Buitenland.
Ingezonden ^tukken.
grooten schuldeischer Amerika.... Werke
lijk, als ik ooit voorgoed vacantie neem,
dan beo ik dolbeoieuwd, hoe mijn op
volgers het klaarspelen met al de pijolijk
internatlooale akkevietjes. Maar ik ben
niet van plan, mijn ontslag te nemen,
want ik wil met al de kracht, die in mij
is, mij wijden aan een pacifistische poli
tiek van Engeland. Ik dien het Eogel-
sche volk al 32 jaren en nog nooit heb
ik het bedrogen. Daarom ben ik niet
bevreesd voor de toekomst.*
Handiger kon het niet. En omdat hy
net op het goede oogenbllk uitscheidde,
Is zijn Manche9ter-rede eec groot succe9
geworden.
Na een conferentie tusschen Har
ding en generaal Pershing werd heden
door den minister van oorlog aangekon
digd dat de Amerlkaansche bezettings
troepen aan den Rijn spoedig zuilen
worden teruggetrokken, Men verwacht
dat zij tegen Kerstmis weer in Amerika
zullen zijn teruggekeerd.
De Amerlkaansche regeering acht,
met het oog op den toestand in Duitsch-
land, de verdere aanwezigheid van
Amerlkaansche bezettingstroepen aan
den Rijn overbodig. De kosten van hun
onderhoud bedroegen tot dusverre 300
millioen dollar, welke kosten geheel door
Amerika werden gedragen.
In den Pruisischen landdag heeft
een communisten-interpellatie met betrek
king tot de jongste onlusten te Berlijn
tot rumoerige tooneelen aanleiding ge
geven. De communisten elschten het
aftreden van den Berlijnschen polltie-
president en de vrijlating der gearres
teerden.
Het tekort van cjen Deenschen
postdienst dat in het halfjaar April-
September van het vorige jaar 4,675,058
kronen bedroeg, is in hetzelfde tijdvak
van dit jaar gedaald tot 124.059 kronen.
Het deficit is dus ruim 4'|a millioen
geringer geworden.
De Engelsche bladen wijden allerlei
beschouwingen aan de a.s. Donderdag
te houden conferentie der conservatieve
partijleden en de mogelijke resultaten
dier bijeenkomst. Intusschen weet de
„Evening News" te melden, dat, onge
acht de daar te nemen besluiten, Vrijdag
of Zaterdag a.s. de ontbinding van het
parlement te wachten is.
De pauselijke nuntius te Muuchen
mgr. Pacelli, geeft ia >Germao!a* een
rechtzetting van het relaas, voorkomen
de ia de kelzermemoires over de pause
lijke vredeslnterventle in 1917. Volgens
sommige dagbladberichten zou het Vali-
caan bij den ex-keizer tevergeefs op
rectificatie der betreffende passage heb
ben aangedrongen.
Haarsteeg-Hedikhuizen, 12 Oct. 1922.
Mijnheer de Redacteur.
Tot mijn spijt heb ik door vacantie-
reis en andere omstandigheden niet
eerder kennis kunnen nemen van het
geen in Uw blad van 27 September
1922 is opgenomen onder den titel
„Een eigenaardige toepassing van de
Hinderwet".
Als men die zaak evenwel niet een
zijdig, maar van den juisten kant be
schouwd, dan zal wel blijken, dat er
van geen eigenaardige toepassing van
de Hinderwet sprake is.
Ter zake dan.
Appellant in zijn bezwaarschrift en
de gemachtigde van appellant voor den
Raad van State, beweren doch in strijd
met de waarheid, dat en hier zit de
knoop, dat toen om elf uur de veld
wachter in het vertrek waar de zftting
zou worden gehouden binnenging en
v. d. W. nogmaals vroeg of hij mocht
binnen komen en terug gekomen uit
dat vertrek zeide de veldwachter hem,
aldus appellant v. d. W. dat hij
appellant nog even moest wachten.
