De Portierster van Alfortville Buitenland. TWEEDE BLAD. Gemeenteraad. FEUILLETON NUMMER 70.ZATERDAG KAATSHEUVEL. (Vervolg.) De heer van den Wildenberg wijst er verder op dat z.i. er nog genoeg werke- loozen zijn die bekwaam zijn om mede te werken aan de verbetering van wegen. Er moet dan goed toezicht gehouden worden, er moet juist gedaan worden als in de fabrieken, een van de knechts, de beste, stelt men aan als een soort meesterknecht die eenige verantwoording heeft. De Voorzitter merkt op dat het in de fabrieken altijd nog iets anders is. daar is men deskundig, althans zeker die aangesteld wordt tot meesterknecht, doch hier is er geen enkele schoenmaker die verstand heeft van grondwerk. Men heeft eenmaal de ondervinding opgedaan met deze menschen aan het werk te zetten, maar het liep de spuigaten uit. Een ieder die het toen heeft aangezien walgde er van, zoo lamlendig ging het er naar toe. Spreker is het er wel mee eens dat op slot van rekening een andere weg moet worden gevonden, want het blijven uit- keeren, zoowel door Rijk als door gemeente, kan niet blijven duren. Komt er binnen korten tijd geen opleving in de industrie dan zal naar iets anders moeten worden omgezien, dan zal ge tracht moeten worden om die menschen aan den arbeid te brengen op welke manier ook, doch in ieder geval onder deskundig toezicht. De heer de Wijs is het gedeeltelijk toch eens met den heer van den Wil denberg. Er kan onder degelijk toezicht nog wel wat werk worden verricht, dat is te zien bij de werkzaamheden van de Waterleiding Maatschappij, want daar zijn het ook niet uitsluitend grondwer kers die er werkzaam zijn en toch wordt er gewerkt dat het prettig is er naar te kijken. Uitsluitend is dat toe te schrijven aan de leiding en het toezicht. Wat de Voorzitter heeft gezegd over de nieuwe Wijk. over het werken wat daar is gedaan, daar is hij het geheel mede eens. Al het geld daaraan uit gegeven is weggegooid geld geweest, niets heeft toen eenig doel gehad en de heele gemeente heeft zich er aan ge- ergerd zoo er toen gewerkt werd. En toch is spr. de meening toegedaan dat er nog wel menschen zijn die onder degelijke leiding en goed toezicht, kun nen werken en een daggeld Verdienen. De Voorzitter zou ook gaarne zien dat de menschen door het verrichten van eenigen arbeid in hun onderhoud kunnen voorzien, liever dan dat ze langs de straat slenteren. In de vergaderingen van het Dag. Bestuur is daarover meer malen gesproken. Hij acht het honderd parten beter dat gewerkt wordt, dan dat niets wordt gedaan, doch de groote vraag is bij hemwaar moet men de menschen aan het werk zetten. Dat werkje door den heer van den Wilden berg aangegeven is binnen veertien dagen afgespeeld. Hier in deze gemeente van ,J)e tioho van het ZutderT 144). SEPT. 1922. 45e Jaargang. is geen werk van beteekenis te verrich ten. In Hilvarenbeek is dat anders, daar hebben de patroons met het gemeente bestuur beraadslaagd met het gevolg dat ze daar op de hei aan het werk zijn gezet. Maar daar hebben ze hei die er geschikt voor is en ieder tracht daar naar z'n kracht mee te werken. Die niets uitzet, wordt gewoon aan den dijk gezet en krijgt dan niets meer. Hier heeft men echter geen eigendom en zou men z'n toevlucht tot een dergelijke werkverschaf fing willen nemen, dan zou eerst nog tot aankoop daarvan moeten worden overgegaan. De heerRoestenberg zegt dat dit vraag stuk reeds lang zijn volle aandacht heeft. Met de Chef van het Departe ment van Arbeid in Den Haag heeft hij verleden week over deze aangelegenheid nog lang gesproken. Hem is toen nog gevraagd of hij geen weg kon vinden in deze kwestie. Verder is bij dit onderhoud door den Chef nog gezegd dat particulieren, indien deze hei willen ontginnen en daar werke- loozen aan laten arbeiden, van het Rijk een bijdrage krijgen van 30 pCtaltijd wanneer de gemeente daar dan ook nog 10 pCt. in bijdraagt. Over de arbeids voorwaarden kan dan later altijd nog worden