De Portierster van Alfortville TWEEDE BLAD Gemeenteraad. FEUILLETON FRECO'S ZENUWHOOFDPIJNPOEDERS. FRECO'S ZENUWTABLETTEN. NUMMER 84. ZATERDAG 21 OCT. 1922. 45e Jaargang. HAARSTEEG. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Zaterdag 14 October des voormiddags ten half elf uur. Voorzitter Edelachtbare heer Van Bokhoven. Ongeveer kwart voor elf uur opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig alle leden De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken, a. Aanmerking door Ged. Staten op de verordening van de Vleeschkeuring. Van dén Burgemeester van Heusden is naar aanleiding van dit schrijven een bericht ingekomen waarin wordt aan geraden, art. 26 niet te veranderen. Naar zijne meening zal dit geen ont houding van de goedkeuring tengevolge hebben. Van den Brand. Als de raad er baas over is, zou ik de menschen laten uit- hallen zoo ze dit altijd gewoon zijn geweest. Achten. Heb ik het goed begrepen, dan kan uit nood geslacht vee niet hier geslacht worden. Voorzitter. Neen. Achten. Maar kan daar geen onthef fing van worden verkregen. Voorzitter. Neen, uit nood geslacht vee moet altijd naar Waalwijk worden gebracht. Wordt het vee direct door den veearts afgekeurd, dan is dat niet noodig, dan kan het direct den grond in worden gestopt, maar wordt het door een veearts goedgekeurd, dan moet het naar Waalwijk worden over gebracht. De opzet van de commissie kwam te duur uit. Nou dat naar Waalwijk kan worden gegaan behoeft men in Heusden niet te gaan bouwen. Winkel. Blijft de bepaling hetzelfde als het beest van de veefonds is. Voorzitter. Dat blijft hetzelfde. Winkel. Als een beest een beenbreuk heeft of wat ook, dan moet dat, om geslacht te worden, eerst naar Waalwijk worden gebracht. Voorzitter. Dat alles staat in de ver ordening aangegeven. Achten. Ik zelf heb ook een geval gehad. Ik had een varken dat een bin nenbeender was en daarom voor mijn eigen huishouden niet wilde gebruiken. Dat heb ik toen thuis laten slachten, maar ik heb het niet mogen laten uit* hallen. Van Vrede. Als het in Waalwijk moet worden geslacht, dan zal het. vooral zomers, nogal eens gebeuren dat het bedorven is het vleesch, voordat het ter bestemde plaatse is. Voorzitter. De wet schrijft voor hoe we de verordening hebben te maken en daar is niets anders aan te doen. Van Vrede. Ik snap er niets van dat ze alles zoo kunnen regelen. Voorzitter. O, dat verwondert me niets dat ge dat niet snapt. 159). Van Vrede. Neen, gij snapt het wel, dat zien we, ge weet er niets van, van de heele zaak niet.. Voorzitter. Als niemand er iets op tegen heeft dan zal de secretaris, die naar die vergadering is geweest, een en ander uiteenzetten. Van Vrede. Als je van zooiets een afschrift werd thuis gezonden, dan was alles beter te begrijpen dan nu, als men het even hoort voorlezen. Voorzitter. Die verordeningen liggen toch altijd ter inzage. Als ge het nou nog niet begrijptdeze verordening heeft al zoolang ter iniage gelegen. Van Vrede. Dat ter inzage leggen is heel mooi maar men moet er maar net tijd voor hebben, want men moet komen als de secretarie geopend is. De Secretaris wijst er op dat moet in Heusden worden geslacht het keur loon veel te duur zou worden wijl de kring te klein daarvoor is. Toen is aan Waalwijk en 's-Bosch gevraagd of deze dieren daar geslacht kunnen worden. Waalwijk heeft daarin toegestemd en vraagt f 5 voor een beest. Hier had men dus nooit zelf kunnen gaan bouwen of anders zou het te duur zijn geworden nu behoeft er niets geen kosten worden gemaakt dan de veearts. Het uit nood te slachten vee kan niet anders dan in het laboratorium worden geslacht. Wij hebben geen vrijheid daarin verandering in te