De Portierster
van Alfortville.
f e üTl l E T O N
TWEEDE BLAD.
Provinciaal Nieuws
NUMMER 65
WOENSOAQ 16 AUG. 1922.
45e Jaargang.
Waalwijk, 16 Aug 1922.
Voor de hoofdakte slaagde dezer
dagen de heer H Fooij alhier en de
heer Th v. Rijen alhier voor akte
Fransch l.o,
A.s. Zondag zal door het Kruis-
van „De Echo van het Zuiden".
138)
booggezelschap „Nooit Gedacht", ge
vestigd bij den heer J. van Helvoirt,
Putstraat, alhier, een groot concours
worden gegeven. Indien het weer mede
werkt, belooft het een drukke dag te
worden, daar reeds door een 20-tal
zestallen is ingeschreven, om elkaar de
prachtige prijzen te bekampen die voor
dit concours zijn beschikbaar gesteld
en bestaan uit: Korpsprijzen, een
prachtigen Zilveren Lauwerkrans en
negen prachtige Zilveren Medailles en
voor de Personeele Banen en Geluks-
blok geldprijzen vanaf f2.— tot f 10.—.
De Korpsprijzen zijn vanaf Donderdag
te bezichtigen in het sigarenmagazijn
„'t Centrum", van den heer C. Ven-
v. Kempen, Markt alhier.
Zondag j.l. hield de Postduiven
vereniging „De Jeugdige Vliegers" een
wedvlucht met jonge duiven vanuit
Sittard. De prijzen werden behaald als
volgtle en 2e prijs G. de Graaff
3e, 4e en 7e prijs Th. Trimbach; 5e
en 6e prijs A. Verhulst en 8e prijs N.
Berends, le overduif N. Berends.
De j.l. Zondag gepeelde serie-
wedstrijden op het R W B.-terrein heb
ben het volgende verloop gehad. S V.V.,
Sprang—RWB II 4 1 Excelsior,
Capelle—T.O.V Loonopzand 4—1 Dit
was een gemakkelijke overwinning voor
Capelle. Het weer was niet zeer gunstig,
doch de belangstelling viel nogal mee
De Dinsdag gespeelde oefenwedstrij
den tegen Juliana, Baardwijk, zijn als
volgt geëindigd: RWB. Ill—Juliana II
4 2 R W.B II—versterkt Juliana 1 6-2.
Deze was een zeer geanimeerde partij.
Tentoonstelling Schoen- en Lederindustrie
in Den Haag.
Maandagmiddag werd in de groote
zaal van den Dierentuin de bovenge
noemde tentoonstelling geopend. Aan
wezig waren de burgemeester J. A. N.
Patijn, de pl. commandant kolonel W.
Laatsman. de garn commandant kolo
nel A. J Furstner, een vertegenwoor
diger van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken en de inspecteur van het
Nijverheidsonderwijs W. H. Cool.
De voorzitter, de heer W. Donker
Pzn., opende de bijeenkomst en sprak
een woord van welkom uit tot de aan
wezige autoriteiten en andere belang
stellenden.
Ondanks de malaise dorsten de
schoenmakers en schoenindustrieelen
deze grootsche tentoonstelling aan,
juist om deze malaise te bestrijden.
In ruime trekken schetst spr vervol
gens den historischen gang van het
schoenmakersvak, vanaf het gildewezen
tot op heden.
Het schoenmakersvak lijkt sommigen
wel eens een minderwaardig beroep,
doch dat is het niet. En dat kunnen
wij thans aantoonen op onze expositie.
Helaas is de inspecteur-generaal van
het onderwijs de heer de Groot, ver
hinderd te komen
Vervolgens hoopt de voorzitter, dat
het resultaat van deze tentoonstelling
zijn zal, dat ieder overtuigd worde van
deze waarheid: het schoenmakersvak
is een edel vak. en heeft zich tot een
een industrie ontwikkeld, die waard is
te bestaan onder de zon.
Onder de zinspreuk „Sine Labore
Nihil" geeft de voorzitter het woord
aan den burgemeester.
