Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville EERSTE BLAD. Uit ons Parlement. FEUILLETON! Wij garandeeren U „De Stralende Zon". Buitenland. „NOORD-B RAB AND" Binnenland NIEUWSBLAD. i nUMMER 96. ZATERDAG 2 DECEMBER 1922. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen de vakkundigste behandeling. Billijke prijzen. Keurige afwerking. Stoomververij en Uitstoominrichling Depót sTH. v. d. SANDEN, Groote straat 415; Kaatsheuvel, N. STRAVERS, Hoofdstraat. 2246 WV*VAA LW U K ^f<TT777>) DOOR ERVARING STERK, 172). 45e JAARGANG. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche en Laiigslraatsclie Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te «enden aan den Uitgever. UlTGAV»; WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Verworpen motie*s. Drankbestrijding. Wo- ningpolitiek. De bezui niging bij de Justitie. Het huwelijk en het huwe lijksrecht. De inter pellatie over de werking der Tabakswet en de be grooting van Finantiën. Met do Ingediende moties hebben de voorsteliers niet veel gelak gehad, zoowel die van den heer Troelstra als die van den heer Rappard werden ver worpen. Nog ongelukkiger was de heer Wijnkoop, die een motie wilde indienen waarin de wensch werd uitgesproken, dat de bezuiniging niet mocht gaan ten koste van de levensvoorwaarden van het lagere personeel en geen personeel mocht worden ontslagen, zoolang er niet een betere wachtgeldregeling was, en een andere, den eisch stellend, dat leden van politieke partijen vrij moesten zijn niet te bandelen naar voorschriften van de kerkelijke overheid, maar die van dat voornemen moest afzien, omdat hij geen andere heeren mee kon krijgen ter ondersteuning van de motie. Blijk baar had dus de bedreiging, dat er een eenheidsfront der arbeiders tegen het kapitalisme zou komen, zoo noodlg te gen Troelstra in, op den heer Troelstra nog niet de gewenschte uitwerking had. Al evenmin had mevrouw De Vries- Brulns succes met haar motie betref fende de bezuiniging inzake de uitgaven voor de volksgezondheid, die bij de begrooting van Arbeid behandeld werd. Toch bleken ook tal van andere leden van meening, dat b.v. het drankmis bruik, getuige ook de opbrengst der accijnzen, nog van dien aard was, dat op de drankbestrijding niet bezuinigd moest worden en stelde mej. Groene- weg het amendement voor het daarvoor uit te trekken bedrag tot f 170.000,— te verhoogen. Maar minister Aalberse bleef er bij, dat er bezuinigd moest worden ook op deze posten, hoe ongaarne ook. En die bezuinigingsnoodzakelijkheid deed zich ook elders geldeo, ook in de woning- politiek, hoe nadrukkelijk ook de heer Schaper op het tekort voor arbeiders woningen wees en voor subsidies aan vereenigingen en tegen premlebouw van „De Echo van het Zuiden". pleitte en hoe bezorgd de heer Dekkers ook voor de huisvesting van groote gezinnen bleek. Die elsch om te bezuinigen drukte Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit zijn. ook,zooal8 minister Heemskerk erkende, de Ju9titiebegrootlng. Een betere rege ling van de administratieve rechtspraak, de psychopathe-wetgevlng, waarvoor verschillende dames en heeren pleitten, de herziening van ons strafstelsel, de reclasseerlng, de opvoedingsgestichten en zooveel meer nog raakte er door io de klem. Maar er waren ook gevallen waarin de bezuiniging in uitzicht ge stelde maatregelen ten goede kwam of althans niet hinderde als de herziening van de rechterlijke indeeling, de wijzi ging van wetboeken en wetten, de be- zuiaiglag op de militaire rechtspraak. De misbruiken, die de heer Kleerekoo- per in sommige gevangenissen meende te kunnen vaststellen en die de minister moest toegoven en de partijdigheid van den rechter, die de minister