brengen. De commissie van advies, die toch het volle vertrouwen moet hebben, ad viseert, het zoo aan te nemen. Het zal de gemeente nu geen cent kosten. In overweging wordt gegeven, het uithallen toe te laten omdat dit een oud en plaatselijk gebruik is. Winkel. Als men een uit nood ge slacht stuk vee voor zich zelf wil houden, mag men het dan nog niet thuis houden. Voorzitter. Dat mag niet. Winkel. Nou, ik vraag maar of het kan. Voorzitter, ja, maar het is nou al zoo dikwijls gezegd. De commissie heeft nog getracht voor hier, afin voor de plaatsen die dichter bij den Bosch zijn gelegen, dat de keuring in 's Bosch plaats kon heb ben, maar men wil in 's Bosch daartoe niet overgaan. b. Schrijven van Ged. Staten, hou dende de mededeeling dat de verorde ning op de Electriciteitsbedrijven is goedgekeurd. Voorzitter. De commissie kan nu ge ïnstalleerd worden en met de werk zaamheden beginnen. c.' Schrijven van den heer Vermeijs die in een vorige vergadering is be noemd tot hoofd der school te Hedik huijzen, houdende de mededeeling dat hij zijne benoeming niet aanneemt we gens zijne benoeming te Langeweg. Voorzitter. Er zal nu een nieuwe oproeping worden gedaan. Winkel. Daar had men achter elkaar werk van moeten maken. Voorzitter. Wij zullen direct een ad vertentie plaatsen. Van den Brand. Die van Geen, die een vorige maal no. 2 op de voordracht INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. P. P. 8 cent, doos 25 st. f 1.70. tegen Zenuw in de tanden. Zenuwkoorts, Zware Zenuwhoofdpijn Per koker 60 cent. tegen Examenvrees, Slapeloosheid, Gejaagdheid. Verkrijgbaar bij Drogisterij „DE TOKO", Waalwijk en GEZ WAGEMAKERS, Kaatsheuvel. 2 22603 stond, zou die nu niet gevraagd kunnen worden. Voorzitter. Daar zullen wij straks in geheime vergadering over spreken. In openbare vergadering spreek ik daar niet graag over, want anders staat alles direct weer in de courant. Een adres van De Hanze, houdende het verzoek om eenige subsidie, wordt aangehouden tot bij de behandeling van de begrooting. Schrijven van den heer A. Kooien, houdende het verzoek om een riool te willen aanbrengen tusschen de klinker weg en het voetpad dat loopt naar de Wetering. Het water blijft nu voor zijn huis altijd staan en dat kan niet anders dan door het aanbrengen van een riool worden afgevoerd. Van den Brand. Het is wel goed als het daar eens in orde wordt gebracht. Vugts. Ja, en daar bij Ravensteyn mocht het ook wel eens in orde worden gemaakt. Voorzitter. Dan zullen wij het op beide plaatsen in orde laten maken. 2. Vaststelling verordening op de heffing van keurloonen. Van Vrede, f 10 geven voor keurloon voor een uit nood geslacht stuk vee is veel, dan hebt ge een dubbele strop. Voorzitter. Als het afgekeurd wordt, kost het niets. Van Vrede. Dat is een verschil. Benoeming van hoofden en onder wijzers voor het vervolgonderwijs. Voorzitter. In Hedikhuijzen heeft zich niemand voor dat onderwijs aangegeven en daar zou ik dan ook maar niemand benoemen. Komt er een hoofd der school, dan kan nog altijd daartoe worden overgegaan. Hier hebben zich nog maar drie leer lingen aangegeven. Ik zou ze hier toch maar benoemen, dan is men klaar als er meer leerlingen mochten komen. Tot hoofd wordt benoemd de heer Prinsen en tot onderwijzers de heeren Prinsen en Van Heesbeen. Voorloopige vaststelling gemeente rekening. De rekening sluit met een bedrag aan ontvangsten van f96.857.19, aan uit gaven van f96.583.11, zoodat er een batig slot is van f 274 08 De commissie van onderzoek heeft alles in orde bevonden. Ze stellen voor een bedrag van f289 oninbaar te ver klaren. Enkele personen zijn er bij die de pacht wel kunnen betalen, maar het bedrag daarvan is