Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville
Gemeenteraad
EERSTE BLAD.
Uit ons Parlement
FEUILLET 0M
„NOO&D-BEABAND"
I
NUMMER 83.
WOENSDAG 18 OCTOBER 1922.
45e JAARGANG.
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
2)it nummer bestaat uit Twe®
Bladen.
158).
ferrg)^WAALWUK
(DOOR ERVARING STERK.
De Echo van het Zuiden,
tn l.iRtslriitsrkr Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden eni.,
franco te zenden aan den Uitgever.
UlTGATB
liet levensver zeker ingbedr ijf
De rechten der verzekerden.
De verzekeringskamer.
Verdragen van Oenua. Spoor
wegnaasting.
De financieele débacle van verschillende
levensverzekeringsmaatschapptjen, waar
door tal van verzekerden op de ernstigste
wijze gedupeerd werden en die, zooal ten
deele het geval van de financieele wereld
crisis en het vrijwel te niet gaan van Duit-
sche, Ooostenryksche waarden, mede het
onvoorzichtig, soms roekelooze beleid van
de directies tot oorzaak had, had in den
laatsten tyd steeds dringender de wensch
naar strenger Staatstoezicht en strakker
regeling van het levensverzekeringbedrflf
naar voren gedrongen. Het is daarom begrij
pelijk, dat in het ontwerp, dat van dezen
wensch het onmiddellijk gevolg was en dat
tot nadere regeling van het bedrijf moest
dienen, vooral naar bepalingen gezocht werd
die de rechten der verzekerden beter moes
ten beschermen en dat de besprekingen van
het ontwerp in de Tweede Kamer en de
voorgestelde wijzigingen vooral aan den
wensch naar versterking van de bescher
mende maatregelen en naar het vaststellen
van nieuwe maatregelen uiting gaven. Het
stelsel van het ontwerp vrijheid van tech
niek met gedwongen openbaarheid scheen
dan ook verschillende heeren niet voldoen
de. En de heer Van Braambeek deed in de
plaats daarvan een stelsel aan de hand,
waarbij herverzekering bij een nieuw op te
richten algemeene maatschappij, waarin
ook de Staat zegg'ngschap zou hebben, voor
alle maatschappijen verplichtend zou zijn.
Blijkbaar had de gedachte, dat de advie
zen der op te richten Verzekeringskamer
in de praktijk aan de maatschappijen haar
gedragslijn zou voorschrijven en dat hier
door de Kamer en door haar de Staat een
zekere moreele verantwoordelijkheid zonder
ook de financieele te dragen, hem tot dit
stelsel geinspireerd. Ook sprak hij van een
voorrecht van de verzekerden op de premie
reserve, een gedachte, ook reeds in de pers
van ,J)e Echo van hot Zuiden"
„Wel mijnheer, ik beschik over iemand,
die, zoo iemand in staat is u de verlangde
inlichtingen te verschaffen, wel de geschik-
ste persoon zal zijn om dat te doen, een oud
ambtenaar der prefectuur, een man van
zeventig jaar, die over een bewonderens
waardig geheugen beschikt. Ik houd hem
nog steeds hier, want de prefektuur is zhn
leven, maar hij doet niet meer dan hij wil
Niets is er in de laatste vijftig jaar te Dyon
gebeurd of hij weet het en herinnert het
zich nog zeer goed.
EEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Opnieuw schelde de prefect en zeide tot
den loopjongen, die zich aanbood
„Zeg aan mijnheer Rouget, dat hij hier
kome."
Een oogenblik later trad de oude ambte
naar het kabinet binnen, een klein mager
heertje, dat er veel jonger uitzag dat zijne
sneeuwwitte haren deden vermoeden.
Zeer levendige oogen stonden hem in het
hoofd; zijn beenderig, keurig geschoren ge
laat verried bijzondere verstandelijke ver
mogens.
„Mijnheer de prefekt heeft mH de eer
aangedaan mij bij zich te roepen," sprak h«
onder eene beleefde buiging.
„.Ta, mijnheer Rouget. Ik wenschte eenige
inlichtingen van u te hebben."
„Omtrent een persoon, of eenige zaak?"
„Omtrent een persoon, die hier geboren
is."
