De Portierster
van Alfortville
TWEEDE BLAD
Gemeenteraad.
FEUILLETON
FRECO'S ZENUWHOOFDPIJNPOEDERS.
FRECO'S ZENUWTABLETTEN.
NUMMER 84.
ZATERDAG 21 OCT. 1922.
45e Jaargang.
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 14 October
des voormiddags ten half elf uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Van
Bokhoven.
Ongeveer kwart voor elf uur opent
de Voorzitter de vergaderingaanwezig
alle leden
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken,
a. Aanmerking door Ged. Staten op
de verordening van de Vleeschkeuring.
Van dén Burgemeester van Heusden
is naar aanleiding van dit schrijven een
bericht ingekomen waarin wordt aan
geraden, art. 26 niet te veranderen.
Naar zijne meening zal dit geen ont
houding van de goedkeuring tengevolge
hebben.
Van den Brand. Als de raad er baas
over is, zou ik de menschen laten uit-
hallen zoo ze dit altijd gewoon zijn
geweest.
Achten. Heb ik het goed begrepen,
dan kan uit nood geslacht vee niet
hier geslacht worden.
Voorzitter. Neen.
Achten. Maar kan daar geen onthef
fing van worden verkregen.
Voorzitter. Neen, uit nood geslacht
vee moet altijd naar Waalwijk worden
gebracht. Wordt het vee direct door
den veearts afgekeurd, dan is dat niet
noodig, dan kan het direct den grond
in worden gestopt, maar wordt het
door een veearts goedgekeurd, dan
moet het naar Waalwijk worden over
gebracht.
De opzet van de commissie kwam te
duur uit. Nou dat naar Waalwijk kan
worden gegaan behoeft men in Heusden
niet te gaan bouwen.
Winkel. Blijft de bepaling hetzelfde
als het beest van de veefonds is.
Voorzitter. Dat blijft hetzelfde.
Winkel. Als een beest een beenbreuk
heeft of wat ook, dan moet dat, om
geslacht te worden, eerst naar Waalwijk
worden gebracht.
Voorzitter. Dat alles staat in de ver
ordening aangegeven.
Achten. Ik zelf heb ook een geval
gehad. Ik had een varken dat een bin
nenbeender was en daarom voor mijn
eigen huishouden niet wilde gebruiken.
Dat heb ik toen thuis laten slachten,
maar ik heb het niet mogen laten uit*
hallen.
Van Vrede. Als het in Waalwijk moet
worden geslacht, dan zal het. vooral
zomers, nogal eens gebeuren dat het
bedorven is het vleesch, voordat het
ter bestemde plaatse is.
Voorzitter. De wet schrijft voor hoe
we de verordening hebben te maken en
daar is niets anders aan te doen.
Van Vrede. Ik snap er niets van dat
ze alles zoo kunnen regelen.
Voorzitter. O, dat verwondert me
niets dat ge dat niet snapt.
159).
Van Vrede. Neen, gij snapt het wel,
dat zien we, ge weet er niets van, van
de heele zaak niet..
Voorzitter. Als niemand er iets op
tegen heeft dan zal de secretaris, die
naar die vergadering is geweest, een
en ander uiteenzetten.
Van Vrede. Als je van zooiets een
afschrift werd thuis gezonden, dan was
alles beter te begrijpen dan nu, als men
het even hoort voorlezen.
Voorzitter. Die verordeningen liggen
toch altijd ter inzage. Als ge het nou
nog niet begrijptdeze verordening
heeft al zoolang ter iniage gelegen.
Van Vrede. Dat ter inzage leggen is
heel mooi maar men moet er maar net
tijd voor hebben, want men moet komen
als de secretarie geopend is.
De Secretaris wijst er op dat moet
in Heusden worden geslacht het keur
loon veel te duur zou worden wijl de
kring te klein daarvoor is. Toen is aan
Waalwijk en 's-Bosch gevraagd of deze
dieren daar geslacht kunnen worden.
Waalwijk heeft daarin toegestemd en
vraagt f 5 voor een beest. Hier had men
dus nooit zelf kunnen gaan bouwen of
anders zou het te duur zijn geworden
nu behoeft er niets geen kosten worden
gemaakt dan de veearts. Het uit nood
te slachten vee kan niet anders dan in
het laboratorium worden geslacht. Wij
hebben geen vrijheid daarin verandering
in te brengen.
