De Portierster
van Alfortville.
Gemeenteraad.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETOII
1
NUMMER 72.
ZATERDAG 9 SEPT. 1922.
45e Jaargang.
Keuringsdienst van Waren.
Het volgende ia ontleend aan bet
verslag van den Keuringsdienst van
Waren voor het Keurlngsgebled 's-Her-
logenboscb over het tijdvak 15 Juli tot
31 December 1921.
Het aantal gemeenten, behoorende tot
het keuiingsgebied 's-Hertogenbosch
bedroeg 76, het aantal Inwoners 275435.
In verband met het inwerkingtreden
van de Warenwet moest het personeel
worden uitgebreid. Deze uitbreiding Is
echter voor het eerste jaar niet geschied
in die mate, als in verband met de zeer
belangrijke uitbreiding der werkzaamhe
den noodlg was.
De gemeentebesturen werden verzocht
aan den dienst een opgave te verstrekken
van de in hunne gemeente gevestigde
winkeliers, grossiers, bakkers, veehou
ders, c.q. melkslijters en van andere
personen, die waren verkoopen in den
zin van art. 1 der keuringsverordeningen
voor Waren. Voorts werden zij verzocht
door het van gemeentewege doen ver
krijgbaar stellen van op stevig papier
gedrukte exemplaren der keuringsver
ordening, te willen bevorderen dat de
verkoopers van waren aan de in art. 3
dier verordening vermelde verplichting
(n.l. het ophangen der Verordening In
de voor het publiek toegankelijke ver
koopplaatsen) kunnen voldoen. Bijna
alle gemeentebesturen hebben aan dit
verzoek welwillend voldaan.
De melkcontiöle werd voorlooplg als
regel alleen verricht bij huis- en straat-
verkoopersde leveranciers aan de
zuivelfabrieken komen later aan de beurt.
Voorts werden alle winkels in het gebied
bezocht en op kaart gebracht, terwfll de
in ondeugdelijken toestand verkeerende
w*<en in die winkels aan het verkeer
r Jen f onttrokken. Dat deze conti öle
»dig was, zal uit het volgende bhjken.
.alve in de gemeenten VHertogen-
b^'ch en Tilburg werden slechts op
beperkte schaal monsters genomen van
andere waren dan melk in verband met
het beperkte laboratorium-personeel.
Wat de ten verkoop aangetroffen waren
aangaat het volgende
De melk was over het algemeen slecht.
Vooral de toestand waarin zij verkeerde,
maar ook hare samenstelling liet zeer
veel te wenschen over. Een gunstige
uitzondering hierop maakten de gemeen
ten, waar vroeger reeds een keurings
dienst bestond, of waar op andere wtyze
door de plaatselijke overheid toezicht
werd uitgeoefend. Genoemd mogen
worden In dit verband de gemeenten
's-Hertogenbosch, Tilburg, Heusden en
in geringer mate Boxtel.
De melk ten plattelande was over 't
algemeen vuil, een direct gevolg van
geen of zeer onvoldoende filtratie, doch
de primaire oorzaak moet worden ge
zocht In de buitengewoon slechte stalling
en de ondeskundige maar vooral onzin
delijke behandeling, zoowel van de
koeien als van de melk. Bij vele boeren
is het voorts gewoonte, de zeven of de
emmers, min of meer ruim, met water
om te spoelen, en dit spoelwater dan
bij de melk te voegen. Op het onge
oorloofde van deze handelwijze werd,
schriftelijk en mondeling, steeds gewezen,
terwijl, wanneer deze hoeveelheid spoel
water >rulm< bleek te zijn, streng werd
opgetreden.
Wat de andere waren betreft, bleken
ten plattelande nog groote hoeveelheden
oorlogsgoederen te zitten, welke voor
het grootste gedeelte bedorven waren.
van ,J)e Eoho van het Zuiden",
,**146).