gesproken. Wij van onzen kant, gaat spr. verder, voelen ook dat het zoo niet langer kan, ook weten wij dat werken beter, ver heffender is, dan leegloopen. Spr. vreest echter dat hier weinig particulieren zullen worden gevonden die in dezen tijd lust gevoelen om tot ontginning van woeste grond over te gaan, zoodat van zelf in overweging zal moeten worden genomen of het aanbeveling verdient dat de gemeente tot aankoop daarvan overgaat. In September kan in deze geest een nieuwe regeling worden tegemoet gezien. Dus dan is in deze werkzaamheden een tegemoetkoming van 40 pCt. te ver wachten. Men denkt aan alles om de werkloo- zen werk te laten verrichten. Zoo sprak een ingenieur, vroeger hier in de om geving werkzaam geweest, hem over 't vergrooten van kerkhoven. Naar zijne meening zijn deze in de meeste plaatsen te klein, doch volgens spr. zal dit hier gesteld dat daartoe zou worden over gegaan, een werk van te geringen om vang zijn. Evenwel alles helpt en het kerkbestuur zou dus daarvan kunnen profiteeren. De heer De Wijs meent dat het voor de particulieren een voordeel zou zijn doch dat de gemeente er nog duur aan uit is, duurder nog dan dat ze dit oogenblik is, want nu krijgt men 50 pCt. in de te maken kosten van uitkeerin- gen aan steun. De heer Roestenberg zegt dat enkele plaatsen eene hoogere uitkeering zullen krijgen, als door hem genoemd. Dit hangt geheel van de finantieële positie der betrokken gemeente af. Hij geeft gaarne toe dat het geen voordeel voor de gemeente is deze te nemen nieuwe maatregel, doch een voornaam ding is dat de ledigheid wordt weggenomen. De Voorzitter merkt op dat men in ieder geval toch ook voor alles wat men uitgeeft, een waardevol bezit terug krijgt, iets wat nu niet het geyal is en het leegloopen wordt er ook door weg genomen. Zoo het nu is heeft de gemeente groote sommen uit te geven en krijgt er niets voor en wie zal dat betalen. De heer De Wijs juicht dezen maat regel ook toe doch hij meent dat het billijk is, indien een paiticulier 30 pCt. vergoeding krijgt, de gemeente wel 50 pCt. mag hebben. De Voorzitter merkt op dat men dan ook alle moeilijkheden kan coupeeren. Wie dan wil werken, kan het doen. De heer van Lier vraagt of de toelage van 30 en 10 pCt alleen in de Ioonen wordt gegeven ofwel van alle te maken onkosten. Dat is een zeer groot verschil. Dè heer Roestenberg geeft toe dat dit een aanmerkelijk verschil is, een antwoord daarop geven kan hij thans echter niet. Men zou daar naar kunnen informeeren. Van Lier. Daar zit een heel groot en aanmerkelijk verschil in. De heer Verschuren is de meening toegedaan dat het voor deze gemeente niets is. De heer van Lier denkt dat het wel door dr. Geluk in overweging genomen zal worden. Die heeft nog wel land in de gemeente liggen dat daarvoor in aan merking komt. Deze heeft reeds veel ontgonnen en al heeft hij dat nu doen stopzetten, met zoo'n bepaling zou hij er wel weer toe over kunnen gaan. Het kasteel van Le Mire te Udenhout komt onder den hamer en daar behoort land bij dat onder deze gemeente is gelegen wat dr. Geluk vroeger al heeft willen koopen en dat land is zeer geschikt om in cultuur te brengen. De Voorzitter meent dat dr. Geluk het aankoopen van grond niet meer zal ambieeren. Van Lier. Ik weet wel dat ze in proces liggen. De heer Verschure zon in ieder geval in Loonopzand de straat willen zien opgehaald. Dat is een werk omvangrij ker als men denkt. In den weg daar zijn gaten zoo groot, dat, wil men er pas- seeren. men van de fiets moet afsprin gen. De daar wonende menschen, die meestal werkloos zijn, liggen nu langs uit voor de huizen, maar om nu even een schop te nemen en zoo'n kuil dicht te gooien, dat doet niemand. Hij zelf heeft er enkele al een toe aangezet en ze er op gewezen dat ze, als ze daar met hun fiets moeten passeeren, er zelf zooveel last van hebben, maar niet een ook al doen ze den geheelen dag niets gaat er toe over, ze blijven allemaal veel liever in de zon