De commissie van advies, die toch
het volle vertrouwen moet hebben, ad
viseert, het zoo aan te nemen.
Het zal de gemeente nu geen cent
kosten.
In overweging wordt gegeven, het
uithallen toe te laten omdat dit een oud
en plaatselijk gebruik is.
Winkel. Als men een uit nood ge
slacht stuk vee voor zich zelf wil houden,
mag men het dan nog niet thuis houden.
Voorzitter. Dat mag niet.
Winkel. Nou, ik vraag maar of het
kan.
Voorzitter, ja, maar het is nou al zoo
dikwijls gezegd.
De commissie heeft nog getracht
voor hier, afin voor de plaatsen die
dichter bij den Bosch zijn gelegen, dat
de keuring in 's Bosch plaats kon heb
ben, maar men wil in 's Bosch daartoe
niet overgaan.
b. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende de mededeeling dat de verorde
ning op de Electriciteitsbedrijven is
goedgekeurd.
Voorzitter. De commissie kan nu ge
ïnstalleerd worden en met de werk
zaamheden beginnen.
c.' Schrijven van den heer Vermeijs
die in een vorige vergadering is be
noemd tot hoofd der school te Hedik
huijzen, houdende de mededeeling dat
hij zijne benoeming niet aanneemt we
gens zijne benoeming te Langeweg.
Voorzitter. Er zal nu een nieuwe
oproeping worden gedaan.
Winkel. Daar had men achter elkaar
werk van moeten maken.
Voorzitter. Wij zullen direct een ad
vertentie plaatsen.
Van den Brand. Die van Geen, die
een vorige maal no. 2 op de voordracht
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
P. P. 8 cent, doos 25 st. f 1.70.
tegen Zenuw in de tanden. Zenuwkoorts, Zware Zenuwhoofdpijn
Per koker 60 cent.
tegen Examenvrees, Slapeloosheid, Gejaagdheid.
Verkrijgbaar bij Drogisterij „DE TOKO", Waalwijk en GEZ WAGEMAKERS,
Kaatsheuvel. 2 22603
stond, zou die nu niet gevraagd kunnen
worden.
Voorzitter. Daar zullen wij straks in
geheime vergadering over spreken. In
openbare vergadering spreek ik daar
niet graag over, want anders staat alles
direct weer in de courant.
Een adres van De Hanze, houdende
het verzoek om eenige subsidie, wordt
aangehouden tot bij de behandeling van
de begrooting.
Schrijven van den heer A. Kooien,
houdende het verzoek om een riool te
willen aanbrengen tusschen de klinker
weg en het voetpad dat loopt naar de
Wetering. Het water blijft nu voor zijn
huis altijd staan en dat kan niet anders
dan door het aanbrengen van een riool
worden afgevoerd.
Van den Brand. Het is wel goed als
het daar eens in orde wordt gebracht.
Vugts. Ja, en daar bij Ravensteyn
mocht het ook wel eens in orde worden
gemaakt.
Voorzitter. Dan zullen wij het op
beide plaatsen in orde laten maken.
2. Vaststelling verordening op de
heffing van keurloonen.
Van Vrede, f 10 geven voor keurloon
voor een uit nood geslacht stuk vee is
veel, dan hebt ge een dubbele strop.
Voorzitter. Als het afgekeurd wordt,
kost het niets.
Van Vrede. Dat is een verschil.
Benoeming van hoofden en onder
wijzers voor het vervolgonderwijs.
Voorzitter. In Hedikhuijzen heeft zich
niemand voor dat onderwijs aangegeven
en daar zou ik dan ook maar niemand
benoemen. Komt er een hoofd der
school, dan kan nog altijd daartoe
worden overgegaan.
Hier hebben zich nog maar drie leer
lingen aangegeven. Ik zou ze hier toch
maar benoemen, dan is men klaar als
er meer leerlingen mochten komen.
Tot hoofd wordt benoemd de heer
Prinsen en tot onderwijzers de heeren
Prinsen en Van Heesbeen.
Voorloopige vaststelling gemeente
rekening.
De rekening sluit met een bedrag aan
ontvangsten van f96.857.19, aan uit
gaven van f96.583.11, zoodat er een
batig slot is van f 274 08
De commissie van onderzoek heeft
alles in orde bevonden. Ze stellen voor
een bedrag van f289 oninbaar te ver
klaren. Enkele personen zijn er bij die
de pacht wel kunnen betalen, maar het
bedrag daarvan is zoo gering, dat de
kosten van vervolging veel hooger
zouden zijn.
