De Portierster
van Alfortville
Buitenland.
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad.
FEUILLETON
NUMMER 70.ZATERDAG
KAATSHEUVEL.
(Vervolg.)
De heer van den Wildenberg wijst er
verder op dat z.i. er nog genoeg werke-
loozen zijn die bekwaam zijn om mede
te werken aan de verbetering van wegen.
Er moet dan goed toezicht gehouden
worden, er moet juist gedaan worden
als in de fabrieken, een van de knechts,
de beste, stelt men aan als een soort
meesterknecht die eenige verantwoording
heeft.
De Voorzitter merkt op dat het in de
fabrieken altijd nog iets anders is. daar
is men deskundig, althans zeker die
aangesteld wordt tot meesterknecht, doch
hier is er geen enkele schoenmaker die
verstand heeft van grondwerk. Men
heeft eenmaal de ondervinding opgedaan
met deze menschen aan het werk te
zetten, maar het liep de spuigaten uit.
Een ieder die het toen heeft aangezien
walgde er van, zoo lamlendig ging het
er naar toe.
Spreker is het er wel mee eens dat op
slot van rekening een andere weg moet
worden gevonden, want het blijven uit-
keeren, zoowel door Rijk als door
gemeente, kan niet blijven duren. Komt
er binnen korten tijd geen opleving in
de industrie dan zal naar iets anders
moeten worden omgezien, dan zal ge
tracht moeten worden om die menschen
aan den arbeid te brengen op welke
manier ook, doch in ieder geval onder
deskundig toezicht.
De heer de Wijs is het gedeeltelijk
toch eens met den heer van den Wil
denberg. Er kan onder degelijk toezicht
nog wel wat werk worden verricht, dat
is te zien bij de werkzaamheden van de
Waterleiding Maatschappij, want daar
zijn het ook niet uitsluitend grondwer
kers die er werkzaam zijn en toch
wordt er gewerkt dat het prettig is er
naar te kijken. Uitsluitend is dat toe te
schrijven aan de leiding en het toezicht.
Wat de Voorzitter heeft gezegd over
de nieuwe Wijk. over het werken wat
daar is gedaan, daar is hij het geheel
mede eens. Al het geld daaraan uit
gegeven is weggegooid geld geweest,
niets heeft toen eenig doel gehad en de
heele gemeente heeft zich er aan ge-
ergerd zoo er toen gewerkt werd.
En toch is spr. de meening toegedaan
dat er nog wel menschen zijn die onder
degelijke leiding en goed toezicht, kun
nen werken en een daggeld Verdienen.
De Voorzitter zou ook gaarne zien
dat de menschen door het verrichten
van eenigen arbeid in hun onderhoud
kunnen voorzien, liever dan dat ze langs
de straat slenteren. In de vergaderingen
van het Dag. Bestuur is daarover meer
malen gesproken. Hij acht het honderd
parten beter dat gewerkt wordt, dan dat
niets wordt gedaan, doch de groote
vraag is bij hemwaar moet men de
menschen aan het werk zetten. Dat
werkje door den heer van den Wilden
berg aangegeven is binnen veertien
dagen afgespeeld. Hier in deze gemeente
van ,J)e tioho van het ZutderT
144).
SEPT. 1922. 45e Jaargang.
is geen werk van beteekenis te verrich
ten. In Hilvarenbeek is dat anders, daar
hebben de patroons met het gemeente
bestuur beraadslaagd met het gevolg dat
ze daar op de hei aan het werk zijn
gezet. Maar daar hebben ze hei die er
geschikt voor is en ieder tracht daar
naar z'n kracht mee te werken. Die niets
uitzet, wordt gewoon aan den dijk gezet
en krijgt dan niets meer. Hier heeft men
echter geen eigendom en zou men z'n
toevlucht tot een dergelijke werkverschaf
fing willen nemen, dan zou eerst nog
tot aankoop daarvan moeten worden
overgegaan.
