De Portierster
van Alfortville
TWEEDE BLAD.
Buitenland.
FEUILLETON
Binnenland.
F R E C OS ZENUWTABLETTEN.
F R E C OS HOOFDPIJNTABLETTEN.
Gemengd Nieuws.
NUMMER 82.
ZATERDAG 14 OCT. 1922.
45e Jaargang.
Mco kan herademen» mits men geen
Griek zij, want »Moedania« Is een feit
geworden. Toen generaal Harrington In
de gaten kreeg, dat de conventie wel
geteekend zou worden, hield hij nog net
even een toespraakje, waarmee hij zeggen
wilde »De Kemalisten moeten niet ge-
looven, dat wij, Engelschen, bang zijn.
Wij zijn voor de heele wereld niet be
vreesd, want Engeland heeft veel dappere
soldaten, veel groote schepen en ka
nonnen om van om te vallen en zwer
men vliegtaigen, zoo dicht dat, als ze
alle tegelijk in de lucht zijn, de zon
niet meer te zien Is.
>Ja, ja,zeide Ismed, >dat is wel ge
wichtig en het maakt beslist 'n grooten
indruk op mij. Maar als wij de conventie
onderteekenen, staat u dan borg voor
de uitvoering der bepalingeo?4 Hij doelde
daarmee op een eventueele onwilligheid
van de Grieken. Harrington gaf de ver
zekering, de Grieken, zacht of hard, te
zullen dwingen.
De Grieksche delegatie, ondervraagd
aan boord van den Engelschen kruiser
>Iron Duke«. of zij de conventie van
Moedania zou teekenen, zeideiNeen,
want wij hebben slechts machtiging om
gunstiger voorwaarden teonderteekenen*
Toen bleek, dat men te Athene van
Oost-Thracië nog graag een klein stukje
wilde zien te behouden: Dimó\ica.
Dlmótlca Is het Marltza-gebled, pal
ten Zuiden van Adrlanopelwie Dlmó
tlca heeft, kan Adrlanopel steeds be-
drelgen-
Verder hadden de Grieken nog op
hun bescheiden geworden verlanglijstje
staanAmnestie voor Grieken in Oost-
Thracië en Kleln-Azië, en uilwisseling
van krijgsgevangenen.
Dit laatste gespartel der Grieken kan
men beschouwen als een noodelooze
vertraging der onderteekenlng, want een
leder in bet Nabije Oosten beschouwt
den wapenstilstand met al den aankleve
van dien een voldongen feit. Te Kon-
stantinopel tenminste hebben duizenden
Christenen (meest van Grieksche origine)
hun boeltje gepakt en verlaten den Gou
den Hoorn voor een denkboeldig-veiliger
plaats. Als de bepalingen der overeen
komst van Moedania gestrengelijk wor
den nagekomen, dan is er op den lsten
Nov. a.s. geen Griek meer te bekennen
in Oost-Thracië en wappert de Halve
Maan langs de Marltza.
Generaal Vlacopoelos, die eergisteren
nog manhaftig beweerde, dat hij In
Thraclë zat om het vechtender wijze te
behouden voor Griekenland, heeft daar
mee misschien z'n laatste branie ver
speeld, want zijn troepen zijn gisteren
aan het muiten geslagen en gedragen
zich erg bolsjewistisch.
Het zijn Griekenland en de Grieken,
die het onaangenaamste loodje leggen
in het Nabije Oosten.
Als men Rusland en de Kleine En
tente kalm weet te houden, bestaat er
veel kans dat, waar voorloopig de Ke-
malistische troepen geen Europeesch
grondgebied zullen betreden, men het
van ,J)e Echo van het Zulder'
157).
nieuwe jaar zonder oorlog ingaat.
Te Koastantinopel, Londen, Parijs en
Rome 19 men buitengewoon in zijn schik
met den afloop van >Moedania«, hier
zus, daar zoo. Het voornaamste staartje
van >Moedanla< beleeft Engeland, waar
de blnnenlandsche politieke strijd hevi
ger is ontbrand dan ooit te voren. Bijna
geen blad, of het heeft in zijn vrees
voor een falikanten afloop van Moedania
en voor het onrustbarende troepenge-
manoeuvreer van Ismed, onder de oogen
der gedelegeerden ter conferentie, ge-
eischf, dat Lloyd George zijn congé
moest nemen. Maar de oude rot schijnt
er niet aan te denken, vooral niet, nu
de gebeurtenissen met hem-mee zijn.