Oe burgemeester, de heer J. A N
Patijn, begint met op te merken, dat
den Haag bezig is, het gemis aan ten
toonstellingen tijdens de oorlogsjaren
in te halen. De eene tentoonstelling
volgt de andere op en tentoonstelling-
looze dagen hebben we in tijden niet
gehad.
Raarnamige tentoonstellingen waren
daaronder, b v. de „Bibabo", ook ten
toonstellingen onder leuzen, die vrij
duister waren. Het kon gebeuren, dat
men na een bezoek aan een dergelijke
expositie nog steeds niet wist welke
groep van industrieelen daar bijeen
waren.
Deze tentoonstellingscommissie heeft
zich gehouden aan de spreuk „Schoen
maker, houdt u bij uw leest" en daarom
is hier een zuivere expositie van de
lederindustrie ontslaan.
Spr vraagt zich af, of al die tentoon
stellingen duiden op de herleving van
de nationale nijverheid en als spr. goed
om zich heen ziet dan kan hij die vraag
niet anders dan ontkennend beantwoor
den. De tijden zijn voor onze industrie
slecht Terwijl deze tentoonstelling wordt
gehouden, gaan onder schoenmakers
noodkreten op tegen de alles dooddruk
kende Duitsche nijverheid. En zoolang
de wereld niet een» meer evenwichtig
beeld vertoont, zal die nood wel niet
beteren. Ergo is deze tentoonstelling
geen uiting van bloei doch ook niet
van algeheele uitputting. Want er is
energie Er spreekt een geest van
wederopbouw uit deze expositie, de
schoenmakers zullen niet bij de pakken
neer blijven zitten, dit is duidelijk. Er
is een sympathiek streven om van dezen
beroerden tijd nog te maken wat er van
te maken is, het is nu maar te hopen,
dat de resultaten verrassend zullen zijn.
Ook spr. noemt het schoenmakers
bedrijf een bete»grijke industrie Talrijke
spreekwoorden zijn er aan ontleend.
Hoewel spr. niet gelooft, dat men het
hier toepast, zijn „het is goed riemen
snijden van andermans leer", „iemand
een hak zetten", en „iets aan zijn laars
lappen", daar typische voorbeelden van.
De Bond van Schoenmakerspatroons-
vereen heeft sprekers volle sympathie
Deze bond is z.i. een prachtig voor
beeld van hechte en doeltreffende orga
nisatie
Aan de prima verzorging van het
tentoonstellingboekje, dat volgens des
kundigen een standaardwerk is, ziet
spr duidelijk, met welk een ernst deze
tentoonstelling is voorbereid. En als de
bond weer een lusfrum viert, dan hoopt
spr., dat het onder gunstiger omstandig
heden moge zijn.
De voorzitter dankt daarop den burge
meester voor zijn hoopgevende rede.
Nog voert het woord de heer v. d.
Hoeven, van de Amsterdamsche Vereen,
van Schoenmakerspatroons die een kost
bare bloemenmand aanbood.
De algemeene voorzitter van den
Nationalen Schoenmakerspatroonsbond,
de heer v. d. Walle, spreekt met eenige
bemoedigende woorden Alle struikel
blokken, die het vak tegenkomt (en dat
zijn in deze donkere dagen vele), moeten
overwonnen worden. Deze tentoonstel
ling is er een krachtige poging toe
Daarna leidt de voorzitter de ge-
noodigde autoriteiten langs de stands
rond.
Vooral het Rijksproefstation en de
Voorlichtingsdienst ten bate der leder
industrie zijn geruimen tijd bezocht
De tentoonstelling waarvan hierboven
de opening wordt vermeld maakt een
uitstekende indruk, er is gewoekerd met
de plaatsruimte en het comité met de
exposanten zijn er in geslaagd iets goeds
en iets moois tot stand te brengen. De
inrichting is goedgevonden, de aan
kleeding zeer smaakvol en ook het
geëxposeerde is werkelijk zeer belang
rijk en een bezoek van vakmenschen
schen overwaard Gisteren was het er.
ook uit deze streken, bijzonder druk.
