Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville. Gemeenteraad. EERSTE BLAD. FEÜILLETO „NOORD-BRABAND" NUMMER 91. WOENSDAG 15 NOVEMBER 1922 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen 166). fej)^WAALW (J K. DOOR ERVARING STERK 45e JAARGANG. De Echo van het Zniden, Waalwyksclie en Lingstraatsche Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden ena., franco te zenden aan den Uitgever. UlTGAT*: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 88. Telegr.-AdreaECHO. Prijs der AdvertentlBn 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. BfJ contract flink rabat. AdvertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit zijn. GEERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Woensdag 8 Nov. des v.m. 10 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Mr. Allard Ongeveer kwart over tien uur opent de Voorzitter de vergadering, afwezig de heer Timmermans. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen. Het komt den heer Segeren voor dat de Secretaris hem een vorige ver gadering niet goed heeft verstaan. Hij heeft bij de bespreking van het trans- formatorhuisje gezegd, dat hij voor het plaatsen van een tweede transformator alleen was als de verordening wordt gewijzigd. Dat is in het belang van do gemeente en daar kom lk, aldus spr., voor uit, zonder naar iets anders te kijken. Dat zou niet alleen ln het be lang van de gemeente alleen zijn, maar ook nog ln het belang van de P N.E.M. Hoe meer stroom er verkocht wordt, hoe goedkooper deze voor de gemeen te wordt. Voorzitter. We zullen de notulen nog alzoo aanvullen. Aan de orde 1. Vaststelling rekening van de ge meente, Scherp. De Commissie heeft de re kening nagezien en heeft geen enkele aanmerking daarop. Alleen wil ze in overweging geven alles zoo zuinig mogelijk te beheeren. Verder geeft ze la overweging om bet- drukwerk wat te vcrdeelen en Horvers daarbij te be denken. Voorzitter, De hoofduitgaven zijn de salarissen en de kosten van het onder wijs. Voorts is er een vrij hooge post voor drukwerk, maar dat is het gevolg van de vele wetten dje het Rijk ons oplegt en waarvoor telkens nieuwe modelieu moeten worden aangeschaft. Ook de aflossingen van de crisisschul den vergen veel, maar daar zijn we gelukkig voor een groot deel doorheen. Binnen 3 jaar zal daar alles van afge lost zijn wat een heele verlichting zal geven. Segeren. Ik had graag gezien dat de boekhouder van het grond- en electrl- clteltbedrijf eens verslag uitbracht bij B. en W. opdat men eens een ruw van „De Echo van het Zuiden zyn voorhoofd rimpelde. Eensklaps kwam er eenige argwaan by hem op. HJj zeide er echter nog niets van tegen zyn makker, maar keek eenige oogenblikken nog eens aandachtig door het ruitje aan de achter zijde van het voertuig. Nog steeds ontwaardde hy het huurry- tuig met zyn rood licht. „Maar wat gebeurt er toch?" vroeg Paul Paul Harmant. ..Nietsantwoordde Ovidius. ,,Gy schynt toch ongerust." „Gij gekscheertWaarom zou ik ongerust zyn?" Op dit oogenblik hadden zij de Neuillylaan bereikt. „Ik zal spoedig weten of ik geiyk heb," dacht Soliveau. Hy liet de ruit zakken, die hem van den koetsier scheidde en sprak: „Rö links af, naar de overzyde." ..Waarom?" vroeg de industrieel. „Dat zal ik u dadeljjk wel zeggen." De koetsier had zich gehaast te doen wat hem bevolen was. Weder richtte Ovidius het oog op zyn observatorium. Het huurrytuig met roode lantaarns volgde nog steeds op een twintigtal stappen. „O, die ellendige!" sprak Soliveau, de tanden op elkander knarsend. „Zult gfl my nu eindeiyk zeggen wat er omgaat?" vroeg Paul Harmant zeer onge rust. ,,Wat er omgaat?... Men volgt ons?" De millionair werd doodsbleek. overzicht krijgt. Ia het Dag. bestuur heb ik daar ai eens op