niet erkende, hadden er ongetwijfeld minder mee te maken. Dit was evenmin het geval met de herziening van ons huwelijksrecht, waarop mevrouw Bakket-Noof, als resultaat van haar klachten over de positie der gehuwde vrouw, en ook mej. Katz aandrong ea waarvan de minister niet weten wilde, wanneer daarmee de grondslag van dat huwelijksrecht zou worden aangetast. Naar aanleiding van dit verschil ontspon zich een debat over het huwelijk, dat de heer Van Schalk als sacrament en de heer Rutgers als goddelijke Instelling schetste, maar waarvan mej. Groeoeweg mceode, dat het hier alleen in zijn burgerrechtelijke beteekeols besproken werd, waar alleen om herziening van de burgerlijke huwe lijkswetgeving gevraagd werd. De bezulnigingseisch kwam natuurlijk bij de behandeling van de begrootiog van finantlen weer sterk naar voren. Die behandeling bracht bovendien de interpellatie van den heer Staalman over de werking der Tabakswet aan de orde. Genoemde afgevaardigde bleek van roeening, dat het tijdstip der inwerkiav- treding al zeer slecht gekozen was. De wet zelve schetste hij iu haar werking als on-oeconomlsch een fabriek met ongeveer 200 arbeiders zou er door de noodzakelijkheid van grooteren opslag van sigaren, jaarlijks een renteverlies van pl.m. f 4000 doo? lijden en aan leiding gevtn tot veel fraude. Niettemin bleek de minister niet be reid de wet in te trekken of geheel om te werken, al was hij feitelijk een voor stander van belasting op ruwe tabak. Wel wilde hij enkele wijzigingen aan brengen, maar verder de wet een kans geven. Ook stelde hij een technische herziening van de belastingwetgeving in uitzicht, maar geen opheffing der grondbelasting die door enkele heerea bepleit was. Do post kosten der eeredlensten gaf prof. Vlsscher aanleiding tot een uit voerig betoog over de onvrijheid der Protestantsche Kerken tengevolge van de in 18L5 opgelegde synodale regeling. Ia de kringen der conferentie te Lausanne bracht het bericht van de terechtstelling in Griekenland groote opschudding teweeg. Toen de vroegere Grieksche premier VenlzeIos~het ver nam, wa9 hij geheel van 9treek. Hij weigerde echter zijn oordeel er over kenbaar te maken en wilde niemand bij zich ontvangen. Goenaris was oremler van Anrll 1021 MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN „Dan blijven voor Jacques nog steeds de zelfde gevaren bestaan, voor hem en voor my Jeanne Fortier kan Jacques Gérard elk oogenblik van den dag ontmoeten, hem her kennen, met liem spreken... Wanneer Jac ques haar vol leven ontmoet, zal hQ weige ren, my de bepaalde som uit te betalen!... Dan ben Ik ook verloren!... O, hy mag niet in hare tegenwoordigheid komen! Ik zal, zoo 't noodig is, myn vertrek enkele dagen uitstellen Ovidius eindigde zyu brief niet maar ver frommelde hem tusschen de vingers en stak het papier in den zak. Dan riep liq den kell- ner, betaalde en verliet zoo bedaard moge- iyk de restauratie, als een man die niets te doen beeft en den tyd op de kaai gaat dooden. Een nieuw Idee was by hem opgekomen. Hy trad by een coiffeur binnen, liet zich de haren zeer kort snyden, knevel en bakke baard scheren en keerde dan naar de Clichy- laan terug. Ren uur later verliet hy geheel gemeta- morphoseerd zyne woning, een licht grys pak dragend, waarmede de bakkersknechts gewooniyk uitgedost zyn. Hy had een gry- zen vilten hoed op het hoofd. Zoo gekleed was Soliveau onherkenbaar geworden voor nllen, die hem niet zeer goed kenden. Hy nam een rytuig en liet zich naar het Instituut brengen. Daar stapte hy uit, liep de Seinestraat in en ging de restauratie Rendez-vous der Bakkers binnen. 