liggen. De arbei ders hebben met het in orde maken der waterloopen te veel werk om daar te beginnen. De heer Dankers meent dat de schoen makers moeilijk met een schop kunnen werken, wel de looiers, die hebben er over het algemeen beter slag van. De heer Verschure geeft toe dat de schoenmakers geen meesters zijn in het hanteeren van de schop, doch bij hun eigen huis zetten ze toch de aardappelen en doen ze toch alle werkzaamheden die in een tuin gedaan moeten worden. De heer van den Wildenberg zou de werkzaamheden zoo laten verdeelen dat de schoenmakers b.v. de karren moeten laden en lossen, een werk wat ze toch zeker kunnen doen Door den Voorzitter is gezegd dat het een werk van 14 dagen is, doch hij is het daarmede niet eens, vooral als de weg waterpas wordt gelegd, zooals is besproken dat zou worden gedaan. De heer van Amelsfoort meent dat al wat men op die manier doet, weggegooid geld is. De Voorzitter zou aan den Minister willen vragen of aan het verrichten van dergelijke werkzaamheden die procenten ook worden gegeven. De heer Snaphaan vreest dat van de 100 schoenmakers er 90 zullen zijn die niet of heel slecht met de schop kunnen werken. Reeds eenmaal heeft men onder vonden wat men er aan heeft en nu zou men weer denzelfden weg op willen gaan. De Voorzitter geeft toe dat het een vorige maal misselijk was om aan te zien. De heer van Lier geett de verzekering dat al die bij de Waterleiding Maat schappij werken, vakmannen zijn. Zou dat een schoenmaker zoo moeten doen, dan was hij oogenblikkelijk weg De heer van den Wildenberg noemt een aantal menschen op waarvan hij zeker weet dat ze geschikt zijn om met de schop te werken. De Voorzitter meent dat men dan voor een moeilijke zaak zal komen te staan als geschift moet worden wie wel en wie niet kan werken. De een voor den ander zal zeggen dat hij niet kan, vooral als ze weten dat ze maar hetzelfde geld krijgen. De heer Verschure denkt ook dat als er dan 20 staan te werken die door 50 anderen zullen worden uitgelachen. Van den Wildenberg. Dat zou te cou peeren zijn. Voorzitter. Het beginsel door den heer van den Wildenberg voorgestaan is heel mooi, maar in de practijk valt het tegen. Niemand verder meer het woord ver langende sluit de Voorzitter de vergade ring. De Echo vu O ..Weet gfl dat dan niet?" ..Ik beu u de waarheid verschuldigd en gfl zult ook alles weten".-. (f Amanda Regnmy deelde den 'jongeman alles mede wat wfl reeds "geruinren tijd weten. Raoul had met aandacht, geluisterd. ..Het is zeker," antwoordde hfl, dat de hooswicht zich zeer behendig van u bediend Keft om zijne plannen ten uitvoer te bren gen en niet minder is het waar, dat thans zfln eigen belang medebrengt zich schuil te houden. Hoe zullen wij hem vinden, zoo hij zich verbergt? Waar zullen wij hem gaan zoeken?" y? „OvidiusT Soliveau staat in betrekking tot een voornaam ingezetene van Parijs, wiens dochter zich laat kleeden bfl' madame Au gustine. mijne meesteres." antwoordde Amanda. „Die persoon is een groot indus trieel. wiens fabrieken te Courbevoie staan. Zekere woorden, die ik vernomen heb. doen mij veronderstellen, dat er een bijzondere intimiteit bestaat tusschen den industrieel en den booswicht. Eerstens hebben zfl saam te New York gewoond. Met behulp van den eene zullen wfl den andere weten te vinden. Zij ontmoeten elkander vaak, dat lfldt niet den gerings ten twijfel: wanneer wfl dit huis in het oog houden en de fabriek van Paul Harmant te Courbevoie^ dan zullen wfl spoedig den vclsehen baron de Reiss ont moeten. In dien geest l>ehoort er gehandeld te worden." „Hoe kunnen wfl handelen, alvorens ik genezen beu." „Wfl zullen uwe genezing afwachten. Het i bet Zuiden. eenige wat wfl thans te doen hebben, is'een vasl besluit te nemen. Wilt gfl mijn bondge noot worden?" „Ja". ..En gij vergeeft mfl het kwaad, dat ik zonder het te willen u berokkend heb?" Raoul stak Amanda de hand toe. ..Ja", zeide hij. „ik vergeef het u. wfl zfln nu weer