Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville EERSTE BLAD. Wij garandeeren U „De Stralende Zon". Uit ons Parlement. FEUILLETON „N 0 0 R D -B RAB AND" NUMMER 100 ZATERDAG 16 DECEMBER 1Ö02 WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen de vakkundigste behandeling. Billijke prijzen. Keurige afwerking. Stoom ververij en Uitstoominrichling Depot'sTH. v. d. SANDEN, Groote straat 415; Kaatsheuvel, N. STRAVERS, Hoofdstraat. 2246 Onze Marinehaar noodzake- lijkheidmogelijkheid en hoe danigheid. Steun aan beel dende kunstenaars en de tuin bouwers. ZomertijdZondags diensten en loodsdienst. Ieder jaar opnieuw worden ia ooze Tweede Kamer de bespreking en be strijding vaak vaa allerlei begrootlogs- postea ea de beschouwingen over depaitementsuitgavea ea miaisterieele daden en bealissingen afgebroken door een steeds in denzelfden toonaard ge houden min of meer principieel debat over de reden van bestaan van een der departementen zelf ea bet voort bestaan van het voorwerp zijner zorg Eo ieder jaar ook splitst zich dit Marine- debat als 't ware weer in de telkens terugkeerende beschouwingen, wier tegenstelling het beheerscot, over de noodzakelijkheid, de wenschelijkheld en de mogelijkheid eener Nederlandsche Marine. Dat het dit jaar, nu met het oog op den berooiden stand onzer schatkist, alle dabbeltjes wel tweemaal omgekeerd mogen worden, minder dan ooit achterwege kon blijven, was te voorzien. Er zgn er onder de heeren in de Kamer maar weinigen, die de wensche- lijkheid in bestaande omstandigheden pertinent ontkennen, al bestaan er natuurlijk omtrent de graad dier wen- 8chc]i!lrb*ld een enorm verschil, dat 176). 's Heeren Hugenholtz' betoog sloot zich hierbij vrijwel aan. Onze uitgaven, zoo beweerde hij, waren van lö'/a millloen in 1913 tot 48'/a millloen gestegen en nog hadden we geen vloot van eentge beteekenls, getuige onze onmacht om de zeerooverijen in Icdlc te beperken en de onmogelijkheid om een oorlogsschip naar Smyrna te zen den, en zelfj na aanname der Vlootwet zouden we er geen hebben. Dit laatste bleek de minister niet met den heer Hugenholtz eens. Maar zijn uiting dat niet aanname dezer Vlootwet liquidatie der vloot beteekende, duldde «r wel op, dat zijn meening omtrent den tegenwoordigen toestand van die des heeren Hugenholtz niet zoo heel ver afstond. De heer Van der Voort van Zijp, die, evenals de heer Snoeck Henkemans, sterk voor een goede vloot bleek te ijveren, sprak die overeen stemming onomwonden uit. Zonder vast plan hadden wo zelfs aan een begrootiog van 30 millloen niets. Van de 6120 man dietHrn slechts 2000.man werkelijk Die toestand drukt niet alleen de vloot, ook op debeeldendo kunstenaars en de tuinbouwers. Voor de eersten nam de interpellatie van den heer Kleerekooper het op, voor de tweeden gaf de heer Duys zich moeite. Door de regeering was indertijd een commissie samengesteld van kunste naars van beteekenis, die advies zou geven omtrent het besteden derf25.000, die de regeeriog tot steun van de beeldende kunstenaars had bestemd onder voorwaarde, dat ook de betrokken gemeenten het hare zouden doen. Die commissie had het moeilijk gevonden een bepaald criterium aan te geven omdat soms miskende talenten toch later nog een naam voor vele eeuwen bleken gekregen te hebben, had daarom ontheffing gevraagd en den raad ge geven door bemiddeliog vaa het Steun- (SgcT^WAALWUK DOOD. ERVARING STERK l comité voor kunstenaars dat geld te verdeeleo, een raad, waar de regeeriog niet aan had gewild, omdat rij meende in de bestaande omstandigheden ciet zoo maar geld te kunnen geven zonder eenige controle of medezeggiagschap harerzijds en dus den post van de