
nedergelegd.
3. Vaststelling verordening tegen het
vloeken.
De Voorzitter zegt dat deze verorde
ning is overgenomen van de gemeente
Vlijmen. Hij wijst er op dat dergelijke
verordeningen in vele omliggende plaat
sen worden in het leven geroepen.
De heer Van Vrede meent dat tegen
het vaststellen van een dergelijke ver
ordening absoluut geen bezwaar kan
bestaan.
De heer Achten kan zich daar ook
mee vereenigen en hoopt dat de hand
er aan zal worden gehouden. Als
kastelein weet hij dat er nog al eens
misbruik van wordt gemaakt en alhoe
wel hij er spoedig bij is om het te
verbieden, komt het desondanks toch
voor.
Voorzitter. U hebt het volste recht
ook om ze het te verbieden.
De heer Achten vraagt of de politie
ook het recht heeft om in de café's op
te treden waarop de Voorzitter ant
woordt dit thans niet met zekerheid te
kunnen zeggen. Hij zal het echter onder
zoeken.
Daarna wordt met algetneene stem
men de verordening vastgesteld.
4. Eervol ontslag mej. Prinsen als
onderwijzeres O. L. School Hedikhuijzen.
Winkel. Het is jammer voor de School
in Hedikhuijzen.
Van Vrede. Ja, want ik hoor niet
anders dan over haar stuiten.
Voorzitter. Dat zijn nou praatjes, waar
ge niets aan hebt
Van Vrede. Ik wil maar zeggen, dat
met des te meer recht eervol ontslag
moet worden gegeven.
5. Voorstel van Burg. en Weth. tot
herstel van scholen en schoolhuizen.
De Voorzitter deelt mede, dat hij oor
den architect van Vlijmen de school en
het schoolhuis te Hedikhuijzen heeft
laten onderzoeken.
De woning van het hoofd der school
is zeer bouwvallig en wil het een klein
beetje in bewoonbaren toestand wor
den gebracht, dan moet f 3000 onkosten
worden gemaakt en dan voldoet het
nog niet aan de minst gestelde eischen
De kosten aan de school worden ge
raamd op f 4000 en aan die van Haar
steeg op f 900 en de kosten aan de
woning aldaar zijn niet op te geven want
van binnen valt er heel wat in orde te
maken, f 1000 is zeker niet te hoog
geraamd.
In een vorige vergadering is besloten
voor dat alles een geldleening aan te
gaan, van f 4000, dus een veel te laag
bedrag. Volgens den architeit is het
schoolhuis veel te bouwvallig om daar
nog wat van te maken.
De heer Winkel vreest dat, als er
geen woning beschikbaar is, men niet
zoo gemakkelijk een hoofdonderwijzer
zal krijgen.
De Voorzitter merkt op. dat de ge-
meente niet meer verplicht is een school
huis te bouwen Tegenwoordig moeten
de onderwijzers ?elf voor een woning
zorgdragen. Het tegenwoordige hoofd
heeft te kennen gegeven, dat hij deze
woning wel wil huren. Deze stelt abso
luut niet de minste eischen.
De heer Winkel zou toch gaarne zien
dat op een andere manier wordt ge
tracht voor het hoofd der school
een woning beschikbaar te stellen b.v.
door een perceeltje land gratis af te
staan en dan laten bouwen.
De Voorzitter zegt, dat dit veel zal
kosten en er nooit een hoofd gevonden
zal worden die huur zal betalen, die
noodig is om de rente te dekken. Hij
is van meening, dat men toch wel een
hoofd zal krijgen.
Winkel. Dan zijn jullie beter ingelicht
dan wij.
Voorzitter. Dat komt omdat ze daar
f 100 meer salaris krijgen.
Na nog eenige discussie wordt be
sloten aan het oude schoolhuis niets te
veranderen of te verbeteren en het aan
den heer Boelaars te verhuren voorf 150
per jaar.
De Voorzitter deelt daarna nog mede,
dat volgens den opzichter het 't beste is
onder goede vaklieden het werk te doen
aanbesteden.
6. Wijziging gemeentebegrooting
dienstjaar 1921.
Conform het voorstel van Burg. en
DUSSEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 30 Juni
1922 des nam. 5 uur.
Voorzitter^ Edelachtb. Heer Snijders.