Reeds 10 jaar geleden nam de heer
Fred. Hoek het initiatief tot een ten
toonstelling. om te pogen de schoen
makerij weer tot verheffing te brengen.
Eerst nu is dat gestelde doel bereikt
en de Bond is er ingeslaagd een wer
kelijk grootsche tentoonstelling te orga-
niseeren, waar men een duidelijk over
zicht krijgt van het schoenmakersbedrijf
en aanverwante bedrijven.
Er is de laatste jaren in 't vak voor
uitgang te constateeren, o.a. in het tot
stand komen van het vakonderwijs
Thans zijn er o. a. vakscholen te
Amsterdam, 's-Gravenhage en Waalwijk
(Rijksschool), terwijl voorts wandel
cursussen door het geheele land zijn
georganiseerd, waarbij door den heer
Fred. Hoek aan de schoenmakers
patroons onderricht wordt gegeven.
In de rotonde in de groote zaal van
den Dierentuin zijn de stands ingenomen
door grossiers in schoenwerk en four
nituren, door lederhandelaren, en hande
laren in andere aanverwante artikelen.
Voorts zijn onder de galerij stands
aangebracht van verschillende artikelen,
welke nu niet zoozeer tot de schoen
makersbranche behooren, maar die
zeer zeker het aanzien van de tentoon
stelling verhoogen.
In de waranda is het maatwerk en
orthopaedisch werk ondergebracht, waar
aan een wedstrijd is verbonden met als
prijzen medailles. Reeds hebben zich
voor dezen wedstrijd zeer veel deel
nemers opgegeven.
Het is de bedoeling van 't tentoon
stellingscomité om op dit gebied het
publiek eens een proef te geven van
het kunnen van den Nederlandschen
schoenmaker.
De gaanderij rechts wordt verder
ingenomen door de Rijksschool voor
leerlooiers en schoenmakers met daar
aan verbonden proefstation en voor
lichtingsdienst ten bate van de schoen-
en lederindustrie, te Waalwijk, welke
stand zeer interessant is en veel be
langstelling trekt.
Ook bevindt zich hier de machinale
afdeeling en de maatschoenmakerij en
voorts de historische afdeeling, waarbij
o.a. inzendingen van het Rijksmuseum
te Amsterdam en het Kunstnijverheids
museum te Haarlem.
Links op de gaanderij is een wedstrijd
georganiseerd door de Vereeniging van
leeraren in het schoenmaken voor leer-
lingen van de vakdagscholen, leerlingen
uit werkplaatsen, die tevens avond
vakscholen bezoeken en leerlingen alleen
uit werkplaatsen. Aan dezen wedstrijd
wordt alleen door leerlingen beneden
18 jaar deelgenomen.
Voorts zal hier te bezichtigen zijn
werk van de scholen te Deventer, Til
burg Amsterdam. Borculo en Den Haag.
Onze fabrikanten komen uitstekend
voor den dag. We noemen N V. Jos.
Groenen, Timtur, J. Blok van Heijst,
Kon. Stoomschoenenfabriek A. H. van
Schijndel NA'. E. W. Klijberg Pernot's
Stoomschoenenfabriek „Hollandia", al
len te Waalwijk, Van der Linden en
Muskens, Schalken van Vugt, The
Dutch Shoeworks, Kaatsheuvel, Aug
Strijbosch en Wed. Joh. Coemans
Zn. Loonopzand en Kerst Oerlemans
te Capelle. Ze maken allen een uitste
kenden indruk en handhaven den ouden
roem der Langstraat en omgeving.
Op de verschillende dagen zijn er
allerlei attracties, op enkele middagen
ook voordrachten, die in verband staan
met het tentoongestelde.
De uitvoerige catalogus bevat, behalve
een algemeen inleidend artikel van den
heer W. Donker Pzn., de Hans Sachs
onder zijn vakgenooten, (immers hij is
onder het pseudoniem „van Wijk" ook
romancier), artikelen van ir. H. v. d.