Hij en zijn makkers trekken er op uit
om groote redevoeringen te houden,
waarin de politiek der laatste dagen
verdedigd zal worden. Hij zelf heeft een
liberaal centrum gekozen, Manchester en
zijn vrienden Chamberlain en Winston
Churchill nemea Birmingham en Dundee
voor hun rekening. Men is van Lloyd
George gewend, dat hij zijn hulk hangt
naar den wind en het zal niemand ver
bazen, als hij de banden met de con
servatieven wat losser gaat maken.
Het kan misschien aardig zijn, na te
gaan, of hij 'm dat even handig lapt,
als de beantwoording van de booze
sowjet-nota, waarin niets meer of minder
dan met den vul9t toegang tot de ko
mende vredesconferentie geëischt werd
en geklaagd, dat de Engelschen de zee
engten hadden geblokkeerd: >Wij zijn
grootelijks verwonderd, dat men te Mos
kou 9preekt van een blokkade door de
Engelschen van de zeeëngten, daar elk
schip riistlg zijn gang kan gaan, mits
het maar neutraal z^«, maar over de
rekbaarheid van het woord neutraal4
verder geen kik.
Volgens den correspondent van
Dally News te Miiaan zal bij gelegenheid
van het bezoek, dat het Itallaansche
koninklijke paar than9 aan 't Belgische
hof brengt, de verloving van den Bel
gischen kroonprins met Pilnses Jolande
van Italië officieel bekend gemaakt wor
den.
Aan de huwelijksplechtigheid van
den ex-keizer zullen, nadat in de familie
Hohenzollern overeenstemming is ver
kregen, alle zonen en de dochter van
den bruidengom deelnemen. Ook de
voormalige kroonprinses zal daartoe
met haar kinderen naar Doorn overko
men. Voorts heeft een aantal aan de
familie bevriende Duitsche ex-vorsten
hun deelneming aan de plechtigheid
toegezegd.
Op den bruiloftsdag zal de ex-keizer
verschillende liefdadige instellingen te
Doorn en te Potsdam bedenken.
Zooals bekend is op 29 Septem
ber 1922 ontvreemd te Kerkrade een
bedrag, groot 37.000 gulden, bestaande
uit Ned. Bankbiljetten van f300 en
f 100, n.l. 2 van f300, 24 van f 100,
100 van f40, 520 van f25 en 1550 van
f 10. De nummers van de bankbiljetten
van f 300 zijn als volgtA. C no. 038940
en A. D. no. 045709.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Per koker 60 Cent.
Slapeloosheid, Examenvrees, Gejaagdheid.
Per koker 45 Cent.
Binnen 10 min. verlichting der hevigste Hoofdpijn.
Verkrijgbaar bij Drogisterij „DE TOKO", Waalwijk en GEZ. WAGEMAKERS,
Kaatsheuvel.
22468
De nummers der 24 bankbiljetten van
f 100 zijn als volgtB. N. no. 039469,
B. O. no. 619972, A M. no. 963864,
B. H. no. 019095, B. D. no 029353,
B. K. no. 063310, A. K. no. 052557,
A. K. no. 067798, A. Z. no. 026181.
B. R. N. no. 036600, B. K. no 049659,
A. N no 050020, B P. no. 026897, A.
no. 057656, B. J. no. 065808, B. N. no.
075652, B. O. no. 022768, B. L. no.
0062o5, A. C. no. 089466, B. N. no.
091972, B. M. no. 078621, A. K. no.
078927, B. O.no. 043725, B. no. 031691.
De overige nummers der bankbiljetten
zijn onbekend. De commissaris van
politie te Kerkrade verzoekt inbeslagne
ming van het vermiste geld, alsmede
aanhouding en voorgeleiding van de
onbekende dadersbovendien telegra
fisch bericht wanneer omtrent boven
staande iets mocht blijken.
Aanbeveling zou het verdienen de
banken omtrent vorenstaande nummers
in kennis te stellen.
Het Maandblad van den Neder
landschen Bond van Werkgeversvere
nigingen ia het heereukleedingbedrijf
brengt onderstaand staaltje, dat een
beeld geeft van de tegenwoordige gelds
waarde bij onze oostelijke buren.
Men kon koopen
Voor
Mark Voosheen Thans
ÏOOO 20 costuums 1 vest.
900 1 piano 1 paar kinder
schoenen.
800 100 mestganzen 1 boerenhoed.
700 5 K G. zilver 5 K.G. lood.
600 1 motorfiets 1 K.G. katoen.