gewezen, men kan dan eens zien waar het geld van daan komt en waar het blijft. Voor 3 jaar geleden zijn die menschen al be noemd en nu acht ik het gewenscht dat ze eens of tweemaal ln het jaar een verslag uitbrengen. Niet dat Ik iets op hen heb aan te merken, in het geheel niet, want Ik stel me voor dat ze goed zijn, maar het is voor ons het beste om op de hoogte van alles te blijven. Voorzitter. Over de ingeleverde ver slagen Is meer door den heer Segeren gesproken en toen Is hem gezegd dat, als hij die niet begreep, hij er uitleg van moest vragen, dat hem dat dan gaarne zou worden gegeven. Het is toch nergens gebruik dat een admini strateur in een vergadering komt. Als men de zaak niet begrijpt of een balans niet snapt kan men zich individueel bij dea administrateur ook nog op de hoogte stellen, daartoe is bij gaarne bereid. U is toch al eens eenmaal bij hem geweest. Segeren. Goed, goed, maar waarom kan hij niet evenals een gemeente ontvanger 3 of 4 maal per jaar komen, dan kunnen wij nog eens vragen stellen. Nu krijgt men daar een verslag van 3 of 4 regels. Is het eu zoo'n groot bezwaar als bij eens bij Burg. en Weth. komt. U zegt nou wel als ge het niet begrijpt, goed. Gezegd ook gaat naar z'n huls, goed, maar dat is niet zoo lekker. Het toch beter dat hij even in de vergadering komt van Burg. eu Wetb. Voorzitter. Een heel jaar door moet lk u zeggen dat u zich eerst van te voren wat meer op de hoogte moet stellen en met deze bedrijven moet u dat zeker doen want het beheer daarvan is ln handen van het Dag. Bestuur, dus moet u altijd daarvan mee op de hoogte zijn een geheel jaar door en niet alleen als de admlcistrateut Inlichtingen komt geven. Begint eens met alles goed ln te studeeren, dat ge wat begrijpt. Dat wordt, nu u al zoo lang lid van het Dag. Bestuur uitmaakt, toch hoog tijd. Tak. Wat de balans van de winst en verliesrekening van het G. E. B. betreft, dat Is toch een lijvig document en kan toch absoluut niet gekwahficeerd worden als een verslagje van 3 a 4 regels. Mij dunkt dat het wel degelijk voldoende kijk geeft. Bovendien weet ik niet of de administrateur wel ver plicht is om te komen zooals de heer Segeren dat wenscht. Wel, zou ik zeggen, is Barg. en Weth. ten allen tijde ge rechtigd inzage van zijn boeken en bescheiden te nemen. Segeren Het spijt me zeer maar ik neem niets terug van alles wat ik heb gezegd, want verleden jaar heb ik er al om verzocht en nóg ls er niets ver anderd, nog staat alles op 2 h3 regels. De Gemeente-ontvanger moet het 'och ook doen en daar vraag ik veel aan en nooit is er eenig verschil. Hier gaat toch ook een 40 k f 50000 om en nu staat het mij vrij te denken wat lk wil. Hierna wordt de rekening goedge keurd. 2. Schrijven van het College van de Stedelijke Godshuizen; houdende de mededeeling, dat ze steeds een gebrek aan kasgeld hebben doordat de pacht gelden eerst op het laatst van het jaar inkomen en de andere inkomsten eerst Februari van een volgend jaar, zoodat de uitgaven steeds moeten geschieden uit het saldo wat niet meer moge lijk is. De Voorzitter zegt dat de uitgaven naarmate de tijd slechter wordt, nog hooger zullen worden en men dus steeds meer en meer een tekort aan kasgeld zal gaan krijgen, zoodat het noodig is dat het saldo wordt Ver hoogd. De eenige manier daarvan is een gedeelte van het kapitaal te nemen. De schade die daardoor ontstaat kan zooveel mogelijk worden voorkomen „Volgt men ons?" stamelde hy. „Dan zyn wij aangeklaagd, verloren!" „O, gy kunt volkomen gerust zynIn deze zaak zyt gy voor niets betrokken Ik lieb de eer gevolgd te worden en lk weet zeer goed door wien „Weet gy dat?" t,Ja, dat weet ik." ',Door?" „Door eene vrouw... Ik verwed honderd duizend francs, dat het een meisje is, dat daar mjj