zoo gering, dat de kosten van vervolging veel hooger zouden zijn. Achten. Ik geloof dat ik hier nog een kleine toelichting kan geven. Drie menschen zijn er bij waarvan de pacht nogal hoog is geweest en waar niets van terecht zal komen. Twee andere, daar bedraagt de pacht slechts enkele guldens van en de kosten van vervol ging zouden dus veel hooger zijn. Voorzitter. Als die menschen later betalen kunnen, dan doen ze dat. Dat gebeurt meer met die menschen dat ze later, wanneer hun kinderen wat grooter worden, ze dan komen afbetalen. Aanbieding gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1923. Voorzitter. We zullen, als vorige jaren, een commissie benoemen die de zaak onderzoekt, en dan in een volgende vergadering verslag uitbrengt. De uit gaven en ontvangsten bedragen f 166.802. Ik kan hier nog mededeelen dat de belasting een volgend jaar met een drie vier duizend gulden kan worden ver minderd. De commissie echter kan alles beter nagaan ik benoem tot leden daar voor Achten en Winkel. De leden die er belang in stellen kunnen ook de begrooting wel komen inzien. Achten Zou het niet wenschelijk zijn de overige leden een afschrift van de begrooting te geven. Voorzitter, ledereen kan tegen betaling een afschrift daarvan krijgen. Achten. Het behoeft niet letterlijk te zijn. Alleen de posten maar die op deze gemeente betrekking hebben en waar achter een cijfer staat vermeld. Voorzitter. Dat heeft toch geen nut. Van Vrede. Dat heeft wel nut, dat kan iedereen heel op zijn gemak nog eens bestudeeren en zien waarop bezui nigd kan worden. Voorzitter. Die wil, kan het hier wel komen nazien, 't Zou een dure grap worden. Van Vrede. Dat behoeft geen dure grap te worden. Je Iaat het maar over schrijven. De secretaris zit toch niet voor niets op het raadhuis. Achten. In Vlijmen doet men het ook. Voorzitter. Dat is niet waar. Achten. Is dat niet waar? en ik heb 'het zelf gezien Voorzitter. Toch geen heele begrooting. Achten. Zoo'n afschrift daarvan. Voorzitter. Nou, dan zullen we dat hier ook doen, maar dan zullen we dat pas doen als de commissie de begrooting heeft nagezien. Van den Brand. Zijn er geen termen om te bezuinigen. Voorzitter. Dat kan in een volgende vergadering worden besproken. Hierna gaat de raad over in Geheim Comité. VLIJMEN. (Vervolg.) 10. Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener geldleening van f 10.000 voor ontginning en werkverschaffing. Voorzitter. Zooals de heeren gehoord hebben uit den brief van van Heesbeen heeft die zich tegen deze leening ver klaard. Het is B en W. natuurlijk goed om maar een f5000 of nog minder te leenen. Maar de bedoeling van deze leening is om ze in 20 jaar af te lossen te beginnen in 1924. De laatste aflossing van vroegere leening geschiedt in 1923, dus behoeven we in 1924 hiervoor niets meer uit te trekken. Als we dan deze leening van f 10.000 met jaarlijks f500 gaan aflossen, dan drukt het zoo weinig mogelijk op onzen gewonen dienst. Ik geloof wel dat Ged. Staten dat zullen kunnen goedvinden. We zullen van dat geld niet meer verbruiken dan noodig is, het overige kan dan in de kas blij ven, dan behoeven we geen kasgeld- leening te sluiten. Want tot dit laatste zou anders toch moeten worden over gegaan om op tijd de betalingen te kunnen doen Dit komt o.a. doordat de opbrengst der opcenten op de belastin gen veel beneden de raming is geble ven Over 1921 zijn van de f21000 pas f 13000 ontvangen. Nu hebben we van den ontvanger wel bericht gekregen dat het overige nog wel terecht zal komen, daar dit in hoofdzaak komt doordat velen uitstel van betaling gekregen heb ben, sommige wel voor 3 jaar, maar dan moet er toch op andere manier in kasgeld voorzien