Waerden, directeur der Rijksschool te
Waalwijk over deze school, van den
heer A. Stutz over de wijze waarop
men een bedrijf moet organiseeren om
een goede kostprijsberekening te maken,
over de orthopaedische schoenmakerij
door den heer Alex Huikman, voet-
kundig schoenmaker te 's-Gravenhage,
een korte beschrijving van de voor
naamste Iedersoorten en haar bereiding,
door den heer J Gediga te Waalwijk,
vanden hr. Hoekoverde maatschoenma
kerij en van den heer Ir. v.d. Hoeven over
het proefstation.
Het tentoonstellingscomité bestaat uit
de heeren W. Donker Pzn., F. Hessels,
W. D. Heel. Alex Huikman, F. H.
Hoek, August W. Kulche en Friso
Huikman de jury uit de heeren J W.
Bierens, A, Elshout J. C. L. van der
Geld, J. F. Peters Weytens en R. van
van der Valk.
Door de N.V. Kon. Stoomschoenen
fabriek A. H. van Schijndel Timtur,
N.V. Hollandia en fa. J. Blok van
Heijst, zijn voor de zooveel duizendste
bezoekers elk 5 paar schoenen uitge
loofd, die aan een op te geven adres
tegen bons kunnen worden afgehaald.
DRUNEN. Maandag en Dinsdag had
te Drunen het groot Festival plaats
ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan
der Harmonie „de Volharding" aldaar.
Waar het feestcomité het blijkbaar
niet noodig heeft geacht onze redactie
eene uitnoodiging te zenden, zelfs niet
een officieelen feestgids, zoo
dat wij ons hter en daar konden orien-
teeren en een eigeq verslaggever zen
den. kunnen wij alleen getuigen
dat de niet minder dan 16 deelnemende
gezelschappen prachtig hebben gewerkt
en volop te genieten gaven.
Oe Echo van het Zuiden.
Maandagavond had in >Mas|s
SaC'um» een goedbezochte vergadedog
van »Waalw«ks BvUcg plaats, waarvan
wij het verslag tot a s. Zaterdag moeten
verschuiven.
Maandagoanilddag ontstond In de
Wit-LtnneDfabiick van de N.V. >Hol-
l&ndta» bt) het gebruik van beozioe een
begin vaD brand. Door het fiiok optreden
van eenige werkliedeo, waarbij een
hunner vrij ernstige brandwonden aan
ztjo handen bekwam, wist men de vlam
men aao«'ood9 te bedwingen, zoodat
geen schade van bsteekenls werd be
rokkend.
Zondag werd een mH'je dooreen
wielrijder, die niet van de fi nspad wilde
wijken, aangereden met het gevolg dat
ze kw-im te vallen. Zj bezeerde zich
zoodanig dat aanstonds geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen.
Tegen den ODviiligen fietser
werd procesverbaal opgemaakt.
Door de afdeeliogrn vao den Ned.
R.K. Bakkersparroonsbocd te T Ibu g en
's Hertogenbosch wordt acte gevoerd
ter ve kijglng van den v»ijen verkoop
vaa kleioe broodjes om 8 uur v.tn. D ze
beide groote afdeetiogen b<-bbec voor
dat doel eeoe commissie gekozen, waar
van voorzitter is de heer Jos Sua »us »e
Tilbu'g en secre a'is de beer P. Hei dr x
te Bosch. De acie zal zich zoovee
mogelijk verspreden Logs den weg der
N tMooale booden.
Z'i die belang snellen In bet werk der
commissie ka-men z*ch iu verbinding
S'tllen met bovengenoemd sec«eta>iaar,
det iedere acne, voor wtUe plaats ook,
Zol ter hand nemen.
Door de Waalwljksche Tennisclub
>T ol ib« werdeD gedurende 14 dagen
Obdclicge wedstrijden gehouden, welke
nier veel animo gespeeld werden.
N i dageolaogea strijd stelde de uitslag
zich als volgt vast
Mx-d--pel Ie kl. Ie prijs
M-j. Jac. Wie«maa— M. v. 0Looo.
Mx-d-spel Ito kl. Ie p'tis
M'vr. A. v. Schijodel-v. Thiel-J. Verwlel.