In vele winkels (of beter gezegd
verkoopplaatsen, want op den naam van
winkel kunnen vele geen aanspraak
maken) ten plattelande schijnt zindelijk
heid een onbekend begrip te zijn. Er
zijn verschillende >wlnkels< die tevens
slaapgelegenheid of hulskamer of keuken
zijn of ook wel al deze bestemmingen
in zich vereenigen. Er zijn voorts winkels
aangetroffen, waar alles dik onder de
stof lag, en waar spinnewebben en andere
vuiligheid in de wlnkelbakken werden
aangetroffen of waar een onaan?ename
atmosfeer, resp. doordringende stank
heerschte. Gelukkig vormt dit soort
winkels niet de meerderheid en toonen
zeer veel winkeliers meer verantwoor
delijkheidsgevoel en tevens meer hun
eigen belang te begrijpen. In dit verband
valt het vestigen van groote winkelcom-
bioatles ten plattelande toe te juichen.
Een enkel woord dient hier te worden
gewijd aan de winkeltjes In het Land
van Heusden en Altena. Bijna zonder
uitzondering heerschte hier de grootste
reinheid, toonbank en vloer waren kraak
helder. Veelal waren de wlnkelbakken
netjes met glas afgedekt.
Er werden 1770 monsters volle melk
(gewone handelsmelk) onderzocht, waar
van 823 om verschillende redenen on
deugdelijk bleken. Naar aanleiding hiervan
werden 476 mededeelingen en uitnoo-
diglngen tot een onderhoud en 273
waarschuwingen verzonden, terwijl 67
maal proces-verbaal werd opgemaakt.
Het aantal monsters ondeugdelijk van
samenstelling wegens watertoevoeging,
was, zooals te verwachten was, ten platte
lande vrij aanzienlijk. Weliswaar heeft
men bier veelal met spoelwater te doen
(doch deze hoeveelheid spoelwater be
draagt in de meeste gevallen veel meer
dan 5 °/0 zoodat men moeilijk kan ont
komen aan de gedachte, dat het spoel
water voor andere doeleinden is toe
gevoegd.
Tegen dit geknoei met water werd
zeer streng opgetreden, zoodat op het
oogenblik dat dit verslag werd ge
schreven, het knoeien veel minder
voorkomt.
Het aantal monsters ondeugdelijk
wegens te laag vetgehalte, was veel
minder groot. Toch behoeft hier niet
altijd te worden gedacht aan opzette
lijke ontrooming of toevoeging van
taptemelk. Het aantal monsters van
onvoldoende reinheid v/as daarentegen
buitengewoon groot. Dit is geen wonder
wanneer men weet, hoe de stallen en
hoe de koeien in die stallen eruitzien.
De potstal is nog het meest voor
komende type. Ook hier is de toestand
niet overal in het gebied dezelfde; er
zijn streken, waar de pogingen tot
stalverbetering werkelijk succes hebben
gehad.
Het zeven der melk blijft uit den aard
der zaak slechts een middel om de ge
volgen van de vuilheid weg te nemen.
£n dit middel moet direct na het melken
worden toegepast, daar anders de mest
voor een groot gedeelte in de melk
oplost. Bacteriologisch blijft de melk,
ook al is zij gefiltreerd, in hooge mate
verontreinigd. Het streven moet er dus
op gericht zijn, de vuilheid zelf weg
te nemen.
Dit is niet alleen in het belang van
den consument of van de zuivelindustrie,
doch direct in het belang van den
boer.
Reinheid bevordert in hooge male den
gezondheidstoestand van het veet terwijl
de melkopbrengst er door wordt ver
hoogd. Bij elke bespreking met of be
zoek aan den veehouder werd hierop
gewezen Hem werd op het hart gedrukt
stal en beesten steeds behoorlijk schoon
te houden, de uiers voor het melken
steeds te wasschen, de staarten op te
binden, de zieke dieren afzonderlijk te
zetten, vóór het melken de handen
grondig te wasschen en een schoon
voorschoot aan te doen. Op het gebied
van veebehandeling en melkverzorging
valt voor den boer nog veel te leeren,
maar vooral ook te doen. Om dit laatste
steeds en overal te bereiken zullen
wettelijke maatregelen niet kunnen wor
den gemist.
Melk van uierziek vee werd nogal
eens aangetroffen.