De heerRoestenberg zegt dat dit vraag
stuk reeds lang zijn volle aandacht
heeft. Met de Chef van het Departe
ment van Arbeid in Den Haag heeft hij
verleden week over deze aangelegenheid
nog lang gesproken. Hem is toen nog
gevraagd of hij geen weg kon vinden
in deze kwestie.
Verder is bij dit onderhoud door den
Chef nog gezegd dat particulieren, indien
deze hei willen ontginnen en daar werke-
loozen aan laten arbeiden, van het Rijk
een bijdrage krijgen van 30 pCtaltijd
wanneer de gemeente daar dan ook nog
10 pCt. in bijdraagt. Over de arbeids
voorwaarden kan dan later altijd nog
worden gesproken.
Wij van onzen kant, gaat spr. verder,
voelen ook dat het zoo niet langer kan,
ook weten wij dat werken beter, ver
heffender is, dan leegloopen. Spr. vreest
echter dat hier weinig particulieren
zullen worden gevonden die in dezen
tijd lust gevoelen om tot ontginning van
woeste grond over te gaan, zoodat van
zelf in overweging zal moeten worden
genomen of het aanbeveling verdient
dat de gemeente tot aankoop daarvan
overgaat.
In September kan in deze geest een
nieuwe regeling worden tegemoet gezien.
Dus dan is in deze werkzaamheden een
tegemoetkoming van 40 pCt. te ver
wachten.
Men denkt aan alles om de werkloo-
zen werk te laten verrichten. Zoo sprak
een ingenieur, vroeger hier in de om
geving werkzaam geweest, hem over 't
vergrooten van kerkhoven. Naar zijne
meening zijn deze in de meeste plaatsen
te klein, doch volgens spr. zal dit hier
gesteld dat daartoe zou worden over
gegaan, een werk van te geringen om
vang zijn. Evenwel alles helpt en het
kerkbestuur zou dus daarvan kunnen
profiteeren.
De heer De Wijs meent dat het voor
de particulieren een voordeel zou zijn
doch dat de gemeente er nog duur aan
uit is, duurder nog dan dat ze dit
oogenblik is, want nu krijgt men 50 pCt.
in de te maken kosten van uitkeerin-
gen aan steun.
De heer Roestenberg zegt dat enkele
plaatsen eene hoogere uitkeering zullen
krijgen, als door hem genoemd. Dit
hangt geheel van de finantieële positie
der betrokken gemeente af. Hij geeft
gaarne toe dat het geen voordeel voor
de gemeente is deze te nemen nieuwe
maatregel, doch een voornaam ding is
dat de ledigheid wordt weggenomen.
De Voorzitter merkt op dat men in
ieder geval toch ook voor alles wat
men uitgeeft, een waardevol bezit terug
krijgt, iets wat nu niet het geyal is en
het leegloopen wordt er ook door weg
genomen.
Zoo het nu is heeft de gemeente
groote sommen uit te geven en krijgt
er niets voor en wie zal dat betalen.
De heer De Wijs juicht dezen maat
regel ook toe doch hij meent dat het
billijk is, indien een paiticulier 30 pCt.
vergoeding krijgt, de gemeente wel 50
pCt. mag hebben.
De Voorzitter merkt op dat men dan
ook alle moeilijkheden kan coupeeren.
Wie dan wil werken, kan het doen.
De heer van Lier vraagt of de toelage
van 30 en 10 pCt alleen in de Ioonen
wordt gegeven ofwel van alle te maken
onkosten. Dat is een zeer groot verschil.
Dè heer Roestenberg geeft toe dat
dit een aanmerkelijk verschil is, een
antwoord daarop geven kan hij thans
echter niet. Men zou daar naar kunnen
informeeren.
Van Lier. Daar zit een heel groot en
aanmerkelijk verschil in.
De heer Verschuren is de meening
toegedaan dat het voor deze gemeente
niets is.
