Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
,noord-bf;aband"
Gemeenteraad.
i
NUMMER 69
WOENSDAG 30 Aug. 1922.
45e JAARGANG
Uitgayh:
WAALWIJK8CHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit 7 wee
Bladen.
Snelle en vereenvoudigde
rechtspleging.
Met 1 September a.s. wordt ingevoerd
een hoogst belangrijke wijziging in de
behandeling van lichte strafzaken, welke
behooren tot de bevoegdheid van den
kantonrechter.
Over de nieuwe methode ontleenen
wij het volgende aan het Vaderland
Na 1 September zal een politieagent,
die b.v. een heer verbaliseert, die met
zijn fiets op de kleine steentjes heeft
gereden we nemen opzettelijk een
doodeenvoudig, dagelijks voorkomend
geval hem niet toevoegen het gebrui
kelijke „u zult er nader van hooren",
waarop dan na eenige weken een dag
vaarding hem voor den kantonrechter
roept, maar hij zal hem een oproeping
overreiken om over een paar dagen voor
den kantonrechter te verschijnen. Dat
formulier zal echter nog meer bevatten.
Het zal n.l. den deliquent mededeelen,
$utals hij strafvervolging wil voorkomen,
hij zich zoo spoedig mogelijk mondeling
of schriftelijk kan wenden tot den ambte
naar van het openbaar Ministerie bij het
kantongerecht om de voorwaarden te
vernemen, waaronder dit mogelijk is.
Men weet, dat men reeds volgens het
thans geldende recht een vervolging
voor een overtreding waarop enkel boete
als straf is gesteld, kan voorkomen door
het maximum der bedreigde boete te
betalen. Het daaraan ten grondslag
liggende beginsel wordt nu uitgebreid.
Men zal zich nu bij het parket kunnen
vervoegen en met den ambtenaar van
het O.M. onderhandelen over de onmid
dellijke betaling van een bedrag, door
deze vast te stellen, desnoods ver be
neden het maximum. Dat bedrag zal uit
den aard der zaak niet veel verschillen
met de boete, die de kantonrechter
gewoon is voor een dergelijke over
treding op te leggen, maar het voordeel
zit aan twee kanten. In de eerste plaats
is de overtreder gevrijwaard voor een
behandeling van zijn zaak ter openbare
van nDe Echo van het Zuiden
142)
terechtzitting, wat hem beslommering,
tijdverlies bespaart. En in de tweede
plaats wordt de kantonrechter, die het
toch al druk genoeg heeft, bevrijd van
de behandeling van zoo'n doodeenvoudig
zaakje. Ook voor hem dus winst.
Intusschen behoeft men geen gebruik
te maken van de aldus gegeven faciliteit
en kan men er de voorkeur aan geven
zijn zaak door den kantonrechter behan
deld te zien. Dat kan b.v. het geval zijn
als men meent, dat de verbaliseerende
ambtenaar niet in zijn recht is geweest.
De kantonrechter behandelt dus de zaak
op den dag door de oproeping aan
gegeven en heeft dan de bevoegdheid
mondeling vonnis te vellen. Berust de
overtreder daar in, zoo kan hij den
volgenden dag de boete bij de griffie
betalen. Maar hij mag ook vragen om
een schriftelijke veroordeeling, die hem
zoo spoedig mogelijk wordt uitgereikt.
In de groote steden, waar de kanton
rechter zooals te Amsterdam eiken dag,
of te Rotterdam en te 's Gravenhage
driemaal 's weeks zitting houdt, is de
mogelijkheid opengesteld, dat de politie
man den overtreder verzoekt met hem
naar het kantongerecht te gaan om daar
onmiddelijk na afhandeling van de aan
hangige zaak berecht te worden. Dat
kan b.v. gebeuren bij baldadigheid, rust
verstoring, optreden tegenover vreemde
lingen en dergelijke zaken. Als dat in
de praktijk doeltreffend blijkt, zal dit
meer nut tot bestrijding der tuchteloos
heid bij ons volk hebben dan de mooiste
betoogen en de krachtigste artikelen.