Achten. Ik geloof dat ik hier nog
een kleine toelichting kan geven. Drie
menschen zijn er bij waarvan de pacht
nogal hoog is geweest en waar niets
van terecht zal komen. Twee andere,
daar bedraagt de pacht slechts enkele
guldens van en de kosten van vervol
ging zouden dus veel hooger zijn.
Voorzitter. Als die menschen later
betalen kunnen, dan doen ze dat. Dat
gebeurt meer met die menschen dat ze
later, wanneer hun kinderen wat grooter
worden, ze dan komen afbetalen.
Aanbieding gemeentebegrooting voor
het dienstjaar 1923.
Voorzitter. We zullen, als vorige jaren,
een commissie benoemen die de zaak
onderzoekt, en dan in een volgende
vergadering verslag uitbrengt. De uit
gaven en ontvangsten bedragen f 166.802.
Ik kan hier nog mededeelen dat de
belasting een volgend jaar met een drie
vier duizend gulden kan worden ver
minderd. De commissie echter kan alles
beter nagaan ik benoem tot leden daar
voor Achten en Winkel. De leden die
er belang in stellen kunnen ook de
begrooting wel komen inzien.
Achten Zou het niet wenschelijk zijn
de overige leden een afschrift van de
begrooting te geven.
Voorzitter, ledereen kan tegen betaling
een afschrift daarvan krijgen.
Achten. Het behoeft niet letterlijk te
zijn. Alleen de posten maar die op deze
gemeente betrekking hebben en waar
achter een cijfer staat vermeld.
Voorzitter. Dat heeft toch geen nut.
Van Vrede. Dat heeft wel nut, dat
kan iedereen heel op zijn gemak nog
eens bestudeeren en zien waarop bezui
nigd kan worden.
Voorzitter. Die wil, kan het hier wel
komen nazien, 't Zou een dure grap
worden.
Van Vrede. Dat behoeft geen dure
grap te worden. Je Iaat het maar over
schrijven. De secretaris zit toch niet
voor niets op het raadhuis.
Achten. In Vlijmen doet men het ook.
Voorzitter. Dat is niet waar.
Achten. Is dat niet waar? en ik heb
'het zelf gezien
Voorzitter. Toch geen heele begrooting.
Achten. Zoo'n afschrift daarvan.
Voorzitter. Nou, dan zullen we dat
hier ook doen, maar dan zullen we dat
pas doen als de commissie de begrooting
heeft nagezien.
Van den Brand. Zijn er geen termen
om te bezuinigen.
Voorzitter. Dat kan in een volgende
vergadering worden besproken.
Hierna gaat de raad over in Geheim
Comité.
VLIJMEN.
(Vervolg.)
10. Voorstel van B. en W. tot het
aangaan eener geldleening van f 10.000
voor ontginning en werkverschaffing.
Voorzitter. Zooals de heeren gehoord
hebben uit den brief van van Heesbeen
heeft die zich tegen deze leening ver
klaard. Het is B en W. natuurlijk goed
om maar een f5000 of nog minder te
leenen. Maar de bedoeling van deze
leening is om ze in 20 jaar af te lossen
te beginnen in 1924. De laatste aflossing
van vroegere leening geschiedt in 1923,
dus behoeven we in 1924 hiervoor niets
meer uit te trekken. Als we dan deze
leening van f 10.000 met jaarlijks f500
gaan aflossen, dan drukt het zoo weinig
mogelijk op onzen gewonen dienst. Ik
geloof wel dat Ged. Staten dat zullen
kunnen goedvinden. We zullen van dat
geld niet meer verbruiken dan noodig
is, het overige kan dan in de kas blij
ven, dan behoeven we geen kasgeld-
leening te sluiten. Want tot dit laatste
zou anders toch moeten worden over
gegaan om op tijd de betalingen te
kunnen doen Dit komt o.a. doordat de
opbrengst der opcenten op de belastin
gen veel beneden de raming is geble
ven Over 1921 zijn van de f21000 pas
f 13000 ontvangen. Nu hebben we van
den ontvanger wel bericht gekregen dat
het overige nog wel terecht zal komen,
daar dit in hoofdzaak komt doordat
velen uitstel van betaling gekregen heb
ben, sommige wel voor 3 jaar, maar
dan moet er toch op andere manier in
kasgeld voorzien worden.