Als bewijs dat v. d. W. hier zich aan
een grove leugen schuldig maakt, kan
k en zulks heb ik ook voor den
Raad van State herhaald, al hoewel het
weliswaar niet officieele verslag daar
van niets rept, mededeelen, dat veld
wachter van M. aan den Heer C d. K.
in Nr. Br. om inlichtingen vragende,
op ambtseed verklaard heeft, dat hij op
dat moment ook ten raadhuize zijnde,
tegen v„ d. W. geen enkel woord ge
sproken heeft en v. d. W. hem niets
gevraagd heeft, noch vóór het binnen
treden in het zittingslokaal, noch bij het
verlaten van dat lokaal. Want was het
waar geweest, dat veldwachter van M.
tegen v. d W. gezegd zou hebben, „-ge
moet nog even wachten" dan zouden
3. en W. hem beslist gewaarschuwd
hebben, Even over elf zijn de deuren
van het zittingslokaal zelfs half open
gezet.
De juistheid van de ambtseedige ver
klaring, kan bovendien nog bevestigd
worden door twee heeren ter Secretarie,
alzoo drie getuigen tegen een.
En nu de vraag beantwoordende,
waarom hebben B. en W. van Hedik-
huizen dan toch feitelijk appellant v.d.W.
niet beleefd binnen geroepen zooals
anders wordt gedaan in plaats van deze
zitting zoo strikt wettelijk te houden.
wel. Deze bepaling is niet zoo erg want Voorzitter. Wy kunnen den Commissaris bet bijzonder ondorwfls, krankzinnigenver-
hier is over bet algemeen veel sleebt drink- schrijven dat u geen bewezen kunt leveren pleging, enz. waaruit wel duidelijk blykt
water. De menscben aan het Vaartje heb
ben niets anders dan het water uit de ha
ven. Bovendien is het niet zoo duur en is 't
vooral bij brand van groote beteekenis.
Vervolgens kan hjj nog mededeelen dat
de Minister kennis heeft gegeven dat de
schoen- en leerbewerkers in de steunregeling
worden opgenomen.
Twee personen genieten nu van deze
regeling.
Daarna deelt de Voorzitter nog mede dat
door Canters een schadevergoeding is ge
vraagd van 25.voor het plaatsen van
woonwagens gedurende de kermis op een
terreintje dat door Canters wordt gehuurd.
Burg. en Weth. waren van meening dat
eene vergoeding van 7.50 al zeer ruim
genomen was. Voor de ingezetenen is het
een gemak dat die wagens daar worden
geplaatst en te dieneinde is het billijk dat
Canters eene vergoeding wordt gegeven.
De Hond. Canters had die menschen moe
ten zeggen dat ze voor een kleinigheid daar
een staanplaats konden verkrygen.
Kamp. 7.50 vergoeding is toch beslist
zeer goed.
Teunen. Dat is wel zoo, maar dan had
hy toch kunnen verbieden dat die wagens
daar werden geplaatst.
Wordt met algemeene stemmen besloten
Canters 7.50 vergoeding te geven.
4. Vaststelling percentage hoofd. Omslag
1923.
Wordt vastgesteld op 1%.
5. Advies op een schryven van den heer
G. P. Teunen aan den Commissaris der
Koningin inzake benoeming zetters.
Door den heer Teunen is aan den Com
missaris geschreven dat de benoeming niet
regelmatig heeft plaats gehad. Hy wyst er
Z.Exeellentie verder nog op dat in de ge
meen te, zoowel als in de Waterschappen
meermalen onregelmatigheden plaats heb
ben.
De Voorzitter wyst er verder op dat door
den heer Teunen wordt beweerd dat de be
noeming van leden voor het college van zet
ters niet heeft plaatst gehad zooals het
behoort.
De uitslag van de stemming is echter niet
geweest zooals de heer Teunen gelieft te
beweren want hy zegt dat op zy» persoon
5 stemmen waren uitgebracht doch dat is
niet zoo want er zyn er maar 3 op hem uit
gebracht.