Nu is het uil den aard der zaak niet
goed mogelijk alle overtredingen op zulk
een vlotte manier af te handelen. Er
zijn een aantal overtredingen van het
strafwetboek, die niet geschikt daarvoor
zijn. We noemen de ambtsovertredingen,
de scheepvaartovertredingen, inbreuk
maken op de verplichtingen bij surséance
van betaling, enkele overtredingen be
treffende de goede zeden, enz. Zij zullen
op de thans nog gebruikelijke wijze
worden aangebracht en behandeld. Het
zelfde is het geval met overtredingen
van enkele speciale wetten, zooals de
Boterwet en de Warenwet, alsmede de
schending van verordeningen van water
schappen.
In de tweede plaats heeft niet elke
verbaliseerende ambtenaar de bevoegd
heid om zoo'n summiere oproeping aan
een overtreder aan te bieden. Die vrijheid
is n.l. niet toegekend aan bijzondere
ambtenaren of onbezoldigde Rijksveld
wachters en marechaussees. Zij zullen
in hun portefeuilles een stel van de
hiervoren vermelde oproepingen hebben
om deze na behoorlijke invulling, aan
overtreders uit te reiken.
Die invulling is hun zoo gemakkelijk
mogelijk gemaakt. Toch vréezen we, dat
in den beginne dit nog wel eens moei
lijkheden zal baren, niet elke politieagent
zal er dadelijk vlot mee overweg kunnen
Maar de praktijk zal hier veel moeten
doen. Trouwens de praktijk zal in deze
gansche hervorming van groote betee-
kenis zijn. Zoowel de politie als het
publiek zullen moeten leeren zich aan
den nieuwen toestand aan te passen.
Maar als men eenmaal ervaren zal heb
ben, van hoe heilzamen invloed dit
breken met sleur en gewoonte is op het
maatschappelijk leven, dan zal men
ongetwijfeld ook verder op dien weg
voortgaan en niet enkel op strafrechterlijk
DOOD ERVARING
doch ook op burgerlijk gebied streven
naar vereenvoudiging van de rechts-
toepassing.
HEUSDEN.
In de bijeenkomst van den gemeente
raad van j.l. Maandagavond waren met
den Voorzitter allen aanwezig behalve 1
het lid Hub. Verhoeven.
De notulen werden onveranderd goed- i
gekeurd. j
Hierna deelde de Voorzitter mede, j
dat blijkens kasopneming op 20 Juli bij
den Gemeente-Ontvanger diens beheer
in orde was.
Verder werd mededeeling gedaan van
besluiten van Ged. Staten, behelzende
goedkeuring van de wijziging der Alg.
Politieverordening, der Gemeentebegroo-
ting over 1921, van den verkoop van
grond aan Van Wagenberg-Festen. van
de overeenkomst met enkele gemeenten
regelende de keuring van vleesch, en
van de benoeming der heeren Hub.
Verhoeven en Van Wijk tot lid van de
Commissie van Schatting voor de Rijks
inkomstenbelasting.
Vervolgens werd overgegaan tot vast
stelling eener verordening op de keuring
van vee en vleesch, die behoudens
enkele formeele veranderingen gelijk is
aan het van regeeringswege verstrekte
model.
De heer Uhl vroeg, of de keuring
uitsluitend plaats heeft op Dinsdag en
Donderdag, waarop de Voorzitter, in
verband met een opmerking van de
leden De Jong en De Mol, repliceerde,
dat de praktijk wellicht verandering zal
moeten brengen, daar de keuringsdagen
worden geregeld in overleg met andere
gemeenten.
Nader hoorden we, dal tot keurmeester
hoofd van dienst denkelijk iemand zal
moeten worden benoemd, die tevens de
praktijk van veearts uitoefent. Het was
wei anders gewenscht, doch dat stuitte
af op financieele bezwaren.
De heer De Haan vroeg, wie de functie
kon verrichten bij ontstentenis van den
keurmeester, waarop de Voorzitter zei,
dat in het voorloopig plan ook sprake
is van een hulpkeurmeester.
Het z.g. „uithallen" wordt niet ver-
boden, vooral met het oog op he1
platteland, doch uitsluitend voor hef
afslachten van eigen vee, zooals tot nog
toe gebruikelijk, doch het mag niet het
karakter krijgen van de uitoefening van
't slagersbedrijf.