De heer van Lier denkt dat het wel
door dr. Geluk in overweging genomen
zal worden. Die heeft nog wel land in
de gemeente liggen dat daarvoor in aan
merking komt. Deze heeft reeds veel
ontgonnen en al heeft hij dat nu doen
stopzetten, met zoo'n bepaling zou hij
er wel weer toe over kunnen gaan. Het
kasteel van Le Mire te Udenhout komt
onder den hamer en daar behoort land
bij dat onder deze gemeente is gelegen
wat dr. Geluk vroeger al heeft willen
koopen en dat land is zeer geschikt om
in cultuur te brengen.
De Voorzitter meent dat dr. Geluk
het aankoopen van grond niet meer zal
ambieeren.
Van Lier. Ik weet wel dat ze in
proces liggen.
De heer Verschure zon in ieder geval
in Loonopzand de straat willen zien
opgehaald. Dat is een werk omvangrij
ker als men denkt. In den weg daar zijn
gaten zoo groot, dat, wil men er pas-
seeren. men van de fiets moet afsprin
gen. De daar wonende menschen, die
meestal werkloos zijn, liggen nu langs
uit voor de huizen, maar om nu even
een schop te nemen en zoo'n kuil dicht
te gooien, dat doet niemand. Hij zelf
heeft er enkele al een toe aangezet en
ze er op gewezen dat ze, als ze daar
met hun fiets moeten passeeren, er zelf
zooveel last van hebben, maar niet een
ook al doen ze den geheelen dag niets
gaat er toe over, ze blijven allemaal
veel liever in de zon liggen. De arbei
ders hebben met het in orde maken der
waterloopen te veel werk om daar te
beginnen.
De heer Dankers meent dat de schoen
makers moeilijk met een schop kunnen
werken, wel de looiers, die hebben er
over het algemeen beter slag van.
De heer Verschure geeft toe dat de
schoenmakers geen meesters zijn in het
hanteeren van de schop, doch bij hun
eigen huis zetten ze toch de aardappelen
en doen ze toch alle werkzaamheden
die in een tuin gedaan moeten worden.
De heer van den Wildenberg zou de
werkzaamheden zoo laten verdeelen dat
de schoenmakers b.v. de karren moeten
laden en lossen, een werk wat ze toch
zeker kunnen doen Door den Voorzitter
is gezegd dat het een werk van 14 dagen
is, doch hij is het daarmede niet eens,
vooral als de weg waterpas wordt gelegd,
zooals is besproken dat zou worden
gedaan.
De heer van Amelsfoort meent dat al
wat men op die manier doet, weggegooid
geld is.
De Voorzitter zou aan den Minister
willen vragen of aan het verrichten van
dergelijke werkzaamheden die procenten
ook worden gegeven.
De heer Snaphaan vreest dat van de
100 schoenmakers er 90 zullen zijn die
niet of heel slecht met de schop kunnen
werken. Reeds eenmaal heeft men onder
vonden wat men er aan heeft en nu
zou men weer denzelfden weg op willen
gaan.
De Voorzitter geeft toe dat het een
vorige maal misselijk was om aan te zien.
De heer van Lier geett de verzekering
dat al die bij de Waterleiding Maat
schappij werken, vakmannen zijn. Zou
dat een schoenmaker zoo moeten doen,
dan was hij oogenblikkelijk weg
De heer van den Wildenberg noemt
een aantal menschen op waarvan hij
zeker weet dat ze geschikt zijn om met
de schop te werken.
De Voorzitter meent dat men dan voor
een moeilijke zaak zal komen te staan
als geschift moet worden wie wel en
wie niet kan werken. De een voor den
ander zal zeggen dat hij niet kan, vooral
als ze weten dat ze maar hetzelfde geld
krijgen.
De heer Verschure denkt ook dat
als er dan 20 staan te werken die door
50 anderen zullen worden uitgelachen.
Van den Wildenberg. Dat zou te cou
peeren zijn.
Voorzitter. Het beginsel door den heer
van den Wildenberg voorgestaan is heel
mooi, maar in de practijk valt het tegen.
Niemand verder meer het woord ver
langende sluit de Voorzitter de vergade
ring.
De Echo vu
O
..Weet gfl dat dan niet?"
