De Portierster van Alfortville. Gemeenteraad. TWEEDE BLAD. FEUILLETOII 1 NUMMER 72. ZATERDAG 9 SEPT. 1922. 45e Jaargang. Keuringsdienst van Waren. Het volgende ia ontleend aan bet verslag van den Keuringsdienst van Waren voor het Keurlngsgebled 's-Her- logenboscb over het tijdvak 15 Juli tot 31 December 1921. Het aantal gemeenten, behoorende tot het keuiingsgebied 's-Hertogenbosch bedroeg 76, het aantal Inwoners 275435. In verband met het inwerkingtreden van de Warenwet moest het personeel worden uitgebreid. Deze uitbreiding Is echter voor het eerste jaar niet geschied in die mate, als in verband met de zeer belangrijke uitbreiding der werkzaamhe den noodlg was. De gemeentebesturen werden verzocht aan den dienst een opgave te verstrekken van de in hunne gemeente gevestigde winkeliers, grossiers, bakkers, veehou ders, c.q. melkslijters en van andere personen, die waren verkoopen in den zin van art. 1 der keuringsverordeningen voor Waren. Voorts werden zij verzocht door het van gemeentewege doen ver krijgbaar stellen van op stevig papier gedrukte exemplaren der keuringsver ordening, te willen bevorderen dat de verkoopers van waren aan de in art. 3 dier verordening vermelde verplichting (n.l. het ophangen der Verordening In de voor het publiek toegankelijke ver koopplaatsen) kunnen voldoen. Bijna alle gemeentebesturen hebben aan dit verzoek welwillend voldaan. De melkcontiöle werd voorlooplg als regel alleen verricht bij huis- en straat- verkoopersde leveranciers aan de zuivelfabrieken komen later aan de beurt. Voorts werden alle winkels in het gebied bezocht en op kaart gebracht, terwfll de in ondeugdelijken toestand verkeerende w*<en in die winkels aan het verkeer r Jen f onttrokken. Dat deze conti öle »dig was, zal uit het volgende bhjken. .alve in de gemeenten VHertogen- b^'ch en Tilburg werden slechts op beperkte schaal monsters genomen van andere waren dan melk in verband met het beperkte laboratorium-personeel. Wat de ten verkoop aangetroffen waren aangaat het volgende De melk was over het algemeen slecht. Vooral de toestand waarin zij verkeerde, maar ook hare samenstelling liet zeer veel te wenschen over. Een gunstige uitzondering hierop maakten de gemeen ten, waar vroeger reeds een keurings dienst bestond, of waar op andere wtyze door de plaatselijke overheid toezicht werd uitgeoefend. Genoemd mogen worden In dit verband de gemeenten 's-Hertogenbosch, Tilburg, Heusden en in geringer mate Boxtel. De melk ten plattelande was over 't algemeen vuil, een direct gevolg van geen of zeer onvoldoende filtratie, doch de primaire oorzaak moet worden ge zocht In de buitengewoon slechte stalling en de ondeskundige maar vooral onzin delijke behandeling, zoowel van de koeien als van de melk. Bij vele boeren is het voorts gewoonte, de zeven of de emmers, min of meer ruim, met water om te spoelen, en dit spoelwater dan bij de melk te voegen. Op het onge oorloofde van deze handelwijze werd, schriftelijk en mondeling, steeds gewezen, terwijl, wanneer deze hoeveelheid spoel water >rulm< bleek te zijn, streng werd opgetreden. Wat de andere waren betreft, bleken ten plattelande nog groote hoeveelheden oorlogsgoederen te zitten, welke voor het grootste gedeelte bedorven waren. van ,J)e Eoho van het Zuiden", ,**146). In vele winkels (of beter gezegd verkoopplaatsen, want op den naam van winkel kunnen vele geen aanspraak maken) ten plattelande schijnt zindelijk heid een onbekend begrip te zijn. Er zijn verschillende >wlnkels< die tevens slaapgelegenheid of hulskamer of keuken zijn