vrienden. Wfl zullen ons te zamen wreken en den ellendeling tot onmacht doe men." „Eendracht maakt machtWees gerust, wfl zullen slagen. Voorloopig moeten wfl echter nog geduld hebben. Ik keer nu naar mijne meesteres terug en wacht uw voHto- men herstel af. Zondag ben ik vrfl, en dan kom ik den dag bfl u doorbrengen. Zoo ik toevallig verhinderd werd, schrijf ik u nog nader en gfl antwoordt mfl". „Zie ik n morgen?" „Ja, ik kom u goeden dag zeggen voor mijn vertrek. Hebt gfl geld noodig?" „Neen." „Hebt gfl dan geld?" „Een beetje." „Zoo!" „De spoorweg-maatschappij betaalt hier alle onkosten." „TT zal ook nog wel eene schadeloosstel ling worden toegekend?" „Zeker. De maatschappfl heeft mfl heden morgen vflfduizend franken laten bieden om zoo de zaak in der minne te schikken." „En hebt gfl dit bod aangenomen?" ..Zeker. Deze som zal mfl binnen enkele dagen worden uitbetaald. Misschien zou een procedure mfl meer kunnen opleveren, doch ik wil niet te zeer in het daglicht treden." „M at zult gfl te Parfls doen?" „Eene betrekking zoeken, zoodra wfl onze rekening met den valschen baron veieffend hebben." „Welke betrekking zoudt gfl wenschen?" „Ja, dat weet ik zelf niet. Ik beu niet voor alles geschikt en vrees dat ik veel moeite zal hebben om iets te vinden naar mflne gading." ellicht niet. antwoordde Amanda, ik heb mfln idée. Tot morgen en nu geen som bere gedachten meer! Ik ben vol vreugde u weer ontmoet te hebben." ZEVENTIENDE HOOFDSTEK. Amanda verliet werkelijk zeer verheugd de kniner van den jongeman. Al hare wen- schen waren dan ook op het oogenblik vol daan. t De overeenkomst, tusschen haar en Du- ehemin gesloten, zou zoo vertrouwde zfl althans Ovidius ondergang zfln. Wfl hebben hier niets bijzonders meer bfl te voegen over het karakter van den gewe zen stadhuisklerkonze lezers kennen hem reeds als een persoon zonder energie, zon der eigen wil. gemakkelijk te verleiden en mede te sleepen. waarheen men zou willen. Toen hfl Amanda zag binnentreden, was zflne eerste beweging eene beweging van woede en zflne eerste woorden waren woor den van verwijting. Doch het was Amanda voldoende geweest te spreken om al haren invloed over hem te hernemen en hem tot wraakneming aan te sporen op Ovidius. De maatschappij zou hem een rond som metje uitbetalen en Amanda had hem ook al geld beloofd en eene betrekking. Dit vooruitzicht, gevoegd hfl het plan zfln gevaarlijken beschermer de macht te ont nemen, hem te vernederen, deden den jon geling de toekomst rooskleurig inzien. Des anderendaags bezocht Amanda hem reeds vroegtfldig. Zfl bracht hem haar adres mede en nadat beiden nogmaals hun ver bond vernieuwd hadden, vertrok zfl naar Parfls. De acht dagen door madame Augustine aan Amanda ten tweede male verleend wa ren nog niet verloopen en de goede dame toonde dan ook eenige verwondering, toen zfl haar zag. ..Tante is veel heter, madame," zeide zfl. „Ik dacht, dat gfl mfl goed gebruiken kondt en daarom hen ik zoo spoedig gekomen." „Daarvoor zeg ik u dank, want werkelijk ik miste u." Amanda hernam dadelflk haren dienst. Zfl wenschte te weten wat er in het atelier omging. Zfl ondervroeg zeer behendig hare gezel linnen. Het gebeurde tusschen Lucia Fortier en juffrouw Harmant, het lievig tooneel dat tusschen beiden hfl madame Augustine had plaats gehad, was niet stil gebleven. leder- Do Parflsche ochtendpers geelt zich algemeen rekenschap, dat heden een der be- langrflkste dagen is aangebroken voor de regeling van den vrede. De „Journal" '/.egt, dat buiten de altijd bestaande mogelflkheid. dat de dag een du- l>eering brengen «al, deze een der meest be- langrflkste zal zfln van het tfldperk, dat zoo vele belaugrflke uren gekend heeft. Waarover beslist zal worden is iets anders dan het toekennen of het weigeren van een moratorium voor eenige maandenhet is vestigen van het failliet der tot nog toe voor het herstel toegepaste methodes; het is het inluiden van een nieuw tfldperk. waarin Frankrflk