M. Boom. Hoe staat het met den post
die eenigen tijd gsleden voor verbetering
van landerijen is toegestaan?
Voorzitter, Dat geld is reeds verbruikt
we zijn er zelfs overheen. Ik ben bang
dat de werkeloosheid nog grooter afme-
ingen zal gaan aannemen. Natuurlijk
zullen wij het zoolang mogelijk rekken
maar we moeten toch iets doen, de
menschen moeten toch eten. We ver-
keeren nog in een gunstigen toestand
omdat we productief werk kunnen laten
doen, wat later zijn rente wel oplevert.
Er zal verder niets gebeuren zonder
vooraf de commissie voor de landerijen
geraadpleegd te hebben.
M. Boom. Ik ben zelf ook lid van die
commissie, maar ik zou gaarne wat
meer oproepingen voor vergaderingen
ontvangen, ik wilde wel eens spreken
over de werkwijze die toegepast wordt.
Het gaat toch niet voor mij om daarover
nu alleen te gaan spreken. Het is een
treurige toestand in den Wielkamp.
Daar staan nog een 20 a 30 meter
onder water, ofschoon het in lang niet
meer geregend heeft Men moet daar
een sloot door graven en met het zand
:dat men daardoor krijgt die kuilen
dicht maken. En verder over de banden
en het gras moet gesproken worden en
zoo zijn er verschillende dingen, maar
als ik toch geen gelegenheid heb dit
inaar voren te brengen, ben ik maar
liever niet langer lid meer van die
commissie.
De Voorzitter zegt dat de leden dier
commissie veertien dagen geleden waren
opgeroepen, doch dat toen slechts wet
houder van Buul en de heer v. Hees
been waren opgekomen.
De heer van Buul zegt dat er wel
een klein verzuim van zijn kant was.
Bij de eerste oproeping was de heer
van Buul niet thuis en bij de volgende
gelegenheid was hij ongesteld.
De heer v. d. Grindt zegt zich met
het voorstel van B en W. goed te kun
nen vereenigen. Het bewijst z. i. dat
B. en W. zich op een breed standpunt
stellen en oog hebben voor de nooden
der werklooze arbeiders.
De heer M. Boom is van meening
dat het voor de gemeente slechts een
tijdelijke uitgaaf is en dat het werk wel
productief is te maken Hij vraagt den
voorzitter tegen welke rente de leening
zal worden uitgeschreven.
De voorzitter stelt voor B. en W. te
machtigen tot hoogstens 6 pCt te gaan.
Men zal zoo voordeelig mogelijk zien
klaar te komen.
De heer M. Boom zou de rente op
De Ecïo ra het Zeiden.
van ,J)e Echo van het Zuiden
Eensklaps zweeg lig iu het midden van
een triller en raadpleegde zfln horloge.
„Vier uurzeide hy, zijne penseelen en
borstels nederleggend. „Het is tyd een
stukje te gaan gebruiken."
De drie werklieden sprongen door de ven
sters naar binnen en verlieten dan weldra
met hunne kameraden die daar werkten, 't
huis.
Ovidius zag dat zy zich naar eene restau
ratie begaven aan de kade; hy bekeek het
huis nog eens, knikte tevreden en verwij
derde zich.
Dien dag kwam hy zeer laat thuis, met
een klein pakje onder den arm, dat hy in
een kast sloot.
Des anderendaags was hij echter weer
vroeg by de hand. Ook thans droeg hy zyn
voddenraperspak en spoedde zich naar de
plaats waar de St. Andriesstraat en de Git-
le-Coeurstraat in elkaar loopen.
Weldra zag hy Jeanne verschyuen, hare
mand voor zich uitduwend.
Ilij keek op zyn horloge. Het was zes uur
tien minuten.
Ovidius kwam de Git-le-Coeurstraat in,
slenterde wat om het huis heen, waaraan
men met de werkzaamheden bezig was.
Spoedig vertoonde zich Jeanne weer en
even als den vorigen dag, koos zy het trot
toir aan den rechterkant.
Zy stond voor verscheidene huizen stil
en nam dan haren weg onder de stelling
door.
Nogmaals keek de ellendeling op zyn hor
loge en zag dat het zes uur dertig was.
„Uitstekenddacht hy. „Men zou waar
achtig zeggen, dat het met opzet geschied
is. De schilders beginnen om zeven uur,
en dan zal alles afgeloopen zyn."
