Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Portierster van Alfortville, FEUILLETON EERSTE BLAD. Gemeenteraad. „NOORD-BF.ABAND" NUMMER 101 WOENSDAG 20 DECEMBER 1922 U ito at»: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen Haarsteeg. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 15 Decem ber des voormiddag9 te half elf uur. Voorzitter Edelachtb. heer Van Bok hoven. Ongeveer kwart voor elf uar opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig alle leden. Het voorlezen der notulen wordt aangehouden tot een volgende verga dering. Aan de orde 1, Ingekomen stukken. a. Schrijven van Ged. Staten, hou dende de goedkeuring van de veror dening tot heffiog van keurloon. b. Idem goedkeuring van het raads besluit tot aankoop van fruitboomen van den heer Prinsen. c. Schrijven van Ged. Stateni waarin ze er op wijzen dat er verscheidene gemeentebesturen zijn die bij de be spreking van de begrooting aandringen op verlaging van salarissen voor Bur gemeester, Secretaris en Ontvanger. Gemeentebesturen die daarop Ingaan, handelen In strijd met de gemeentewet. Immeis Ged. Staten regelen deze sala rissen. Teneinde oonoodig geschrijf te voorkomen, willen Ged. Staten de ge meentebesturen daarop wijzen alsook op het feit dat zij dat zijn de Ged. Staten alle genomen en te nemen raadsbesluiten die tot veilaglng van salaris ten doel hebben aan de Kroon ter vernietiging zullen voordragen. Betreffende de regeling van de ge meente-ontvangers, Ged. Staten stellen zich voor binnenkort met een nieuwe regeling te zullen komen. Ook de bezoldiging van de Wethou ders Is aan Ged. Staten opgedragen en wat betreft de presentle-gelden van leden van den raad, deze moeen niet het karakter dragen van salaris doch van eene vergoeding voor tijdverlies. De regeling van deze kwestie Is aan den raad zelf overgelaten. Wordt voor kennisgeving aange nomen. 177). Voorzitter. Wij hebben hierover nog gecorrespondeerd met den Voor zitter van den veekring en die schrijft dat deze aanstelling met den keurings dienst niets heeft te maken. Deze regeling heeft uitsluitend ten doel dat de veearts zich steeds beschikbaar moet stellen. Zooals men weet zijn de kosten zeer gering en worden be paald naar het aantal stuks vee. Winkel. Hebt U er nog iets van gehooid of de andere gemeenten ook besloten hebben toe te treden. Voorzitter. Ik geloof van wel, maar zeker weten doe ik dat niet. Van Vrede. Ik zou hem maar weer aanstellen, voor de boeren is het van groote waarde als ze voor hun vee direct over een veearts kunnen be schikken. Met algemeene stemmen wordt hierna besloten wederom tot de regeling toe te treden. 3. Aangehouden voorstel van A. v. Vrede inzake eventueel verhaal van pensioensbijdragen op de gemeente- Ambtenaren. Voorzitter. Uit dat schreven van Ged, Staten heeft men kunnen zien dat het toch niet zal gaan. Van Vrede. Dat schrijven heeft hier niets mee te maken, dat heb Ik al lang gelezen. Voorzitter. Niet, dan hebt ge het niet goed gelezen. Van Vrede. Maar m'n lieve man, In dat schrijven van Ged. Staten wordt uitsluitend gesproken over salarissen, maar niet over de pensioensbijdragen. Voorzitter. Ge kunt zeggen wat ge wil, maar goedkeuren doen Ged. Staten het toch niet. Van Vrede. Dat zal men moeten afwachten. De burgemeester heeft hier een goed salaris en evenzoo de secre taris, waarom moet die pensioensbij dragen nu nog langer worden betaald door menschen die niets meer hebben. En in zooveel plaatsen Is toch al be sloten om de pensioensbijdragen door de ambtenaren voortaan zelf te laten betalen. Voorzitter. Dat Is nog In geen enkele plaats besloten. Van Vrede. Ge liegt alles. In een vorige vergadering zat ge ook