Aanwezig alle leden.
Na voorlezing der notulen der vorige
vergadering, vraagt de heer van de
KoppeP die in de vorige vergadering
niet aanwezig geweest is, eenige in
lichtingen in verband met het toen be
handelde inzake architect Oomens.
De Voorzitter zegt deze zaak nog
eens nagezien te hebben, doch volgens
hem treft Oomens geen schuld daar er
niet in het bestek stond dat het zand
gewaterd moest worden.
Van Drunen. Het was wel degelijk
bij de aanbesteding bepaald dat het
zand gewaterd moest worden, maar
voor zoover ik weet is er geen emmer
water aan vermorst, dus als Oomens U
iets anders gezegd heeft, heeft hij U
maar wat wijs gemaakt.
Voorzitter. Hij schijnt de eerste laag
te hebben willen inwateren toen is het
zand gestampt, dat was beter daarvoor.
Van Drunen. Er is geen emmer water
aan verbruikt, maar laten we hierover
verder maar zwijgen.
Van de Koppel. Het staat toch ook
niet in het bestek.
Van Drunen. Dan behoeven we er
zeker geen praat meer van te maken,
dan staat hij in zijn recht.
De Voorzitter is inmiddels het bestek
gaan halen en leest daaruit de betref
fende bepaling voor waaruit eigenlijk
moet worden afgeleid dat het zand
wel gewaterd had moeten worden. De
redactie dezer bepaling is echter, door
dat het woordje „of" erin voorkomt,
zoodanig, dat men er ook een andere
uitlegging aan zou kunnen geven.
Van Drunen. Daar staat dus wel dat
het gewaterd moest worden, maar enfin
laten we nu deze zaak maar rusten,
't is niet zoo erg.
De heer Middelkoop merkt nog even
op dat, hetgeen hij in de vorige ver
gadering heeft gezegd over het bezoe
ken der school, niet in dien geest was
bedoeld als het door den voorzitter is
opgenomen, het waren ironische opmer
kingen met het doel om op het on
houdbare van den toestand te wijzen.
De Voorzitter zegt toe zulks aan te
teekenen, waarna de notulen worden
goedgekeurd.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Van het bestuur van den handelscursus
uitgaande van de koopmansvereeniging
is een verzoek ingekomen om een jaar-
lijksche subsidie.
Daar er echter geen kinderen uit deze
gemeente van dit onderwijs gebruik
maken, stellen B. en W. voor om af
wijzend te beschikken.
Aangenomen.
Een door vele ingezetenen ondertee
kend verzoek is ingekomen om een
maximum-snelheid vast te stellen voor
van nDe Echo van het Zuiden
127)
motorrijders, enz. Met het oog op de
I vele gevaarlijke krommingen in den
I weg, stellen zij voor een maximum
snelheid van 15 K.M. te bepalen.
Voorzitter. Het stuk is te laat inge
komen om nog door B. en W. te wor
den behandeld. Ik stel daarom voor het
in handen van B. en W. te stellen en
het in de volgende vergadering te be
handelen, een dergelijke bepaling komt
ook mij wel gewenscht voor.
Middelkoop. Ik zou wel in overweging
willen geven om van 15 K.M., 20 K.M.
te maken,
v. d. Koppel. En ook dient u er re
kening mede te houden hoe ver U de
kom der gemeente vaststelt.
Voorzitter. Over het algemeen voel ik
er weinig voor om de maximum snel
heid zoo laag te stellen en dus onze
gemeente te isoleeren. B. en W. zullen
echter in de volgende vergadering met
een voorstel dienaangaande komen.
Besloten dit stuk aan. te houden.
Door K. C. Bouwen en F. de Gast,
is het verzoek ingediend om verminde
ring van den schoolgeldaanslag daar zij
niet in staat zijn het te betalen.
Voorzitter. Het schoolgeld is hier be
langrijk lager dan in andere plaatsen
en regelt zich naar het inkomen der
menschen. Zoo zij dus vermindering
willen hebben moeten zij eerst vermin
dering van den aanslag in de be
lasting zien ie krijgen. Door aan derge
lijke verzoeken toe te geven, zou men
de geheele verordening in de war sturen
en er zouden er spoedig meer komen.
Daarom wordt voorgesteld om afwijzend
op deze verzoeken te beslissen.