Na enkele opmerkingen over het her
keuren, zoo verlangd, van vleesch, werd
art. 42 van de Bouwverordening ge
wijzigd, Verbiedende het hebben van
privaten volgens het z.g. tonnenstelsel,
waarbij het lid De Haan vroeg om een
soepele toepassing, wat volgens den
Voorzitter in de bedoeling lag, zoodat
art. 56 de mogelijkheid schept ontheffing
te verleenen.
De verordening werd vastgesteld met
algemeene stemmen.
Wegens periodieke aftreding van de
heeren G. van Everdingen en H. Ver
hoeven als lid van 't College van Zetters,
werden door stemming twee voordrach
ten samengesteld, waarop als no. 1
voorkomen de aftredende heeren en als
no. 2 de heeren H. Tupker en Joh.
de Mol.
De Gemeenterekening over 1921 werd
aangeboden en met goedkeuring van
den Raad werd de commissie van onder
zoek door den Voorzitter aangewezen
als volgt de heeren De Mol, Uhl en
F. Verhoeven.
Verder werden aangeboden de reke
ning over 1921 en de begrooting over
1923 van de Gezondheidscommissie.
Van de eerste bedragen de ontvangsten
f 2590.08 en de uitgaven f 2406.111/*
zoodat er een batig slot is van f 183.96
Van de laatste zijn beide geraamd op
f 2647.96'/a, waarvoor door Heusden
zal worden bijgedragen f 119.22.
Het verzoekschrift van den Ned. R. K.
Politiebond „St. Michaël" om subsidie,
ontving hetzelfde onthaal als dat van
de Ned. Ver. „Het Groene Kruis" (zetel
Utrecht). Op beide werd afwijzend
beschikt.
Van de gelegenheid, die de Voorzitter
gaf, om alsnog iets te vragen of mede
te deelen in 't belang der gemeente,
werd door niemand gebruik gemaakt,
waarna j in geheime vergadering werd
overgegaan tot het behandelen van be
zwaarschriften tegen den Hoofdelijken
Omslag en de heffing van schoolgeld.
De Echo van het Zuiden,
Wailviikseht en
Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aboiiueinentsprljs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Jeanne spoedde zich de trappen op en
schelde.
De oude dienstmeid opende.
„Advocaat Darier?" herhaalde Jeanne.
„Mijnheer is niet thuis," antwoordde de
meid. „Komt madame voor zaken?"
„Ja".
„Dan zal het mijnheer spijten".
„Zal hij lang wegblijven?"
„Eenige dagen."
„O," hernam Jeanne teleurgesteld.
„Mijnheer is naar Tours, waar hij in een
belangrijke zaak te pleiten heeft. Aanstaan
den Woensdag komt hjj terug."
„Nog zes dagenriep de brooddraagster
uit. „Nog zes dagen te wachten
„Ja, dat zal wel noodig blijken, madame".
„Welaan dan, ik zal na zes dagen terug
komen," mompelde Jeanne zeer ontmoedigd
en dan keerde zij naar de Bourbonkade
terug.
Lucia, ter prooi aan een hevige koorts,
was genoodzaakt geweest zich naar bed te
begeven.
De brooddraagster rilde van angst en
schrik.
De gedachte, dat de ongelukkige het
slachtoffer van een licht te begrijpen ziekte
zou kunnen worden, deed haar beven van
het hoofd tot de voeten.
„Welnu, mama Lison?" vroeg de werkster
op zwakken toon.
„Georges Darier Is op reis, lieve. Ik zal
hem gaan opzoeken, zoodra hij terug is. Op
he.t oogeublik moeten wij echter niet aan
hem denken, maar aan u, aan n, mijn liefste
kind Gij schijnt zwaar te lijden."
„Ik beu koortsachtig."
„Ik ga onmiddellijk een dokter halen."
„Waartoe zou dat goed zijn?"
„Waartoe? Wel, omdat ik niet wil dat
gij ziek wordt. De geringste ongesteldheid
kan gevaarlijk worden, wanneer men die
verwaarloost... O gij kunt wel zeggen wat
gij wilt, nu luister ik toch niet naar uwe
woorden."
En de brooddraagster haastte zich naar
buiten.
Weldra was er een dokter aan het ziek
bed.
Na het jonge meisje aandachtig te iieb4
ben onderzocht schudde de dokter 't hoofd,
heet zich op de lippen en rimpelde de wenk
brauwen.