Gepasteuriseerde melk bleek door
enkele grootere melkinrichtingen te
worden bereid en in den handel ge
bracht. Alleen flesschen, welke blijkens
het opschrift op het sluitetiket als ge
pasteuriseerde melk zijn gedeclareerd,
kunnen door den dienst als zoodanig
worden beschouwd en onderzocht Het
publiek koope dus nooit gepasteuri
seerde melk in flesschen zonder sluit
etiket, of zonder dat op andere wijze
doelmatig verzegeling is bewerkstelligd
en uit opschrift of sluiting niet duide
lijk blijkt, dat de inhoud gepasteuri
seerde melk is. Om aanspraak te kun
nen maken op dezen naam, moet de
melk, in de verpakking, waarin zij
wordt afgeleverdgedurende '/a uur op
een temperatuur van 70 tot 85 C. (dit
geschiedt in groote bakken met water
van die temperatuur) worden verhit.
Een melkinrichting te Oss, verkoopt
z g. gepasteuriseerde melk in flesschen
zonder sluitetiket en zonder opschrift.
Deze melk wordt echter niet gepasteuri
seerd doch een zeer korten tijd verhit
n een z.g. doorstroomapparaat en dan
n flesschen getapt. Zij kan op den
naam van gepasteuriseerde melk geen
aanspraak maken, doch wordt wel 5
cent per liter duurder verkocht.
De samenstelling van karnemelk liet
zeer veel te wenschen over. Het mini
mum van 7,6 pCt. vetvrije droge stof,
genoemd in den Codex Alimentarius,
werd slechts zelden bereikt. Succes
sievelijk werd een bespreking gehouden
met de directeuren der verschillende
zuivelfabrieken, daar vrijwel alleen deze
inrichtingen karnemelk in den handel
jrengen Voor hen is echter de boter-
bereiding hoofdzaak en zij gingen er
meerendeels slechts noode toe over in
deze bereidingswijze de noodzakelijke
wijziging te brengen, waardoor het
mogelijk was betere karnemelk af te
everen.
Bij het schrijven van dit verslag, is
echter ook in dit opzicht een flinke
verbetering bereikt, al zijn er nog enkele
■abrieksleiders, die doof blijven voor
minnelijk overleg.
Er werden 3131 inspecties verricht
van winkels en bakkerijen, benevens
86 marktinspectieshierbij werden 741
partijen ter plaatse afgekeurd en meestal
verniettigd of onbruikbaar gemaakt als
menschelijk voedsel, terwijl 35 partijen
na onderzoek in het laboratorium wer
den afgekeurd en uit den handel ge
nomen.
In het laboratorium werden onder
zocht 510 monsters van andere waren
dan melk c.a. Hiervan werden ondeug
delijk bevonden 156 of 30,8 pCt.
In verband hiermede werden 117
waarschuwingen en mededeelingen ver
zonden en werden 2 processen-verbaal
opgemaakt.
Van de 14 monsters wijnazijn konden
slechts 2 aanspraak maken op dien
naam. De rest bleek niet te zijn ver
kregen door azijnzure gisting van wijn.
Veelal was het niet anders dan verdunde
azijnessence en was de daarvoor ge-
vraagde prijs veel te hoog. 129 flesschen
werden in beslag genomen 2 partijen
naar den fabrikant teruggezonden, ter
wijl van andere de etiketten werden
verwijderd.
6 van de 26 monsters azijnessence
waren te slap.
Gruttermeel (hieronder wordt verstaan
boekweitmeel) was van de 21 maal 9
maal vervalscht met andere meelsoorten
4 partijen bleken bedorven.
1 van de 10 monsters maizena was
vervalscht met 20 pCt. aardappelmeel.
Aanmerking moest worden gemaakt
op een monster koffiesiroop. afkomstig
van een fabrikant te Heusden, hetwelk
een aschgehalte van 22 pCt. bleek te
bezitten.
Op het gebied van limonades en
limonade gazeuses is het ten platte
lande in het keuringsgebied een ware
Augias-stal. Dikwijls werden gekleurde
oplossingen van sacharine in water als
limonade verkocht tegen flinke prijzen.
Van de 18 monsters limonade, resp.
limonette bleken 9 ondeugdelijk4 be
vatten saccharine, 5 bevatten een te
laag suikergehalte of in 't geheel geen
suiker. 4 bevatten te veel conserveer-
middef, 2 limonades bevatten aardappel
stroop en behoorden dus als liomonet-
ten te worden gedeclareerd. Van de 19
monsters limonade gazeuse resp. cham
pagne pils waren 13 ondeugdelijk.
Saccharine en kunstmatige schuimstoffen
werden bij herhaling aangetroffen. Dik
wijls was suiker in 't geheel niet of te
weinig aanwezig.