worden. M. Boom. Hoe staat het met den post die eenigen tijd gsleden voor verbetering van landerijen is toegestaan? Voorzitter, Dat geld is reeds verbruikt we zijn er zelfs overheen. Ik ben bang dat de werkeloosheid nog grooter afme- ingen zal gaan aannemen. Natuurlijk zullen wij het zoolang mogelijk rekken maar we moeten toch iets doen, de menschen moeten toch eten. We ver- keeren nog in een gunstigen toestand omdat we productief werk kunnen laten doen, wat later zijn rente wel oplevert. Er zal verder niets gebeuren zonder vooraf de commissie voor de landerijen geraadpleegd te hebben. M. Boom. Ik ben zelf ook lid van die commissie, maar ik zou gaarne wat meer oproepingen voor vergaderingen ontvangen, ik wilde wel eens spreken over de werkwijze die toegepast wordt. Het gaat toch niet voor mij om daarover nu alleen te gaan spreken. Het is een treurige toestand in den Wielkamp. Daar staan nog een 20 a 30 meter onder water, ofschoon het in lang niet meer geregend heeft Men moet daar een sloot door graven en met het zand :dat men daardoor krijgt die kuilen dicht maken. En verder over de banden en het gras moet gesproken worden en zoo zijn er verschillende dingen, maar als ik toch geen gelegenheid heb dit inaar voren te brengen, ben ik maar liever niet langer lid meer van die commissie. De Voorzitter zegt dat de leden dier commissie veertien dagen geleden waren opgeroepen, doch dat toen slechts wet houder van Buul en de heer v. Hees been waren opgekomen. De heer van Buul zegt dat er wel een klein verzuim van zijn kant was. Bij de eerste oproeping was de heer van Buul niet thuis en bij de volgende gelegenheid was hij ongesteld. De heer v. d. Grindt zegt zich met het voorstel van B en W. goed te kun nen vereenigen. Het bewijst z. i. dat B. en W. zich op een breed standpunt stellen en oog hebben voor de nooden der werklooze arbeiders. De heer M. Boom is van meening dat het voor de gemeente slechts een tijdelijke uitgaaf is en dat het werk wel productief is te maken Hij vraagt den voorzitter tegen welke rente de leening zal worden uitgeschreven. De voorzitter stelt voor B. en W. te machtigen tot hoogstens 6 pCt te gaan. Men zal zoo voordeelig mogelijk zien klaar te komen. De heer M. Boom zou de rente op De Ecïo ra het Zeiden. van ,J)e Echo van het Zuiden Eensklaps zweeg lig iu het midden van een triller en raadpleegde zfln horloge. „Vier uurzeide hy, zijne penseelen en borstels nederleggend. „Het is tyd een stukje te gaan gebruiken." De drie werklieden sprongen door de ven sters naar binnen en verlieten dan weldra met hunne kameraden die daar werkten, 't huis. Ovidius zag dat zy zich naar eene restau ratie begaven aan de kade; hy bekeek het huis nog eens, knikte tevreden en verwij derde zich. Dien dag kwam hy zeer laat thuis, met een klein pakje onder den arm, dat hy in een kast sloot. Des anderendaags was hij echter weer vroeg by de hand. Ook thans droeg hy zyn voddenraperspak en spoedde zich naar de plaats waar de St. Andriesstraat en de Git- le-Coeurstraat in elkaar loopen. Weldra zag hy Jeanne verschyuen, hare mand voor zich uitduwend. Ilij keek op zyn horloge. Het was zes uur tien minuten. Ovidius kwam de Git-le-Coeurstraat in, slenterde wat om het huis heen, waaraan men met de werkzaamheden bezig was. Spoedig vertoonde zich Jeanne weer en even als den vorigen dag, koos zy het trot toir aan den rechterkant. Zy stond voor verscheidene huizen stil en nam dan haren weg onder de stelling door. Nogmaals keek de ellendeling op zyn hor loge en zag dat het zes uur dertig was. „Uitstekenddacht hy. „Men zou waar achtig zeggen, dat het met opzet geschied is. De schilders beginnen om zeven uur, en dan zal alles