't Was zeven uur des avonds. Er was veel volk. Soliveau had veel moeite eene vrye plaats te vinden in de groote zaal, nochtans bood zich eiudeiyk wat de man zocht voor hem aan en bestelde hy zyn diner. VIER EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK. i Marianne, de dientsmeld, naderde Soli veau, en een onbekende ontmoetend, vroeg zy nieuwsgierig: »Zyt gy ook van 't bakkersgild, myn heer?" „Ja, meisje," antwoordde Ovidius. „Dan zyt gy toch niet in deze buurt thuis?" „Voor het oogenblik niet; doch vroeger heb ik hier wel gewoond. Reeds jaren ken ik deze restauratie en daar ik van Dyon kom, om eene betrekking te Parys te zoe ken, heb ik my hierheen begeven om te dl- neeren." De twee bakkersknechts waarvan wy al reeds eerder gesproken hebben, gebruikten hun maal aan een naburige tafel. „Zoo! komt gy van Dyon, vriend?" vroeg een van hen. „Ja makker." „Twee jaar geleden heb ik daur ook ge werkt. By wien waart gy geplaatst?" Ovidius noemde den naam van een bak ker in de Cliabot-Charnystraat. „Dien keu lk," antwoordde onze bekende; t was een uitstekend huis... En zyt gy nu naar Parys gekomen om hier werk te zoe ken?" „Ja, dat is myn plan. Ik hond veel van Parys". „Goede betrekkingen komen zelden va cant." „Ik zal wachten." „O, zoo gy de middelen daartoe hebt „Ja, lk kan over het noodige beschikken. Ik heb wat geërfd... 't Is wel is waar niet veel, maar toch voldoende om my in staat te stellen, iets geschikts af te wachten Kan lk hier kost en inwoning hebben?" v roeg hy aan de diénstbode, die nog steeds op zqne bevelen wachtte." „Zeker, zeker!" antwoordde Marianne. „Ik zal madame by u zenden, dan kunt gy met haar afspreken." „GoedMaar eerst moet gy een flesch Bourgouje brengen. De vrienden daar zullen my wel het genoegen doen een glaasje mede te drinken." Marianne bracht een flesch, die weldra door een tweede gevolgd werd. Weldra waren alle drie uitstekende vrien den. „Morgen zien wy elkander weer, niet waar?" sprak een onzer kennissen by het afscheidnemen, terwyi hy Ovidius de hand toestak. „ZekerMorgen ben ik hier," antwoordde hy, „en dan drinken wy een flesch witten wyn". „Goed, maar dan spelen wy domino om te weten wie betaalt." „AangenomenTot morgen vroeg dan." De twee bakkersknechts verwyderden zich en Ovidius eindigde zyn maal. „Weldra liep de zaal van lieverlede ledig. Nog maar enkelen bleven over. Thans had madame tyd. Door de meid gewaarschuwd, dat een nieuwe kostganger zich had aangeboden, naderde zy Ovidius. „Gy hebt naar my gevraagd, mynheer?" begon zy. „Ja, ik zou hier wel kost en inwoning wil len hebben". „Dat ls zeer gemakkeiyk. Wat wenscht gq te gebruiken?" ,,'s Morgens myn soep met een halve flesch, om elf uur ontbyt en tegen den avond myn diner. Wat moet dat kosten?" „Juist hetzelfde wat de overigen betalen, noch minder, noch meer, honderd fran ken. En gy, zult hier goede wyn drinken en uitstekend bediend worden." „Nu, dat neem ik aanMorgen reeds te beginnen, ik betaal veertien dagen vooruit." „Goed, zoo dat uw verlangen is." Ovidius telde drie goudstukken op tafel. „Ziedaar zestig francs", zeide hy. ,Dank u, ik zal u onmiddeliyk een kwi tantie geven en tevens een glaasje cognac inschenken. Ovidius stond op en stopte de dienstmeid een stuk van v-yf francs in de hand. „Dat is voor u, meisje," zeide hy. De meid stond verbaasd over dergeiyke vi-ygevlgheld en bloosde tot achter de ooren. Mynheer," sprak zy. „Wat is er?" vroeg Ovidius. j.Daar gy ook by de hakkers thuiabehoort lot Mei 1922, toca Suatos hem op volgde. Protopapadaktls, eveneens oud-pre- mier, was minister van fiaanclën ln het kabinet-Goenarls. Theotokis, Baltaztls en admiraal Goedas (die levenslang heeft gekregen) waren resp. minister van bultenlandsche zaken, oorlog en binnenlandsche zaken. Generaal