De Portierster van Alfortville. TWEEDE BLAD. Gemeenteraad. FEUILLETON NUMMER 56. ZATERDAG 8 JULI 1922. 45e Jaargang ouders. Deze verklaarden zich wel be reid om de kinderen in Werkendam in de kost te doen, hetgeen f 4 per kind en per week zou kosten. Zi] vroegen of de gemeente f3 per kind wou geven. Spr. heeft toen gezegd dat hij dit voor stel niet kon overnemen. Hij stelde voor dat de gemeente en de ouders ieder de helft zouden betalen, de ouders mochten toch ook wel iets doen, zij zijn nu toch ook de kinderen uit den kost kwijt en ook de gemeente handelt daardoor zeer tegemoetkomend. Deze regeling zou dan algemeen gel dend worden dus ook voor anderen die nog mochten komen. Het wordt wel een onhoudbare toestand, doch er is niets aan te doen. Men zou hier wel kleingeestigheid kunnen toepassen, doch daarmee zou men al niet voordeeliger uit zijn. Trouwens de menschen kunnen er aanspraak op maken. Besloten wordt de vergoeding aldus te regelen. De voorzitter deelt nog mede, dat hem door Teunissen is gevraagd of hij van de gemeente niet een stuk grond kon koopen Spr. heeft dit eens nage gaan doch hij acht het niet gewenscht om hem zooveel te verkoopen als hij vraagt, daar hij van dat terrein, dat uitsluitend was bestemd voor woning bouw, gaarne het overige disponibel wil houden voor het geval dat er weer aanvragen om bouwterrein mochten noodzakelijk vooral dat stuk voorbij v. Daal naar de Baan. De voorzitter zegt toe hiervan nota te zullen nemen. De heer v. d. Koppel heeft nog een opmerking betreffende de baggerij van „de Dusse". Hij weet niet wat in het bestek staat, ook niet wie daar het op zicht over heeft, doch het is hem op gevallen dat vanaf den dijk tusschen het voorste en achterste hoekje en vanaf •het kasteel tot aan den molen van de Graaf, slechts hier en daar een stuk is uitgebaggerd. Hij vraagt waarvoor er die dammen nog blijven inzitten. De Voorzitter zegt dat ze daar nog aan het werk zijn en zoolang de termijn nog niet verstreken is, kan men er niets van zeggen. Hierna wordt de vergadering gesloten. HAARSTEEG. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 30 Juni, des voormiddags ten half elf uur. Voorzitter Edelachtbare heer Van Bokhoven. Ongeveer elf uur opent de Voorzitter de vergadering; aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van Ged Staten houden- CENT PER POND VflEDZAAM HEERLÜK VQQRQEELIG binnenkomen. Hij zou hem slechts 4 meter willen geven, hetgeen voor hem ook wel vol doende is. Middelkoop. Ik zou het in het'.finan- tieel belang der gemeente achten om den grond zooveel mogelijk te[verkoopen Voorzitter. We hadden hefuitsluitend bestemd voor bouwterrein. v. d. Koppel. De menschen hebben al*zoolang gelegenheid gehad om aan vragen voor bouwterrein in te zenden, maar er schijnt weinig behoefte te zijn. Misschien worden we het nooit meer kwijt en daarom acht ik het ook in het belang van de gemeente als er zooveel mogelijk wordt verkocht tegen een goe den prijszeker als er toch altijd nog genoeg voor eventueele aanvragen over blijft. Besloten wordt, om, als de aanvrager soms meer wil koopen hem zulks ook toe te wijzen. De heer van der Steen merkt nog op dat indertijd aan den heer v. d. Pluijm ook een stuk grond is toegewezen om daarop een woning te bouwen, doch daar staat nog steeds geen huis, wel mangelwortelen. De heer L v. d. Pluijm zegt dat er op gebouwd wordt, waarop de voor zitter hem herinnert aan den gestelden termijn tot 31 December. Middelkoop. Het was gewenscht dat het riviertje „de Dusse" eens werd op gehaald 't Is een klein werk en 't is wel i de mededeeling dat de goedkeuringjvan het raadsbesluit |tot opheffing van de openbare lagere school in Haarsteeg is verdaagd. b. Jaarverslag van^de'Hanze. Daaruit blijkt dat vele leerlingen aan den curèus in het boekhouden hebben deelgenomen, zoodat het als^maximum vastgestelde subsidie, zijnde f 100, moet worden uitgekeerd. De Voorzitter merkt op dat dit voor 1921 is en dat volgens een genomen raadsbesluit over 1922 geen subsidie wordt verleend. 