Aldus wordt besloten.
De rekening over 1921 is van Ged.
Staten terug ontvangen. Zij hebben hier
aan hun goedkeuring onthouden. De
bijgevoegde nota van bemerkingen
komt hierop neer, dat er 30 cent voor
zegelkosten zijn betaald, die eerst moeten
worden teruggevorderd alvorens de re
kening kan worden goedgekeurd
2. Aanwijzing der stemlokalen.
Deze aanwijzing heeft reeds vroeger
plaats gehad, doch het is noodig geble
ken hierin verandering te brengen.
Voor wijk B. is nu aangewezen het
gymnastieklokaal in de school van wijk
B. en voor wijk C het gymnastieklokaal
der bijzondere school.
3. Wijziging verordening vervolgon
derwijs
Deze verordening is van Ged. Staten
teruggekomen met een bemerking op
art. 1, n.I. dat de bepaling van het
aantal cursussen en van de plaats waar
zij gehouden worden niet aan B. en W.
kan worden overgelaten.
Na eenige discussie wordt besloten
in wijk A. een gemengde cursus voor
vervolgonderwijs te geven, 'in wijk B
een alleen voor jongens en ook in wijk
C. een cursus, zoo zich daar tenminste
6 leerlingen aanmelden.
4. Toekenning vergoeding als bedoeld
in art. 13 L. O. wet 1920.
De Voorzitter zegt dat hij in verband
met het verzoek om vergoeding voor de
kinderen van Groenenveld en v. Drunen
die in Werkendam naar school gaan
eene bespreking heeft gehad met de
I
DeËcho van bet Zuiden.
„Welnu, zijt gy tlians overtuigd?" vroeg
Luclen.
„Is dat niet zoo duidelijk mogelijk?"
„Ja, zeer duidelijk," stamelde Jeanne, die
iegelijk door vreugde en droefheid over-'
meesterd werd. „Lucia is bepaald Jeanne
Fortier's dochter, de dochter van de ver
oordeelde. Maar kan het meisje verantwoor
delijk gesteld worden, voor de misdaden der
moeder? Moet zij boeten voor iets, waaraan
zy geen schuld heeft? Moet'zy met eene
niet verdiende schande overladen worden?
Integendeel 't zou edel en grootsch zyn om
haar de hand te reikenwreed, zeer
wreed haar te verlaten.
„Haar de hand te reiken! riep Jules La-
broue's zoon uit. „God is my getuige, dat ik
het zou willen doen, maar ik kan niet
„En waarom niet?" vroeg Jeanne koorts
achtig.
„Hare moeder heeft myn vader ver
moord Begrijpt gy dat dan niet?"
„Ja, dat hegryp ikIa, dit is afschu
welijk. indien het waar is. Doch is het wel
waar.'Gy zelf ik hoorde het u vaak
herhalen gelooft niet aan de misdaad
der moeder
„Ik heb er nooit aan geloofd en thans nog
niet."
„Welnu?"
„Twijfel is geen zekerheid, en myne mee
ding is geen bewysZoo ik Jeanne For
tier ontmoette, zou ik haar zeggenDe
raenschelijke gerechtigheid is niet onfeil
baar en talrtyk zyn hare dwalingenoy
werdt veroordeeld, maar kunt toch wel on
schuldig zynBewijs mij uwe onschuld.
wees myn gids in het midden der duister
nissen en ik zal uwe zaak ter hand nemen
en myn leven wijden aan het herstel uwer
eerVooral zal ik dat doen voor uwe doch
ter. die ik bemin! In den loop van het pro
ces verzekerde Jeanne Fortier dat zy een
brief van Jacques Gérard in handen had
gehad, door dien meesterknecht geschreven,
een schrijven, waaruit duidelijk het bewys
volgde, dat hy Gérard de schuldige was van
de vreeselijke misdaden van Alfortville*.
Dien brief zouden wij moeten terugvinden.
Jeanne zou my eenig spoor kunnen aan-
wyzen. om met succes naar dit .schrijven te
kunnen zoeken en Jacques Gérard na te
sporen, die zeker thans nog leeft, wellicht
gelukkig en ryk, onder een*valschen naam.