of ook wel al deze bestemmingen in zich vereenigen. Er zijn voorts winkels aangetroffen, waar alles dik onder de stof lag, en waar spinnewebben en andere vuiligheid in de wlnkelbakken werden aangetroffen of waar een onaan?ename atmosfeer, resp. doordringende stank heerschte. Gelukkig vormt dit soort winkels niet de meerderheid en toonen zeer veel winkeliers meer verantwoor delijkheidsgevoel en tevens meer hun eigen belang te begrijpen. In dit verband valt het vestigen van groote winkelcom- bioatles ten plattelande toe te juichen. Een enkel woord dient hier te worden gewijd aan de winkeltjes In het Land van Heusden en Altena. Bijna zonder uitzondering heerschte hier de grootste reinheid, toonbank en vloer waren kraak helder. Veelal waren de wlnkelbakken netjes met glas afgedekt. Er werden 1770 monsters volle melk (gewone handelsmelk) onderzocht, waar van 823 om verschillende redenen on deugdelijk bleken. Naar aanleiding hiervan werden 476 mededeelingen en uitnoo- diglngen tot een onderhoud en 273 waarschuwingen verzonden, terwijl 67 maal proces-verbaal werd opgemaakt. Het aantal monsters ondeugdelijk van samenstelling wegens watertoevoeging, was, zooals te verwachten was, ten platte lande vrij aanzienlijk. Weliswaar heeft men bier veelal met spoelwater te doen (doch deze hoeveelheid spoelwater be draagt in de meeste gevallen veel meer dan 5 °/0 zoodat men moeilijk kan ont komen aan de gedachte, dat het spoel water voor andere doeleinden is toe gevoegd. Tegen dit geknoei met water werd zeer streng opgetreden, zoodat op het oogenblik dat dit verslag werd ge schreven, het knoeien veel minder voorkomt. Het aantal monsters ondeugdelijk wegens te laag vetgehalte, was veel minder groot. Toch behoeft hier niet altijd te worden gedacht aan opzette lijke ontrooming of toevoeging van taptemelk. Het aantal monsters van onvoldoende reinheid v/as daarentegen buitengewoon groot. Dit is geen wonder wanneer men weet, hoe de stallen en hoe de koeien in die stallen eruitzien. De potstal is nog het meest voor komende type. Ook hier is de toestand niet overal in het gebied dezelfde; er zijn streken, waar de pogingen tot stalverbetering werkelijk succes hebben gehad. Het zeven der melk blijft uit den aard der zaak slechts een middel om de ge volgen van de vuilheid weg te nemen. £n dit middel moet direct na het melken worden toegepast, daar anders de mest voor een groot gedeelte in de melk oplost. Bacteriologisch blijft de melk, ook al is zij gefiltreerd, in hooge mate verontreinigd. Het streven moet er dus op gericht zijn, de vuilheid zelf weg te nemen. Dit is niet alleen in het belang van den consument of van de zuivelindustrie, doch direct in het belang van den boer. Reinheid bevordert in hooge male den gezondheidstoestand van het veet terwijl de melkopbrengst er door wordt ver hoogd. Bij elke bespreking met of be zoek aan den veehouder werd hierop gewezen Hem werd op het hart gedrukt stal en beesten steeds behoorlijk schoon te houden, de uiers voor het melken steeds te wasschen, de staarten op te binden, de zieke dieren afzonderlijk te zetten, vóór het melken de handen grondig te wasschen en een schoon voorschoot aan te doen. Op het gebied van veebehandeling en melkverzorging valt voor den boer nog veel te leeren, maar vooral ook te doen. Om dit laatste steeds en overal te bereiken zullen wettelijke maatregelen niet kunnen wor den gemist. Melk van uierziek vee werd nogal eens aangetroffen. Gepasteuriseerde melk bleek door enkele grootere melkinrichtingen te worden bereid en in den