Prijs der Advertentlën:
20 cent per regelminimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons beiit
zijn.
tot uiting gekomen en door den heer Van
Gijn belichaamd in een amendement, waar
in de verplichting werd vastgelegd tot het
houden van een afzonderlijk premie-reserve-
fonds-register, ten einde op deze premie-
reserve den verzekerden het voorrecht te
kunnen verleenen. Maar de minister en ook
de heer Visser van IJzendoorn bestreden 't
op grond van het gevaar, dat het bedrijf der
maatschappijen er door bemoeilijkt zouden
worden en dat tot schade van de verzeker
den niet-bevoorrechte crediteuren veel ge
makkelijker faillissement zouden aanvra
gen. De heer Van Gijn werd door die be
strijding blijkbaar overtuigd, trok althans
het amendement in. Dat deed hij ook met
een amendement bedoelende, het verbod te
schrappen krachtens hetwelk het levensver
zekeringsbedrijf niet met een ander bedrijf
gecombineerd mocht worden. Zijn amende
ment, dat de verzekeringskamer de bevoegd
heid wilde gezien in haar jaarverslag met
verzekeraars gevoerde correspondentie te
publiceeren, werd door de Kamer verwor
pen, blijkbaar omdat zij, als de minister,
van meening was, dat een dergelijke bevoegd
heid op de correspondentie tusschen kamer
en maatschappij een slechten invloed zou
oefenen.
Aan deze verzekeringskamer, die een
voorname plaats in het verzekeringsbedrijf
als een soort kamer van toezicht gaat in
nemen, moeten de maatschappijen geregeld
staten zenden. Op voorstel van den heer De
Monté Verloren zullen die staten alleen een
duidelijk beeld moeten geven_ van het be
heer en den financieelen toestand, terwijl
andere vereischten vervallen.
Mr. Troelstra pleitte nog voor het uit
strekken van het toezicht tot andere ver
zekeringsbranches, waarvan de minister de
overweging toezei.
En Mr. Ooud deed, met het oog op den
omslag der kosten een goed woord voor de
volksverzekering.
De Kamer keurde nog het ontwerp ver
drag van Genua goed tot vaststelling van
den minimum leeftijd van toelating van kin
deren tot arbeid op zee en van enkele ande
re ontwerp-verdragen.
Het ontwerp tot naasting van den spoor
weg ZutphenWinterswijkDuitsclie grens
werd op voorstel van den heer Marchant
echter aangehouden, omdat de Kamer meen
de het nog wel voor minder dan de gevraag
de 31 millioen te kunnen klaarspelen.
„Mijnheer de prefect heeft slechts te spre
ken."
„Het geldt een persoon, Paul Harmant
genaamd," zeide Stephaan.
Rouget dacht een oogenblik na, raadpleeg
de zijn geheugen en sprak dan zonder aar
zelen
„Zoo ik mij niet bedrieg werd Paul Har-
mant in 1832 te Dijon geboren."
„Dat is juist."
„Zijne moeder was eene Soliveau
Naaister van beroep, geloof ik."
„Zeer juist."
„Zijn vader en moeder, stierven kort na
elkanderDat is nu ongeveer vier en
twintig jaar geleden; Paul Harmant was
een eenige zoon."
„Woonde hij te Dijon?"
„Neen, mijnheer. Zijne ouders vonden in
den jongen uitstekende geestvermogens en
zonden hem te Chalons naar school, een
etablissement, dat hij met een eerste diplo
ma verliet. Het was een flinke jongen, een
openhartig Bourgondiër, maar wat koppig,
wat eigenzinnig. Hij vertrok naar het bui
tenland."
„Waar hij overleden is, niet waar?"
„Neen, mijnheer, in het geheel niet."
„Wat is er dan van hem geworden?"
„Hij heeft een groote fortuin gemaakt
als vennoot van een groot Amerikaausch
industrieel te New-York. Zoo althans heb
ben mij de dagbladen bericht, want, mijn
heer, er werd druk over hem geschreven en
gesproken. Thans is hij te Parijs, waar hij
naar liet schijnt, een prachtige fabriek heeft
opgericht. Een man, mijnheer, die zijn land
tot eer strekt. Ik had dat reeds aan zijne
ouders voorspeld.
„Hebt gij persoonlijk Paul Harmant ge
kend
„Ja, toen hij nog jong was. Hij beloofde
toen reeds veel, en heeft later woord ge
houden."
„En zijt gij zeker dat Paul Harmant van
Parijs dezelfde is, die gij hier gekend hebt?"
„Zeer zeker, daar hij de eenige persoon
was van dien naam."
„Had hij geen familie te Dijon of elders
„Hij had slechts een neef."