Z.g. eierpudding bevatte geen ei-be-
standdeelen, 1 monster pudding was
vervaardigd met het gevaarlijke pronk-
boonenmeel, een ander monster pudding
was gekleurd met het giftige methani-
geel.
Van de 120 monsters specerijen waren
46 ondeugdelijk. Vooral die in gemalen
toestand staan aan vervalsching bloot;
ten plattelande werden nog curieuze
vervalschingen geconstateerd: gemalen
nootmuskaat met 50 pCt. maizena, kaneel
met houtzaagsel, nagelgruis met doode-
kop, saffraan met saftloor (de bloemen
van Carthamus tinctorius) en met lint-
bloemen van Calendula officinalis (de
goudsbloem). Saffraan had dikwijls een
te hoog watergehalte en was, ter ver
zwaring, veelal gedrenkt in oplossingen
van borax of van suiker.
Partijen kinderfluitjes uit lood bestaan
de werden opgeruimd.
Van de 18 monsters bouillonblokjes
bleken 15 geen vleeschextract te bevat
ten, 2 bevatten zeer weinig, terwij
slechts 1 monster (fabrikaat Maggi) aan
de eischen voldeed 23857 stuks en 16
flacons vleeschextract werden in beslag
genomen, terwijl wegens bederf nog
56438 stuks bouillonblokjes, 38 fl.
bouillonextract en 38 fl. vleeschextract
uit den handel werden genomen.
Een monster frambozensap bleek met
boorzuur te zijn geconserveerd.
Eenige partijen haarwaters (jachtwa-
ers) bestaande uit rattenkruid, opgelost
n een soda- of potaschoplossing, werden
n beslag genomen.
Behangselpapier werd 2 maal onder
zocht. Arsenicumverbindingen waren
niet aanwezig,
De 9 monsters consumptie ijs, op
straat aan de bekende wagentjes ver
kocht. bleken uit voldoende verhitte
grondstof te zijn samengesteld, 2 maal
werd saccharine aangetroffen. De berei
ding geschiedt veelal op ondeskundige
en onhygiënische wijze (soms in krot
woningen met een vertrekje) zoodat het
aantal bacteriën per gram van deze
lekkernij tot in de millioenen beloopt.
Zoolang echter wettelijke voorschriften
omtrent de bereidplaatsen enz. ontbreken
moet de keuringsdienst zijn controle
beperken tot het product zelf.
34 partijen visch werden afgekeurd
HAARSTEEG.
Door den Secretaris wordt art. 13 van
de Lager Onderwijswet voorgelezen om
te doen zien dat de gemeente verplicht
is het onderwijs te betalen daar waar
de ouders van de schoolgaande kinderen
hun kinderen school laten gaan.
Winkels. Als wij een goed hoofd
der school in Hedikhulzen benoemen,
waarvoor zou men ons dan die kosten
op den hals laten jagen. Ik kan er dan
ook niet mee meegaan.
Van den Brand.' Wat Ged. Staten
voorschrijven, daar behoeven wij niet
altijd op in te gaan.
Van Vrede. Dat zeg ik ook. Vlijmen
zal er wel op in willen gaan.
Voorzitter. Dit is een gevolg van
iet besluit tot opheffing van de open
bare school. Nu kan het niet anders
meer, want het besluit is zoo gevallen,
Maar was dat besluit er niet geweest,
dan hadden we toch een nieuwe school
moeten laten bouwen.
Van Vrede. Daar zitten we nou. In
die vergadering is toen gezegd dat het
jeen kosten met zich zou meebrengen
en nou zien we het al. U hebt nog
gezegd dat het geen cent zou kosten.
Voorzitter. Dat heb ik niet gezegd.
Van Vrede. Toen wij er op wezen
dat het de gemeente veel geld zou gaan
costen, is door U gezegd dat het de
jemeente geen geld zou kosten en
daarom zou ik het nu nog eens willen
zien aangehouden, dan kunnen wij eens
informeeren.
Voorzitter. Daar schiet je allemaal
niets mee op. Wij moeten Ged. Staten
antwoorden, wij kunnen niet wachten.
Van Vrede. Genoeg kunt ge wachten
dan moet aan Ged Staten maar ge
schreven worden dat wij de kinderen
naar Hedikhuizen willen zenden.