handel ge bracht. Alleen flesschen, welke blijkens het opschrift op het sluitetiket als ge pasteuriseerde melk zijn gedeclareerd, kunnen door den dienst als zoodanig worden beschouwd en onderzocht Het publiek koope dus nooit gepasteuri seerde melk in flesschen zonder sluit etiket, of zonder dat op andere wijze doelmatig verzegeling is bewerkstelligd en uit opschrift of sluiting niet duide lijk blijkt, dat de inhoud gepasteuri seerde melk is. Om aanspraak te kun nen maken op dezen naam, moet de melk, in de verpakking, waarin zij wordt afgeleverdgedurende '/a uur op een temperatuur van 70 tot 85 C. (dit geschiedt in groote bakken met water van die temperatuur) worden verhit. Een melkinrichting te Oss, verkoopt z g. gepasteuriseerde melk in flesschen zonder sluitetiket en zonder opschrift. Deze melk wordt echter niet gepasteuri seerd doch een zeer korten tijd verhit n een z.g. doorstroomapparaat en dan n flesschen getapt. Zij kan op den naam van gepasteuriseerde melk geen aanspraak maken, doch wordt wel 5 cent per liter duurder verkocht. De samenstelling van karnemelk liet zeer veel te wenschen over. Het mini mum van 7,6 pCt. vetvrije droge stof, genoemd in den Codex Alimentarius, werd slechts zelden bereikt. Succes sievelijk werd een bespreking gehouden met de directeuren der verschillende zuivelfabrieken, daar vrijwel alleen deze inrichtingen karnemelk in den handel jrengen Voor hen is echter de boter- bereiding hoofdzaak en zij gingen er meerendeels slechts noode toe over in deze bereidingswijze de noodzakelijke wijziging te brengen, waardoor het mogelijk was betere karnemelk af te everen. Bij het schrijven van dit verslag, is echter ook in dit opzicht een flinke verbetering bereikt, al zijn er nog enkele ■abrieksleiders, die doof blijven voor minnelijk overleg. Er werden 3131 inspecties verricht van winkels en bakkerijen, benevens 86 marktinspectieshierbij werden 741 partijen ter plaatse afgekeurd en meestal verniettigd of onbruikbaar gemaakt als menschelijk voedsel, terwijl 35 partijen na onderzoek in het laboratorium wer den afgekeurd en uit den handel ge nomen. In het laboratorium werden onder zocht 510 monsters van andere waren dan melk c.a. Hiervan werden ondeug delijk bevonden 156 of 30,8 pCt. In verband hiermede werden 117 waarschuwingen en mededeelingen ver zonden en werden 2 processen-verbaal opgemaakt. Van de 14 monsters wijnazijn konden slechts 2 aanspraak maken op dien naam. De rest bleek niet te zijn ver kregen door azijnzure gisting van wijn. Veelal was het niet anders dan verdunde azijnessence en was de daarvoor ge- vraagde prijs veel te hoog. 129 flesschen werden in beslag genomen 2 partijen naar den fabrikant teruggezonden, ter wijl van andere de etiketten werden verwijderd. 6 van de 26 monsters azijnessence waren te slap. Gruttermeel (hieronder wordt verstaan boekweitmeel) was van de 21 maal 9 maal vervalscht met andere meelsoorten 4 partijen bleken bedorven. 1 van de 10 monsters maizena was vervalscht met 20 pCt. aardappelmeel. Aanmerking moest worden gemaakt op een monster koffiesiroop. afkomstig van een fabrikant te Heusden, hetwelk een aschgehalte van 22 pCt. bleek te bezitten. Op het gebied van limonades en limonade gazeuses is het ten platte lande in het keuringsgebied een ware Augias-stal. Dikwijls werden gekleurde oplossingen van sacharine in water als limonade verkocht tegen flinke prijzen. Van de 18 monsters limonade, resp. limonette bleken 9 ondeugdelijk4 be vatten saccharine, 5 bevatten een te laag suikergehalte of in 't geheel geen suiker. 