begrootiog afgenomen. De beer Kleerekooper stelde nu voor die gelden weer uit te trekken, te meer waar de betrokken gemeenten bereid gebleken waren baar aandeel bij te dragen. Maar minister Ruys vond het een beetje een lastig geval. De regeering kon alleen die kunstenaars steunen, wier waarde zoo groot was, dat behoud hunner talenten voor het vaderland van belang was. En waar zij een maatstaf miste, kon se tot de subsidie nog niet besluiten. Met de tuinbouwers, voor wie de heer Duys interpelleerde, bleek het een ander geval. De minister bleek niet overtuigd van den algemeenan nood, wei van het bestaan van een algemecne malaise op dit gebied en van een noodtoestand hier en daar. De toestand werd, meende hij, meer veroorzaakt door vrees voor hot ontstaan van een noodtoestand. En de rapporten der taiobouwconsulenten hadden hem in die meening versterkt. Het was hoofd zakelijk het gevolg van de verminderde koopkracht va» het buitenland. En daartegon was weinig te doen. Maar dc regeeriug had een commissie ge vormd voor credietverleening en een voorstel tot afschaffing der strijkgelden Ingediend. Verder wilde ze wel beloven maatregelen te overwegen in de richting ook van de motie, die de heer Duys voorstelde. Maar die motie zelf kon ze evenmin ais die van den heer Dresael- huys aanvaarden. Deze belde moties drongen belde op onmiddellijke steun verlening aan, de eerste door middel van crediet, de andere door middel van borgstelling. De heer Duys, die verschillende fei ten bad opgesomd ten bewijze van het bestaan van een noodtoestand, zoodat het vorig jaar voor 12 millloen, dit jaar maar voor 3 millloen appelen in eenzelfde maand was uitgevoerd en dat de omzetbedragen op veilingen met ongeveer 6 millloen waren gedaald, had verder een reek? maatregelen opgesomd die hij tot hulpverleenen doelmatig achtte en wel ter vermeerdering en verzekering vaa het afzetgebied, zoo door verlaging der spoorwegtarieven, tot vermindering der lasten, tot verge makkelijking van het crediet ent. Al leen ten opzichte van de spoorwegta rieven kon minister Ruys hem naar de tegemoetkoming van den minister van Waterstaat verwijzen, die bij de behan deling der begrootiog zich tegea ver laging van de tarieven zoo voor per sonen als goederen in 't algemeen had verklaard, maar wel voor wederinvoer van het baurtverkeer bleek te voelen cn wanneer, b.v. tuinbouwers uit een streek 't gebruik van een zeker aantal wagons konden waarborgen, b.v. 5000 in 2 maanden, op die wijze wel wat verlaging der vrachttarieven zou zien te verkrijgen. Bij de behandeling der begrooting van blcnenlandsche zaken, die door de hierboven besproken tnterpellatles werd onderbroken kwamen nog de circulaire van den minister aan de ge meenten, ter aansporing tot zuinigheid de hervorming van het evenredig kies recht door een novelle tot wijziging van den kiesdeeler, de regeling van den zomertijd, enz. ter sprake. Inzake den zomertijd wenschte de heer Bakker een regeling, die de voordeden van dien tijd voor de stedelingen behield, maar de nadeelen voor de plattelandsbevol king wegnam, terwijl de heer van der Waarden een motie Indiende, door de Kamer aangenomen, de regeering om gegevens omtrent voor- en nadeden verzoekende. De Waterstaatsbegrooting bracht verder nog den Zondagsdienst aan de orde en allerlei plaatselijke belangen. En bij die van de marine sprak de heer Hugenholtz zijn vreugde uit over vervanging van de oude houten loods- schoeners en zijn teleurstelling over het niet verplaatsen van den loodsdienst van Hellevoetsluls naar Hoek van Hol land en de heer van de Bilt zijo tevre denheid over do verbetering van den loodsdienst ia de Wlelingeu. 