2. Aanbieding gemeente-verslag 1921. Wordt voor de leden ter inzage nedergelegd. 3. Vaststelling verordening tegen het vloeken. De Voorzitter zegt dat deze verorde ning is overgenomen van de gemeente Vlijmen. Hij wijst er op dat dergelijke verordeningen in vele omliggende plaat sen worden in het leven geroepen. De heer Van Vrede meent dat tegen het vaststellen van een dergelijke ver ordening absoluut geen bezwaar kan bestaan. De heer Achten kan zich daar ook mee vereenigen en hoopt dat de hand er aan zal worden gehouden. Als kastelein weet hij dat er nog al eens misbruik van wordt gemaakt en alhoe wel hij er spoedig bij is om het te verbieden, komt het desondanks toch voor. Voorzitter. U hebt het volste recht ook om ze het te verbieden. De heer Achten vraagt of de politie ook het recht heeft om in de café's op te treden waarop de Voorzitter ant woordt dit thans niet met zekerheid te kunnen zeggen. Hij zal het echter onder zoeken. Daarna wordt met algetneene stem men de verordening vastgesteld. 4. Eervol ontslag mej. Prinsen als onderwijzeres O. L. School Hedikhuijzen. Winkel. Het is jammer voor de School in Hedikhuijzen. Van Vrede. Ja, want ik hoor niet anders dan over haar stuiten. Voorzitter. Dat zijn nou praatjes, waar ge niets aan hebt Van Vrede. Ik wil maar zeggen, dat met des te meer recht eervol ontslag moet worden gegeven. 5. Voorstel van Burg. en Weth. tot herstel van scholen en schoolhuizen. De Voorzitter deelt mede, dat hij oor den architect van Vlijmen de school en het schoolhuis te Hedikhuijzen heeft laten onderzoeken. De woning van het hoofd der school is zeer bouwvallig en wil het een klein beetje in bewoonbaren toestand wor den gebracht, dan moet f 3000 onkosten worden gemaakt en dan voldoet het nog niet aan de minst gestelde eischen De kosten aan de school worden ge raamd op f 4000 en aan die van Haar steeg op f 900 en de kosten aan de woning aldaar zijn niet op te geven want van binnen valt er heel wat in orde te maken, f 1000 is zeker niet te hoog geraamd. In een vorige vergadering is besloten voor dat alles een geldleening aan te gaan, van f 4000, dus een veel te laag bedrag. Volgens den architeit is het schoolhuis veel te bouwvallig om daar nog wat van te maken. De heer Winkel vreest dat, als er geen woning beschikbaar is, men niet zoo gemakkelijk een hoofdonderwijzer zal krijgen. De Voorzitter merkt op. dat de ge- meente niet meer verplicht is een school huis te bouwen Tegenwoordig moeten de onderwijzers ?elf voor een woning zorgdragen. Het tegenwoordige hoofd heeft te kennen gegeven, dat hij deze woning wel wil huren. Deze stelt abso luut niet de minste eischen. De heer Winkel zou toch gaarne zien dat op een andere manier wordt ge tracht voor het hoofd der school een woning beschikbaar te stellen b.v. door een perceeltje land gratis af te staan en dan laten bouwen. De Voorzitter zegt, dat dit veel zal kosten en er nooit een hoofd gevonden zal worden die huur zal betalen, die noodig is om de rente te dekken. Hij is van meening, dat men toch wel een hoofd zal krijgen. Winkel. Dan zijn jullie beter ingelicht dan wij. Voorzitter. Dat komt omdat ze daar f 100 meer salaris krijgen. Na nog eenige discussie wordt be sloten aan het oude schoolhuis niets te veranderen of te verbeteren en het aan den heer Boelaars te verhuren voorf 150 per jaar. De Voorzitter deelt daarna nog mede, dat volgens den opzichter het 't beste is onder goede vaklieden het werk te doen aanbesteden. 