4 bevatten te veel conserveer- middef, 2 limonades bevatten aardappel stroop en behoorden dus als liomonet- ten te worden gedeclareerd. Van de 19 monsters limonade gazeuse resp. cham pagne pils waren 13 ondeugdelijk. Saccharine en kunstmatige schuimstoffen werden bij herhaling aangetroffen. Dik wijls was suiker in 't geheel niet of te weinig aanwezig. Z.g. eierpudding bevatte geen ei-be- standdeelen, 1 monster pudding was vervaardigd met het gevaarlijke pronk- boonenmeel, een ander monster pudding was gekleurd met het giftige methani- geel. Van de 120 monsters specerijen waren 46 ondeugdelijk. Vooral die in gemalen toestand staan aan vervalsching bloot; ten plattelande werden nog curieuze vervalschingen geconstateerd: gemalen nootmuskaat met 50 pCt. maizena, kaneel met houtzaagsel, nagelgruis met doode- kop, saffraan met saftloor (de bloemen van Carthamus tinctorius) en met lint- bloemen van Calendula officinalis (de goudsbloem). Saffraan had dikwijls een te hoog watergehalte en was, ter ver zwaring, veelal gedrenkt in oplossingen van borax of van suiker. Partijen kinderfluitjes uit lood bestaan de werden opgeruimd. Van de 18 monsters bouillonblokjes bleken 15 geen vleeschextract te bevat ten, 2 bevatten zeer weinig, terwij slechts 1 monster (fabrikaat Maggi) aan de eischen voldeed 23857 stuks en 16 flacons vleeschextract werden in beslag genomen, terwijl wegens bederf nog 56438 stuks bouillonblokjes, 38 fl. bouillonextract en 38 fl. vleeschextract uit den handel werden genomen. Een monster frambozensap bleek met boorzuur te zijn geconserveerd. Eenige partijen haarwaters (jachtwa- ers) bestaande uit rattenkruid, opgelost n een soda- of potaschoplossing, werden n beslag genomen. Behangselpapier werd 2 maal onder zocht. Arsenicumverbindingen waren niet aanwezig, De 9 monsters consumptie ijs, op straat aan de bekende wagentjes ver kocht. bleken uit voldoende verhitte grondstof te zijn samengesteld, 2 maal werd saccharine aangetroffen. De berei ding geschiedt veelal op ondeskundige en onhygiënische wijze (soms in krot woningen met een vertrekje) zoodat het aantal bacteriën per gram van deze lekkernij tot in de millioenen beloopt. Zoolang echter wettelijke voorschriften omtrent de bereidplaatsen enz. ontbreken moet de keuringsdienst zijn controle beperken tot het product zelf. 34 partijen visch werden afgekeurd HAARSTEEG. Door den Secretaris wordt art. 13 van de Lager Onderwijswet voorgelezen om te doen zien dat de gemeente verplicht is het onderwijs te betalen daar waar de ouders van de schoolgaande kinderen hun kinderen school laten gaan. Winkels. Als wij een goed hoofd der school in Hedikhulzen benoemen, waarvoor zou men ons dan die kosten op den hals laten jagen. Ik kan er dan ook niet mee meegaan. Van den Brand.' Wat Ged. Staten voorschrijven, daar behoeven wij niet altijd op in te gaan. Van Vrede. Dat zeg ik ook. Vlijmen zal er wel op in willen gaan. Voorzitter. Dit is een gevolg van iet besluit tot opheffing van de open bare school. Nu kan het niet anders meer, want het besluit is zoo gevallen, Maar was dat besluit er niet geweest, dan hadden we toch een nieuwe school moeten laten bouwen. Van Vrede. Daar zitten we nou. In die vergadering is toen gezegd dat het jeen kosten met zich zou meebrengen en nou zien we het al. U hebt nog gezegd dat het geen cent zou kosten. Voorzitter. Dat heb ik niet gezegd. Van Vrede. Toen wij er op wezen dat het de gemeente veel geld zou gaan costen, is door U gezegd dat het de jemeente geen geld zou kosten en daarom zou ik het