volgt, en een zeer lief meisje zelfs, maar......" „En wat heeft dat te beteekenen?" ,,Dat de genaamde Amanda Régamy, die ik te Bois-le-Roi alleen heb laten zitten, thans gaarne zou weten, waar ik woon en wie baron de Reiss is." „En zyt gy niet bang voor dat schepsel?" „Waarom zou ik er bang van zyn?" her nam Soliveau. „Wat vermag zy tegen my? En wees er overigens zeker van, dat zy vandaag nog niet het nestje van dien goe den Ovidius Soliveau zal weten te ontdek ken W9 zullen haar gemakkelijk genoeg op een valsch spoor brengen." ,,Hoe zult gy dat aanleggen?" „Een oogenblik!" Terwyi hy dit zeide nam Ovidius de klee ding van zyn reismakker nauwkeurig op." NEGEN EN. DERTIGSTE HOOFDSTUK Paul Harmant droeg een demi-saison van heldere kleur en een hoogen zyden hoed. Ovidius integendeel was zeer donker ge kleed en had een rond vilten hoedje op het hoofd. Wjj weten reeds, dat de beide personen ongeveer dezelfde taille hadden. „Laat ons rullen," sprak Soliveau tot den millionair. „Geef my uw hoed en jas en neem gy de myne." Ovidius koelbloedigheid had den valsclien Paul Harmant weer eenige kalmte in het hart gesproken. Weldra hadden beide personen zich ver kleed. Zoodra dit geschied was beval Soliveau den koetsier: „Ryd recht naar 't Opera plein en houd daar stil tegenover het Grand Hotel." ,,Gy", zeid® dan Ovidius, zich tot Paul MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN Harmaut wendend, „zult daar uitstappen. Amanda zal u voor myu persoon nemen, daarvan ben ik overtuigd, en u op eenigen afstand volgen... In dien tusschentyd zal ik ons diner gaan bestellen." „Waar?" „By Brébant." „Maar wat zal ik aanvangen, wanneer ik eenmaal op straat ben?" „Gy zult plaats nemen in het café, op een goed in het oog loopende plaats, opdat het juffertje goed uw gelaat zien kan, en zich overtuige dat zy om den tuin is geleld Laat u het een en ander opdienen, en kom weer tot my, zoodra Amanda's rfltulg zal vertrokken zyn." „Afgesproken." Ovidius wendde voor den derden keer het hoofd om te zien of hjj nog steeds gevolgd werd... Nog altyd zag hy op korten afstand de roode lichten. „Ja, ja, volg ons maar goed, liefste," mur melde hy lachend, „ik zou u wel eens willen zien, wanneer gy in enkele oogenblikken bemerken zult, hoe lief gy gefopt wordt." Weldra hadden zy het Operaplein bereikt. Het rytuig met de roode lantaarns liet niet op zich wachten. Het eerste stond stil. Het tweede volgde het voorbeeld. Ovidius wierp nogmaals een vluchtigen blik op het rytuig, waarin hy dacht dat Amanda gezeten was, en sprak tot Har mant: „Stap nu spoedig uit en houd den rug naar ons juffertje gekeerd, en treedt 't café binnen en kie9 een goede plaats uit." De millionair volgde letteriyk op wat hem gezegd werd. Er gebeurde juist wat Ovidius had voor zien. Duchemin had zeer goed gezien, hoe de persoon gekleed was, dien hy volgde en toen hy Harmant zag uitstappen, hield hy zich volkomen overtuigd, dat lijj baron de Reiss was. „Blijf hier staan," sprak hy t^t den koetsier. „De andere kan gaan waar hy wil; deze is 't slechts, die my belang Inboezemt." Ovidius verwyderde zich zeer snel. De voormale Jacques Gérard liet hem den tyd zich goed in de menigte der voertuigen aan het oog te onttrekken en ging dan ln door ook het kasgeld uit te zetten zooals meer wordt gedaan. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van de Regenten van de Gods huizen aangenomen. 