4öe JAMIOA.NW De Echo van het Zuiden, en Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden f 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden ene., franco te zenden aan den Uitgever. U ITO ATI van „De Echo van het Zuiden". Jeanne dacht eensklaps aan haar verle den, dat somber verleden, hetwelk haar nu weer zoo akelig voor oogen scheen. Zfl werd zeer bleek. ,,Men heeft mij dan iets zeer slechts mede te deelen?" stamelde zij met een bevende stem. Thans nam de bazin des huizes het woord. „Iets slechts!" riep zjj uit. „Neen waar achtig niet; integendeel, mama Lison Men had zooveel omwegen niet behoeven te ma ken om te zeggen wat er te zeggen valt. Luister. Ziehier de zaak „Ja, ja, spreek! Zeg alles!" riepen ver scheidene stemmen. „Gij weet dat ieder hier u bemint en u acht," ging madame voort. „De bedienden van mijn huis, de klanten, mijn man en ik, wij allen houden bijzonder veel van u en beschouwen u als het puikje der brave vrouwen". „Ik weet dat ik onder al deze goede har ten vrienden tel," onderbrak haar de draag ster, die tot tranen bewogen was. „En ware vrienden! Daar kunt gij u op beroemen, mama Lisonvoegde er een gast bij, „en zoo gij u ooit mocht te beklagen heb ben over iemand onder ons ik verzeker u wel, dat de overigen hem een slecht oogen- blik zouden doen beleven!. Doch het woord is aan madame. Zij weet er goed gebruik van te maken om bet haar te ontnemen." „Het ongeluk, dat u overkomen is, mama Lison," sprak deze, „en dat u bijna het leven heeft gekost, heeft ons een groot leed ver oorzaakt en ik verzeker u, dat wij allen u loopt van -minister Westerveld en de heer Saoeck Henkemaos, die eeu vloot voor ons land een conditio siae qua van een de gedachte aan liquidatie landverraad achten tot den heer Hugen- holtz, die er geen traan om zou laten, wanneer ze bij den voorraad oud roest werd opgeborgen. Maar deze betrekke lijke eensgezindheid leidt nog allerminst tot gelijksoortige conclasies omtrent het voortbestaan. Want het blijkt vooral de meening omtrent de mogelijkheid, die hier den doorslag geeft. De heer Mat- chant toonde dit wel het duidelijkst, toen hij het vraagstuk plaatste tusschen de zeemacht der groote mogendheden eener- en onze financieele zwakte anderzijds en tot de conclusie kwam, dat we moeten afzien van een verdedi- ging, die boven onze krachten gaat en ons tevreden stellen met een politie macht ter zee voor Indlë en wat klein materiaal ter bescherming onzer zee gaten hier te lande. En hij illustreerde deze noodzakelijkheid met een satirische boutade over onze vlootpolitlek en de telkens nieuw opduikende plannen, die al verouderd waren, voor we aan haar uitwerking toekwamen. eeu deftige begrafenis zouden bereid heb ben, zoo gjj er het leven by hadt ingescho- tenDoch gelukkig hebben wij nu over geene begrafenis te spreken. De goede lie den, die dit huis bezoeken en u allen kennen, hebben tot elkander gezegdDaar het geluk gewild heeft, dat onze goede mama Lison aan het ongeluk is ontsnapt, moeten wij daarover ons verheugen en de vrouw bewij zen hoezeer wij haar achten en liefhebben door het aanbieden van een bouquet en een feestmaal, waarvoor wfl allen geteekend heb ben. Zij zal natuurlijk de heldin, de presi dente der feesttafel zijn. Dat is het mama LisonDaarover fluisterde men." Jeanne stortte tranen van vreugde. „O, mijne vrienden, mijne vrienden," riep zij. Het was haar niet mogelijk iets meer te zeggen. „Het bouquet zal met het diner worden aangeboden," ging de vrouw des huizes ver der, „en in naam van iedereen verzeker ik u, dat wij hartelijk op uwe gezondheid zul len klinken „O ja, wij allen zullen van ganscher harte mama Lison's gezondheid