Hadjianestis was opperbevel hebber der Grieksche strydmachten in lomé ten tijde van de Grieksche débacle. Generaal Stratlgos, die eveneens tot levenslange gevangenisstraf ls veroor deeld, was chef van den stat van Hadjianestis. Goenarls was niet in staat de laatste zittingen van het gerecht bij te wonen, daar hij aan typhus leed. Gisteren is de Belgische Kamer gereed gekomen met de debatten, over de Viaamsche Hoogeschool-kwestie. Vandaag zal men beginnen met de behandeling der verschillende voot- gestelde wetsontwerpen. Eerst komt aan de orde het voorstel inzake het houden van een referendum, dat on getwijfeld als ongrondwettig zal worden verworpen. Dan komen de voorstellen tot geleidelijke vervlaamschlng (voorstel Van Cauwelaert)dat tot oprichting eener Viaamsche Hooge School te Antwerpen (Meysmans); de oprichting van een Viaamsche Hooge School elders dan te Gent (Mecbelynk) en de onmiddellijke vervlaamschlng der Gent sche Universiteit (De Cleicq, frontpartij, aan de bemt. Op Van Cauwelaeri's voorstel zyn verscniliende amendemen ten Ingediend. De regeering heefc tot nu toe tegenover geen der voorstellen partij gekozen. Waarschijnlijk zal zry zich dezer dagen wel uitspreken ten gunste van een soort compromis-voor stel, dat zal neerkomen op verdubbeling der leergangen te Gent, m.a.w- de instelling van Viaamsche naast de bestaande colleges. De Badensche aniline- en soda- fabrlek te Ludwigshafen heefc haar geheele bedrijf stopgezet, omdat het personeel van de fabriek te Oppau staakt wegens het ontslag van drie be- dryisradeD, die zonder verlof waren weggebleven om te kunnen deelnemen aan bet bedrijfsradenacongres te Berlijn. Deze staking had zich later tot de fa briek te Ludwigshafen uitgebreid. Toen een aanmaning van de directie om het werk te hervatten vrucnteloos bleef, volgde ontslag van het geheel personeel van 30.000 man* Het scheidsgerecht heeft het ontslag van de drie bednjfsradon als reebt- matle erkend. en hier komt wonen, zult gy ook wel mede doen, niet waar?" „Waaraan zou ik mededoen?" vroeg hy, veinzende hare woorden niet begrepen te hebben. „Aan het feestmaal, dat onze bakkers een brave vrouw aanbieden. Eenige dagen ge leden werd zy byna ouder een stelling ver pletterd. Het is een wonder dat zy nog leeft. Een zeer brave vrouw, mynheer en wy hou den dan ook allen byzonder veel van haar.' „Wel ja, er is niets tegen. Hoeveel per hoofd?" „Zes francs." „Ziedaar." zeh'e hy, het geld op tafel leggend. „Haal de ïyst Marianne, om den naam op te schryven," zeide de vrouw des huizes. ..Hoe heet gy?" vroeg madame. „Het staat er. Laat ons nu eens klinken!" De glaasjes werden in een teug leegge dronken, en dan verdween de waardin om hare bezigheden voort te zetten. „Als ik er ditmaal niet in slaag die ellen dige vrouw te doen verdwynen. dan begi-yp lk er niets meer van," dacht Ovidius. „Zoo zal myn goede neef Harmant zelfs niets weten dat zy auu myn valstrik was ont snapt. Op zyne beurt vertrok ook Ovidius. Des anderendaags was hy reeds vroeg in het Rendez-vous der Bakkers. Toen onze oude bekenden hem zagen bin nentreden, liepen zy den man tegemoet en drukten hem vriendschappeiyk de hand. „Een dominospel!" riep een der bakkers. „Neen, neenheden morgen offreer ik een glaasje witte wyn. Morgen wil ik er wel om spelen." Er kwamen zes fiesschen voor den dag tal van gezellen werden genoodlgd. Niemand weigerde. Eensklaps trad Jeanne Fortier binnen. „Kom toch hier, mama Lisou," riep een derg ezellen de dragaster toe, „en drink een fyn glas wyn met ons mede." „Wel ja, mamaatje, kom hier spoedig met ons mededoenik trakteer." Jeanne naderde en staarde nieuwsgierig den vreemdeling aan. „Ik ken u niet," zeide zy. „Een nieuw