nu nog eens willen zien aangehouden, dan kunnen wij eens informeeren. Voorzitter. Daar schiet je allemaal niets mee op. Wij moeten Ged. Staten antwoorden, wij kunnen niet wachten. Van Vrede. Genoeg kunt ge wachten dan moet aan Ged Staten maar ge schreven worden dat wij de kinderen naar Hedikhuizen willen zenden. Winkels. Geelt ze maar gerust ten antwoord dat de raad niet kan besluiten om daartoe over te gaan. Van der Heijden. Ik zou er ook niet voor zijn om me te laten dwingen. Van Vrede. Voor een ongelegd ei behoeft men niet zoo gauw bang te zijn. Verbeeld je dat we aan Vlijmen ons verbinden, die zou wel willen. Voorzitter Die zal er niets om geven en bovendien kan men het contract verbreken als men wil. Van Vrede U zegt dat het contract kan worden opgezegd wanneer wij willen, maar waar^ moeten die kinderen dan naar school Zouden we ze dan naar Hedikhuizen kunnen laten gaan? Voorzitter. Ja Winkels. Nou geloof ik er heelemaal niets meer van, van alles wat ge ons nou wijs wilt maken. Voorzitter. Dan zal ik het maar in omvraag brengen. Jullie begrijpen er niets van Van Vrede. Laat ons dan maar lomp zijn. Dat waren we volgens jou een vorige keer ook wel toen wij er op wezen dat het de gemeente geld zou gaan kosten En kost het de gemeente nou dan geen geld Voorzitter. De buitenstaanders lachen met jullie; die zeggen, daar in Haarsteeg gaan ze twee keer over iets vergaderen waar ze niets over hebben te zeggen. Achten. Ik geloof toch niet dat er een bijzondere school zou zijn gekomen als de school niet overgegeven was. Voorzitter. En in Orthen dan Van Vrede. Als leden van den raad hebben wij te zorgen voor de voordeelen van de gemeente Achten. Dat is zoo, maar ik ben bang dat we ons vast gaan werken als we te lang wachten. Winkels. Hedikhuijzen is toch geen 4 K.M. van hier. Voorzitter. Als jullie het nou willen De Echo vu het Zuiden. „.Ta," antwoordde de schilder, ik dacht dat gij beiden zeer tevreden zoudt zijn een dagje samen door te brengen." „Een uitstekende gedachte!" „Zijt gU tevreden over uwe reis?" vroeg Lucien. „Zoo goed mogelyk. Ik had in twee zaken te pleiten, en de eene zoowel als de andere heb ik gewonnen. Toch heb ik een droevig geval gehad." „Zeer ernstig?" „Nogal." „En van welken aard?" „Een verlies, dat my verhinderd heeft, een derde zaak tot een goed einde te bren gen, waarvoor ik naar Tours geroepen was. 's Morgens, toen ik vertrokken ben, heb ik de processtukken dezer zaak verloren." „Verloren?" „Ja. Eerst dacht ik, dat ik ze thuis ver geten had. Onmiddeliyk telegrafeerde ik van Tours uit naar de oude Magdalena, haar verzoekend die onmiddeliyk op te zenden doch zy vond niets op ïnyn bureau. Dan is zy op myn verlangen direct naar de prefec tuur van politie gegaan, naar de zaal waar- eerlijke lieden gevonden voorwerpen depo- neeren. Doch er was niets. Zoo heb ik niet in myne derde zaak kunnen pleiten. Ik heb een uitstel gevraagd van veertien dagen, met het plan, zoodra ik te Parys zou zyn teruggekeerd, eenige bekendmakingen te Hoen aanplakken en eene goede belooning uit te loven voor hem, die de verloren pro cesstukken terug brengt. Er zyn brieven by deze stukken, die als heldere bewyzen gel- Van vele waren Het de samenstelling zeer veel te wenschen over. Genoemd mogen worden In dit verband limonade siropen, limonades en limonades gazeu- ses, specerijen, meelsoorten, azijnsoorten, vleeschextract en bouillonblokjes, e.a. den en het winnen der zaak verzekeren." „Hebt rö die bekendmakingen al be steld?" vroeg Stephaan Castel. „Heden morgen. Wellicht is