6. Wijziging gemeentebegrooting dienstjaar 1921. Conform het voorstel van Burg. en DUSSEN. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Zaterdag 30 Juni 1922 des nam. 5 uur. Voorzitter^ Edelachtb. Heer Snijders. Aanwezig alle leden. Na voorlezing der notulen der vorige vergadering, vraagt de heer van de KoppeP die in de vorige vergadering niet aanwezig geweest is, eenige in lichtingen in verband met het toen be handelde inzake architect Oomens. De Voorzitter zegt deze zaak nog eens nagezien te hebben, doch volgens hem treft Oomens geen schuld daar er niet in het bestek stond dat het zand gewaterd moest worden. Van Drunen. Het was wel degelijk bij de aanbesteding bepaald dat het zand gewaterd moest worden, maar voor zoover ik weet is er geen emmer water aan vermorst, dus als Oomens U iets anders gezegd heeft, heeft hij U maar wat wijs gemaakt. Voorzitter. Hij schijnt de eerste laag te hebben willen inwateren toen is het zand gestampt, dat was beter daarvoor. Van Drunen. Er is geen emmer water aan verbruikt, maar laten we hierover verder maar zwijgen. Van de Koppel. Het staat toch ook niet in het bestek. Van Drunen. Dan behoeven we er zeker geen praat meer van te maken, dan staat hij in zijn recht. De Voorzitter is inmiddels het bestek gaan halen en leest daaruit de betref fende bepaling voor waaruit eigenlijk moet worden afgeleid dat het zand wel gewaterd had moeten worden. De redactie dezer bepaling is echter, door dat het woordje „of" erin voorkomt, zoodanig, dat men er ook een andere uitlegging aan zou kunnen geven. Van Drunen. Daar staat dus wel dat het gewaterd moest worden, maar enfin laten we nu deze zaak maar rusten, 't is niet zoo erg. De heer Middelkoop merkt nog even op dat, hetgeen hij in de vorige ver gadering heeft gezegd over het bezoe ken der school, niet in dien geest was bedoeld als het door den voorzitter is opgenomen, het waren ironische opmer kingen met het doel om op het on houdbare van den toestand te wijzen. De Voorzitter zegt toe zulks aan te teekenen, waarna de notulen worden goedgekeurd. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. Van het bestuur van den handelscursus uitgaande van de koopmansvereeniging is een verzoek ingekomen om een jaar- lijksche subsidie. Daar er echter geen kinderen uit deze gemeente van dit onderwijs gebruik maken, stellen B. en W. voor om af wijzend te beschikken. Aangenomen. Een door vele ingezetenen ondertee kend verzoek is ingekomen om een maximum-snelheid vast te stellen voor van nDe Echo van het Zuiden 127) motorrijders, enz. Met het oog op de I vele gevaarlijke krommingen in den I weg, stellen zij voor een maximum snelheid van 15 K.M. te bepalen. Voorzitter. Het stuk is te laat inge komen om nog door B. en W. te wor den behandeld. Ik stel daarom voor het in handen van B. en W. te stellen en het in de volgende vergadering te be handelen, een dergelijke bepaling komt ook mij wel gewenscht voor. Middelkoop. Ik zou wel in overweging willen geven om van 15 K.M., 20 K.M. te maken, v. d. Koppel. En ook dient u er re kening mede te houden hoe ver U de kom der gemeente vaststelt. Voorzitter. Over het algemeen voel ik er weinig voor om de maximum snel heid zoo laag te stellen en dus onze gemeente te isoleeren. B. en W. zullen echter in de volgende vergadering met een