Stephaan Castel werd zeer oplettend.
„En die neef?" vroeg hij.
„Heet Ovldius Soliveau, mijnheer, een el-
WASPIK.
Openbare vergadering van den raad der
gemeente op Vrijdag 13 October des mid
dags ten 2 uur.
Voorzitter Edelachtb. Heer P. Dekkers.
Ongeveer 2 uur opent de Voorzitter met
gebed de vergaderingafwezig de heer
Ruytenberg terwijl er twee vacatures zijn.
De notulen der vorige vergadering wor
den voorgelezen.
Voorzitter. Ik zal ditmaal de heeren een
voor een afvragen of ze op de notulen iets
hebben aan te merken. Daar heb ik reden
voor en straks bij de behandeling van punt
G zal blijken waarom.
De heer Teunen vermeent dat de uitslag
van de stemming voor een lid van het col
lege van zetters, abusievelijk is weerge
geven. Ook is het niet P. maar A. de Win
ter geweest
Voorzitter. Ik heb toen gezegd, 'dat af
tredend lid was de heer G. Teunen en
plaatsvervanger de Winter. Wat de verwis
seling van A. en P. betreft, daar kan u ge
lijk in hebben maar dat beteekent zoo wei
nig. De uitslag was toen: de Hond G, de
MAATSCHAPPIJ VAN VÉRttKEkNG OP HET LEVEN
Winter 4 en Teunen 3 stemmen verkregen.
Teunen. Ik dacht dat ik vijf stemmen
had verworven. Het is een moeilijke kwestie.
Voorzitter. Neen, 't is heelemaal geen
moeilijke kwestie, 't is zelfs een heel een
voudige kwestie. Als u denkt 5 stemmen te
hebben verworven en door den Secretaris
is genoteerd 3 en alle heeren beweren dat
dit ook zoo is, dan is m.i. de kwestie heel
eenvoudig. Dan is het duidelijk genoeg
dat u zich vergist.
Rijken. Niemand zal meer kunnen zeg
gen zoo is de uitslag van de stemming ge
weest. Als het je zelf betreft, dan blij ft men
zoo iets onthouden maar anders niet.
Vloemans. Het wordt toch alles precies
door den Secretaris genoteerd.
Teunen. Bij het naar huis gaan heb ik
nog tegen den Secretaris gezegdIk heb
zelf op de Hond gestemd, anders was hij er
nog niet geweest en daarop heeft de Secre
taris niets gezegd.
Vloemans. Maar dat kan toch nooit dat
u 5, de Hand 5 efi de Winter 4 stemmen
had verkregen. Hoe veel menschen hadden
dan aan de stemming wel niet deel moeten
nemen. Veel meer als er leden van den
raad zijn. Kom, kom, hoe kan dat nou.
Voorzitter. Dus alle heeren keuren de no
tulen goed, ook al zegt de heer Rijken ach
teraf dat de persoon in kwestie zelf wel
zal weten hoe de uitslag is geweest.
Rijken. Ik weet zeker niet hoe die uit
slag is geweest. Wel weet ik dat de Hond
by eerste stemming al gekozen is.
Teunen. 't Is een abuis, dat zeg ik u.
Voorzitter. Burg. en Weth. hebben u op
de aanbeveling gezet. U als aftredend lid
no. een en de Winter als no. twee. Toen u
in de vorige vergadering niet werd herbe
noemd had u direct moeten protesteeren,
maar niet later naar den Commissaris gaan
schrijven.
Teunen. De aanbeveling was ook niet ln
orde. Daar had een bouwkundige by moe
ten staan.
Voorzitter. U weet er totaal niets van,
want op de tweede aanbeveling waren bouw
kundigen.
de Hond. U bent toch ook geen bouwkun
dige.
Voorzitter. Ja, maar, u begrypt, naar het
scbynt, de zaak niet, want in het Provin
ciaal byblad staat dat het gewenscht is,
dus gewenscht, dat een bouwkundige op de
aanbeveling wordt geplaatst en dat is hier
lendeling, die by verstek veroordeeld werd
tot drie jaren gevangenisstraf wegens dief
stal, nu reeds een en twintig jaar geleden
gepleegd en die na dien tyd wellicht op de
galeien is terecht gekomen of ergens opge
knoopt is. Dat was zyne gansche familie,
en eene droevige niet waar, mynheer? Had
men u gezegd, dat Paul Harmant dood is?"