al te ltegen toen ge durfde beweren dat er Voorzitter. Het gaat niet om den persoon het gaat over de zaak. Als ge het over den persoon wil hebben, moet ge maar eens na afloop van de vergadering komen. Van den Brand. Ik wil niet per soonlijk zijn maar wil Voorzitter. Wil ik eens wat zeggen het Is juist als in de courant heeft gestaan. Het ls in de dorpen sommige leden alleen te doen om propaganda te maken voor de verkiezing die weer zal plaats hebben. Dat is de heele zaak. Van Vrede. Als er afgerost moet worden, zal ik de roskam wel zijn, maar ik heb het over nlet9 anders dan over de zaak, Ik spreek over geen personen, ik heb geen personen op het fawrr>)^WAA LW 'JK.^ faryjjfr DOOR ERVARING STERK. oog, ik kom alleen op voor het belang van de gemeente. Voorzitter. Waarom moet de ambte naren van het salaris wat worden af genomen. Van Vrede. Van het salaris wordt niets afgenomen. Toen alles bier nog maar van een volgeladen boom kon worden geschud, ls door den raad besloten dat te betalen, maar nu dit niet meer het geval is, nu de centen moeten worden gehaald van belasting, dikwijls van menschen die bijna niets hebben en niet weten hoe ze die be lastingcentjes bi] elkaar moeten brengen, nu ls het, dunkt mij, plicht van ons om daar verandering in te brengen. Mij dunkt dat het plicht 19 voor de be langen van de gemeente op te komen. Voorzitter. Het ls een persoonlijk ding. Van Vrede. Absoluut niet. Ik laat er de personen bulten. Van der Heiden. Ik ben ook voor bezuiniging, maar hier zie ik er niets in als iets persoonlijks. Als het voorstel nu van een ander lid van den raad was gekomen. (Een groot rumoer ontstaat. Alle leden spreken door elkaar terwijl de Voorzitter de hamer op een geweldige manier hanteert.) Vaa Vrede. Ik ben niet persoonlijk. Van der Heijden. Ik zou er wel voor zijn al9 iemand anders het voorstel had gedaan. De heer Van Vrede roept den heer v, d. Heijden iets toe wat door het gehamer van den Voorzitter niet is te verstaan. Voorzitter tot den heer Van Vrede roepend Ge moet niet vechten. Van Vrede. Vechten, dat doe ik niet, Ik kom hier alleen op voor de belangen van de gemeente en ben daarbij absoluut niet persoonlijk. Voorzitter. U hebt nu lang genoeg het woord daarover gehad. Van Vrede. Zoo, dan zal ik moeten zwijgen, maar ik zeg nog eens dat ik absoluut alleen het belang van de ge meente wil dienen en niets geen per soonlijke zaken wensch te behandelen. Ik spreek daarom ln het geheel niet eens over het salaris. Van den Brand. Hoeveel loopen er niet in de gemeente rond die niet weten hoe ze de belastingcenten bijeen moeten krijgen. Is het geen schande dat zulke menscheu in het pensioen van de ge- Achten. Ik heb de zaak ook eens breedvoerig bekeken omdat het m, 1. een zeer cardlnaal punt betreft. Op bet oogeoblik wordt door de geaieente geheven f 8350 aan belasting. Voor pensioen-bijbetaling moet de gemeente betalen f 1520 plus f 150 voor onge vallenverzekering. Wordt nu besloten dat de gemeente ambtenaren hun pensioensbijdragen zelf moeten betalen, dan zou de belasting met 20 procent kunnen worden verlaagd. Dit nagaande vraag ik me zelf af wat is nu plicht. Immers niet te ont kennen valt dat de ambtenaren ge durende de crisisjaren telkenmale hun salaris belangrijk hebben zien ver- hoogen, waarin de raad niet altijd medezeggingschap heeft gehad, wijl Ged. Staten dit zelf regelden, zij het dan dat ze de raad van te voren om advies vraagden. Maar over hel salaris wil ik niet spreken, nog minder heden er aan tornen Alleen wil ik ln het oog houden, dat door de tegenwoordige tijdsom standigheden de belasting te zwaar drukt. Iedereen voelt de malaise, de boer zoo goed als de arbeider of