voorstel dienaangaande komen. Besloten dit stuk aan. te houden. Door K. C. Bouwen en F. de Gast, is het verzoek ingediend om verminde ring van den schoolgeldaanslag daar zij niet in staat zijn het te betalen. Voorzitter. Het schoolgeld is hier be langrijk lager dan in andere plaatsen en regelt zich naar het inkomen der menschen. Zoo zij dus vermindering willen hebben moeten zij eerst vermin dering van den aanslag in de be lasting zien ie krijgen. Door aan derge lijke verzoeken toe te geven, zou men de geheele verordening in de war sturen en er zouden er spoedig meer komen. Daarom wordt voorgesteld om afwijzend op deze verzoeken te beslissen. Aldus wordt besloten. De rekening over 1921 is van Ged. Staten terug ontvangen. Zij hebben hier aan hun goedkeuring onthouden. De bijgevoegde nota van bemerkingen komt hierop neer, dat er 30 cent voor zegelkosten zijn betaald, die eerst moeten worden teruggevorderd alvorens de re kening kan worden goedgekeurd 2. Aanwijzing der stemlokalen. Deze aanwijzing heeft reeds vroeger plaats gehad, doch het is noodig geble ken hierin verandering te brengen. Voor wijk B. is nu aangewezen het gymnastieklokaal in de school van wijk B. en voor wijk C het gymnastieklokaal der bijzondere school. 3. Wijziging verordening vervolgon derwijs Deze verordening is van Ged. Staten teruggekomen met een bemerking op art. 1, n.I. dat de bepaling van het aantal cursussen en van de plaats waar zij gehouden worden niet aan B. en W. kan worden overgelaten. Na eenige discussie wordt besloten in wijk A. een gemengde cursus voor vervolgonderwijs te geven, 'in wijk B een alleen voor jongens en ook in wijk C. een cursus, zoo zich daar tenminste 6 leerlingen aanmelden. 4. Toekenning vergoeding als bedoeld in art. 13 L. O. wet 1920. De Voorzitter zegt dat hij in verband met het verzoek om vergoeding voor de kinderen van Groenenveld en v. Drunen die in Werkendam naar school gaan eene bespreking heeft gehad met de I DeËcho van bet Zuiden. „Welnu, zijt gy tlians overtuigd?" vroeg Luclen. „Is dat niet zoo duidelijk mogelijk?" „Ja, zeer duidelijk," stamelde Jeanne, die iegelijk door vreugde en droefheid over-' meesterd werd. „Lucia is bepaald Jeanne Fortier's dochter, de dochter van de ver oordeelde. Maar kan het meisje verantwoor delijk gesteld worden, voor de misdaden der moeder? Moet zij boeten voor iets, waaraan zy geen schuld heeft? Moet'zy met eene niet verdiende schande overladen worden? Integendeel 't zou edel en grootsch zyn om haar de hand te reikenwreed, zeer wreed haar te verlaten. „Haar de hand te reiken! riep Jules La- broue's zoon uit. „God is my getuige, dat ik het zou willen doen, maar ik kan niet „En waarom niet?" vroeg Jeanne koorts achtig. „Hare moeder heeft myn vader ver moord Begrijpt gy dat dan niet?" „Ja, dat hegryp ikIa, dit is afschu welijk. indien het waar is. Doch is het wel waar.'Gy zelf ik hoorde het u vaak herhalen gelooft niet aan de misdaad der moeder „Ik heb er nooit aan geloofd en thans nog niet." „Welnu?" „Twijfel is geen zekerheid, en myne mee ding is geen bewysZoo ik Jeanne For tier ontmoette, zou ik haar zeggenDe raenschelijke gerechtigheid is niet onfeil baar en talrtyk zyn hare dwalingenoy werdt veroordeeld, maar kunt toch wel on schuldig zynBewijs mij uwe onschuld. wees myn gids in het midden der duister nissen en ik zal uwe zaak ter hand nemen en myn leven wijden aan het herstel uwer eerVooral zal ik dat doen voor uwe doch ter. die ik bemin! In den loop van het pro ces verzekerde Jeanne Fortier dat zy een brief van Jacques Gérard in handen had gehad, door dien meesterknecht