Dimes enkelspel Ie kl. Ie prijs
M j. M tr. Wiesman.
Dames enkelspel lie kl. Ie prijs
MrMoh. Wiesman.
Heeren enkelspel Ie kl. Ie prijs
J. Wiesman.
Heeren enkelspel II9 kl. Ie p'ijs
E. de Grerff.
Zondig 11. speelde >T oltib* e«-n wed
strijd »e B'eda «egen de Bredasche Teo-
nisclub »0 N A.< Da beide partijen tooo-
den z ch weinig geneigd de overwioning
los te laren en ee sï na zwa en kamp
geluk'e het «Tioltib4 een 5—2 zegepraal
te behalen.
De mail voltooide den begonnen zin niet.
Eensklaps toonde zfln gelaat een zonderlin
ge uitdrukking.
„O, zjjt gq hier!" riep lijj eensklaps uit,
een paar stappen achteruitwijkend. „Gö
zflt dan weer van Amerika teruggekomen?"
..Uwe trekken zQn mö niet onbekend,
mijnheer," antwoordde Ovidius, „doch ik
zoek vruchteloos."
„Ik was aan boord van de Lord-Maire
met u, in 1861," onderbrak hem René Bosc.
Ovidius huiverde.
„En," ging de vroegere agent der open-
barev eiligheid voort. „Zoo gq mij niet meer
herkent, ik herken u des te beter. Mijn
naam is René Bosc."
En zonder er dan nog een woord bq te
voegen keerde hij den pseudo-baron den rug
toe, die eensklaps zeer bleek werd en zich
haastig verwijderde.
..G\j kent dan dien man?" vroeg de dok
ter verwonderd.
"Jf-Een geschiedenisje, dat ik 11
dadelijk verhalen zal."
Terwijl Ovidius haastig naar het station
stapte, dacht hij
i*Vi8ti nu die vr°egere politieman te
rw -1 J En nog wel bÖ dokter Richard
Dat zal mqn vertrek nog verhaasten... 't Is
nier niet goed voor mij
h«En uDkele ogenblikken voegde hij er
«.„Doch zoo ik Amanda hier Iaat, kan
den dokter wederzien en van hem ver
nemen, dat baron de Iteiss eigenlijk Ovidius
Soliveau heet. René Bosc zal dit niet ver
zwijgen... Maar wat geeft dat ook? Te Pa-
D: mogdnkbeid t« niet uitgesloten
dat er a.s. Z >odag 27 dezer to oor.e
plaats wederom een voe b^lwrdstnid z-1
plaats -loden lusschet» twee 1 s«e Klasse
vereeoigiogeo ea wel om deo Ph lips-
beker.
Doo'dit da b<*M* B ts«cbe vereenlgio-
gen B.V.V. eo WilbHmioa momenteel
niet over buone sprelie>reloen kuooeo
bf9cb kUep, was m*o voornemens de
werisTtld B V.V.—W Ihelmloa (event.
B V VW|||cm II) op het terreio van
WS.C. alhier te la ro plaats «iodeo.
Definitieve bevestigiog kooden wij bij
het ter perse gaan vao dit blad oog
riet ontvangen vaa do vereeoigiog
W.S C.
ï-tjs teruggekeerd, zal Ovidius Soliveau
evenals baron de Reiss voor goed verdwij
nen."
Aan het station wierp hq den brief in de
bus en ging dan naar het bureau van de
telegraaf en seinde:
„Paul Harmant, industrieel, Courbevoie.
„Ik keer naar Parqs terug.
„Baron de Reiss."
Dan stapte hq naar het hotel en vroeg
om tegen den volgenden dag de nota gereed
te maken.
René Bosc en zqne familie hadden met
den dokter de woning bereikt van diens
zuster, welke, zooals wij weten aan het
hotel Rendez-vous der Jagers grensde.
De dame, eene nog jonge rqke weduwe,
had bq haar eene juffrouw van gezelschap
die haar nooit verliet. Zfl waren gezeten in
den tuin onder een groepje lioogopgaande
schaduwrijke boomen nabij den afschei
dingsmuur.