zakenman, allen moeten we ons met heel wat minder tevreden stellen, velen hebben zelfs eene groote vermindering van inkomsten en daarom kan ik me heel goed vereenigen met het voorstel Van Vrede. Ik wil hier nog verklaren dat Ik absoluut niet persoonlijk wil zijn. Door van der Heijden i9 gezegd, dat het om personen gaat, maar ik denk hier aan geen enkel persoon, ik heb alleen het belang van de ge meente op het oog. Voorzitter. Ik geloof dat, als het over de onderwijzers zou gaan, men niet met zoo'n voorstel zou zijn ge komen, dus gaat het wel om personen. Achten. Die moeten het toch ook betalen. Voorzitter. Ge moet ook eens zien wat voor 'n salaris die hebben. Ze hebben hier f 3000. Achten. Ik wil niet persoonlijk zijn en zal daarom niet verder op de zaak ingaan. Van der Heijden. Ik ben ook voor bezuiniging, maar hier zijn, zooals het met veel zaken gaat, personen in het spel. Voorzitter, 'n Secretaris-Ontvanger 46e JAARGANG. De Echo van het Zuiden, IVaalwijksclie en Langstraatsclie Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden ens., franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertenö8n 20 cent per regel; minimum 1150. Reclames 40 cent per regel. BQ contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Echo van het Zuiden". Hem werd de soep opgediend. „Ziedaar een begin," zeide Mariaime, ,.de rest zal spoedig volgen." „Ja, haast u meisje, dan zal ik u iets toonen." „En wat dan?" „Dat zult gö wel zien." Amanda verloor geen enkel woord van hetgeen er gesproken werd. De meid plaatste alles op tafel. „Wat zult gjj uiq nu toonen?" vroeg zy. „Wat zjjt gy nieuwsgierigZoo haastig niet Ovidius haalde twee doosjes uit den zak, een van rood en een van zwart marokfln. Op een fluweelen grond schitterden een paar prachtige oorknoppen. „Wel, wat zegt gy daarvan??" vroeg So- liveau. „Ik zeg, dat dit allerliefst is," antwoordde Marianne. „Een cadeau wellicht voor ma ma Lison?" „Juist." „Dat is zeer aardig van u. Wat zal de goede vrouw tevreden zijn „Dat hoop ik." „Ik ben er zeker van. Maar wat is er In het andere doosje?" „Nog een paar oorknoppen." „Wilt gij er haar dan twee paar geven?" „Neendeze zijn niet voor haar." „Eu voor wie dan?" „Voor u, Marianne." De dienstmaagd bloosde tot achter de ooren. „Voor mijherhaalde zij. „Ja, meisje, voor u. Bevallen zij u niet?" vroeg Ovidius het tweede doosje openend. Marianne stiet een vreugdekreet uit. „Maar dat is prachtig!" riep zij uit. „Doch gij lachtet met mi), toen ge zeidet dat die voor mij zijn." 2. Aangehouden voorstel inzake vernieuwing gemeenschappelijke rege ling veearts. „O neen; zeker lachte ik niet met u. 't ls mij een waar genoegen u aangenaam te kunnen zyn."' „Ik dank u, mynheer Pieter, ik dank u duizendmaal! Gy zflt al te goed! Ik zal ze van middag aandoen bij het feest." „Goed, meisje, goed De dienstmeid sloot het doosje dicht, stak het in den zak en hernam dan „Mijnheer Pieter, ik hoor toch zoo gaarne zingenGij zult ous allerlei aardigheden doen hooren, niet waar?" „Alles wat gij wilt... Iedereen zal zingen, tot mama Lison toe." „Dat zou recht aardig zijnMaar ik geloof niet, dat gij het zoover zult kunnen brengen. Zy ziet er steeds uit als een treu rende in een begrafenisstoet. Die vrouw is niet in staat vreugde te scheppen in 't leven'.' „Gij hebt het slechts te willen en ik sta er voor in." „En hoe dan?" „Daartoe is niets anders noodig dan haar boven theewater te brengen." „Maar ik zal haar niet te schenken heb ben." „Zy heeft niet veel te drinken." „En hoe kan ik daartoe iets by brengen?" Op dit oogenblik riep madame. „Een oogenblik," zeide de dienstmeid. „Ik kom onmiddellijk terug." Marianne haastte zich naar de