afgeloopen zyn." Zonder langer te dralen, daar hy alles wist wat hy verlangde te weten, keerde hy naar zyne woning terug, verwisselde van kleeren grimeerde het gelaat op eene andere wyze. Dan nam liy een rytuig en liet zich naar het St. Michielsplein brengen, waar hy in een koffiehuis déjeuneerde. Om twaalf uur vroag hy zyne rekening, betaalde en ging weder naar de Git-le- Coeurstraat. Hy kwam daar juist op het oogenblik, dat de schilders vertrokken om hun maal te gaan gebruiken. Zeker dat hy thans over een vry uurtje kon beschikken, ging Ovidius de plank over welke op die- plaats over de uitgegraven gleuf lag, haalde een portefeuille uit den zak, nam een potlood en den schyn aanne mend, of hy nota's raadpleegde die liy in zyn boekje had opgeschreven, ging hy vast beraden het huis binnen, dat van den kel der tot het dak hersteld was. Hy ging zonder zich ook maar eenigszins te verschuilen de portiersloge voorby en liep dan vlug de trappen op. De portierster kwam buiten de deur. „Vergist gy u niet mynheer?" vroeg zy. „Er is niemand binnen." „Dat weet ik wel," antwoordde Ovidius. „En waarom gaat gy dan naar boven?" „Om het werk na te zien, goede vrouw?" „Komt gy dan voor den architect?" „Ja, ik ben een zyner opzichters." „O, pardon, dan is alles in orde; maar weet gy dan niet, dat de werklieden op het oogenblik uit zyn om te ontbyten?" „Ik kom met opzet gedurende hunne af wezigheid om des te beter alles na te gaan. Hy ging naar boven, terwyl de portier ster haar onderbroken ontbyt voortzette. Ovidius liep recht door naar de verdie ping waar de stelling was bevestigd. De zware touwen waren stevig vastge maakt aan de sterke yzeren stangen, die tot steun dienen, wanneer men door 't geopend venster op straat wil zien. Aan deze stangen was alles stevig genoeg bevestigdmaar de touwen die over de katrols liepen, waren wat al te slordig ge- knoopt. Ovidius glimlachte. Hy hield een onderzoek in de vertrekken. De sleutels staken overal op de deur. In een der kamers op de vierde verdie ping ontdekte hy een gesloten kast. Daar was men reeds geheel gereed met het schilderwerk, de kamer was behangen en de vloer geschrobd. Slechts de onderste verdiepingen waren nog te behandelen. Deze ontdekking bracht hem een nieuwen glimlach op de lippen of liever een grijns lach van boosaardige tevredenheid. Hy ging naar beneden en verliet het huis zonder op de portierster te letten. „Morgen vroeg," dacht hy, de straat op gaande. Thuis gekomen opende Ovidius het pakje, dat liy 's avonds te voren had medegebracht en haalde er een geheel schilderspak uit, dat hy aantrok. Zoo uitgedost, sloeg hy tegen vyf uur den weg in naar de Git-le- Coeurstraat. In 't voorbygaan bekeek hy de stelling eens, die daar nog op dezelfde wyze als des morgeus tegen de verdieping hing. Na in eene restauratie, niet verre van daar, gedineerd te hebben, keerde hy tegen zeven uur en slenterde daar rond, om er onmiddeliyk by te zyn, wanneer de schil ders hun werk verlieten. Om zeven uur vertrokken zy. Ovidius telde er zes. Daags te voren had hy ook dezelfde gezien. Spoedig ging hij de woning binnen en liep de trappen op zonder dat de portierster acht op hem sloeg. Op de vierde verdieping gekomen vond hy de deuren gesloten, maar de sleutels staken in het sleutelgat. Ovidius ging de kamer binnen, waar hy des morgens een alkoof gevonden had, zocht daarin een plaatsje en dacht: „Nu ben ik in 't hartje van de plaats. Een slechte nacht is spoedig voorby. Tot. mor gen Stephaan Gastel, wy hebben het reeds vroeger gezegd, had te .Toigny hetzelfde hotel gekozen, waar de pseudo-baron de Reiss enkele weken geleden had gelogeerd. Het gemeentehuis was, naar wy weten, niet