Wat my. aldus de Voorzitter, het meest
heeft getroffen en ook de Wethouders, dat
is dat de heer Teunen in zyn schryven aan
den Commissaris gaat zeggen dat hier meer
malen onregelmatigheden hebben plaats ge
had.
Ik wil hem hier de vraag stellen door
wie die onregelmatigheden zyn geschied,
door den Burgemeester, door de Wethou
ders, of door het geheele gemeentebestuur.
Ik stel mynheer Teunen ook de vraag
welke zyn dan de gepleegde onregelmatig
heden.
Als u een flink en eeriyk man is, zal u
hierop het antwoord niet schuldig willen
biyven, want volgens my is de door u ge
bezigde uitdrukking nu niet zoo heel een
voudig.
Teunen. Dat ben ik niet verplicht. Als u
terugschryft kan u er op wyzen dat ik nog
by het naar huis gaan tegen den secretaris
heb gezegd dat ik op de Hond heb gestemd.
Rubbens. Tot heden zyn er, zoolang ik
wethouder ben, geen onregelmatigheden ge
beurd. Wel heeft er een onregelmatigheid
plaats gehad toen u wethouder waart. Toen
hebt u geld ontvangen dat u niet had mogen
ontvangen als wethouder.
Teunen. Ik... by wie.
Rubbens. By de distributie.
Teunen. By de distributie, by welke dis
tributie.
Vloemans. By welke distributie? natuur-
ïyk by die er tydens de mobilisatie was.
Iiy welke anders.
Teunen. U zal wel abuis hebben want
my is het heelemaal onbekend. Van wie zou
ik dat ontvangen hebben.
Vloemans. Van den ontvanger.
Rubbens. U hebt toen 100 van den ont
vanger gehad.
Teunen. Ik geloof het niet hoor. My is 't
totaal onbekend.
Rubbens. Het is toch geen abuis. Het is
zoo, ge 'hebt het meermalen gehad.
Teunen. Ik weet er toch niets van. Waar
voor dan.
Rubbens. Ge kreegt 100.per jaar.
Vloemans. Ja. dat was voor de distribu
tie.
Rubbens. Ja, maar hy weet het wel.
Teunen. Neen. dat is niet waar. Zoo waar
als ik hier zit, ik weet er niets van. Wie
heeft my dan dat geld gegeven. Ik zal ster
ven als ik er iets van weet. Zoo waar als
ik hier zit. ik weet er niets van. Ik zou dit
toch niet zeggen als het anders was.
Voorzitter. Heeren wy wyken af.
Teunen. By myn weten, ik weet er niets
van.
voor uwe bewering en dat al uwe opmerkin
gen kant noch wal raken.
U heeft my, Burg. en Wethouders, het
geheele gemeentebestuur beschuldigd en u
geeft niet op waarmee eenige onregelmatig
heden zyn gepleegd.
(Wordt vervolgd).
VLIJMEN.
Openbare vergadering van den raad dezer
gemeente op Donderdag 12 October 1922
des n.m. 7.30 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer van der Ven.
Afwezig de heeren van Heesbeen en Wa
genberg.
De notulen der vorige vergadering wor
den na voorlezing onveranderd goedgekeurd
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
Ingekomen is o.m. een uittreksel van het
Koninkiyk besluit waarby aan de gemeente
Viymen vrystelliug voor huisslachtingen
wordt verleend.
Verder is ingekomen een schryven van
■Adriana van de Leur dat zy niet genegen
is dat stuk van het Herksenpad te koopen
op de voorwaarden die de gemeente stelt
n.l. dat van Halder steeds dat recht van uit
weg biyft behouden, zy vraagt te willen
«oen onderzoeken of van Ilalder werkeiyk
erfdienstbaarheid over dezen weg heeft.
De Voorzitter zegt dat B. en W. het beter
•geoordeeld hebben deze kwestie* maar te
laten rusten, zy hebben haar nu eenmaal
de gelegenheid gegeven dat stukje voor zeer
lagen prys te koopen doch zy is daar niet
op in ge gaan. Van het instellen van een
onderzoek naar die kwestie van erfdienst
baarheid verwacht spr. niet veel succes.