Winkels. Geelt ze maar gerust ten
antwoord dat de raad niet kan besluiten
om daartoe over te gaan.
Van der Heijden. Ik zou er ook niet
voor zijn om me te laten dwingen.
Van Vrede. Voor een ongelegd ei
behoeft men niet zoo gauw bang te zijn.
Verbeeld je dat we aan Vlijmen ons
verbinden, die zou wel willen.
Voorzitter Die zal er niets om geven
en bovendien kan men het contract
verbreken als men wil.
Van Vrede U zegt dat het contract
kan worden opgezegd wanneer wij
willen, maar waar^ moeten die kinderen
dan naar school Zouden we ze dan
naar Hedikhuizen kunnen laten gaan?
Voorzitter. Ja
Winkels. Nou geloof ik er heelemaal
niets meer van, van alles wat ge ons
nou wijs wilt maken.
Voorzitter. Dan zal ik het maar in
omvraag brengen. Jullie begrijpen er
niets van
Van Vrede. Laat ons dan maar lomp
zijn. Dat waren we volgens jou een
vorige keer ook wel toen wij er op
wezen dat het de gemeente geld zou
gaan kosten
En kost het de gemeente nou dan
geen geld
Voorzitter. De buitenstaanders lachen
met jullie; die zeggen, daar in Haarsteeg
gaan ze twee keer over iets vergaderen
waar ze niets over hebben te zeggen.
Achten. Ik geloof toch niet dat er
een bijzondere school zou zijn gekomen
als de school niet overgegeven was.
Voorzitter. En in Orthen dan
Van Vrede. Als leden van den raad
hebben wij te zorgen voor de voordeelen
van de gemeente
Achten. Dat is zoo, maar ik ben
bang dat we ons vast gaan werken als
we te lang wachten.
Winkels. Hedikhuijzen is toch geen
4 K.M. van hier.
Voorzitter. Als jullie het nou willen
De Echo vu het Zuiden.
„.Ta," antwoordde de schilder, ik dacht
dat gij beiden zeer tevreden zoudt zijn een
dagje samen door te brengen."
„Een uitstekende gedachte!"
„Zijt gU tevreden over uwe reis?" vroeg
Lucien.
„Zoo goed mogelyk. Ik had in twee zaken
te pleiten, en de eene zoowel als de andere
heb ik gewonnen. Toch heb ik een droevig
geval gehad."
„Zeer ernstig?"
„Nogal."
„En van welken aard?"
„Een verlies, dat my verhinderd heeft,
een derde zaak tot een goed einde te bren
gen, waarvoor ik naar Tours geroepen was.
's Morgens, toen ik vertrokken ben, heb ik
de processtukken dezer zaak verloren."
„Verloren?"
„Ja. Eerst dacht ik, dat ik ze thuis ver
geten had. Onmiddeliyk telegrafeerde ik van
Tours uit naar de oude Magdalena, haar
verzoekend die onmiddeliyk op te zenden
doch zy vond niets op ïnyn bureau. Dan is
zy op myn verlangen direct naar de prefec
tuur van politie gegaan, naar de zaal waar-
eerlijke lieden gevonden voorwerpen depo-
neeren. Doch er was niets. Zoo heb ik niet
in myne derde zaak kunnen pleiten. Ik heb
een uitstel gevraagd van veertien dagen,
met het plan, zoodra ik te Parys zou zyn
teruggekeerd, eenige bekendmakingen te
Hoen aanplakken en eene goede belooning
uit te loven voor hem, die de verloren pro
cesstukken terug brengt. Er zyn brieven by
deze stukken, die als heldere bewyzen gel-
Van vele waren Het de samenstelling
zeer veel te wenschen over. Genoemd
mogen worden In dit verband limonade
siropen, limonades en limonades gazeu-
ses, specerijen, meelsoorten, azijnsoorten,
vleeschextract en bouillonblokjes, e.a.
den en het winnen der zaak verzekeren."
„Hebt rö die bekendmakingen al be
steld?" vroeg Stephaan Castel.
„Heden morgen. Wellicht is men reeds
bezig die te drukken. Duizend franken be
looning voor hem, die de papieren terug
bezorgt."
„Kunnen zy iemand anders van dienst
zyn?"
„Niemand dan my en myn lastgever."
„Dan is het byna zeker, dat gy ze zult
terug ontvangen."