De dokter bemerkte haar van verre. Hfl
stelde de goede dame zfjue kennissen voor.
die zfj met de grootste minzaamheid ont
ving.
„Zet 11 hier bij mij neder, mqnheer Bosc,
zeide zij tot den grijsaard. „Hier voelt men
geen tochtje."
„En 't waait nog al sterk, madame. Zoo
even nog werd mijn hoed door een rukwind
afgeworpen en bij die gelegenheid werd ik
in tegenwoordigheid gebracht van een
schurk der ergste soort."
Amanda, w(j hebben 't reeds gezegd, was
aan de andere zqde gezeten van den muur
wet een boek in de hand.
De stem van René Bosc wekte haar uit
hare gepeinzen.
Zq luisterde en de woorden kwamen dui
delijk tot haar:.
„Een ellendeling der ergste soort!" her
haalde de dokter. „Spreekt gö van den
persoon, j5ie uwen hoed heeft opgeraapt?"
uls t
„Van baron de Reiss dan?"
Amanda sprong op.
„O, 0, dacht zU, „men spreekt van d< -i
baron. Ik heb hier een uitstekende plaats
gekozen."
René Bosc zag den dokter lachend aan.
„Welken naam r.oemdet' gö zoo even?'
vroeg htJ.
„Baron (le Reiss.'"
En dien naam kent gij toe aan den
kerel van wien ik gezegd heb dat hij met
mij aan boord van de Lord-Maire was in
1861?"
„Hoe kent gq hem?"
,Ik werd gisteren geroepen om eeli jonge
vrouw te behandelen, die met hem in het
aangrenzend hotel woont."
Om beter te kunnen luisteren was Aman
da op een bank geklommen. Zij stond vast
tegen den muur.
„Die man, beste dokter," hernam René
Rose, „is niet meer baron dan gij of ik. Met
een doel dat ik niet ken, maar mij zeer ver
dacht voorkomt, heeft hij een valschen
naam aangenomen. Hö heet Ovidius Soli
veau."
,Zljt gq daar zeker van?"
„Zeer zeker, dokter, volkomen zeker
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Terwql deze woorden aan de andere
zjjde van den muur gewisseld werden, her
haalde juffrouw Amanda op zachten toon
„Ovidius Soliveau Ik zal dien naam niet
vergeten... Zonderling toeval. Wellicht sta
ik thans op het punt alles te vernemen wat
ik wenschte te weten."
René Bosc hernam
>Die ellendeling, een werktuigkundige,
leefde ruim twintig jaar geleden onder den
druk van een bevel tot gevangenneming.
Van Frankrijk ging hij naar Amerika om
werkzaam te zijn Iu de ateliers van James
Mortimer te New-York en was aan boord
van de Lord-Maire, even als gö en ik."
„Dat is zonderling!" sprak de dokter.
„Ja, niet waar? Doch gij zult de ontmoe
ting nog wel zonderlinger vinden, wanneer
gq weet, dat het dezelfde ellendeling is, die
mij mijn reistasch ontstolen had met mijn
geheel kapitaaltje."
„En die misdaad hebt gö ongestraft ge
laten?"
„ïk heb u gezegd, dat een passagier, Paul
Harmant genaamd, mfl alles weer terug
bracht, mfl tevens verzoekende geen gevolg
aan de zaak te geven. Aan dat verlangen
heb ik voldaan. Te New-York gedroeg hij
zich zeer slecht en liep de speelhuizen af,
waar hö alles verloor, wat hö verdiende.
En dat bedroeg nog al wat. Want dank zq
steeds den reiziger, die zijn voorspreker bö
mij was geweest en James Mortimer's ven
noot was geworden, vervulde hö in hunne
groote fabriek de betrekking van inspecteur
der werkzaamheden. Sluds mön terugkeer
in Frankrök had ik hem uit het oog verlo
ren en thans vind ik hem weder onder den
naam van baron de Iteiss. Deze naamver
wisseling wöst mö weer op een nieuwe mis
daad. Ik houd mö daarvan overtuigd, want,
weea verzekerd, Ovidius Soliveau is voor
alles in staat, behalve voor eene goede
daad."