gezel," werd haar onmiddel iyk verzekerd, „een kameraad, die harteiyk Do Eerste Kamer neefe gisteren de voorstellen betreffende de Grond wetsherziening met het vereischte stemmenaantel aangenomen. Nederland heeft de uitnoodiglng aanvaard om zich te laten vertegen woordigen ln de Commissie van Juristen welke Ingeyolge een resolutie van de conferentie te Washington van 4 Febr. 1.1. in het leven is geroepen ter bestu- deeriog van vragen betreffende het Volkenrecht. Met ingang van 1 Januari a.s. wordt de Raad van Arbeid te Zeist opgeheven. Bij de Tweede Kamer ls ingeko men het wetsontwerp tot regeling van de inkomsten en uitgaven van do P. T. en T. voor het dienstjaar 1923. De exploitatie-ontvangsten zijo geraamd op f91.572.975, de exploitatie-uitgaven bedragen 191.468.575. Een ontwerp eener wettelijke regeling van den verkoop van vergiften ls gereed, terwyi andere ontwerpen betreffende den verkoop van genees middelen In gevorderden staat van voorbereiding zijn. Op de vragen aan den minister van fiaantien betreffende vrijstelling van invoerrecht voor riclnes-olie ten dienste van de textiel- en lederlndusrie heeft Z.Exc. geantwoord, dat htj met een eventueele wettelijke voorziening meent te moeten wachten tot de voorgenomen aigcheele technische herziening van bet bestaande tarief voor invoerrechten. Van hoogerhand wordt voorbe reid een eensluidend model voor de gemeentebegrootingen in te voeren. Het nieuwe begrootlngsmodei zal waai" schijnlijk reeds het volgend jaar kunnen worden toegepast. Ingediend is een wetsontwerp, houdende wettelyke voorziening naar aanleldlog van de opheffing van het Mloisterie van Landbouw, Nijverheid en Handel. B. en W. van Breda zijn ge machtigd. bloem tegen gelijken prijs als op de vrije markt wordt betaald, ter beschikking te stellen van bakkers, die in de uitoefening van hun bedrijf werden bemoeilijkt. Gooit geen goed geld weg naar een slecht artikel en PLAATST UWE ADVERTENTIES uitsluitend in bladen die werkelijk gelezen worden, dus in een verwelkomd wordt en ons op een goed glas onthaalt." „En lk zal het vandaag aan niets laten ontbreken," hernam Ovidius. „Marianne, nog vier fiesschen De meid gehoorzaamde. Ovidius vulde op nieuw de glazen. Jeanne Fortier klonk met den ellendeling, die haar had willen vermoorden en thans weer eene nieuwe misdaad beraamde. Daarna gebruikte Jeanne een tas koffie, stak Ovidius de hand toe en vertrok. „Gy komt toch zeker op het feestmaal?" vroeg een gast aan Ovidius. „Ter eere van mama Llson? Zeker, zeker, doe ik mede. Men heeft my van alles op de hoogte gebracht en ik heb zes franken ge stort. En aan dat maal trakteer lk nog eens. Ik ben niet van plan de goudstukken, die ik georveu heb, in een oude kous te laten beschimmelen." „Bravo! Bravo! Een uitstekende mak ker", riep een der gezellen uit. „Ik wed dat hy ons op het feestmaal genoegen ln over vloed verschaffen zal." >Ik zal myn best doen," zeide Ovidius. Zeker zult gy ook liedjes ten beste geven?" vroeg een der knechts. „Alles wat gy wilt. Ik heb een repertoire, waaraan geen einde komt." ..Mama Lison moet ook zingen," zeide Ma rianne. ,Dat zal zoo gemakkeiyk niet gaan," meende een ander. „En waarom niet?" „Zy is een allerbeste vrouw maar wat droefgeestig gestemd. Men zou zeggen dat zy door een geheim verdriet verslonden wordt." „O, ik zal haar wel doen lachen," ant woordde Ovidius, „Laat dat maar nan my over." Eindeiyk nam men afscheid. „Ik ga eens rondzien of lk werk vinden kan", zeide Ovidius. „Dat men zich ver- maakt ls heel goed, maar er moet ook ge werkt worden. De erfenis van myn oom is niet onuitputbaar." Na 't gelag betaald te Lebben, vertrok by. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1