„Ik hoop het."
Men kwam de schilder waarschuwen, dat
't dejeuner was opgediend.
De drie personen begaven zich naar de
eetzaal.
Het ontbyt was allervroolykst en duurde
tot twee uur.
„Willen wy naar myn atelier gaan?" zoo
sprak dan Stephaan. „In deze enge ruimte
hebben wy maar last van den rook der
sigaren."
„Bravoantwoordden de jongelieden, den
schilder volgend.
By den ingang stond op een ezel het
reeds eenigszins gevorderde portret van
Mary Harmant.
Het schilderstuk, dat de gevangenneming
van Jeanne Fortier voorstelde, was als naar
gewoonte met een doek bedekt
Georges en Lucien bewonderden het por
tret van het jonge meisje, dat eene tref
fende geiykenis bood.
„Is mejuffrouw Harmant hier komen po
seeren?" vroeg Georges.
„Vyf of zes maal. 't Is eene verrassing
voor haar vader op zyn verjaardag."
„Dan is er haast by?"
„O neen, 't is nog drie maanden."
„Zal 't meisje het zoover brengen?" zoo
vroeg Lucien. „Sinds eenigen tyd veran
dert zy op eene wyze, die iny zeer ongeluk
kig zou maken, zoo ik haar vader was."
„Teringiyders klampen zich dikwyis veel
langer aan het leven vast dan men wel den
ken zou," merkte Georges op.
Het onderhoud zou wellicht nog gerui-
ïnen tyd op dien voet zyn voortgezet, zoo de
kamerdienar niet de komst van mejuffrouw
Mary Harmant was komen melden, die den
schilder verlangde te spreken.
„Mejuffrouw Harmant hier, op een Zon-
ilag, dat er niet geposeerd wordt! Dat is
zonderling!" riep de schilder uit. „Wat mag
zy wel komen doen?Ik kom."
Hy spoedde zich naar de zaal, waar Mary
was binnengelaten.
Het meisje stond op en ging den schilder
tegemoet, dien zy de hand bood.
Mynheer," sprak zy, „gelief het my niet
ten kwade te duiden, dat ik u op vry onbe
scheiden wyze op een Zondag kom bezoe
ken. Ik weet zeer goed, dat het niet is, zoo
als het behoort, doch ik heb eene verschoo
ning in te brengen. Er is haast by.
„Gy zyt altyd welkom by my, mejuf
frouw," antwoordde Stephaan neigend. „Er
is haast by, mejuffrouw, zeidet gy?"
„Ja".
„En wat voert u dan hierheen?"
„Myn vader is van plan hier te komen om
een verzoek tot u te richten. Hy kan elk
oogenblik hier zynen daar hy zeker zul
vragen uw atelier te zien, zou ik graag heb
ben, dat myn portret verwyderd werd, an
ders toch was 't uit met myne verrassing!"
„O ja, dat is zoo. Ik zal onmiddeliyk aan
uw verlangen voldoen," zeide de schilder,
die niet zonder huivering het bezoek van
den grooten industrieel vernam. „Mynheer
uw vader kan elk oogenblik komen?" vroeg
hy.
„Ja, hy heeft zich onderweg opgehouden
by een fabrikant, met wien hy in handels
verbinding staat en ik heb my gehaast hier
heen te komen om u te verwittigen."
„Wilt gy hier mynheer uw vader afwach
ten?"
„Ja, zoo ik er zeker van zyn kan, dat
myne tegenwoordigheid u niet tot last ver
strekt."
„O neen, in het geheel niet. Het verheugt
my integendeel u hier te zien, en ik geloof
ook dat het u aangenaam zal zyn in myn
atelier twee personen te ontmoeten, mest
wie ik zooeven over u sprak."
„Over my?" vroeg Mary verwonderd.
„Ja, over u, mejuffrouw. En wy spraken
zelfs veel kwaad van u."
„O, dat geloof ik niet!" antwoordde het
meisje glimlachend.
„En daarin hebt gy ook volkomen geiyk!
Mag ik de eer hebben u aan die personen
voor te stellen?"
„Volgaarne! Ik bid er u zelfe om. Docli
(Vervolg.)
vergeet niet myn portret weg te bergen."
„Dat «al onder uw eigen oogen geschre
den, zoo gy met my mede wilt gaan naar
myn atelier. Daar waren wy In gesprek."