500 1 woulnglnricht. 2 paar wollen
kousen.
400 1 koe 2 pond boter.
300 1 wagon aard- 1 dozijn eieren,
appelen
200 1 badreis van 1 keer over
een maand nachten.
100 1 naaimachine nog geen klosje
garen.
75 1 roeiboot 1 boordje.
50 1 zijden japan 1 zakdoek.
10 1 voorraad 1 potlood,
brandhout
5 1 nikkel horloge 1 pakje naalden
4 1 kistje 9lgaren 2 sigaretten.
3 5 manden l'|2 doos
briketten lucifers.
1 1 middagmaal 1 spijker.
»Maasbode«.
Het wetsontwerp ter voorkoming
van versnippering van scholen, waarvan
we dezer dagen melding maakten* blijkt,
naar ons is gebleken, nog meer te be
helzen.
B$ de aanvrage om de medewerking
van de gemeente, zal moeten worden
overgelegd een verklaring, waaruit blijkt,
dat de school zal worden bezocht
In gemeenten met meer dan 100.000
Inwoners door 200 of 75 leerlingen
resp. voor G. L. O. en U. L- O.!n
gemeenten van 50.000100.000 re3p.
170 en 54; vaa 20.000—50.000 resp.
De Kroon kan deze getallen in ver
band met de dichtheid der bevolking
hetzij hooger hetzij lager stellen en In
gemeenten beneden de 5000 stellen
resp. op 25 en 18.
De Coöperatieve Boerenleenbank
te Eindhoven, de Credietvereenlging De
Hanzebatsk te 's Hertogenbosch en de
Nederlandsche Landbouwbank te Am
sterdam berichten, dat zij te hunne kan
toren, bijkantoren enz. de inschrijving
openstellen op een 6lja pCc. obllgatle-
leenlng groot f 2.500000 nominaal ten
laste van de gemeente's Hertogenboscb,
in coupures van f 1000 en f 500 en
wel op 18 October 1922 tegen den
koers van 98 pCt.
De commissaris der Koningin in
Noord-Brabant heeft aan de bij het
conflict in de sigarennijverheid betrok
ken partijen zijn bemiddeling aangebo
den. Hij denkt zich de bemiddeling
zoodanig, dat de organisaties hem alle
noodige gegevens zullen verstrekken
ter beoordeeling van het geschil, waarna
uiterlijk aan het eind van deze maand
een bemiddelingsadvies zal volgen. De
commissaris neemt aan, dat bij aan
vaarding van zijn bemiddelingsvoorstel
de strijd wordt opgeschort en op de
thans geldende arbeidsvoorwaarden tot
30 dezer zal worden voortgewerkt.
De commissaris heeft het plan tot
bemiddeling opgevat, omdat hij het
uitbreken van economische conflicten
in dezen tijd ten zeerste betreurt en de
strijd in de sigarennijverheid, welke
tak van industrie een zoo belangrijke
plaats in Noord-Brabant inneemt, zijn
bijzondere aandacht heeft.
De Ned. R. K. Tabaksbewerkers-
bond heeft het bemiddelingsaanbod van
den Commissaris der Koningin in N.-Br.
inzake het conflict in de sigarenindustrie
aanvaard.
De werkgeversorganisaties in de
tabaksindustrie zullen gezamenlijk haar
houding bepalen.
In de gisteren gehouden algemeene
vergadering der thans circa 350 leden
tellende R K. Werkgeversvereeniging
in het Diocees Den Bosch werd onder
staande motie met algemeene stemmen
aangenomen en besloten ze ter kennis
te brengen van Regeering en Pers.
De R. K. Werkgeversvereeniging in
het Diocees Den Bosch, in vergadering
bijeen te Tilburg op 10 October 1922,
gezien de steeds grootere moeilijkheden,
waarin een zeer groot deel onzer nijver
heid zich tengevolge der steeds toe
nemende valutaconcurrentie bevindt,
betreurt de passieve houding der Re
geering ten aanzien van de met zooveel
aandrang en zoo herhaaldelijk gevraagde
hulpverleening aan de industrie, wijst
op de noodlottige onzekerheid, die hier
uit is ontstaan, en verzoekt de Regeering
met klem thans onverwijld haar stand
punt in deze voor onze nijverheid zoo
gewichtige aangelegenheid te bepalen.
Over het ongeluk aan de Poppe
iasschen Oldeza&l en Benthelm, wordt
aan het >Hbl.' nog het volgende ge
meld De ontploffing van de 50 kisten
knalkurken geschiedde juist, toen de
auto zou vertrekken en de visitatie,
verricht door den om het leven gekomen
kommies Van Tilburg, was geëindigd.