Het geval was ernstig, of kon althans
ernstig worden.
Elk oogeublik was er hersenkoorts te
duchten.
De dokter schreef een drankje voor en
vertrok met de verzekering dat hij (les
anderendaags zou terugkeeren.
Jeanne ging naar deu apotheker, liet het
recept van den dokter gereed maken, nam
dan hare plaats in aan het ziekbed barer
dochter en bleef daar zoolang als hare be
zigheden dit veroorloofden.
Wij hebben onzen lezers mede te deelen
waarom Raoul Duchemin, de stadhuisklerk
van Joigny, in den trein was, die te Bois le
Roi ten gevolge van een verkeerden wissel-
stand werd aangereden.
Niettegenstaande de groote wijnkoopman,
wien de jonge man valsche wissels getee-
keud had, geheel betaald was, ontzag hij
zicli niet aan een ieder die het hooren wilde
te vertellen, hoe hij eensklaps op zeer on
verwachte wijze door een onbekend be
schermer van den klerk werd schadeloos ge
steld.
Spoedig wist men te Joigny dat Raoul Dn-
chemin, die gewoonlijk geen cent op zak
had, thans kwistig met zijn geld speelde en
natuurlijk vroeg men zich af door welken
samenloop van omstandigheden hij nu in
staat was gesteld zijne schulden te betalen.
Men had Duchemin zien spreken met een
vreemdeling, ontbijten en dineeren ln gezel
schap van dienzelfden vreemdeling. Dat
Prijs der Advertenttën
20 cent per regel; minimam 1,80.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
scheen verdacht, evenals al hetgeen niet
duidelijk te hegrijpen is, en leverde stof
voor zoovele gesprekken, die dikwijls van
niet veel welwillendheid getuigden.
Al die praatjes, die niet den dag, met het
uur aangroeiden, kwamen aan de ooren van
den burgemeester van Joigny.
Deze ambtenaar vroeg uitleggingen aan
zfjn klerk, die niet in staat was eenige ver
klaring te geven, daar hij zelfs niets be
greep van hetgeen er gebeurd was.
Het besluit van dit onderhoud was het
volgende
,,'t Is onmogelijk dat gij nog .langer aan
de gemeente-administratie blijft... Neem dan
uw ontslag, of ik zal verplicht zijn het u
te geven."
Duchemin, door dit vonnis zonder appèl
zeer terneergeslagen, vroeg zfln ontslag en
zag zicli zoo zonder betrekking en door
iederpen met minachting bejegend.
Toch was er nog niets hekend van zijn
geheimzinnig bezoek aan het archief en van
den koop, dien hij met baron de Reiss ge
sleten had, doch de jongeman beefde bij de
gedachte, dat men ook dit mocht ontdek
ken.
Het ontvreemden van een authenthiek
stuk, eeue ontvreemding, waaraan hij eerst
slechts weinig belang hechtte, begon hem nu
zeer ernstig in de oogen te Schijnen, en in
stede van den man te zegenen, die hein voor
een «ogenblik uit een zeer moeilijken toe
stand verlost had, betreurde hij het thans
dien persoon op zijn weg ontmoet te heb
ben.
Eerst dacht Duchemin er aan zich naar
Parijs te begeven, waar hij wel eene betrek
king zou kunnen vinden en in de menigte
verdwijnen.
Hij had nog tal van goudstukken in zijn
bezit, genoeg om verscheidene weken in zyn
onderhoud te voorzien. Hij ging naar deu
trein en vertrok.
Wij weten reeds dat ee,n groot spoorweg
ongeluk de gelegenheid zou bieden eener
ontmoeting van Raoul met haar, die hij zeer
Ie recht als de eerste oorzaak van zijn on
geluk kon beschouwen, doch zeker niet. als
de eenige.
Amanda Régauiy was werkelijk zeer nood
lottig voor hem geweest, maar h(j had zulke
booze neigingen, dat indien Amanda uil het
kwartier van Batignolles hem niet in het
verderf had gestort, er wel een andere zou
geweest zijn om dit te doen.
Zijne wonde, die wel is waar ernstig was,
flooals wij reeds hebben medegedeeld, bood
echter geen gevaar en zoo er geene droeve
verwikkelingen tusschenbeide kwamen, wat
wel niet zeer te vreezen was, dan kon men,
met hel oog op de goede zorgen, die aan
hem besteed werden, er vast op rekenen,
dat hij spodig weer zou hersteld zijn.