drinken." Do ontvluchte van Clermont liet zich in de armen vallen van de eigenax-es des huizes en er werden handdrukken gewisseld, zoo har telijk en zoo lang, dat er geen einde aan scheen te komen. „Met vier en vijftig man aan tafel," zoo lachte een bakkersknecht. „Wat zal dat een feest zijn. En geen politiek aan tafel! Wij zullen zingen, lustig zijn en pret maken, dat zeg ik u Jeanne sprak vol erkentelijkheid„Ik dank u mijne goede vrienden, ik dank u duizendmaal, van ganscher harte. Ja, ik zal in uw midden komen aanzitten en deelne men aan het maal, dat mij zoo een duidelijk bewijs uwer vriendschap levert. O wat ben ik gelukkig! Duizendmaal dank." Het hart der gelukkige vrouw stroomde over. Zij, die in zoo een langen tijd geen vreugde meer gekend had, brak in een hevig snikken uit. „Kom, mama Lison, gij moet nu niet gaan weenen. Men zou denken dat gij eenig leed gevoelt." „Het is uit overvloed van tevredenheid." „O, wij weten het welMuar laat ons nu vndaag toch lachen en vtooltjk zijn. Dan is op do vloot co vaa het matoriaal wat 50 procent verouderd. De Vlootwet was de eenige uitkomst en voor Indlë moest men zelfs nlit op die wel wachten. De andere heeren bewogen zich over 't algemeen tusschen dere twee opvattingen in, maar hadden soms wel een zwaar hoofd In de kosten, nu ooze financieele toestand niet schitte rend is. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN het hart beter gestemd en het lichaam ook. Holamadame, een glaasje lekkers voor Lison en dun gaan wij aan het werk. Jeanne nam het glaasje dat haar geboden werd en klonk met alle aanwezigen. „Wel, mijne goede vrienden," zeide zij, „ik zorg er van middag voor als een militair op tijd te zijn, en zal mij eens netjes opschik ken." Daarop ging zij de deur uit, gevolgd door luide en langdurige vreugdekreten. „Kinderen", zeide madame tot hare dienst boden, „ook wij moeten duchtig aan het werk, wjj hebben nog de handen vol. Zet alle groote tafels in het midden der zaal. Er moeten vier en vijftig plaatsen zijnZorg vooral dat men niet te eng gezeten is!" „En de kleine tafels, madame?" vroeg Ma rianne. „Wat zullen wfl daarmede doen?" „Men moet aan de zaak denken, kind, ook dan, wanneer men feest viertLangs de muren terzijde zullen kleine tafeltjes gezet worden voor de klanten, die ook vandaag wel zullen komen... Vooruit nu, en aan 't werkEr is nog zooveel te doen". „Gij, Jacques," zeide de waard tot den kellner, „ga naar den kelder... Zorg voor vier en vijftig flesschen gewone Macon, een fleseli per hoofd, om bij ieders couvert ge plaatst te worden. Een flesch Medoc voor vijf personen... dat is elf flesschen. Vijf flesschen Madera en Cognac om in de kraf- ten over te gietenzoete likeuren, anisette en cassis, voor de dames.' Die zullen ook worden overgegoten, niet de dames, maar de zoete likeuren. De champagne zal boven gebracht worden op het oogeublik dat ze besteld wordt. Elk ging aan het werk en weldra stond de tafel gereed, keurig gedekt en netjes ver sierd. NEGEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK. Iyaat ons nu tot Ovidlus terugkeereu. Versch geschoren en een opera air neu riënde, volgde hij de kade, zooals wij reeds vroeger hebben medegedeeld, om naar het Rendez-vous der Bakkers te gaan. Hij stapte den Pont Neuf over, bereikte het Instituut, liep de Seinestraat in en stond op het punt de rue des Beaux-Arts voorbij te gaan, toen een huurrijtuig, dat uit deze straat kwam, hem noodzaakte het Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. B|J contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag den morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit «ijn. trottoir op te stappen