Zonder langer te dralen, daar hy alles
wist wat hy verlangde te weten, keerde hy
naar zyne woning terug, verwisselde van
kleeren grimeerde het gelaat op eene andere
wyze.
Dan nam liy een rytuig en liet zich naar
het St. Michielsplein brengen, waar hy in
een koffiehuis déjeuneerde.
Om twaalf uur vroag hy zyne rekening,
betaalde en ging weder naar de Git-le-
Coeurstraat. Hy kwam daar juist op het
oogenblik, dat de schilders vertrokken om
hun maal te gaan gebruiken.
Zeker dat hy thans over een vry uurtje
kon beschikken, ging Ovidius de plank over
welke op die- plaats over de uitgegraven
gleuf lag, haalde een portefeuille uit den
zak, nam een potlood en den schyn aanne
mend, of hy nota's raadpleegde die liy in
zyn boekje had opgeschreven, ging hy vast
beraden het huis binnen, dat van den kel
der tot het dak hersteld was.
Hy ging zonder zich ook maar eenigszins
te verschuilen de portiersloge voorby en
liep dan vlug de trappen op.
De portierster kwam buiten de deur.
„Vergist gy u niet mynheer?" vroeg zy.
„Er is niemand binnen."
„Dat weet ik wel," antwoordde Ovidius.
„En waarom gaat gy dan naar boven?"
„Om het werk na te zien, goede vrouw?"
„Komt gy dan voor den architect?"
„Ja, ik ben een zyner opzichters."
„O, pardon, dan is alles in orde; maar
weet gy dan niet, dat de werklieden op het
oogenblik uit zyn om te ontbyten?"
„Ik kom met opzet gedurende hunne af
wezigheid om des te beter alles na te gaan.
Hy ging naar boven, terwyl de portier
ster haar onderbroken ontbyt voortzette.
Ovidius liep recht door naar de verdie
ping waar de stelling was bevestigd.
De zware touwen waren stevig vastge
maakt aan de sterke yzeren stangen, die tot
steun dienen, wanneer men door 't geopend
venster op straat wil zien.
Aan deze stangen was alles stevig genoeg
bevestigdmaar de touwen die over de
katrols liepen, waren wat al te slordig ge-
knoopt.
Ovidius glimlachte.
Hy hield een onderzoek in de vertrekken.
De sleutels staken overal op de deur.
In een der kamers op de vierde verdie
ping ontdekte hy een gesloten kast.
Daar was men reeds geheel gereed met
het schilderwerk, de kamer was behangen
en de vloer geschrobd. Slechts de onderste
verdiepingen waren nog te behandelen.
Deze ontdekking bracht hem een nieuwen
glimlach op de lippen of liever een grijns
lach van boosaardige tevredenheid.
Hy ging naar beneden en verliet het huis
zonder op de portierster te letten.
„Morgen vroeg," dacht hy, de straat op
gaande.
Thuis gekomen opende Ovidius het pakje,
dat liy 's avonds te voren had medegebracht
en haalde er een geheel schilderspak uit,
dat hy aantrok. Zoo uitgedost, sloeg hy
tegen vyf uur den weg in naar de Git-le-
Coeurstraat.
In 't voorbygaan bekeek hy de stelling
eens, die daar nog op dezelfde wyze als des
morgeus tegen de verdieping hing.
Na in eene restauratie, niet verre van
daar, gedineerd te hebben, keerde hy tegen
zeven uur en slenterde daar rond, om er
onmiddeliyk by te zyn, wanneer de schil
ders hun werk verlieten.
Om zeven uur vertrokken zy.
Ovidius telde er zes. Daags te voren had
hy ook dezelfde gezien.
Spoedig ging hij de woning binnen en liep
de trappen op zonder dat de portierster
acht op hem sloeg.
Op de vierde verdieping gekomen vond hy
de deuren gesloten, maar de sleutels staken
in het sleutelgat.
Ovidius ging de kamer binnen, waar hy
des morgens een alkoof gevonden had, zocht
daarin een plaatsje en dacht:
„Nu ben ik in 't hartje van de plaats. Een
slechte nacht is spoedig voorby. Tot. mor
gen
Stephaan Gastel, wy hebben het reeds
vroeger gezegd, had te .Toigny hetzelfde
hotel gekozen, waar de pseudo-baron de
Reiss enkele weken geleden had gelogeerd.
Het gemeentehuis was, naar wy weten,
niet verre van daar.