Het vree9elt)k verminkte lijk van den
19-jarlgon chauffeur J. Oude Stegge uit
Oldenzaal, werd een 50 M. ver wegge
slingerd de kommies, wlen9 schedel
door een stuk van de vernielde auto
gedeeltelijk verbrijzeld werd, een 10-tal
meters. Stukken van de kisten en van
de auto werden op 300 a 400 M. terug
gevonden.
Toen de ontploffing plaats had, be
vond zich de kommies-ontvanger Bos
met zijn vrouw en zijn zoon in het
douanekantoor. Alle drie werden ge
wond door stukken van het vernielde
kantoorde vrouw ernstig aan borst en
buik. Haar toestand is echter niet zeer
gevaarlijk. Een dochter van den heer
B. die zich achter het woonhuis bevond,
bleef ongedeerd. Het rijksgebouw, be
staande uit kantoor en drie woningen
voor de ambtenaren, werd geheel ge
ruïneerd.
De zending was afkomstig uit Düssel-
doif en tot Benthelm per trein vervoerd.
Daar de Nederlandsche spoorwegen ze
niet mochten vervoeren nam de expe-
ditle-firma Blekmann Co., te Olden
zaal het transport naar Amelo op zich
per auto, waarmee W. Oude Stegge,
broeder van den verongelukten chauf
feur, belast werd. Ia voorgaande weken
moeten ook reed9 een tweetal ladingen
knalkurken op dezelfde wijze naar Amelo
zijn overgebracht.
Van ingelichte zijde vernemen we, dat
deze kurken een gering kwantum van
een zeer gevaarlijke springstof, picrlne-
zuur, bevatten en dat daarom de kurken
steeds zeer zorgvuldig is kitten, omge
ven door een dikke laag zaagsel, worden
verpakt.
Een drietal jaren geleden is ook te
Rotterdam een kist met dergelijke kur
ken, die op een karretje zou geladen
worden, ontploft, waarbij een man werd
gedood en een drietal personen werden
gewond,
Van de beide thans verongelukten
was de heer Van T- gehuwd en vader van
een kindje. De chauffeur was ongehuwd.
De justitie heeft een onderzoek Inge
steld.
Maandagmiddag bestormden vijf
gewapende bandieten de Nationale Bank
te Eureka, te Arkansas. De kerels hiel
den de bedienden met hun revolvers in
bedwang en legden de hand op 'n be
drag van f 200.000 aan geld en effecten.
De stoutmoedige bandieten gingen ver
volgens met hun buit aan den haal,
doch werden op straat door de gewaar
schuwde bevolking op geweer- en revol
verschoten onthaald en stortten doodelijk
gewond neer. Drie hunner gaven weldra
den geest. De twee anderen verkeeren
in hopeloozen toestand.
De chaufieur, die de bandieten naar
de bank had gereden kon worden aan
gehouden.
Reeds verscheidene malen werd de
Nationale Bank te Eureka door bandieten
bestormd. Een alarmsignaal werd ge
plaatst, waardoor de bevolking onmid-
öelijk wordt gewaarsehuwd.
De Echo van het Zeiden.
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
De deur van den winkel werd geopend en
Jeanne kwam met de dienstmeid buiten om
de blinden te openen.
Op het zelfde oogenblik verschenen twee
andere draagsters, die uit het vertrek kwa
men achter den winkel.
De eene was een jong meisje van twee en
twintig jaar ongeveer, de andere een vrouw
van ruim dertig.
„Madame Perrin," .sprak 't jonge meisje
tot Jeanne, „wij gaan naar het Rendez-vous
der Bakkers."
„Gaat," antwoordde Jeanne, „ik volg u."
Ovidius had deze woorden gehoord.
„Zij is dan madame Perrin," mompelde
hy. „Nu weet ik zeker dat zy het is... Zy
gaat naar 't Rendez-vous der Bakkers. Ik
moet weten waar dat is. 't Kan te pas
komen."
En in stede van op Jeanne Fortier te
wachten, volgde Soliveau de beide vrouwen.
Door een gang, die rechte hoeken vormde
met de Guénégaud- en de Seinestraat, be
reikten zij genoemde restauratie.
Haastig trok Ovidius zyn kiel uit, ver
borg die in zyn grooten zak, trok de klep
van z^n pet nog dieper over de oogen en
trad dan hetzelfde huis binnen.