„Ja, dat had men my verzekerd." z
„Dan vergiste men zich zeer."
Op het oogenblik dat de beambte deze
woorden sprak, kwam de deurwaarder te
rug, die met een boodschap was gezonden
naar den prokureur der republiek.
Deze bracht het bericht mede, dat Paul
Harmant nooit iets met de politie- te doen
had.
„Hebt gy nog iets anders te vragen myn
heer?" vroeg de prefekt aan den schilder.
„Neen, mynheer; ik weet alles wat ik
verlangde te weten en ik dank den heer
Rouget voor de inlichtingen, welke hy my
verschaft heeft."
„Hebben deze inlichtingen u voldaan
„Ja, ik ben zeer tevreden geweest te ver
nemen, dat Paul Harmant niet dood is.
Thans blyft my niets meer over dan u te
bedanken voor uwe goede ontvangst en af
scheid van u te nemen."
„Vertrekt gy reeds onmiddeliyk?"
„Met den eersten trein."
„Naar Parijs, gewis?"
„Neen, naar Joigny."
Na een harteiyk afscheid werd Stephaan
door den prefect tot de buitendeur begeleid.
„Er valt niet meer aan te twyfelen," zoo
dacht Stephaan, naar zyn hotel terugkee-
rend. Paul Harmant is niet Jacques Gérard.
Ik vergistte my zeer, toen ik deze gedachte
in myn hoofd opnam. Hy heeft zeker niet
Lucien's vader vermoord. Hy heeft geene
andere reden om te handelen zooals door
hem gedaan wordt dan zyn wensch om steeds
Mary's wil te volbrengen. Maar waarom is
hy dan toch zoo wreed tegen Jeanne For
mer's dochter? Hoe heeft hy zich 't proces
verbaal weten te verschaffen van Lucia's
opname in het gesticht der gevonden kinde
ren? Van welken medeplichtige heeft hy
zich bediend? Misschien wel van dien van
Ovidius Soliveau.
Na een oogenblik te hebben nagedacht
voegde hy er by
„Vruchteloos gaf ik my overwonnen. Hoe
zeer ik my ook tracht te verzekeren, dat er
geen reden meer van twyfel is, biyft deze
toch nog steeds in myn binnenste bestaan.
Wy zullen zien."
Stephaan, die tyd in overvloed had, de
jeuneerde op zyn gemak en om half zes nam
hy den trein, die hem om half negen te
Joigny bracht.
Het toeval deed hem in hetzelfde hotel
afstappen, waar Ovidius een maand te
voren onder den valschen aristokratischen
naam van baron Arnold de Reiss gelogeerd
had.
Tiet was dien dag te laat geworden om 't
geheimzinnig werk voort te zetten, dat hy
aangevangen had, een werk dat te Dyon
slechts eene bittere ontnuchtering had op
geleverd.
Hy stelde alles tot den volgenden dag
uit.
Wy zullen hem hier aan zyne bezigheden
laten om intusschen Ovidius in zyne boos
aardige handelingen na te gaan.
Wy hebben den ellendeling verlaten op 't
oogenblik, dat hy na zyne morgen wande
ling zich ging kleeden voor het ontbyt.
Na op de hoogte der hallen gedejeuneerd
te hebben, wandelde hy naar de Dauphine
straat.
Hy ging de bakkery van Lebret voorby,
wierp een nieuwsgierigen blik op den win
kel en ging dan zyn weg voort.
Op het einde der Dauphinestraat ging hy
de St. Andriesstraat in en wandelde lang
zaam voort, zeer nauwkeurig lettend op
alles, wat hy op zyn weg ontmoette, op de
breedte der trottoirs, den onregelmatigen
bouw der huizen, die in een tyd werden op
gericht, toen men nog niet op regelmatig
heid en rooiiyn lette. Hy liep door dezelfde
straten, die hy des morgens op Jeanne's
voetspoor gevolgd had.
De Git-le-Coeurstraat was versperd ten
gevolge van een ongeluk.
Er was daar een buis gespronken van de
waterleiding en er waren aanzieniyke her
stellingswerken te verrichten,
i Over eene groote uitgestrektheid was een
diepe sleuf uitgegraven en de grond lag
aan beide zyde vry hoog opgeworpen.
Slechts beide trottoirs waren vr(J.
Hier en daar lagen planken over den uit
gedaan. Met den wensch van den Commissa
ris is wel terdege rekening gehouden.