Des anderendaags om elf uur na de noo-
(lige inlichtingen te hebben ingewonnen, be
gaf de kustenaar zich naar de byzondere
woning van den maire der plaats, liet zyn
kaartje afgeven met verzoek om een klein
onderhoud en werd onmiddeliyk ontvangen.
„Indien ik my veroorloof u te derangee-
ren, mynheer, zonder de eer te hebben per-
sooiiiyk door u gekend te zyn," zeide de ge
wezen voogd van Georges Darier, „dan doe
ik dat slechts daar ik er een byzonder be
lang in stel te vernemen, wie de persoon is,
die zich hierheen heeft begeven om het stuk
in handen te krygen, dat ik de eer heb u
hier voor. te leggen."
Met deze woorden haalde hy eene porte
feuille voor den dag en bracht onder de
oogen van den maire het proces-verbaal, dat
wy reeds lang kennen, van Lucia's opname
in het gesticht der gevonden kinderen.
„Hoe komt dit stuk in uwe handen, myn
heer?" riep de ambtenaar van den burger-
ïyken stand met boos ernstig gelaat uit.
„Ziedaar een authentiek stuk, dat nooit
buiten 't gemeentehuis had mogen komen".
„Had dat nooit buiten het gemeentehuis
mogen komen?" vroeg de artist verwon
derd.
„Neen, mynheer."
„En waarom niet?"
„Aannemend dat de moeder of eenig an
der belangstellend persoon gekomen zy, met
de vereischte inlichtingen, om dit stuk te
vragen, dan zou haar een afschrift zyn ter
hand\ gesteldDoch het stuk zelf, het
authentieke stuk moest steeds in het regis
ter bewaard biyvenNog eens, mynheer
hoe komt dat stuk in uwe handen?"
„Zeer indirect. Het werd my toevertrouwd
door iemand, wie het zeer veel kwaad heeft
gedaan en daar men er gebruik van ge
maakt heeft om een eerloosheid te plegen,
zou ik wel willen vernemen, wie dit stuk
hier is komen vragen, wien het is toever
trouwd?"
„Dat stuk mocht het archief niet verla
ten, en is zeker gestolen."
„Door wien?"
„Dat zal ik trachten te vernemen. Aan
nemende, dat het abusieveiyk is afgeleverd,
dan moet dit tegen ontvangstbewys geschied
zyn... Gelief ray te volgen. Ik wil zoo spoe
dig mogeiyk weten of hier bedrog of onbe
hendigheid in 't spel is."
De ambtenaar van den burgeriyken stand
ging met Stephaan Gastel naar het gemeen
tehuis en trad het bureau van den secreta
ris binnen, wien hy op ruwen toon toevoeg
de:
„Laat onmiddeliyk het register uit het
archief halen, waarin de processen-verbaal
worden opgenomen van overbrenging van
kinderen naar het gesticht, van het jaar
1862."
„Ik zal het zelf gaan halen, mynheer de
maire," antwoordde de secretaris, aan den
toon en de houding zyns meesters radend,
dat er iets ernstigs te doen was.
„Ga... ik wacht u."
De ambtenaar spoedde zich weg.
Weldra was de secretaris weer terug. Hy
had het register by zich, dat wy kennen,
en waaruit Raoul Duchemin het proces-
verhaal genomen had, aan Soliveau over
geleverd.
Ziehier, mynheer de maire," zeide hy. Dit
register bevat de jaren 1859 tot 1866."
Zoek folio 2 van het jaar 1862."
Met bevende hand zocht de secretaris
naar de aangewezen bladzyde.
„Hier heb ik het," zeide hy.
„Waar is het proces-verbaal, dat hier
behoorde aangehecht te zyn?"
„Ik weet het niet, mynheer," stamelde de
secretaris.
„Wat! Weet gy dat niet?" riep de amb
tenaar van den burgeriyken stand met een
woede uit, die van oogenblik tot oogenblik
toenam. „Hebt gy dan het recht dat niet
te weten? Is uwe responsabiliteit hier dan
niet duideiyk in betrokken?
„Er ontbreekt een authentiek stuk en gy
weet niet waar het is! Welnu, ik weet het!
Ziehier dat proces-verbaalvoegde er de
maire by, den verbaasden secretaris het be
wuste stuk onder het oog werpend. „In
plaats van een afschrift te geven heeft men
het origineel geleverd. Toon my het bewys
van ontvangst!"
(Wordt vervolgd).