Het zaaltje waar het buffet stond was
by na ledig, maar daarachter, in het groote
vertrek, dat wy vroeger reeds beschreven
hebben, was reeds eene talryke menigte
byeen, bakkersgezellen, dragers en draag
sters.
Sommige mannen droegen niets om 't li
chaam dan een soort van linnen zak, die
tot over de knieën nederdaalde. Borst en
gelaat waren wit van 't meel en de armen
met deeg besmeurd.
De dienstmeisjes gingen en kwamen in de
groote zaal, waarin, zooals wy het reeds
vroeger gezegd hebben, zich ook de groote
cuisnière bevond, waarop spyzen en dran
ken gereed werden gemaakt.
Er werd gegeten en gedronken.
De patroon zat achter de toonbank in bet
kleine zaaltje, dat tot een kabinet toegang
verschafte, hetwelk zyn licht uit de groote
zaal ontving.
Kleine witte gordynen hingen ,voor het
raam, waardoor een onbescheiden oog ver
hinderd werd den blik naar binnen te wer
pen.
Ovidius gebruikte aan het buffet een glas
witte wyn, dat hy staande ledigde.
Jeanne trad binnen en liep achter zyn
rug om, terwyl zy haar stappen naar de
groote zaal richtte.
Onmiddellijk was zy door verscheiden
personen omringd.
„Goeden morgen, mama Lisonzeiden
de eenen. „Goeden morgen, madame Perrin",
spraken de anderen.
En men drukte haar met innige hartelijk
heid de hand.
■Jeanne Fortier was zeer bemind, dat
weten wy' reeds en Ovidius had gelegenheid
om dat op te merken.
Hy betaalde het glas wyn dat hy gebruikt
had. ging naar buiten, nam weer zak en
haak en zette zyn voddenrapersvak in de
nabyheid der bakkery voort.
De winkels in de buurt en de huizen wer
den geopend.
Diensmeiden en huisvrouwen brachten
allerlei vuilnisbakken en manden op het
trottoir, waarvan de wagens der stedelyke
mestvaalten eiken morgen den inhoud mede-
nemen.
Ovidius had de gelegenheid alles na te
gaan, wat hy zien wilde.
Hy ging van den eenen bak naar den an
dere, alles doorzoekend en steeds een oog in
het zeil houdend.
Eindelyk verscheen Jeanne door twee
andere draagsters vergezeld, die tot het per
soneel van Lebrets bakkery behoorden.
De bespieder zag haar den winkel verla
ten ieder eene groote mand, die op wieltjes
stond, voor zich uitduwend. Die manden,
met brood gevuld, worden door de straten
voortgeduwd, even als men dit inet kinder
wagens doet.
Jeanne begon haar taak aan het boven
einde der St. Andriesstraat, deelde van lie
verlede haren voorraad brood uit, waardoor
zy hare groote mand langzamerhand ver
lichtte. Vervolgens bezocht zy verschillende
straten en eindelyk het eiland St. Louis.
Om half negen had zy gedaan, de vrouw
stond tegenover hare woning stil, waar,
zooals wy weten, zy het laatst brood bracht.
Ovidius had de hrooddraagster niet uit
het oog verloren. Wanneer de vrouw een
oogenblik bleef staan stond hy ook stil en
ging zy voort dan volgde hy haar.
„Ziedaar de laatste plaats, die zy te be
zoeken heeft," dacht Ovidius, toen zy op de
Bourbonkade was binnengegaan. „Nu zal
zy zeker weer langs denzelfden weg naar de
bakkeryLebret terugkeereu om met den
baas af {e rekenen en dan weer naar huis
terugkeeren.
„Zeker heeft zy des avonds ook nog eene
bestelling, doch dat gaat my minder aan. Ik
moet party trekken uit hetgeen ik thans
gezien heb en myn plan bouwen op den weg
dien zy genomen heeft en wellicht ook mor
gen en overmorgen volgen zal."
„Wanneer zy van huis vertrekt is het nog
zeer stil in de straten. Dat valt zeer goed,
op den weg van hare woning naar de bak
kery zal bet ongeluk gebeuren, zoo ik er
althans in slaag iets te bedenken, dat uit
te voeren is."
Ovidius daalde den oever der Seine af,
schudde zyn zak uit, rolde dien dan om zyn
stok met den haak, trok zyn kiel weer aan
en ging de kade op.
Van verre zag hy Jeanne heengaan.