men reeds bezig die te drukken. Duizend franken be looning voor hem, die de papieren terug bezorgt." „Kunnen zy iemand anders van dienst zyn?" „Niemand dan my en myn lastgever." „Dan is het byna zeker, dat gy ze zult terug ontvangen." „Ik hoop het." Men kwam de schilder waarschuwen, dat 't dejeuner was opgediend. De drie personen begaven zich naar de eetzaal. Het ontbyt was allervroolykst en duurde tot twee uur. „Willen wy naar myn atelier gaan?" zoo sprak dan Stephaan. „In deze enge ruimte hebben wy maar last van den rook der sigaren." „Bravoantwoordden de jongelieden, den schilder volgend. By den ingang stond op een ezel het reeds eenigszins gevorderde portret van Mary Harmant. Het schilderstuk, dat de gevangenneming van Jeanne Fortier voorstelde, was als naar gewoonte met een doek bedekt Georges en Lucien bewonderden het por tret van het jonge meisje, dat eene tref fende geiykenis bood. „Is mejuffrouw Harmant hier komen po seeren?" vroeg Georges. „Vyf of zes maal. 't Is eene verrassing voor haar vader op zyn verjaardag." „Dan is er haast by?" „O neen, 't is nog drie maanden." „Zal 't meisje het zoover brengen?" zoo vroeg Lucien. „Sinds eenigen tyd veran dert zy op eene wyze, die iny zeer ongeluk kig zou maken, zoo ik haar vader was." „Teringiyders klampen zich dikwyis veel langer aan het leven vast dan men wel den ken zou," merkte Georges op. Het onderhoud zou wellicht nog gerui- ïnen tyd op dien voet zyn voortgezet, zoo de kamerdienar niet de komst van mejuffrouw Mary Harmant was komen melden, die den schilder verlangde te spreken. „Mejuffrouw Harmant hier, op een Zon- ilag, dat er niet geposeerd wordt! Dat is zonderling!" riep de schilder uit. „Wat mag zy wel komen doen?Ik kom." Hy spoedde zich naar de zaal, waar Mary was binnengelaten. Het meisje stond op en ging den schilder tegemoet, dien zy de hand bood. Mynheer," sprak zy, „gelief het my niet ten kwade te duiden, dat ik u op vry onbe scheiden wyze op een Zondag kom bezoe ken. Ik weet zeer goed, dat het niet is, zoo als het behoort, doch ik heb eene verschoo ning in te brengen. Er is haast by. „Gy zyt altyd welkom by my, mejuf frouw," antwoordde Stephaan neigend. „Er is haast by, mejuffrouw, zeidet gy?" „Ja". „En wat voert u dan hierheen?" „Myn vader is van plan hier te komen om een verzoek tot u te richten. Hy kan elk oogenblik hier zynen daar hy zeker zul vragen uw atelier te zien, zou ik graag heb ben, dat myn portret verwyderd werd, an ders toch was 't uit met myne verrassing!" „O ja, dat is zoo. Ik zal onmiddeliyk aan uw verlangen voldoen," zeide de schilder, die niet zonder huivering het bezoek van den grooten industrieel vernam. „Mynheer uw vader kan elk oogenblik komen?" vroeg hy. „Ja, hy heeft zich onderweg opgehouden by een fabrikant, met wien hy in handels verbinding staat en ik heb my gehaast hier heen te komen om u te verwittigen." „Wilt gy hier mynheer uw vader afwach ten?" „Ja, zoo ik er zeker van zyn kan, dat myne tegenwoordigheid u niet tot last ver strekt." „O neen, in het geheel niet. Het verheugt my integendeel u hier te zien, en ik geloof ook dat het u aangenaam zal zyn in myn atelier twee personen te ontmoeten, mest wie ik zooeven over u sprak." „Over my?" vroeg Mary verwonderd. „Ja, over u, mejuffrouw. En wy spraken zelfs veel kwaad van u." „O, dat geloof ik niet!" antwoordde het meisje glimlachend. „En daarin hebt gy ook volkomen geiyk! Mag ik de eer hebben u aan die personen voor te stellen?" „Volgaarne! Ik bid er u zelfe om. Docli (Vervolg.) vergeet niet myn portret weg te