Amanda wachtte met ongeduld het oogeu
blik af, dat zij hem een bezoek zou kunnen
brengen.
De jonge vrouw verwonderde zich in het
geheel niet, dat de pseudo-barou de Reiss
niet was teruggekeerd.
Zij had, zeëf juist geraden, dat hij met
zijn vertrek alle betrekkingen wilde afbre
ken, doch liet meisje koesterde eene vaste
en onveranderlijke gedachte, zich te wre
ken en zij hield zich overtuigd, dat Raoul
Duchemin haar voor die wraakneming een
medehelper zou kunnen zijn van onschat
bare waarde, een overtuigd medewerker,
want voorzeker moesten de banden, die liem
aan baron Arnold de Reiss hechtten, hem
zwaar wegen.
Menigmaal per dag informeerde de jonge
vrouw naar den toestand van haren vroege-
ren beminde.
„Nu geloof ik. dat madame hem wél een
bezoek kan brengen," zeide de dienstmaagd
op zekeren avond. „Hij houdt nog wel het
bed, maar is toch veel beter."
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Amanda vernam met genoegen dat zij by
den jongeman kon toegelaten worden.
„Wanneer zou ik 't best kunnen gaan om
niet opgemerkt te worden?" vxoeg zij aan
de dienstbode
„Morgen-middag voor 't bezoek van den
dokter", antwoordde de meid.
„Na mijn déjeuner danZult gy mij hij
hem brengen?"'
„Ja madame, volgaarne."
Amanda ontbeet gewoonlijk om elf uur.
Des anderendaags kwam zij niet voor 12
uur aan tafel en hield zich geruimen tyd
bezig.
zy wachtte op Madeline.
Tegen een uur gaf deze een teeken en
verdjween dan op de binnenplaats, waar
Amanda haar aantrof by de dienstboden-
trap.
Er zyn twee verdiepingen, madame," zei-
de Madeline. „Laten wij ons haasten."
Daarop besteeg zy haastig de trappen en
op de tweede verdieping gekomen, volgde
zy een gang, waarop verscheidene deuren
uitkwamen.
Amanda volgde de dienstbode op den
voet. zy was vrij ontroerd en vroeg zich
niet zonder angst af welken indruk haar
onverwacht optreden op den vroegere» be
minde zon uitoefenen.
Voor eene deur juist in den hoek stond
de nieid stil.
„Hier is.'t madame," zeide zy tot de be
zoekster neigend. „De sleutel is op de deur."
Daarna verdween zy haastig.
Enkele* oogenbllkken stond Amanda daar
zonder eenige beweging te maken met het
oor tegen de deur.
Zy hoorde niets.
Eensklaps nam zy een besluit en klopte.
Raoul Duchemin lag nog te bed. Hy had
het hoofd met zwachtels omwonden, maar
zijne krachten kwamen toch van dag tot
dag meer terug. Hy zag en hoorde zeer goed
en kon zonder eenig gevaar aan een onder
houd deelnemen.
„Binnenriep li met heldere stem.
Amanda opende de deur en trad binnen.
I)e jongeman verwachtte zeker niet zUue
vroegere beminde te zien. Zy was op dit.
oogeublik zoo verre van al zfjne gedachten
verwijderd, dat hy haar eerst niet kende.
Hy richtte zich in zyn bed op, terwijl hy
zeer verwonderd op een der ellebogen rustte.
Eindelyk herkende Duchemin het meisje
en stiet, een kreet van verbazing uit. Onte
vredenheid toonde hy echter niet.
„Amandariep de jongeman uit. „Gfj
hier?"
„Ja, ja, beste jongen," antwoordde zy,
naar zijne hand grijpend, die zy aan de lip
pen bracht. Myne aanwezigheid moet u niet
verwonderen. Ik ben getuige geweest van
hot ongeluk, dat u getroffen heeft en heb u
onmiddellijk herkend. Ik vernam dat men
n hierheen bracht, geregeld heb ik berichten
omtrent uwen toestand ingewonnen en dit
oogeublik afgewacht om u eindelyk te kun
nen bezoeken." (Wordt vervolgd).