de directieven meent aan te geven en waarbij de toekomst van de entente op het spel staat. In het politiek overzicht van de „Revue de Paris" werd gezegd, dat Frankrflk het gevoel heeft de dupe te zijn geworden. Daar om wil het voortaan waarborgen en pan den. Het wil door een daad herinneren aan zijn rochteh en zoo de toekomst voorberei den en toonen. dat er met Frankrijk moet gerekend worden. Dat wil niet zeggen, dat de Fransche regeering koppig moet vast houden aan de mijnen en de wouden, als er andere productieve panden worden aan geboden. Het essentieele is, dat Duitschlaud begrflpt, dat het, na het vertrouwen te heb ben gedood door zfln slechten wil, op het oogenblik geen uitstel kan krflgen zonder waarborgen te geven. Hcdeunriddag heeft de regeering uit Parfls bericht ontvangen, dat het Engelsche een sprak er van in het atelier. Spoedig wist Amanda dan ook. dat Lu cia's zegevierende mededingster, den jonge man weldra zou huwen, die door heiden bemind wordt. Dat alles, ,'t valt lieht te hegrflpen verwekte in hooge nuite de belangstelling van het meisje. Zij trok er verscheidene gevolgtrekkingen uit. die zeer natuurlijk waren; „Ovidius Soliveau heeft gehandeld voor rekening van Paul Harmant." „Men heeft eerst Lucia willeu dooden." „Toen men den slag miste, heeft men naar middelen gezocht haar in het verderf te storten en Duchemin heeft Soliveau de verlangde wapenen verschaft." Dat alles scheen Amanda Régamy zoo duidelflk mogelflk, doch zfl gevoelde, zfl raadde in 't midden van dat alles een groot geheim, dat betrekking moest hebben op vroegere en tegenwoordige betrekkingen tusschen den valschen baron en den indus trieel. die meer dan tienmaal millionair was en dat geheim zou zfl trachten te on derscheppen. „Wat het mfl ook kosten moge," herhaal de zfl dikwflls, „ik wil, ik zal mfl wreken over dien ellendigen Soliveau. Wellicht zul len er ook anderen hespat wordenmaar wat kan mfl dat schelen?" Amanda had niet het minste bericht van den valschen baron. Met eenig ongeduld wachtte zfl Raouls genezing af. Den volgenden morgen nam de modiste des morgens den trein naar Bois-le-Roi en stapte in liet hotel Rendez-vous der Jagers af. I)e enkele dagen na haar vertrek verloo pen, hadden Raoul Duchemin heel wat in beterschap doen toenemen. De vroegere stadhuisbediende van Joigny had thans de toelating van den dokter ver kregen het bed te verlaten en op een stoel gezeten, ontving hij nu zfln vroegere be minde. Amanda deelde hem in alle bijzonderheden mede wat zfl van Lucia For tier vernomen had en de jongeman begreep thans welke onherstelbare fout hij begaan had. toen hij in het archief van Joigny het officieele document stal, dat de valsche baron de Reiss van hem eisehte. voorstel tot het toestaan van een morato' rium met 3 tegen 1 stem werd verworpen. Hiermede is dus het verzoek om een mora torium geweigerd. l »au ren tegen werd besloten vergemakke lijking van betaling toe te staan. De beta ling aan België, dat volgens overeenkomst met <le geallieerden thans aan de beurt is. zal n.l. geschieden door een storting in schatkist wissels en door andere stortingen in schatkistbons. Vermoedelijk heeft men hier te doen met een voorloopige regeling der eerstvolgende betalingen, over welke regeling reeds offi cieus te Parfls gesproken was. De wLssels zouden gedekt zfln door gouddepots, waar schijnlijk ter hoogte van 270 millioen goud mark in het buitenland, en België zo* hier voor de handteekening van de rflksbank heb ben verlangd. Naar hedenmiddag reeds gemeld werd, zou de rflksbank echter niet gelooveu, dat zfl daarvoor de verantwoordelijkheid op zich zou kunnen nemen. Ondertusschen staat het niet vast, of die verklaring betrekking had op de thans door de reparatiecommissie genomen "beslissing, aangezien die beslissing, ofschoon zfl in be voegde i'inancieele kringen voorzieu kon worden, nog geenszins vaststond. De eerste vergadering, die de commis sie heden heeft gehouden, had