keuken, waar de vrouw des buizes iets te bevelen had. Na enkele minuten was zy weer bij Soli- veau. „Gy zegdet dan," hernam zij nieuwsgierig, „dat mama Lison niet veel te drinken heeft om eenigszins pleizierig te worden." ,Ja, dat zeide ikEr zullen likeuren gedronken worden by de koffie, niet waar?" „Zeker, zeker! Er zal niets ontbreken." „Dan is alles gemakkeiyk te regelen... By de koffie zal ik tracteeren en mama Lison myn cadeau aanbieden. Gy hebt dan niets anders te doen, dan in een der karafjes, die gy terzyde zult zetten, eenige druppelen te gieten van een zeker vocht, dat ik heb mede gebracht „En zoo dat een schadeiyk was voor de arme vrouw!..." riep Marianne uit. „O, 't kan in het geheel geen kwaadDat zal haar alleen in vrooiyke stemming bren gen... Dan zullen wy de vrouw doen zin gen alles wat gy wilt." „Gy verzekert my dan, dat er geen gevaar by is?" „Dat zweer ik op myn eerewoord „Welaan, dan steur ik toe!" geen enkele gemeente is waar men aldus heeft besloten. U moet dan maar eens lnformeeren In Wijk, Aalburg Ncderhemert, St. Micblels-Gestel en oog zooveel atdere plaatsen. Voorzitter. Maar ge moet nog af wachten of Ged. Staten dit besluit willen goedkeuren. Van den Brand. In Nieuwkuijk moeten de ambtenaren het zelf betalen. Ik begrijp niet goed, dat u, die interest op Interest bi] je kapitaal stapelt, nog zoo kan spreken. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN „Wanneer ik opsta om op mama Lison's gezondheid te drinken, zult gy u gereed maken," ging Ovidius voort. „Ik zal char treuse vragen om myn cadeautje te besproei en en gy zult Jeanne's glas vullen." „En zoo ik eens van hetzelfde geef aan de andereu?" hernam de meid. „O, geen dwaasheidDan zouden allen van Lotje getikt worden." „Dat zou eens recht aangenaam zyn.' „Neen, neendan zou men elkander niet meer verstaan. Iedereen zou opstaan om te zingen en dat zou al te dwaas worden." „Dat zou eens recht aangenaam zyn." „Neen, neen; dan zou men elkander niet meer verstaan. Iedereen zou opstaan om te zingen, en dat zou al te dwaas worden." „Gy hebt gelyk. Ik zal in elke hand een krafje houden en zonder iets te laten mer ken mama Lison schenken van den bereiden drank." „Goed „Waar is uw vocht?" „Gy moest mij een fleschje chartreuse geven. Dan kan ik er de droppels zelf in cïoen. Gy kondt licht te veel nemen, dan zou het doel gemist worden. In plaats van vroo- ïykheid zou er dan slaap volgen." „Ik ga liet onmiddeliyk halen." Marianne naderde een tafel, waarop een groot aantal krafjes stonden met likeuren gevuld. „.Jacques," vroeg zy aan deu kelluer, „zyn de kraften met chartreuse gereed?" „Ja, Marianne." „Geef er my. dan spoedig eene." „Daar, kies zelve." De meid nam er eene mede en keerde naar Ovidius terug. Deze had reeds het fleschje uit deu zak gehaald, dat hy te New-York gekocht had en waarin zooals wy weten, nog drie vierde gedeelte van zyn oorspronkeiyken Inhoud overbleef. Hy schonk een glaasje uit de kraf en deed er evenveel Canadeesch vocht in, schudde goed de flesch en gaf die dan aan de meid over. „Vergis u niet," zeide hy. „Wees gerust, ik ken een goede plaats om het krafje neer te zetten. Er zal geen ver gissing plaats hebben." Ovidius wreef zich de handen. „Wat zullen wy lachenriep hy vroolyk uit. „Ik lach nu al," zeide Marianne. Met deze woorden verliet zy Soliveau om weder aan hare bezigheden te gaan. VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. Ovidius eindigde zyn ontbyt. Geen enkel der tusschen hem en Marianne gewlselde woorden was aan Amanda's oor ontsnapt. Beurtelings van verwondering tot ontstel tenis overgaande vroeg zy zich af wie de persoon was die men mama Lison noemde en wie Ovidius