En had ik het geluk dien man zyn schuld te
bewyzen. dan zou onmiddcllyk de onschuld
van Jeanne Fortier bewezen zyn. Doch tot.
dat oogenblik zal sik a;rn haar onschuld
twyfelen. en deze twyfel zal my blyven
tegenhouden myn naam aan de dochter dei-
veroordeelde te schenken.'
Gedurende een oogenblik had de onge
lukkige moeder, terwijl zy Lncien hoorde
spreken, grooten lust gevoeld om uit te roe
pen
„Jeanne Fortier ben ik
Nogmaals echter dacht zij een oogenblik
na, en zeide niets.
„Waartoe zou die bekentenis dienen?"
zoo dacht zy. Dat bewys waarvan Lucien
sprak, dezen brief achtte zy toch verbrand
dit weten wy reeds.
En zoo Jacques Gérard werkelijk onge
deerd zyn weg door de vlammen had kun
nen vinden, wat mocht er dan wel van hem
geworden zyn? Waar zon hy hem zoeken?
Waar hem vinden? Een en twintig jaar
kon hy reeds dood zyn.
Jeanne zou dus niets anders kunnen doen
dan herhalen
„Ik ben onschuldig! Dat zweer ik!"
En waartoe zon dat dienen?
Heden zoowel als vroeger zon hy door
alles verpletterd worden.
„Dan is de arme Lucia thans veroor
deeld riep zy snikkend uit. „De schande
harer moeder zal ook haar ongeluk zyn!...
Heden verlaten zal zy dan morgen verge
ten zynDat is verschrlkkeiyk wreed en
onrechtvaardig! Doch lk verwyt u niets,
niets! Jk begryp dat gy uwen onbevlekten
naam niet met den onteerden naam van
dat meisje kunt vereenigen!"
„De wereld zou liet mij niet vergeven
antwoordde Lucien. „De wereld zou mij als-
een ontaarden zoon bcgclfcuwen."
„En hoe zou die uw geheim kennen?"
„Dat zou spoedig worden bekend ge
maakt."
„Door wien dan toch?"
„Door hen, die er belang by hebben zich
over Lucien en my te wreken."
„Door Harmant en zijne dochter, niet
waar?. Daarmede hebben zy u reeds be
dreigd?"
...Ta, de vader heeft my daarmede be
dreigd."
„En hy zou doen wat hy gezegd heeft.
Die man verlangt, dat gij zyn kind redt, en
daarvoor moet Jeanne Fortier's dochter op
geofferd worden? Wat kunnen hem anderen
schelen? Zijne dochter voor alles! Maar
waarom hebt gy my hierheen gevoerd? Is
het om my te belasten aan Lucia mede te
deelen, dat zy slechts met afschuw aan
hare moeder denken kan. met haat en af-
gryzen?"
„Alleen om u te verzoeken haar te doen
begrypen. dat mijne eer tusschen haar en
my een diepen afgrond graaft."
„En gy gelooft," hernam Jeanne onmid
dellijk. „dat ik aan Lucia het bloed ga be
kend maken, dat in hare aderen vloeit? Dan
zoudt gy willen, dat ik by de smart der ver
latenheid nog de schande, nog de oneer
voegde? O. reken niet op my, mijnheer Lu
cien! Daarvoor zal ik nooit d.'n moed heb
ben
Mama Lison wy mogen aan Lucia niet
eene hoop laten, die haar naderhand, wan
neer zy niet verwezenlijkt werd, nog des te
zwaarder zou doen lyden."
De brooddraagster werl door snikken
verstikt.
Zy antwoordde geen woord en richtte
zich naar de deur.
„Mama Lison! herhaald; de jongeman,
tot haar naderend en hare hand grypend.
Jeanne trok haastig die hand terug.
„Adieu, mynheer Labroue," zeide zy.
adieu
Eu zy haastte zich naar buiten, zonder
dat het Lucien mogelijk was haar tegen te
houden.
„Arme Luciazeide hy zich in t-on zetel
latende neervallen. „Arm kind! Waarom
moet gy Jeanne Fortier's dochter zyn?"
Geruimen tyd bleef hij» nadenkend door
droefheid overstelpt, zonder zelfs te* mer
ken, dat de tranen over zyne kleedlng vloei
den.