..Ik beu u de waarheid verschuldigd en
gfl zult ook alles weten".-. (f
Amanda Regnmy deelde den 'jongeman
alles mede wat wfl reeds "geruinren tijd
weten.
Raoul had met aandacht, geluisterd.
..Het is zeker," antwoordde hfl, dat de
hooswicht zich zeer behendig van u bediend
Keft om zijne plannen ten uitvoer te bren
gen en niet minder is het waar, dat thans
zfln eigen belang medebrengt zich schuil te
houden. Hoe zullen wij hem vinden, zoo hij
zich verbergt? Waar zullen wij hem gaan
zoeken?" y?
„OvidiusT Soliveau staat in betrekking tot
een voornaam ingezetene van Parijs, wiens
dochter zich laat kleeden bfl' madame Au
gustine. mijne meesteres." antwoordde
Amanda. „Die persoon is een groot indus
trieel. wiens fabrieken te Courbevoie staan.
Zekere woorden, die ik vernomen heb. doen
mij veronderstellen, dat er een bijzondere
intimiteit bestaat tusschen den industrieel
en den booswicht. Eerstens hebben zfl saam
te New York gewoond. Met behulp van den
eene zullen wfl den andere weten te vinden.
Zij ontmoeten elkander vaak, dat lfldt niet
den gerings ten twijfel: wanneer wfl dit huis
in het oog houden en de fabriek van Paul
Harmant te Courbevoie^ dan zullen wfl
spoedig den vclsehen baron de Reiss ont
moeten. In dien geest l>ehoort er gehandeld
te worden."
„Hoe kunnen wfl handelen, alvorens ik
genezen beu."
„Wfl zullen uwe genezing afwachten. Het
i bet Zuiden.
eenige wat wfl thans te doen hebben, is'een
vasl besluit te nemen. Wilt gfl mijn bondge
noot worden?"
„Ja".
..En gij vergeeft mfl het kwaad, dat ik
zonder het te willen u berokkend heb?"
Raoul stak Amanda de hand toe.
..Ja", zeide hij. „ik vergeef het u. wfl zfln
nu weer vrienden. Wfl zullen ons te zamen
wreken en den ellendeling tot onmacht doe
men."
„Eendracht maakt machtWees gerust,
wfl zullen slagen. Voorloopig moeten wfl
echter nog geduld hebben. Ik keer nu naar
mijne meesteres terug en wacht uw voHto-
men herstel af. Zondag ben ik vrfl, en dan
kom ik den dag bfl u doorbrengen. Zoo ik
toevallig verhinderd werd, schrijf ik u nog
nader en gfl antwoordt mfl".
„Zie ik n morgen?"
„Ja, ik kom u goeden dag zeggen voor
mijn vertrek. Hebt gfl geld noodig?"
„Neen."
„Hebt gfl dan geld?"
„Een beetje."
„Zoo!"
„De spoorweg-maatschappij betaalt hier
alle onkosten."
„TT zal ook nog wel eene schadeloosstel
ling worden toegekend?"
„Zeker. De maatschappfl heeft mfl heden
morgen vflfduizend franken laten bieden om
zoo de zaak in der minne te schikken."
„En hebt gfl dit bod aangenomen?"
..Zeker. Deze som zal mfl binnen enkele
dagen worden uitbetaald. Misschien zou een
procedure mfl meer kunnen opleveren, doch
ik wil niet te zeer in het daglicht treden."
„M at zult gfl te Parfls doen?"
„Eene betrekking zoeken, zoodra wfl onze
rekening met den valschen baron veieffend
hebben."
„Welke betrekking zoudt gfl wenschen?"
„Ja, dat weet ik zelf niet. Ik beu niet
voor alles geschikt en vrees dat ik veel
moeite zal hebben om iets te vinden naar
mflne gading."
ellicht niet. antwoordde Amanda, ik
heb mfln idée. Tot morgen en nu geen som
bere gedachten meer! Ik ben vol vreugde u
weer ontmoet te hebben."
ZEVENTIENDE HOOFDSTEK.