geschreven, een schrijven, waaruit duidelijk het bewys volgde, dat hy Gérard de schuldige was van de vreeselijke misdaden van Alfortville*. Dien brief zouden wij moeten terugvinden. Jeanne zou my eenig spoor kunnen aan- wyzen. om met succes naar dit .schrijven te kunnen zoeken en Jacques Gérard na te sporen, die zeker thans nog leeft, wellicht gelukkig en ryk, onder een*valschen naam. En had ik het geluk dien man zyn schuld te bewyzen. dan zou onmiddcllyk de onschuld van Jeanne Fortier bewezen zyn. Doch tot. dat oogenblik zal sik a;rn haar onschuld twyfelen. en deze twyfel zal my blyven tegenhouden myn naam aan de dochter dei- veroordeelde te schenken.' Gedurende een oogenblik had de onge lukkige moeder, terwijl zy Lncien hoorde spreken, grooten lust gevoeld om uit te roe pen „Jeanne Fortier ben ik Nogmaals echter dacht zij een oogenblik na, en zeide niets. „Waartoe zou die bekentenis dienen?" zoo dacht zy. Dat bewys waarvan Lucien sprak, dezen brief achtte zy toch verbrand dit weten wy reeds. En zoo Jacques Gérard werkelijk onge deerd zyn weg door de vlammen had kun nen vinden, wat mocht er dan wel van hem geworden zyn? Waar zon hy hem zoeken? Waar hem vinden? Een en twintig jaar kon hy reeds dood zyn. Jeanne zou dus niets anders kunnen doen dan herhalen „Ik ben onschuldig! Dat zweer ik!" En waartoe zon dat dienen? Heden zoowel als vroeger zon hy door alles verpletterd worden. „Dan is de arme Lucia thans veroor deeld riep zy snikkend uit. „De schande harer moeder zal ook haar ongeluk zyn!... Heden verlaten zal zy dan morgen verge ten zynDat is verschrlkkeiyk wreed en onrechtvaardig! Doch lk verwyt u niets, niets! Jk begryp dat gy uwen onbevlekten naam niet met den onteerden naam van dat meisje kunt vereenigen!" „De wereld zou liet mij niet vergeven antwoordde Lucien. „De wereld zou mij als- een ontaarden zoon bcgclfcuwen." „En hoe zou die uw geheim kennen?" „Dat zou spoedig worden bekend ge maakt." „Door wien dan toch?" „Door hen, die er belang by hebben zich over Lucien en my te wreken." „Door Harmant en zijne dochter, niet waar?. Daarmede hebben zy u reeds be dreigd?" ...Ta, de vader heeft my daarmede be dreigd." „En hy zou doen wat hy gezegd heeft. Die man verlangt, dat gij zyn kind redt, en daarvoor moet Jeanne Fortier's dochter op geofferd worden? Wat kunnen hem anderen schelen? Zijne dochter voor alles! Maar waarom hebt gy my hierheen gevoerd? Is het om my te belasten aan Lucia mede te deelen, dat zy slechts met afschuw aan hare moeder denken kan. met haat en af- gryzen?" „Alleen om u te verzoeken haar te doen begrypen. dat mijne eer tusschen haar en my een diepen afgrond graaft." „En gy gelooft," hernam Jeanne onmid dellijk. „dat ik aan Lucia het bloed ga be kend maken, dat in hare aderen vloeit? Dan zoudt gy willen, dat ik by de smart der ver latenheid nog de schande, nog de oneer voegde? O. reken niet op my, mijnheer Lu cien! Daarvoor zal ik nooit d.'n moed heb ben Mama Lison wy mogen aan Lucia niet eene hoop laten, die haar naderhand, wan neer zy niet verwezenlijkt werd, nog des te zwaarder zou doen lyden." De brooddraagster werl door snikken verstikt. Zy antwoordde geen woord en richtte zich naar de deur. „Mama Lison! herhaald; de jongeman, tot haar naderend en hare hand grypend. Jeanne trok haastig die hand terug. „Adieu, mynheer Labroue," zeide zy. adieu Eu zy haastte zich naar buiten, zonder dat het Lucien mogelijk was haar tegen te houden. „Arme Luciazeide hy zich in t-on zetel latende neervallen. „Arm kind! Waarom moet gy Jeanne Fortier's dochter zyn?" Geruimen tyd bleef hij» nadenkend door droefheid