Eensklaps stond hij op, greep liet proces
verbaal, dat Jeanne op de tafel had neder
gelegd. vouwde het dicht en stak Tn-t in
den zak. Dan ging hy naar beneden, steeg
in een rytuig en liet zich naar l'nul Har-
mant- brongen.
Zoodra Jeanne Lucien's kamer verlaten
had gal" zij een vryen loop aan hare tranen.
Met den grootsten spoed liep z.y de stad
door als een waanzinnige, de personen, die
haar tegenkwamen, byna omverloopend.
Schier aanhoudend herhaalde zy op lui
den toon de woorden
„Myne dochter!.Lucia is .myne doch
ter!... Ik heb myn dochter weergevonden!"
Van lieverlede echter bracht de versche
lucht haar tot kalmte. De koorts, die haar
l»yna tot kookhitte bracht en hare slapen
geweldig deed kloppen, bedaarde langza
merhand.
Tegenover het Havrestation nam zy een
rytuig om zich naar de Rourhonkade te la
ten brengen.
In 't rtytuig gezeten, dacht zy diep na.
„Zoo heeft God dan," dacht zij in zich
zelve, „my by een inyner kindereu gebracht,
by myne LuciaTelken dage zag ik haar,
en. zonder te weten waarom, beminde ik
haar dagelijks meer en meer! Zy was ge
lukkig. en ik gevoelde my gelukkig over
haar geluk. En nu. op het oogenblik, dat ik
ontdek, dat Lucia myn dochter is, wordt zy
in het ongeluk gedompeldHoe is het toch
gekomen, dat zy liefde heeft opgevat voor
den zoon van den man, dien men my be
schuldigt vermoord te hebben?... De schan
de der misdaad, die ik niet begaan heb, de
smaad der onrechtvaardige veroordeeling
die ik lieh ondergaan, vallen op myn kind
neder!... En ik mag Lucia niet toeroepen:
Ik ben uwe moeder, want ik zou er onmid
dellijk moeten by voegenJuist daar ik uw
moeder ben, heeft uw verloofde u verlaten,
juist daar ik uw moeder ben, zult gy moe
ten lyden en weenenO, 't is verschrlk
keiyk En mij heeft Lucien uitgekozen
om aan Lucia te zeggen: Gy bemint en
hebt geheel uw leven in die liefde gseteld
Welnu, verban die liefde uit uw hart, die
liefde, welke niet de geringste hoop meer
geven kan!... Gij zyt de dochter eener ge
vloekte moeder en kunt den naaitf van een
eerlijk man niet dragén... Zal ik ooit den
moed hebben haar deze woorden toe te voe
gen? En zoo zy dan eens hare moeder ver
vloekte. na my geboord te hebbenNeen,
neen. ik zal 't haar niet zeggen. Lucien zal
niet wederkeeren. zy zal ongerust zyn. zeer
gekweld, docli ik zal baar niets zeggen
Vreeselijk zal zy ïydeu, doch ik zal by myn
dochter zijn om haar te troosten, om haar
te verzorgen, te genezenf Zij zal van
liefde niet sterven, myne LuciaIk ben
zelfs niet van schande gestorven.
Toen Jeanne op de vyfde verdieping aan
kwam en voor Lucia's kamer een oogenblik
stilstond, werd zij door pene hevige ontroe
ring bevangen.
Daar was dan hare dochter!...
Zij stond op het punt haar te zien. haat
te omhelzen, maar zij mocht geen woord
spreken.
Op 't oogenblik, dat Pierre Fortier's we
duwe binnentrad, moest zy zich niet geweld
tegenhouden, om de handen niet tot hare*
dochter uit te strekken met den uitroep op
de lippen
„Kom. mijn kind, -kom uwe moeder om
helzen.
Zy had echter den moed en de kracht T»on
bedaard uiterlijk aan te nemen.
„Ha. zyt gy daar, mama Lison!" riep
Lucia glimlachend uit.
„Ja. liefste, hier hen ik!"
De broodclraagster omhelsde bijzonder
vurig de werkster, en vroeg dan
„Zyt gy uitgeweest, myn kind?"
„Ja. naar -madame Augustine, doch dat
spyt my zeer."
„En waarom?"
..Omdat Lucien gedurende mijne afwezig
heid hier geweest is."
„Dat heeft my de portierster ook mede
gedeeld. toen ik haar zooeven voorbyging.'^
(Wordt vervolgd).