Amanda verliet werkelijk zeer verheugd
de kniner van den jongeman. Al hare wen-
schen waren dan ook op het oogenblik vol
daan. t
De overeenkomst, tusschen haar en Du-
ehemin gesloten, zou zoo vertrouwde zfl
althans Ovidius ondergang zfln.
Wfl hebben hier niets bijzonders meer bfl
te voegen over het karakter van den gewe
zen stadhuisklerkonze lezers kennen hem
reeds als een persoon zonder energie, zon
der eigen wil. gemakkelijk te verleiden en
mede te sleepen. waarheen men zou willen.
Toen hfl Amanda zag binnentreden, was
zflne eerste beweging eene beweging van
woede en zflne eerste woorden waren woor
den van verwijting. Doch het was Amanda
voldoende geweest te spreken om al haren
invloed over hem te hernemen en hem tot
wraakneming aan te sporen op Ovidius.
De maatschappij zou hem een rond som
metje uitbetalen en Amanda had hem ook
al geld beloofd en eene betrekking.
Dit vooruitzicht, gevoegd hfl het plan zfln
gevaarlijken beschermer de macht te ont
nemen, hem te vernederen, deden den jon
geling de toekomst rooskleurig inzien.
Des anderendaags bezocht Amanda hem
reeds vroegtfldig. Zfl bracht hem haar adres
mede en nadat beiden nogmaals hun ver
bond vernieuwd hadden, vertrok zfl naar
Parfls.
De acht dagen door madame Augustine
aan Amanda ten tweede male verleend wa
ren nog niet verloopen en de goede dame
toonde dan ook eenige verwondering, toen
zfl haar zag.
..Tante is veel heter, madame," zeide zfl.
„Ik dacht, dat gfl mfl goed gebruiken kondt
en daarom hen ik zoo spoedig gekomen."
„Daarvoor zeg ik u dank, want werkelijk
ik miste u."
Amanda hernam dadelflk haren dienst.
Zfl wenschte te weten wat er in het atelier
omging.
Zfl ondervroeg zeer behendig hare gezel
linnen.
Het gebeurde tusschen Lucia Fortier en
juffrouw Harmant, het lievig tooneel dat
tusschen beiden hfl madame Augustine had
plaats gehad, was niet stil gebleven. leder-
Do Parflsche ochtendpers geelt zich
algemeen rekenschap, dat heden een der be-
langrflkste dagen is aangebroken voor de
regeling van den vrede.
De „Journal" '/.egt, dat buiten de altijd
bestaande mogelflkheid. dat de dag een du-
l>eering brengen «al, deze een der meest be-
langrflkste zal zfln van het tfldperk, dat
zoo vele belaugrflke uren gekend heeft.
Waarover beslist zal worden is iets anders
dan het toekennen of het weigeren van een
moratorium voor eenige maandenhet is
vestigen van het failliet der tot nog toe
voor het herstel toegepaste methodes; het
is het inluiden van een nieuw tfldperk.
waarin Frankrflk de directieven meent aan
te geven en waarbij de toekomst van de
entente op het spel staat.
In het politiek overzicht van de „Revue
de Paris" werd gezegd, dat Frankrflk het
gevoel heeft de dupe te zijn geworden. Daar
om wil het voortaan waarborgen en pan
den. Het wil door een daad herinneren aan
zijn rochteh en zoo de toekomst voorberei
den en toonen. dat er met Frankrijk moet
gerekend worden. Dat wil niet zeggen, dat
de Fransche regeering koppig moet vast
houden aan de mijnen en de wouden, als
er andere productieve panden worden aan
geboden. Het essentieele is, dat Duitschlaud
begrflpt, dat het, na het vertrouwen te heb
ben gedood door zfln slechten wil, op het
oogenblik geen uitstel kan krflgen zonder
waarborgen te geven.
Hcdeunriddag heeft de regeering uit
Parfls bericht ontvangen, dat het Engelsche
een sprak er van in het atelier.
Spoedig wist Amanda dan ook. dat Lu
cia's zegevierende mededingster, den jonge
man weldra zou huwen, die door heiden
bemind wordt.