Reeds 30 jaar, misschien nog langer heeft
van Halder uitweg over dat pad gehad, zoo
dat het wel eens een proces kon uitlokkeu
als we hem dat recht gingen ontnemen.
•Voor die 25.achten B. en W. het beter
die zaak maar zoo te laten.
De heer M. Boom vindt het wenscheiyker
deze kwestie af te werken. Hy kan zich
goed voorstellen dat zy dat stuk niet koo
pen wil, want zoolang een ander altyd erf
dienstbaarheid daarop heeft, heeft het voor
•haar toch geen waarde. Hy zou er voor zyn
om te laten onderzoeken of dat recht wer
keiyk bestaat.
De Voorzitter meent dat het meer op den
weg van haar zelf ligt om een onderzoek
hiernaar in te stellen, daar zy er belang by
heeft. Voor zoover spr. echter bekend is
wordt door geen der partyen nog veel voor
deze zaak gevoeld en is het het beste alles
te laten rusten. Kan zy Later soms bewy-
zen toonen, dan kan ze het nog van de ge
meente koopen.
Aldus wordt besloten.
Verder is een schryven ingekomen van hef
gemeentebestuur van Hedikhuizeu dat de
gemeenteraad aldaar besloten heeft niet in
te gaan op de regeling door Viymen voor
gesteld betreffende de toelating van kinde
ren uit die gemeente op de school in Viy-
inen. Zy vinden 500.per jaar voor 10
kinderen te veel.
De heer Prinsen vraagt of, wanneer on
verhoopt de gemeente Hedikhuijzen er toe
zou overgaan de openbare school op te hef
fen, dit dan ook voor Viymen meerdere kos
ten zou meebrengen. Het Lager Onderwys
drukt toch reeds met ruim 13000 op de ge
meente. Het is daarom te hopen dat het
gemeentebestuur van Hedikhuyzen zal in
zien dat hun meening niet juist Is. De af
stand is dan grooter dan 4 K.M.
De Voorzitter moet deze vraag bevesti
gend beantwoorden. Het gaat echter niet
aan om een gemeentebestuur iets te advi-
seeren, daarom moeten we maar afwachten.
2. Goedkeuring rekening Armbestuur
1921.
De ontvangsten hebben bedragen 4236,54
de uitgaven 4715,82 dus een nadeelig slot
van 479.28. Hierby moet echter opgemerkt
worden dat 1919 reeds een tekort van
484.gaf, zoodat 1921 eigeniyk geen
tekort heeft opgebracht. B. en W. advisee-
ren de rekening aldus goed te keuren.
Aangenomen.
3. Goedkeuring begrooting Armbestuur
1923.
De begrooting wordt goedgekeurd in ont
vangsten en uitgaven pp f 4148.44$.
Vaststelling gemeenterekening 1921.
Op advies van de commissie van onder
zoek wordt de rekening vastgesteld als
volgt: ontvangsten 129.279,04$, uitgaven
127. 564.59$. Batig slot 1714.45.
Met hetgeen nog is te ontvangen zal 1921
een batig slot van 4812.00$ opleveren.
5. Vaststelling begrooting gemeente 1923.
De voorzitter stelt voor dit punt straks
te behandelen na afwerking der andere
agendapunten.
Hy deelt verder mede, dat een brief is in
gekomen van het lid van Heesbeen, waarin
hy kennis geeft de vergadering niet te kun
nen by wonen en waarin hy o.m. opmerkt
dat hy tegen een leening van 10000 voor
Rubbens. U weet het wel. Ge hebt meer- werkve-rschaffing is.
malen 100 ontvangen.
Teunen. Ge noemt me daar nogal wat op.
Ziet me daar toch niet voor aan man.
Rubbens. Het is van my absoluut geen
abuis, want u hebt ze van den gemeente
ontvanger ontvangen.
De Hond. Je weet nu van wie ge het hebt
ontvangen. Nu zal je het onderhand wel
weten.