overstelpt, zonder zelfs te* mer ken, dat de tranen over zyne kleedlng vloei den. Eensklaps stond hij op, greep liet proces verbaal, dat Jeanne op de tafel had neder gelegd. vouwde het dicht en stak Tn-t in den zak. Dan ging hy naar beneden, steeg in een rytuig en liet zich naar l'nul Har- mant- brongen. Zoodra Jeanne Lucien's kamer verlaten had gal" zij een vryen loop aan hare tranen. Met den grootsten spoed liep z.y de stad door als een waanzinnige, de personen, die haar tegenkwamen, byna omverloopend. Schier aanhoudend herhaalde zy op lui den toon de woorden „Myne dochter!.Lucia is .myne doch ter!... Ik heb myn dochter weergevonden!" Van lieverlede echter bracht de versche lucht haar tot kalmte. De koorts, die haar l»yna tot kookhitte bracht en hare slapen geweldig deed kloppen, bedaarde langza merhand. Tegenover het Havrestation nam zy een rytuig om zich naar de Rourhonkade te la ten brengen. In 't rtytuig gezeten, dacht zy diep na. „Zoo heeft God dan," dacht zij in zich zelve, „my by een inyner kindereu gebracht, by myne LuciaTelken dage zag ik haar, en. zonder te weten waarom, beminde ik haar dagelijks meer en meer! Zy was ge lukkig. en ik gevoelde my gelukkig over haar geluk. En nu. op het oogenblik, dat ik ontdek, dat Lucia myn dochter is, wordt zy in het ongeluk gedompeldHoe is het toch gekomen, dat zy liefde heeft opgevat voor den zoon van den man, dien men my be schuldigt vermoord te hebben?... De schan de der misdaad, die ik niet begaan heb, de smaad der onrechtvaardige veroordeeling die ik lieh ondergaan, vallen op myn kind neder!... En ik mag Lucia niet toeroepen: Ik ben uwe moeder, want ik zou er onmid dellijk moeten by voegenJuist daar ik uw moeder ben, heeft uw verloofde u verlaten, juist daar ik uw moeder ben, zult gy moe ten lyden en weenenO, 't is verschrlk keiyk En mij heeft Lucien uitgekozen om aan Lucia te zeggen: Gy bemint en hebt geheel uw leven in die liefde gseteld Welnu, verban die liefde uit uw hart, die liefde, welke niet de geringste hoop meer geven kan!... Gij zyt de dochter eener ge vloekte moeder en kunt den naaitf van een eerlijk man niet dragén... Zal ik ooit den moed hebben haar deze woorden toe te voe gen? En zoo zy dan eens hare moeder ver vloekte. na my geboord te hebbenNeen, neen. ik zal 't haar niet zeggen. Lucien zal niet wederkeeren. zy zal ongerust zyn. zeer gekweld, docli ik zal baar niets zeggen Vreeselijk zal zy ïydeu, doch ik zal by myn dochter zijn om haar te troosten, om haar te verzorgen, te genezenf Zij zal van liefde niet sterven, myne LuciaIk ben zelfs niet van schande gestorven. Toen Jeanne op de vyfde verdieping aan kwam en voor Lucia's kamer een oogenblik stilstond, werd zij door pene hevige ontroe ring bevangen. Daar was dan hare dochter!... Zij stond op het punt haar te zien. haat te omhelzen, maar zij mocht geen woord spreken. Op 't oogenblik, dat Pierre Fortier's we duwe binnentrad, moest zy zich niet geweld tegenhouden, om de handen niet tot hare* dochter uit te strekken met den uitroep op de lippen „Kom. mijn kind, -kom uwe moeder om helzen. Zy had echter den moed en de kracht T»on bedaard uiterlijk aan te nemen. „Ha. zyt gy daar, mama Lison!" riep Lucia glimlachend uit. „Ja. liefste, hier hen ik!" De broodclraagster omhelsde bijzonder vurig de werkster, en vroeg dan „Zyt gy uitgeweest, myn kind?" „Ja. naar -madame Augustine, doch dat spyt my zeer." „En waarom?" ..Omdat Lucien gedurende mijne afwezig heid hier geweest is." „Dat heeft my de portierster ook mede gedeeld. toen ik haar zooeven voorbyging.'^ (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 5