bergen." „Dat «al onder uw eigen oogen geschre den, zoo gy met my mede wilt gaan naar myn atelier. Daar waren wy In gesprek." Iiy bood Mary den arm, dien het meiBje met genoegen aannam. Op bet oogenblik dat de deur geopend werd stiet het jonge meisje, toen zy daar binnen Georges Darier en Lucien Labroue ontdekte, een kreet van verbazing uit. Zy bracht Üe hand aan het hart om het hevig bonzen in haar binnenste te bedwin gen. De beide jongelieden waren opgestaan om haar te ontvangen. Lucien, die niet goed wist hoe zich te houden, wierp een ondervragenden blik op Stephaan. „Moed! moed!" scheen dienB helder oog hem te antwoorden. „Gy moet nu reeds be ginnen de raadgevingen in uitvoering te brengen die ik u hedenmorgen gegeven heb Georges Darier stapte op 't jonge meisje toe. „Uw bezoek by myn voogd is ons eene alleraangenaamste verrassing, mejuffrouw zeide hy. „O, gy kunt niet zoo aangenaam verrast zyn als ik ben," antwoordde het meisje. „Om u beiden te ontmoeten, moet men van de Murillostraat hierheen komen. Gy schynt den weg vergeten te hebben." Deze woorden gingen begeleid met een verwytenden blik, op Lucien geworpen". Jules Labroue's zoon neeg het hoofd en zweeg. „wy dachten juist aan u, mejuffrouw." sprak Georges, het woord opnemend, „en het bewfls daarvan is, dat wy van u spra ken." „Uw voogd heeft het my reeds gezegd, en er zelfs by gevoegd, dat er veel kwaads van my gezegd werd." „Dan heeft hy een oogenblik het pad der waarheid verlaten." Terwyi deze woorden gewisseld werden, had Stephaan Castel Mary's portret met een doek bedekt en den ezel, waarop het rustte, in een hoek geschoven. „Zoo weinig kwaad, mejuffrouw, spraken wy van u, dat wy onzen vriend Lucien La broue van harte gelukwenschten met het nieuws, dat hy ons medebracht." „Wat nieuws was dat?" vroeg Mary be vend, terwyi zy Lucien aandachtig bezag. „Wel," zeide Stephaan Castel snel, „de heer Labroue sprak ons over het eervol en schitterend aanbod, dat uw vader hem ge daan heeft; een deelgenootschap als bewys van de hoogste achting en wat meer zegt, eene vereeniging, die eene gelukkige toe komst verzekert"... Marie voelde, dat zy van vreugde beefde, zy liep naar Lucien met schitterende oogen en het gelaat hoog rood gebieurd door het toegevloeide bloed. „Gy zeidet dat, mynheer Labroue?" sta melde zy, terwyi zy hem hare hand toestak. Een nieuwe blik van Stephaan gaf het antwoord aan, dat de jonge man moest geven. Ofschoon zelfs de kleinste leugen hem af- schuweiyk toescheen, antwoordde hy „Ja, juffrouwIk deelde myn vriend George Darier het voorstel van den heer Harmant mede: het deelgenootschap, dat tot fortuin leidt en de verbintenis, voor wel ke verbintenis, voor welke hy zoo goed is, my waardig te achten „En wat hebt gy daaraan toegevoegd?" stotterde Mary met eene stem, die byna door ontroering verstikt was. „Dat ik eerst geaarzeld had, daar ik niet kon gelooven aan een droom, die zelfB den meest eerzuchtige tevreden zou hebben ge steld." „Maar dat hy had nagedacht," haastte zich de kunstenaar daaraan toe te voegen, en dat hy, ziende dat de verwezeniyklng van dien droom mogeiyk was, van ganscher harte aanüam." Mary was te veel ontroerd om te bemer ken, dat Stephaan Castel en niet Lucien de aangevangen, doch onvoltooide zinnen af maakte. Overtuigd ale zy was, dat Lucien alles gezegd had, vroeg zy, opnieuw trillend van vreugde „Hebt gy myn vader reeds gezegd, welk besluit gy genomen hebt?" „Neen, mejuffrouw, nog niet... atotterde de zoon van Jules Labroue. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 5