Soliveau vau het helsche vocht wilde doen drinken, dat haar te Bois- Ie-Roi byna den dood berokkend had. Welke misdaad wilde die ellendeling nog uitvoeren? Welke sombere plannen beraam de hy thans weer?" Wat zy gehoord had veroorzaakte hy haar eene byzondere ontsteltenis, zy onderging in zekeren zin een gevoel van totale vernie tiging. Eensklaps verhief zy het hoofdhare ge laatstrekken toonden een hoogere energie, terwyi hare oogen van een byzonder vuur schitterden. Onder het opgeheven gordyn door richtte zy een bespiedend oog op Ovidius, die, zyn stoel verlaten had. en eene sigarette opstak De waardin naderde tot hem. „Wel, hebt gy werk gevonden?" vroeg zy. ,Nog niet, maar ik ben gisteren hier ergens in de buurt geweest, waar men my gezegd heeft heden terug te komenIk ga er heen." „Veel geluk dan „Dank u „Gy weet dat men klokslag twaalf uur aan tafel gaat." „Ja, ja. Ik zal er wel voor zorgen op tyd hier te zyn. Ik kom eerst nog een bittertje drinken, 't Is nu nog maar tien uur; ik heb dus tyd in overvloed 0111 myn boodschap te doen." „Ga dan en wees op tyd hier." Ovidius verliet de groote zaal, ging door het voorvertrek en langs het buffet verliet hy het Rendez-vous der Bakkers. Amauda had met het oog al zyn bewegin gen gevolgd. Zy zag dat hy zich verwyderde. Niettegenstaande ook zy haar ontbyt ge ëindigd had, wachtte zy nog enkele minuten zonder zich te bewegen. Marianne kwam de tafel afnemen, waar Ovidius gedejeuneerd had. Amanda klopte en riep op zachten toon het dienstmeisje. „Ik kom," antwoordde Marianne. ,Wat wenscht madame", vroeg zy. „Ik zal het u zeggen. Er moet hier van daag een feestmaal plaats hebben, niet meente-ambteuareo, die nu zoo'n mooi salaris hebben, moeten mede betalen. waar?" „Ja, een feestmaal ter eere van Lise Per- riu, die hier gewooniyk mama Lison ge noemd word." „Wie is die mama Lison?" „Een brave brooddraagster, die verleden Zaterdag byna onder een zware nederval- lende stelling verpletterd werd." Amanda ysde. „Al onze bakkersgasten", ging Marianne voort, .al onze dragers en draagsters hou den byzonder veel van mama Lison en wy bieden haar nu gezameniyk een feestmaal aan." „En gy, Marianne, houdt zeker ook by zonder veel van die goede vrouw?" „O, dat kan ik u verzekeren! En zy ver dient het ook onder elk opzicht." „Dan zult gy niet uitvoeren wat de per soon u gezegd heeft te doen, met wien gy zooeven spraakt." „Hoe weet gy dat?" vroeg de meid na eenige oogenblikken. Amanda wees op het raam, dat gedeelte- iyk openstond. „O!" riep de meid. „Maar dan moet gy ook gehoord hebben dat er slechts sprake ls van eene eenvoudige grap. Men wil zich wat vermaken en mama Lison, die steeds zoo droefgeestig is, wat opvrooiyken." „Uwe bedoelingen zyn niet slecht, Ma rianne, maar toch moet gy ze niet uitvoe ren." „Eu waarom? Gelooft gy dat de vrooiyke Pieter iets in het krafje gedaan heeft, wat mama Lison schaden kan?". ,Ik geloof dat hy een ander doel. heeft dan die goede vrouw op te vrooiyken." „Gy kent hem dan, madame?" „Zeer goed, en ik verzeker u by al wat heilig is, dat die kerel zeer slechte bedoelin gen heeft. En daarom smeek ik u die niet uit te voeren." „Slechte bedoelingenherhaalde het meisje bevend. „Ja, meisje. Marianne, wilt gy twee hon derd franken verdienen?" „Wie zou dat niet willen?" „En zorgen dat die booze zaak niet ge beurt?" „Ja, madame, dat wil ikIk verlang het zelfs, nu ik weet dat het de goede vrouw schaden kan, niet om de tweehonderd fran ken, maar om het kwaad tegen tè gaan. En ik meende dat die Pieter zoon goede kerel was. Ik heb nog wel een cadeau uit zyne handen aangenomen." „Bewaar dat voor u." fWordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1