Dat alles, ,'t valt lieht te hegrflpen
verwekte in hooge nuite de belangstelling
van het meisje.
Zij trok er verscheidene gevolgtrekkingen
uit. die zeer natuurlijk waren;
„Ovidius Soliveau heeft gehandeld voor
rekening van Paul Harmant."
„Men heeft eerst Lucia willeu dooden."
„Toen men den slag miste, heeft men
naar middelen gezocht haar in het verderf
te storten en Duchemin heeft Soliveau de
verlangde wapenen verschaft."
Dat alles scheen Amanda Régamy zoo
duidelflk mogelflk, doch zfl gevoelde, zfl
raadde in 't midden van dat alles een groot
geheim, dat betrekking moest hebben op
vroegere en tegenwoordige betrekkingen
tusschen den valschen baron en den indus
trieel. die meer dan tienmaal millionair
was en dat geheim zou zfl trachten te on
derscheppen.
„Wat het mfl ook kosten moge," herhaal
de zfl dikwflls, „ik wil, ik zal mfl wreken
over dien ellendigen Soliveau. Wellicht zul
len er ook anderen hespat wordenmaar
wat kan mfl dat schelen?"
Amanda had niet het minste bericht van
den valschen baron. Met eenig ongeduld
wachtte zfl Raouls genezing af.
Den volgenden morgen nam de modiste
des morgens den trein naar Bois-le-Roi en
stapte in liet hotel Rendez-vous der Jagers
af.
I)e enkele dagen na haar vertrek verloo
pen, hadden Raoul Duchemin heel wat in
beterschap doen toenemen.
De vroegere stadhuisbediende van Joigny
had thans de toelating van den dokter ver
kregen het bed te verlaten en op een stoel
gezeten, ontving hij nu zfln vroegere be
minde.
Amanda deelde hem in alle bijzonderheden
mede wat zfl van Lucia For tier vernomen
had en de jongeman begreep thans welke
onherstelbare fout hij begaan had. toen hij
in het archief van Joigny het officieele
document stal, dat de valsche baron de
Reiss van hem eisehte.
voorstel tot het toestaan van een morato'
rium met 3 tegen 1 stem werd verworpen.
Hiermede is dus het verzoek om een mora
torium geweigerd.
l »au ren tegen werd besloten vergemakke
lijking van betaling toe te staan. De beta
ling aan België, dat volgens overeenkomst
met <le geallieerden thans aan de beurt is.
zal n.l. geschieden door een storting in
schatkist wissels en door andere stortingen
in schatkistbons.
Vermoedelijk heeft men hier te doen met
een voorloopige regeling der eerstvolgende
betalingen, over welke regeling reeds offi
cieus te Parfls gesproken was. De wLssels
zouden gedekt zfln door gouddepots, waar
schijnlijk ter hoogte van 270 millioen goud
mark in het buitenland, en België zo* hier
voor de handteekening van de rflksbank heb
ben verlangd.
Naar hedenmiddag reeds gemeld werd,
zou de rflksbank echter niet gelooveu, dat
zfl daarvoor de verantwoordelijkheid op zich
zou kunnen nemen.
Ondertusschen staat het niet vast, of die
verklaring betrekking had op de thans door
de reparatiecommissie genomen "beslissing,
aangezien die beslissing, ofschoon zfl in be
voegde i'inancieele kringen voorzieu kon
worden, nog geenszins vaststond.
De eerste vergadering, die de commis
sie heden heeft gehouden, had plaats om
half elf en duurde tot bfl een uur. Aan deze
vergadering namen deel Dubois als presi
dent en gedelegeerde van Frankrflk en de
adjunct-gedelegeerde van Frankrflk, voorts
de Engelsche delegatie, de Itallaansche, de
Belgische eu de heer Logan, als gedelegeer
de van de Vereenlgde Staten, de laatste ais
officieuse vertegenwoordiger.