Verder schryft hy dat de vermindering
der belasting het gevolg is van het batig
saldo van 1921 dat op de begrooting ge
bracht kan worden. Hy vraagt de behande
ling te verschuiven.
De voorzitter zegt dat B. en W. niet kun
nen toelaten dat een gemeenteraadslid daar
zoomaar klakkeloos durft neerzetten dat
vermindering der belastingen slechts het
dat deze bewering ongegrond is. Spr. zal
straks by de behandeling der begrootiug
hierop nader terugkomen.
6. Verzoek van het Groene Kruis om
subsidie met voorstel van B. en W. Zy vra
gen een subsidie van 30.
Voorzitter. B. en W. sympathiseeren ten
«eerste met het streven dezer vereeniging.
•maar we leven in een ty<l van bezuiniging
en we hebben zoo juist gehoord dat B. en
•W. nog niet bezuinigd hebben. B. en W.
stellen voor afwijzend te beschikken.
Aangenomen.
7. Voorstel van B en W. tot onderhand-
sche verhuring van het postkantoor.
De voorzitter zegt dat het ryk aanvanke-
lyk niet genegen was de bedongen huur te
geven. Men wilde 450.huur betalen
plus rente en aflossing voor de gemaakte
kosten van verbouwing. Nadat door het
meen tebes tuur nadrukkelyk erop gewezen
Is dat de bedongen huur alleszins biliyk was,
is het ryk eindelijk gezwicht en betaalt een
huur van 1000 per jaar.
B. en W. stellen voor het kantoor voor
5 jaar te verhuren.
Aangenomen.
8. Drinkwatervoorziening op den Akker.
Voorzitter, ofschoon deze voorziening
eigeniyk tot de Itevoegdlieid van B. en W".
behoort, hebben deze toch gemeend den
raad hierover eens te hooren. Die pomp
daar is aanhoudend kapot en kost jaar-
ïyks heel wat aan onderhoud. Nu hebben
we ons eens afgevraagd. Wie wonen daar
eigeniyk. en komen dan tot de conclusie
dat er 8 gezinnen in een huis van van Stok-
kum wonen, verder nog enkele die zelf eige
naar zyn en ten slotte nog een paar die zelf
ook een pomp hebben, maqr liever van de
gemeentepomp gebruik maken, zoodat by
ons de vraag rees of het nog wel noodzake-
ïyk was om die pomp die jaariyks zooveel
aan reparaties kost te blyven onderhouden.
Bovendien is het er des zomers een on
houdbare toestand doordat de boeren er
altyd bun paarden en vee laten drinken
terwyi het er des winters doordat 't water
overal heen loopt gevaariyk glad is. Ons
dunkt dat de eigenaar van die 8 woningen
best voor een pomp kan zorgen. Ze kunnen
desnoods des bestaanden put krygen.
Betreffende deze kwestie is ook een brief
ingekomen van zekeren Govers die wyst
op den onaangenamen toestand welke door
die pomp wordt veroorzaakt en den Rand
in overweging geeft bedoelde pomp af te
schaffen.
B. en W. zyn het daar ook mee eens en
adviseeren om de zaak voorloopig maar eens
zoo te laten.
Van Sprang. Ik hoor dat ook myn naam
door Govers wordt genoemd. Nu ik voor my
zal wel zorgen dat ik een pomp laat aan
leggen, maar ik denk dat er wel andere
menschen zullen wonen die daartoe niet in
staat zyn en die zullen ook by anderen niet
telkens om water behoeven aan te komen.
Ik weet niet of het verder wel gewenscht
is om daar in het een rum die pomp te laten
vervallen, dat is toch in elke plaats.
Voorzitter. Er is hier altyd nog een pomp
daar by de school.
van Sprang. Ik geloof dat het beter zou
zyn daar een andere pomp te plaatsen die
niet zooveel water geeft; deze geeft veel
te veel. waardoor er veel de straat over
gaat. t
Voorzitter. Dat is ook aan B. en W. be
kend, maar we hebben kortgeleden nog een
eenvoudig pompje doen slaan en dat kostte
al 200.Met zooiets kunnen we daar
niet volstaan dus kost die al gauw 4 A 500
gulden.