verre van daar. Des anderendaags om elf uur na de noo- (lige inlichtingen te hebben ingewonnen, be gaf de kustenaar zich naar de byzondere woning van den maire der plaats, liet zyn kaartje afgeven met verzoek om een klein onderhoud en werd onmiddeliyk ontvangen. „Indien ik my veroorloof u te derangee- ren, mynheer, zonder de eer te hebben per- sooiiiyk door u gekend te zyn," zeide de ge wezen voogd van Georges Darier, „dan doe ik dat slechts daar ik er een byzonder be lang in stel te vernemen, wie de persoon is, die zich hierheen heeft begeven om het stuk in handen te krygen, dat ik de eer heb u hier voor. te leggen." Met deze woorden haalde hy eene porte feuille voor den dag en bracht onder de oogen van den maire het proces-verbaal, dat wy reeds lang kennen, van Lucia's opname in het gesticht der gevonden kinderen. „Hoe komt dit stuk in uwe handen, myn heer?" riep de ambtenaar van den burger- ïyken stand met boos ernstig gelaat uit. „Ziedaar een authentiek stuk, dat nooit buiten 't gemeentehuis had mogen komen". „Had dat nooit buiten het gemeentehuis mogen komen?" vroeg de artist verwon derd. „Neen, mynheer." „En waarom niet?" „Aannemend dat de moeder of eenig an der belangstellend persoon gekomen zy, met de vereischte inlichtingen, om dit stuk te vragen, dan zou haar een afschrift zyn ter hand\ gesteldDoch het stuk zelf, het authentieke stuk moest steeds in het regis ter bewaard biyvenNog eens, mynheer hoe komt dat stuk in uwe handen?" „Zeer indirect. Het werd my toevertrouwd door iemand, wie het zeer veel kwaad heeft gedaan en daar men er gebruik van ge maakt heeft om een eerloosheid te plegen, zou ik wel willen vernemen, wie dit stuk hier is komen vragen, wien het is toever trouwd?" „Dat stuk mocht het archief niet verla ten, en is zeker gestolen." „Door wien?" „Dat zal ik trachten te vernemen. Aan nemende, dat het abusieveiyk is afgeleverd, dan moet dit tegen ontvangstbewys geschied zyn... Gelief ray te volgen. Ik wil zoo spoe dig mogeiyk weten of hier bedrog of onbe hendigheid in 't spel is." De ambtenaar van den burgeriyken stand ging met Stephaan Gastel naar het gemeen tehuis en trad het bureau van den secreta ris binnen, wien hy op ruwen toon toevoeg de: „Laat onmiddeliyk het register uit het archief halen, waarin de processen-verbaal worden opgenomen van overbrenging van kinderen naar het gesticht, van het jaar 1862." „Ik zal het zelf gaan halen, mynheer de maire," antwoordde de secretaris, aan den toon en de houding zyns meesters radend, dat er iets ernstigs te doen was. „Ga... ik wacht u." De ambtenaar spoedde zich weg. Weldra was de secretaris weer terug. Hy had het register by zich, dat wy kennen, en waaruit Raoul Duchemin het proces- verhaal genomen had, aan Soliveau over geleverd. Ziehier, mynheer de maire," zeide hy. Dit register bevat de jaren 1859 tot 1866." Zoek folio 2 van het jaar 1862." Met bevende hand zocht de secretaris naar de aangewezen bladzyde. „Hier heb ik het," zeide hy. „Waar is het proces-verbaal, dat hier behoorde aangehecht te zyn?" „Ik weet het niet, mynheer," stamelde de secretaris. „Wat! Weet gy dat niet?" riep de amb tenaar van den burgeriyken stand met een woede uit, die van oogenblik tot oogenblik toenam. „Hebt gy dan het recht dat niet te weten? Is uwe responsabiliteit hier dan niet duideiyk in betrokken? „Er ontbreekt een authentiek stuk en gy weet niet waar het is! Welnu, ik weet het! Ziehier dat proces-verbaalvoegde er de maire by, den verbaasden secretaris het be wuste stuk onder het oog werpend. „In plaats van een afschrift te geven heeft men het origineel geleverd. Toon my het bewys van ontvangst!" (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 5