Teunen. Het had toch kunnen voorkomen
dat men by de tweede stemming ook bulten
de aanbeveling om zou hebben gegaan.
Voorzitter. Ik mag nu, geloof ik aanne
men dat alle heeren de notulen kunnen
goedkeuren, behalve de heer Teunen.
Teunen. De Secretaris kan toch ook
abuis gemaakt hebben.
Voorzitter. Men moet in den Secretaris
vertrouwen kunnen stellen, vooral als alle
andere heeren het dan nog met de notulen
eens zyn.
AAN DE ORDE:
1. Mededeelingen.
a. Schrijven van Ged. Staten houdende
de mededeeling dat het raadsbesluit tot het
aangaan van een geldleening, groot
25000, is goedgekeurd.
Verder een scliryven dat door H. M. de
Koningin voor deze gemeente vrijstelling
van huisslachting is verleend.
Deze alsmede nog eenige ingekomen stuk
ken worden voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van een besluit in de
vorige vergadering genomen nl. om voor
den veldwachter de Moor hier ter plaatse
een fiets te koopen, deelt de Voorzitter
mede, dat door twee handelaren ia inge
schreven nl. door Stokkermans voor 125
en 10. voor de oude flets en door van
Onzenoort voor 125.— en 1 voor de
oude fiets.
Een der wethouders had Inmiddels ver
nomen dat de prijzen door de fabriek zyn
verlaagd en toen daarover naar de fabriek
was geschreven bleek dat dit zoo was en dat
de Gazelle no. 1 gebracht was op 112 dus
een 13.minder als hier was ingeschre
ven. De laagste inschryv»r is hiervan in
kennis gesteld en gevraagd of hy het niet
voor dien prys wil leveren waarop hy be
vestigend heeft geantwoord, zeggende niet
te hebben geweten dat de fabriek de pryzen
heeft verlaagd.
Wyzlging Concessie-voorwaarden voor de
Waterleiding.
De heer Ryken vraagt of een afschrift
van deze aan te brengen wyzigingen den
leden kan worden verstrekt, waarop de
Voorzitter bevestigend antwoord.
Pruyssen. Moeten de menschen by de
waterleiding aansluiten.
Voorzitter. De eerste 5 jaar niet, daarna,
vooral als ze geen goed drinkwater hebben,
gegraven greppel om den overtocht van de
eene naar de andere zyde niet geheel te
versperren.
Verscheidene dagen duurde het reeds.
Terwyi hy Jeanne Fortier volgde, had
Ovidius opgemerkt dat de vrouw met hare
rollende mand het trottoir gekozen had aan
de rechterzpde in de Git-le-Coeurstraat.
Ovidius volgde zyn weg aan de tegenover
gestelde zyde en hield het oog op de straat
werkers.
In het midden der straat gekomen stond
hy stil om een huisschilder te hooren zin
gen, die op eene beweegbare stelling werkte
aan de overzyde der straat.
I)le schilder was met twee kameraden
bezig het front van het huis te verven, zy
stonden op de hoogte der tweede verdieping.
Biykbaar waren de verdiepingen op het
oogenblik niet bewoond, de vensters althans
stonden open en het was te zien, dat men
van binnen ook met groote herstellingen
bezig was.
Slechts beneden was het huis bewoond.
Er werd daar een kleine kruidenierswin
kel gehouden.
Opeens toonde het gelaat van den bespie
der teekenen eener bijzondere tevredenheid.
Onz lezers hebben zeker wel ooit derge-
ïyke stellingen gezien, die aan de huizen
met touwen en katrols worden vastgemaakt.
De werklieden kunnen die zonder moeite
laten stygen en dalen, doch eene onhandige
beweging is voldoende om ze op den grond
te doen nederstorten, waar die zware stel
lingen dan alles verpletteren wat zy ont-
moeten.
De touwen, die de stelling aan beide
zijden vasthielden met haken, waren op de
I vy'fde verdieping aan de vensterbanken be-
1 vestigd.
i Indien eene boosaardige hand, die touwen
losmaakte, welke dan vry in hunne katrola
zouden rollen, dan moest de stelling kra-
i kend naar beneden komen,
j De zanger had een schoone stem en een
onuitputbaar repertorium. De voorbygan-
gers stonden even stil even als Ovidius om
naar hem te luisteren.
Fier op zyn succes wist de schilder steede
i wat nieuws te vinden.
(Wordt vervolgd