plaats om half elf en duurde tot bfl een uur. Aan deze vergadering namen deel Dubois als presi dent en gedelegeerde van Frankrflk en de adjunct-gedelegeerde van Frankrflk, voorts de Engelsche delegatie, de Itallaansche, de Belgische eu de heer Logan, als gedelegeer de van de Vereenlgde Staten, de laatste ais officieuse vertegenwoordiger. Het grootste geheim is natuurlijk over deze bespreking voor het oogenblik bewaard gebleven, doch kan men wel zeggen, dat de besprekingen geloopeu hebben over de vol gende voorstellen le. het Fransche voorstel, dat wfl aldus kunnen samenvattenGeen moratorium zonder productieve waarborgen, welke waar borgen moeten bestaan in de flskale mijnen der Roer en de domaniale wouden. 2e. het Britsohe voorsteleen morato rium met strenge uitvoering der waarbor gen, die gegeven worden door een flnan- cieele controle, zooals die onlangs aan Duitschland is opgelegd en die desnoods versterkt kan worden; Ten 3e het voorstel van de Belgische dele gatie, waarbfl de aanstonds betalingen wor den uitgesteld, door de inpLaatsstelllng daar-' voor van wissels op maanden. Deze laatste zuiver voorloopige oplossing is natuurlijk een moratorium in feite, maar ze heefth et voordeel, dat ze aan de gealli eerde regeeringen den tijd laat het herstel- vraagstuk geheel te regelen, tegelflkertfld met de kwestie van de in tergen U leerde schulden. Aan het einde van de ochtendzitting werd besloten, dat de commissie om drie uur weer officieel hfleeu zou komeu, wat weer een bewfls is van de moeilijkheid om overeen stemming te bereiken, doordnt niet een enkel van de voorstellen eenige overhand kon krflgen. De middagzitting heeft ook lang geduurd en terwfll aangekondigd was, dat om vier uur de officieele zitting kon plaats vinden, kon deze slechts aanvangen om zes uur. Deze laatste zitting was om acht uur nog niet afgeloopen maar het karakter van den uitslag der beraadslagingen was toen geen geheim meer. In den namiddag had men te Parfls zeer stellig den indruk, dat geen enkele oplos sing die Frankrflk voldoening kon geven, uit de discussies zou voortkomen. De minister- Zfl brachten gezamelflk den dag door. De dokter kwam des avonds zfln gewoon bezoek brengen en hfl verzekerde dat de gewonde in drie A vier dagen het hotel zou kunnen verinten. Amanda beloofde aan Duchemin dat zfl voor zflne vertrekken zou zorgen in de na bfl- beid harer woning in de Damesstraat. I)it voorstel nam Duchemin dankbaar aan en Amanda keerde hoogst tevreden naar Parfls terug. „Weldra gaan wij aan den slag." dacht zfl. Mary Harmant had niets aan haar vader gezegd van hetgeen er hfl madame Augus tine was voorgevallen. De jonge dame gevoelde, dat dit tooneel haar niet tot eer verstrekte en had dan ook niet den geringsten lust er iemand mede- deeling van te doen of zich er over te be roemen. Doch om de schandelijke zijde be kommerde zfl zich eigenlijk bitter weinig. /ij had hare mededingster een gevoellgen slag toegebracht. Wat kon het overige haar schelen Luoia's woede en wanhoop bewezen haar, dat zfl den jongen Labroue voor immer voor haar verloren achtte. Deze zegepraal schonk haar allerlei zoete genoegens en met een onbeschrflfelflk ge duld wachtte zfl den dag van haar huwe lijk af. Vervulden hoop en genot het hart van Jacques Gérard's dochter, tevens toch zette de ongeneesbare ziekte, waarvnn zfl de kiem in zich droeg, haar vernielingswerk voort. De tering ondermijnde hart« zwakke borst en leidde langzaam dit vermagerd lichaam naar het graf. Lucien, die nu en dan juffrouw Harmant ontmoette, ontwaardde duidelflk genoeg den voortgang van het kwaad en dacht dan. dat een huwelflk met zoo'n stervend kind de grootste dwaasheid der wereld zou zfln. Daarom vermeed hfl zoozeer mogelflk allen omgang met haar. Op zfln verzoek had men hem den tfld gegund om te vergeten, doch vader en doch ter meenden dat het al te lang duurde. Lucien vergat niet. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 5