Geen reden meer hebbende om haar te
volgen, sloeg hy den weg in naar de Clichy-
laan, niet wetend hoe hy thuis zou komen
zonder in zy'n zonderling toilet te worden
opgemerkt.
Toevallig echter ontmoette hy niemand
in de nabyheid zyner woning.
Wy zullen hem van costuum laten ver-
140 ea 42; van 10 000—20 000 resp.
100 en 36; van 500010.000 resp. 75
en 30 en onder 5300 resp. 40 en 24,
anderen en een bezoek gaan brengen aan
den schilder Stephaan Gastel, die zich daags
te voren naar het Lyonstation had laten
brengen.
Daar vernam hy tot zyn spyt, dat de
trein juist vertrokken was; nu moest hy
wachten tot zeven uur vyftien en het was
pas half vyf.
Stephaan gaf zyn valies af, ging wat wan
delen in de nabyheid om den tyd te dooden,
ging dan dineeren in de restauratiezaal der
wachtkamers, dronk er een flesch van dien
heeriyken witten wyn van Yvorne en om
zeven uur vyftien vertrok hy naar Dyon,
de hoofdplaats van het departement Cóte
d'or, die streek der uitstekende wijnen en
van den fynen mosterd.
Om half een stapte hy aan het station te
Dyon in een omnibus en liet zich naar het
hotel brengen, de Roode Hoed, waar hy tot
negen ui^r des morgens den slaap der recht
vaardigen sliep.
Hy kleedde zich met zorg, zeide dat hy
tusscben elf en twaalf uur zou komen om
te déjeuneeren en begaf zich na eenige in
lichtingen te hebben ingewonnen naar de
prefectuur.
„Gelief dit kaartje de prefekt te geven,
en zeg er by dat de secretaris van den mi
nister van binnenlandsche zaken my een
brief voor hem heeft medegegeven."
„Ik zal u naar het secretariaat der pre-
fektuur laten brengen," antwoordde de por
tier, „want mynheer de prefect is op reis".
„En wanneer keert hy terug?" vroeg de
schilder zeer teleurgesteld.
„Dat weet ik niet. Misschien weet de se
cretaris het te zeggen."
Van hem vernam Stephaan, dat de pre
fekt denzelfden avond zou thuiskomen en
dan kon hy des anderendaags reeds om tien
uur des morgens ontvangen worden.
Op den vastgestelden tyd was de schil
der daar, en overhandigde den prefekt zyn
brief van aanbeveling.
„Myn vriend, de secretaris van Z.Exc.
d n minister, vraagt, dat ik my tot uw be-
schikking zou stellen, mynheer," zeide de
prefekt, na den brief gelezen te hebben. „Het
zal my een waar genoegen zyn iemand van
uwe waarde een dienst te kunnen bewyzen.
Gelief my mede te deelen, wat gy van my
verlangt."
„Ik ben gekomen om nauwkeurige inlich
tingen te verkrygen omtrent een persoon,
die te Dyon geboren is."
„Een man of eene vrouw?"
„Een man."
„En zy» naam is?"
„Paul Harmant."
„Die naam is my niet bekenddoch zoo
gy den datum der geboorte hebt, zal het ge-
makkeiyk genoeg zy» u de noodige inlich
tingen te verschaffen. Dan hebt gy u slechts
te wenden tot den prokureur der republiek".
„Ik acht dat dit niet voldoende zal zy»,
maar wy kunnen toch beginnen met na te
gaan of hy ooit iets met de rechteriyke
macht heeft te doen gehad."
„Gelief my zy» juisten naam op te geven
en den datum zyner geboorte."
De prefekt was gereed om het antwoord
op te schryven. Stephaan opende zyn por
tefeuille en doorlip haastig met de oogen
eene blad zy de, waarop tal van nota's ston
den. Dan dikteerde hfj
„Paul Harmant, den 21 April 1832 te Dyon
geboren, zoon van Césaire Harmant en Dé-
sirée Clara Soliveau."
„zyn stand?"
„Mécanicien."
„Uitstekend."
De prefekt schelde en weldra verscheen
er een deurwaarder op den drempel.
„Geef dit aan den prokureur der repu
bliek of aan zy» substituut," sprak de man,
het briefje aanreikend dat hy zooeveu ge
schreven had „en breng antwoord mede."
„Goed, mynheer."
„Gy hebt nog nadere inlichtingen noodig,
naar gy my zooeven deedt verstaan," her
nam de prefekt, zoodra de deurwaarder ver
trokken was.
„Ja. mynheer."
„Familiezaken?"
„Juist."
(Wordt vervolgd