Van Sprang, Ik vind het van Govers nog
al brutaal om hierover een schryven in te
zenden. Hyzelf is reeds aangesloten. Als hy
zoo'n last ondervindt, had hy het huis maar
niet moeten koopen. Ik heb daar al 16 jaar
Vloemans. Hy heeft het meer dan eens Revolg van het h®0* saldo- Hö wyst op
aangenomen. de groote vermindering van de opbrengst
der opcenten, op de meerdere kosten van
l
t
Voorzitter. Wy zyn van het standpunt
uitgegaan dat dit de hoofdstraat onzer ge
meente is, daarom wilden we deze zoo net
jes mogeiyk houden en er dus nieuwe klin
kers gebruiken. Met de oude kunnen dan
niet zoo in het oog vallende plaatsen toch
tameiyk goed hersteld worden.
De heer M. Boom kan zich met dit stand
punt wel vereenigen.
De heer van der Griendt merkt nog op
dat de menschen op den dtfk by slecht weer
haast niet thuis kunnen komen, hy vraagt
daar ook naar te laten zien.
De Voorzitter zegt toe hiervoor te zullen
zorgen.
De regeling zooals door B. en W. voorge
steld wordt hierna met algemeene stemmen
aangenomen.
(Wordt vervolgd).
Redt van Lloyd George.
Onbevreest voor de toekomst.
Reikhalzend zag men te Manchester
uit naar de redevoering die Lloyd
George er Zaterdag houden zou. Hi;
heeft zijn oude vechtkracht nog eris
opnieuw getoond en toen hij eindig
de met»Ik ben niet van plan mijn
ontslag te nemen, want ik ben niet be
vreesd voor de toekomst», had bij een
groot succes behaald. Waarmede? Wel
door eerst over allerlei andere menschen
dan zichzelf te sprekea en daarna ter
loops met zichzelf te eindigen.
>Onze Hooge Commissaris te Cou9tan-
tinopel, Rumbold*, zoo begon hij, »heeft
zïch een wijs en bezadigd man betoond
in de moeilijke weken, welke achter ons
liggen in het nabije Oosten.
Geneiaai Harington is een prachtman,
zooals er geen tweede rondloopt langs
de Zee van Marmora. En de Britsche
soldaatjes geen lauwer jongens dan de
Britsche soldaatjes, toonbeelden zijn het
van vredemakers, trouwens niemand,
tenzij een kwaadwillige, kan ooit geloo
ven, dat Groot Brittaunlë oorlogmakerig
gestemd kaa wezen. Het Is een vrede-
land bij uitstek. Des te beklagenswaar
diger, dat er toch een oppositie haar
kop heeft opgestoken tijdens de dagen
dat onze mannen gind9 aan de Daida-
nellen en aan den Bosperus zoo'o deli
cate taak te vervullen hadden.
Die oppositie had heel. wat moois
kunnen vernielen, om te beginnen de
vrijheid der zeestraten voor den handel
van alle landen, welke wij gewaaiborgd
wilden zien, eerst te Moedania en bin
nenkort op de officieele vredesconferen
tie; dan: het verhinderen dat de Klein
Aziatische oorlog overvlamde op Euro-
peesche grondgebied. En ten derde:
met alle kraeht -moet vermeden worden
dat de gruwelen herhaald werden waar
over reeds in vroeger jaren Konstanti-
nopel en Griekenland geweeklaagd had
den.
De Britten hebben moeilijk werk ge
leverd de Turken rukten snel en vast
beraden op Tsjanak aan, de Franschen
smeerden 'm, gevolgd door de Italianen.
Verlaten eu alleen stood de kleine
Britsche macht tegenover de Turksche
overmacht. Maar met een hardnekkige
kalmte konden de onzen aich daar hand
haven, omdat zij het recht aan bun zijde
ïadden en een edele taak verdedigden.