Iiy bood Mary den arm, dien het meiBje
met genoegen aannam.
Op bet oogenblik dat de deur geopend
werd stiet het jonge meisje, toen zy daar
binnen Georges Darier en Lucien Labroue
ontdekte, een kreet van verbazing uit.
Zy bracht Üe hand aan het hart om het
hevig bonzen in haar binnenste te bedwin
gen.
De beide jongelieden waren opgestaan om
haar te ontvangen.
Lucien, die niet goed wist hoe zich te
houden, wierp een ondervragenden blik op
Stephaan.
„Moed! moed!" scheen dienB helder oog
hem te antwoorden. „Gy moet nu reeds be
ginnen de raadgevingen in uitvoering te
brengen die ik u hedenmorgen gegeven
heb
Georges Darier stapte op 't jonge meisje
toe.
„Uw bezoek by myn voogd is ons eene
alleraangenaamste verrassing, mejuffrouw
zeide hy.
„O, gy kunt niet zoo aangenaam verrast
zyn als ik ben," antwoordde het meisje. „Om
u beiden te ontmoeten, moet men van de
Murillostraat hierheen komen. Gy schynt
den weg vergeten te hebben."
Deze woorden gingen begeleid met een
verwytenden blik, op Lucien geworpen".
Jules Labroue's zoon neeg het hoofd en
zweeg.
„wy dachten juist aan u, mejuffrouw."
sprak Georges, het woord opnemend, „en
het bewfls daarvan is, dat wy van u spra
ken."
„Uw voogd heeft het my reeds gezegd, en
er zelfs by gevoegd, dat er veel kwaads van
my gezegd werd."
„Dan heeft hy een oogenblik het pad der
waarheid verlaten."
Terwyi deze woorden gewisseld werden,
had Stephaan Castel Mary's portret met
een doek bedekt en den ezel, waarop het
rustte, in een hoek geschoven.
„Zoo weinig kwaad, mejuffrouw, spraken
wy van u, dat wy onzen vriend Lucien La
broue van harte gelukwenschten met het
nieuws, dat hy ons medebracht."
„Wat nieuws was dat?" vroeg Mary be
vend, terwyi zy Lucien aandachtig bezag.
„Wel," zeide Stephaan Castel snel, „de
heer Labroue sprak ons over het eervol en
schitterend aanbod, dat uw vader hem ge
daan heeft; een deelgenootschap als bewys
van de hoogste achting en wat meer zegt,
eene vereeniging, die eene gelukkige toe
komst verzekert"...
Marie voelde, dat zy van vreugde beefde,
zy liep naar Lucien met schitterende
oogen en het gelaat hoog rood gebieurd
door het toegevloeide bloed.
„Gy zeidet dat, mynheer Labroue?" sta
melde zy, terwyi zy hem hare hand toestak.
Een nieuwe blik van Stephaan gaf het
antwoord aan, dat de jonge man moest
geven.
Ofschoon zelfs de kleinste leugen hem af-
schuweiyk toescheen, antwoordde hy
„Ja, juffrouwIk deelde myn vriend
George Darier het voorstel van den heer
Harmant mede: het deelgenootschap, dat
tot fortuin leidt en de verbintenis, voor wel
ke verbintenis, voor welke hy zoo goed is,
my waardig te achten
„En wat hebt gy daaraan toegevoegd?"
stotterde Mary met eene stem, die byna
door ontroering verstikt was.
„Dat ik eerst geaarzeld had, daar ik niet
kon gelooven aan een droom, die zelfB den
meest eerzuchtige tevreden zou hebben ge
steld."
„Maar dat hy had nagedacht," haastte
zich de kunstenaar daaraan toe te voegen,
en dat hy, ziende dat de verwezeniyklng
van dien droom mogeiyk was, van ganscher
harte aanüam."
Mary was te veel ontroerd om te bemer
ken, dat Stephaan Castel en niet Lucien de
aangevangen, doch onvoltooide zinnen af
maakte.
Overtuigd ale zy was, dat Lucien alles
gezegd had, vroeg zy, opnieuw trillend van
vreugde
„Hebt gy myn vader reeds gezegd, welk
besluit gy genomen hebt?"
„Neen, mejuffrouw, nog niet... atotterde
de zoon van Jules Labroue.
(Wordt vervolgd).