„Mö was niets van hem bekend," ant
woordde de dokter „en nochtans heeft zön
gelaat mö van den beginne af zeer mis
haagd."
„En gö vergist u niet. Zeker is de kerel
voor een nieuwe misdaad naar Bois-le-Roi
gekomen."
„O, dat weet ik maar al te goedGiste
ren is er in het hotel hierneven iets zeer
verdachts voorgevallen."
„W.ie is die vrouw in zön gezelschap?"
vroeg René Bosc.
„Eene zeer lieve dame, zqn nichtje," zoo
zeide hö."
„Eene medeplichtige van hem waarschtyn-
lök. Zoo ik nog tot de openbare veiligheid
behoorde, zou ik de zaak spoedig hebben
opgehelderd."
Amanda beefde en werd doodsbleek.
De grtysaard ging voort:
,Ik zou niet verwonderd zön bö de eene
of andere gelegenheid te vernemen, dat die
man en zoo ook die vrouw eene zware
veroordeeling achter den rug hebben. Soort
zoekt soortMaar van welke verdachte
zaak sprakt gö zooeven dokter?"
„Herinnert gö u nog wat ik u enkele
dagen geleden Van het Canadeesche vocht
vertelde, waarvan men mö de eigenschap
pen zoo hoog geroemd heeft?"
„Een .vocht dat men in Amerika praat-
water noemt. Ja, dat herinner ik mij nog
zeer goed."
„Welnu die kerel, die gewaande baron de
Reiss heeft van dit vocht gebruik gemankt
om die zonderlinge dronkenschap te ver
wekken, die een soort van delirium teweeg
brengt. Hö wilde do vrouw doen spreken,
die bö hem is."
„En gelooft gö dat dit gelukt is?"
„Er is geen twflfel aan. De vrouw, ter
prooi aan een voorbögaand delirium, heeft
zeker al hare gedachten verraden, en daar
op heeft zich eene crisis voorgedaan, eene
vreeselijke, een versehrikkelöke crisis. Ik
kwam juist op töd. Het gevaar was zeer
ernstig."
„En waarom was het gevaar zoo groot?"
„Wellicht omdat de dosis te sterk geno
men werd. Zonder een kalmeerend drankje,
dat ik haar onmldedllök heb toegediend, zou
(1e ongelukkige aan een hersenontsteking
bezweken zön."
„Hebt gö van dat alles proces-verba al
opgemaakt?" vroeg de ex-agent der open
bare veiligheid.
„Er was geen reden daartoe."
„Dat is mön meening niet. Ik zie daarin
eene poging tot vergiftiging."
„Neen, een eenvoudige onvoorzichtigheid."
„Maar wö hebben hier gevaaröke buren,
sprak de zuster des dokters. „Misschien zou
het wel niet slecht zön madame uit het
hotel eenige inlichtingen over hare gasten
te verstrekken."
„Waartoe zou het dienen? Die lieden zön
slechts voor eenige dagen hier. Wellicht zön
zö morgen reeds verdwenen. Dat zö zich
elders aan de galg laten brengen!"
„Wel ja, daarin hebt gö gelök. En wö
hebben nu lang genoeg over dat volkje ge
sproken," hernam René Bosc. „Maar toch
zou ik heel graag de belofte gehouden heb
ben. die ik den kerel gedaan heb."
„Welke belofte?"
„Dat ik den booswicht niet zou sparen
den eersten keer dat ik hem opnieuw op een
booze daad zou betrappen. Maar wö hebben
ons maar al te lang met dien ellendeling
bezig gehoudenIaat ons van andere zaken
sprekenKoe is het thans met uwe
zieken, dokter?"
Thans kwam het gesprek op een heel
ander thema.
Amanda daalde van den stoel af, waarop
zö had plaats genomen om beter te hooren,
bleek, bevend, nauwelöks in staat op hare
beenen te staan, en trad met langzame
stappen hot hotel binnen.
(Wordt vervolgd)