3. Schrijven van den heer Santbergen, houdende het verzoek hem een gedeelte van de geslechten wallen te verhuren ten einde daarop te schelften. De Voorzitter merkt op dat de ge meente daar nog niet verhuren of ln erfpacht geven kan, wijl ze de be schikking daarover nog niet heeft ge kregen. Wel beeft de Oatvanger de stukken daarvoor noodig ontvangen, maar er komen nog punten in voor die eenige opheldering behoeven. Spr. Is er al reeds geweest, doch nu er Inmiddels een nieuwe Ontvanger ls gekomen, vlot dat niet zoo. De heer Tak meent dat toch voor- loopig toestemming voor het schelften kan worden gegeven, vooral wijl vroe ger tegen het schelften op die wal nooit eenlg bezwaar gemaakt is. Spr. zou adressant echter tegemoet willen komen wijl deze aoders veel last in zijn bedrijf ondervindt. De Voorzitter zegt dat zoo iets aan gevraagd moet worden aan het Ministerie en eer daar antwoord op komt; gaan daar maanden overheen. De heer Tak wenscht dien weg ook niet te volgen. Z I. kan het gemeente bestuur wel tijdelijk vergunning geven. De Voorzitter zegt geen recht op Iets te kunnen geven waartoe hij het recht mist. Hij zou het toejuichen als hij de vergunning tot het schelften kon geven maar bij mist ten eenemale het recht daartoe. Wel zou dat kunnen met dat stukje gfOnd wat reeds is opgehoogd De heer Tak zou dezelfde weg willen bewandelen als voorheen al eens ls gedaan. Alleen aan den Ontvanger vragen of hij er geen bezwaar tegen heeft is in deze voldoende, want aan het Mluisterie zou hij het ook ln geen geval vragen, niet dat hij vreest dat de vergunning niet woidt gegeven, maar omdat zulks veel te lang in heeft. Het schelften heeft daar jaren achtereen plaats gehad, een bezwaar daartegen bestaat niet en daarom zou hij tegemoet willen komen. Nu de gemeente eenige medezeggiogschap gaat krijgen, zou men het gaan beletten. Dit is naar spr. meecing niet zooals bet behoort. Scherp. Het is niet dat wij den boel dwars willen zitten, maar wij willen voorkomen dat we ln moeilijkheden geraken. De heer Tak zegt dat men daar niet het café een in 't oog vallende plaats in nemen. Hy zat met het gelaat naar 't Operaplein en by gevolg ook naar Duchemin gekeerd. Vruchteloos trachtte deze een uitroep van verwondering en woede te onderdrukken. „Ik heb my als een dwaas om den tuin laten leiden," sprak hy. ,,Die lieden hebben bemerkt, dat zy gevolgd werden, en hebben van kostuum verwisseld. O, die ellendeling!" Een oogenblik bleef hy verdiept in de bit terheid zyner ontgoocheling en dacht dan: Niet slechts ls nlles voor van avond ver loren, maar men heeft mjjne plannen gera den. Nu zal men nog voorzichtiger worden, dat is zoo klaar als de dag! Wat zal lk thans aanvangen?" Hy liet zich naar Amanda's woning bren gen. Het meisje wachtte hem met ongeduld. Met verlegen gelaat trad Duchemin bin nen. Amanda begreep direct, dat er iets on gewoons moest gebeurd zyn. Op hare vraag verhaalde hy in alle lyj- zonderheden hoe men hem misleid had. Niettegenstaande dezen tegenspoed ver scheen er toch een lachje om de lippen der modiste. ,,0, kunt gy dat nog aardig vinden?" riep Duchemin Woedend uit. „En waarom niet? Het is wel jammer, maar toch ook aardig, om cr eens liarteiyk mede te lachen." „Maar begrypt gy dan niet dat zy voor taan op hun hoede zullen zyn en zulke ge legenheid zich niet licht meer zal voor doen?" „En waarom niet? Als wy maar geduld hebben. De twee personen bezoeken elkan der; daarvan hebben wy het bewys en dat is 't voornaamste. Natuurlek zal dit zoo voortgaan. Aan u de taak om steeds een oog in het zeil te houden." ,,zy zullen alle voorzorgen nemen." ,|En waarom zoudt gy u niet byzonder- behendig aanstellen?" „Hoe dan?" „Weet ik het? Daarnaar moet gezocht worden. De ellendeling heeft allerlei pezen op zyn boog; wy moeten ons even behendig weten te toonen als hy is." „Morgen reed® ga ik opnieuw aan myn bevreesd voor behoeft te zijn. Al» men den Ootvaoger raadpleept is alles in orde. De Voorzitter zou wel op de een of andere wijze tegemoet willen komen maar om te verhuren, Iets waartoe men geen recht heeft, daar