Het grootste geheim is natuurlijk over
deze bespreking voor het oogenblik bewaard
gebleven, doch kan men wel zeggen, dat de
besprekingen geloopeu hebben over de vol
gende voorstellen
le. het Fransche voorstel, dat wfl aldus
kunnen samenvattenGeen moratorium
zonder productieve waarborgen, welke waar
borgen moeten bestaan in de flskale mijnen
der Roer en de domaniale wouden.
2e. het Britsohe voorsteleen morato
rium met strenge uitvoering der waarbor
gen, die gegeven worden door een flnan-
cieele controle, zooals die onlangs aan
Duitschland is opgelegd en die desnoods
versterkt kan worden;
Ten 3e het voorstel van de Belgische dele
gatie, waarbfl de aanstonds betalingen wor
den uitgesteld, door de inpLaatsstelllng daar-'
voor van wissels op maanden.
Deze laatste zuiver voorloopige oplossing
is natuurlijk een moratorium in feite, maar
ze heefth et voordeel, dat ze aan de gealli
eerde regeeringen den tijd laat het herstel-
vraagstuk geheel te regelen, tegelflkertfld
met de kwestie van de in tergen U leerde
schulden.
Aan het einde van de ochtendzitting werd
besloten, dat de commissie om drie uur weer
officieel hfleeu zou komeu, wat weer een
bewfls is van de moeilijkheid om overeen
stemming te bereiken, doordnt niet een enkel
van de voorstellen eenige overhand kon
krflgen.
De middagzitting heeft ook lang geduurd
en terwfll aangekondigd was, dat om vier
uur de officieele zitting kon plaats vinden,
kon deze slechts aanvangen om zes uur.
Deze laatste zitting was om acht uur nog
niet afgeloopen maar het karakter van den
uitslag der beraadslagingen was toen geen
geheim meer.
In den namiddag had men te Parfls zeer
stellig den indruk, dat geen enkele oplos
sing die Frankrflk voldoening kon geven, uit
de discussies zou voortkomen. De minister-
Zfl brachten gezamelflk den dag door.
De dokter kwam des avonds zfln gewoon
bezoek brengen en hfl verzekerde dat de
gewonde in drie A vier dagen het hotel zou
kunnen verinten.
Amanda beloofde aan Duchemin dat zfl
voor zflne vertrekken zou zorgen in de na bfl-
beid harer woning in de Damesstraat.
I)it voorstel nam Duchemin dankbaar aan
en Amanda keerde hoogst tevreden naar
Parfls terug.
„Weldra gaan wij aan den slag." dacht
zfl.
Mary Harmant had niets aan haar vader
gezegd van hetgeen er hfl madame Augus
tine was voorgevallen.
De jonge dame gevoelde, dat dit tooneel
haar niet tot eer verstrekte en had dan ook
niet den geringsten lust er iemand mede-
deeling van te doen of zich er over te be
roemen. Doch om de schandelijke zijde be
kommerde zfl zich eigenlijk bitter weinig.
/ij had hare mededingster een gevoellgen
slag toegebracht. Wat kon het overige haar
schelen
Luoia's woede en wanhoop bewezen haar,
dat zfl den jongen Labroue voor immer voor
haar verloren achtte.
Deze zegepraal schonk haar allerlei zoete
genoegens en met een onbeschrflfelflk ge
duld wachtte zfl den dag van haar huwe
lijk af.
Vervulden hoop en genot het hart van
Jacques Gérard's dochter, tevens toch zette
de ongeneesbare ziekte, waarvnn zfl de kiem
in zich droeg, haar vernielingswerk voort.
De tering ondermijnde hart« zwakke
borst en leidde langzaam dit vermagerd
lichaam naar het graf.
Lucien, die nu en dan juffrouw Harmant
ontmoette, ontwaardde duidelflk genoeg
den voortgang van het kwaad en dacht dan.
dat een huwelflk met zoo'n stervend kind
de grootste dwaasheid der wereld zou zfln.
Daarom vermeed hfl zoozeer mogelflk
allen omgang met haar.
Op zfln verzoek had men hem den tfld
gegund om te vergeten, doch vader en doch
ter meenden dat het al te lang duurde.
Lucien vergat niet.
(Wordt vervolgd).