Als de Engelschen niet te Tsjanak waren
geweest, dan zouden de Kemallsten van
daaruit naar Europa zijn overgestoken
en de brandende oorlogsfakkel zou ge
slingerd zijn in de Europeesche schuur.
De Turken zijn eerste rangs vechters
bazen. Met vechten kan men niets van
hen gedaan krijgen en zij zijn daarmede
niet tot rede te brengen.
Daarom hebben wij kalm met hen
gewoond maar ik verzeker U het water is gePra*t en hen laten voelen, dat wij
f meenden wat wij zeiden. Zonder dik
doen en zeer redelijk hebben wij gunstige
resultaten bereikt, daarom breng ik hier
gaarne hulde aan het beleid van de
mannen, die 'm dat geleverd hebben.
En ook hulde aan de landen Australië
en Nieuw Zeeland, die ons oogenblikke-
lijk bijsprongen in de crisisdagen.
Kan men ons verwijten, dat wij van
de oude diplomatie zijn afgeweken
Gelukkig welWant als ik mij niet
vergi9, dan heeft »de oude diplomatie*
ons voor een 8-tal jaren in den meest
rampzaligen oorlog gestort, terwijl de
nu gevolgde diplomatie ons een vrede
brengt. Moet men mij zoo iets verwijten
Op dezen handigen zet volgde natuur
lijk ef.n luid applaus, waarna Lloyd
George meteen zijn dr2al nam: >Wat
willen de vitters en zoekers van spijkers
op laag water toch van mij Ben ik soms
te lang aau het bewind P
Als jullie dan maar weten wilt, dat
ik er voor drie jaren ai meer dan genoeg
van had. Ik bood Bonar Law aan, de
heeie zaak van mij over te nemen, maar
hij had er geen zin in, hij zei: >Dank je
Aan het begin van dit jaar heb ik
opnieuw mijn premierschap aan den
meestbiedende willen overdoenmijn
collega's verzochten mij om alsjeblieft
te blijven
En stel, ik trad eens af 1 Dan zou ik
's morgens met belangstelling in de k»ant
lezen, hoe bet stond met de Duitsche
schadeloosstelling en met de vriendschap
met Frankrijk en nog belangstellender,
hoe onze verhouding werd met onzen
er niet bruikbaar.
De Voorzittei- zegt dat zulks komt door
dat de menschen hun pomp nooit gebruiken
doorda ze van de gemeentepomp gebruik
maken, daardoor worden die putten veront
reinigd. Ten slotte wordt aan alle discussies
een einde gemaakt doordat de voorzitter
juist van den heer van Stokkum de mede-
deeling ontvangt dat die daar ter plaatse
een put zal doen aanleggen die hy voor
iedereen beschikbaar stelt.
9. Voorstel van B. en W. betreffende 't
jaarlykscli onderhoud van wegen.
Ook dit hoort eigeniyk by B. en W. thuis
maar zy willen thans de meening van den
raad eens hooren over hun nieuwe politiek
die ze zullen gaan volgen. Verschillende
wegen verkeeren in slechten toestand. Nu
stellen B. en W. voor om jaariyks J0000
klinkers aan te koopen, dat is voldoende
voor een bestrating van 40 Meter. De uit
komende steenen kunnen dan weer voor
andere vakken in de bestrating aangewend
worden. Zoodoende kost het de gemeente
niet veel geld, het wordt een bedrag van
700.— misschien is het niet voldoende
maar het was toch te probeeren. We zullen
hopen dat spoedig betere tyden zullen aan
breken tot dien is het echter zaak zuinig
te zyn.
M. Boom. Ik heb hier in de Kerkstraat
een hoop klinkers zien liggen, maar als ik
het betreffende vak bekyk acht ik het nog
niet zoo hard noodig. Er zyn wel slechtere
stukken in onze gemeente o.a. by de boter-
fabriek.
De Kerkstraat wordt ook lang zoo druk
niet bereden.
1