kan hij niet toe overgaan. De heer Segeren geeft in overweging om den nieuwen Oatvanger er op te wijzen dat z'n voorganger ook al eens op een dergelijke manier toestemming heeft gegeven. Spr. zou spoedig daartoe willen overgaan opdat de zaak niet op de lange baan wordt geschoven, aan gezien adressant er anders nlet9 meer aan heeft daar de tijd van het schelften voor de deur staa'. De Voorzitter wenscht evengaarne als wie ook, te helpen, maar iets doen waartoe men het recht niet heeft, gaat niet. Hij acht 't het beste over deze zaak straks te spreken in een verga dering met gesloten deuren Dan kan men zich beter uitspreken en zijn mo tieven naar voren brengen. Segeren. Maar mijnheer de Voorzit ter, dit kan toch wel in openbare ver gadering worden besproken. Moet dat nu weer gaan als met het grondbedrijf. Dat is toch verregaande. Moet het gaan als met het grond bedrijf tegenover het station. Ik ben voor de vrijheid. Laten wij alles maar in openbare vergadering behandelen, anders worden de zaken maar ver- trubbeld. Ik heb altijd gezegd, dat uit het grondbedrijf goud en veel goud kon worden gehaald, maar als daar nu een sloot wordt doorgegraven, is het totaal waardeloos. Die 4 bunder- Voorzitter. U wijkt van het onder werp af. Segeren. Ik blijf bij het onderwerp. Ik wijk daar geen duim van af. Ik ga daar niet neven. Is het niet treurig dat alles buiten de Wethouders om ge beurt. Voorzitter. U moet. Segeren. Stil nou, ik ben nog niet uitgesproken. Is er geen reden om te wantrouwen. Het is een critiek geval. Wat zal het zijn als alles in geheime vergadering wordt afgesproken. Dan zal alles wel aan Segeren leggen, dan zal Segeren het wel hebben gedaan dat er f 50.000 is uitgegeven en daar ben ik niet voor te vinden. Gaat men zoo door dan heeft het daar geen duit waarde meer. Ja, nou kan U weer kwaad worden, maar dat moet je niet doen, mijnheer de Voorzitter, dat doe ik ook niet. Een ieder moet z'n recht hebben. Wat zou het een duiten voor de stad opleveren. Maar u laat de wet- bespiederswerk." ,,Dat zou niets uithale.n. Morgeu is het Zondag. Dan zullen zy wellicht elkander niet ontmoeten. Zoo wy eens naar Bois-le- Roi gingen?" „Goed, zeer goedDat is nog zoo'n onaar dig middeltje niet om den dag door te bren gen. Maar toch zal ik geen rust genieten, alvorens het adres van onzen gemeenschnp- peiyken vyand ontdekt te hebben. Wat mag hy toch wel met Paul Harmant overleggen?" In afwachting van het uitstapje tegeu den volgenden dag bepaald, ging Duchemin naar huis. Intusschen was Harmant zyn medeplich tige bjj Brébant gaan opzoeken. „Wel, gelooft gy nu dat ik geiyk had?" vroeg de laatste. 0>Volkomen." „Waar is het rytuig gebleven met de roode lantaarns?" „Dat is onmlddeliyk ver trokken, zoodra ik mijn gelaat vertoond had." „Zoodat juffrouw Amanda myn spoor verloren heeft. Ik ben gewaarschuwd en zal zorgen steeds op myn hoede te zyn." „Hebt gy werkeiyk van die vrouw iets te vreezen?" ,tIk heb u reeds vroeger gezegd, dat dit niet het geval is. Amanda is een dwaas schepsel, zy deed beter er aan te denken, dat ik een zeer gevaariyk wapen tegen haar in handen heb. een wapen dat sterk genoeg is om haar hulpeloos in het verderf te stor ten... Denk niet langer aan dat schepsel. Laat ons dineeren De twee ellendelingen gingen aan tafel en lieten zich het fyn diner, door Soliveau besteld, uitstekend smaken. Tegen midedrnacht namen zjj afscheid. Ovidius keerde naar de Clichylaan terug, staarde dikwyis achter zich uit om te zien of hy niet bespied werd, en bereikte, na tal van omwegen zyne woning. Niettegenstaande zyne verz -kering, dat hy Amanda vreesde, was Soliveau zeer on gerust en vertrouwde de deerne in liet ge heel niet (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1