om dit rijtuig, dat .snel voortrolde, door te laten. Ovidlus had den tyd niet een vrouwen hoofd te zien achter het portierraampje, het hoofd eener kennis, die hem met verbazing nastaarde. Ovidius zette zijn weg voort. Eensklaps stond het rijtuig stil. Amanda de lezer heeft zeker reeds be grepen, dat z*j het was had den koetsier gezegd „Keer om en rfl stapvoets.' De modiste van madame Augustine bracht het hoofd aan het portier en volgde met de oogen den man. dien zij opgemerkt had. „Ik vergis my niet," dacht zy, „hy is het. Met den eersten oogopslag heb ik hem her kend, niettegenstaande hy zich geheel ver kleed en haard en knevel heeft laten sche ren. Het toeval, dat ik vruchteloos te hulp riep, heeft my uitstekend gediendNu, ik zal er thans ook gerbuik van weten te ma ken Terwyi zy zoo dacht, verloor Amanda den ex-baron Arnold de Reiss, die zyn weg zon der wantrouwen voortzette, niet uit het oog. Eensklaps zag zy hem niet meer. Hy was eene restauratie binnengegaan. Do jonge vrouw stapte uit het rijtuig. „Ik verlaat u," zeide zy tot den koetsier, hem een stuk van vyf frank in de hand stoppend met een kaartje van madame Au gustine. Begeef u naar dat adres en breng de stoffen, die in het rytuig liggen." „Goed", zeide de koetsier. „Zoo men u vraagt, wat bepaald zeker is, waarom ik niet met u ben teruggekeerd, dan moet gy zeggen, dat een onverwacht geval my terughoudt, doch dat ik zoo spoe dig mogeiyk zal terugkomen." „Goed. Begrepen." „Geef my uw nummer." „Ziedaar." De koetsier vertrok. Amanda haalde het dikke voile van haren hoed over het gelaat en wendde de schreden naar de restauratie, die Ovidius was bin nen gegaan, het Rendez-vous der Bakkers. zy wierp een oogslag naar binnen. Vast beraden trad zy over den dorpel en vroeg den eigenaar, die achter het buffet zat: „Hebt gy een byzouder kabinet, mynheer?" „Ja.madame,hy wees op het kabinet, ADV ER TEERT IN DIT BLAD. dat wy kennen. „Kan ik er gebruik van maken om te ont- byten?" vroeg Amanda. „Zeker. Wat wenscht madame te gebrui ken?" „Wat gy hebt. Een stukje warm of koud vleesch met brood. Een halve flesch wyn en seltzerwater." „Mag ik u verzoeken plaats te nemen," antwoordde de waard. „Men zal u onmiddel- ïyk bedienen." Amanda ging binnen, zonder dat iemand het merkte en deed de deur dicht. „Hier zal ik hem niet uit het oog verlie zen." dacht zy, een hoekje van het gordyn oplichtend. „Ginds staat hy. Ik zal hem volgen met het oog, hem volgen in persoon, zoo hy de restauratie verlaatzoo zal ik op de hoogte komen van de plaats, waar hy verhiyf houdt. Wat mag deze nieuwe ver momming wel te beduiden hebben?" Op dit oogenblik hoorde zy In de zaal dui delijk spreken. Het raam stond open. Hoogst verwonderd, dat zy zoo goed de stemmen hoorde, leende 7,y aandachtig het oor. „Kom, kom. haast u wat," zeide de meid tot Ovidius. „Wat wenscht gy l>y het ont- byt?" „Wat. gy gewoon zyt te geven." „Eet niet te veel, dat ls een goede raad. Anders hebt gy geen honger meer van mid dag." „Wees gerust ik zal er wel voor zorgen." „Gy hebt beloofd, dat wy pleizier zouden hebben," zeide de meid. terwyi zy voortging de tafel te dekken. „En mijne belofte zal ik houden. Dat zult gy zien. Meer zeg ik u niet op het oogenblik. Dien nu spoedig op. ik heb vreeseiyke hon ger." „De soep is gereed," zeide madame. „Waar zal ik opdienen?" vroeg de meid. „Daar ginds, voor in de zaal. Er staan daar nog kleine tafeltjes." Ovidius nam plaats en zat met den rug tegen het byzonder kabinet. Had Amanda een oogenblik getwijfeld aan de indentiteit van den man. dan zou de klank zijner stem allen twijfel hebben doen verdwijnen. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1