OE! ECHO VAN H ETZ1II DEN ACCÜMULA I ÜRbiN. Fa. Gebr. Boeren, - 's-Bosch. De Portierster van Alfortville Kerknieuws. Gemeenteraad. Tweede Blad FEUILLETOfl Starter— en Verlichtingsbatterijen. „Exide" Agentschap. N ummer 6. Zaterdag 20Jan. 1923 kerkelijke kroniek leverde de bouwstof. (Door den. WelEerw. heer J. Panken aangebracht.) (Vervolg). VIII. De Kerkvisitaties ab. a o. 1851 (30 September) zijn door den Zeereerw. Heer Deken van het^District St.;Geer- truidenberg W. A. Coppens, (pastoor van Drunen), gehouden in onze parochie. Pastoor W A. Coppens was een deftig, voorbeeldig, bekwaam en gul hartig priester, overleden 28 Sept. 1865. Vanaf het jaar 1865 visiteerde de Deken Matth. van de Zwaluwé (pastoor te Made) geboortig van Zwaluwe So. 1803. priester gewijd 1828, in 1839 tot pastoor benoemd. Ab. SO. 1879 werd de kerkvisitatie gedaan door Deken Jac. Wijne laatste lijk pastoor te Waspik. J Wijne, Deken en Pastoor, geboren 17 Jan. 1826 te Lage Zwaluwe, priester gewijd 25 Mei 1850, aangesteld te Waspik 1881 en overleden 1 Maart 1913. Bij het eervol ontslag van Deken Jacobus Wijne in 1910 volgde de Zeereerw. heer J. van Brussel (Pastoor Raamsdonksveer (geb. 1844, Priester 1870 en 1890 pastoor) als Deken van het Dekenaat St. Geer- truidenberg. En vanaf 1917 doet de tegenwoordige Deken, de Zeereerw. Heer H. v. d. Ven. Pastoor te St. Geer- truidenberg, de Kerkelijke Visitatie jaarlijks. Onze Deken is 71 jaar oud en ruim 25 jaren is ZijnHoogEerw. de Hooggeachte Pastoor in de parochie van den H. Gertrudis. De Weleerw. Heer Adr. van Sambeek, oud-Kapelaan van Waalwijk, is sinds 6Juli 1917aldaar dienstdoend Geestelijk IX. Onder pastoor Egidius Petrus Schrij vers, vanaf Februari 1836 tot4 Augustus 1870, zijn de navolgende Kerkmeesters geweest Jan Govertje Pessers, Hermanus Verlegh, Victor J. B. Hoos Cfr. Supra 1. Antonius Janse Vermeulen med. doctor, benoemd tot Kerkmeester 7 Mrt. 1846, overleden 24 Juni 1865, oud 83 jaar. 2. Adrianus Oüfiers, overleden 29 Dec. 1863. herbenoemd zijnde nog in 1862 door Monseigneur J. Zwijsen Aartsbisschop van Utrecht, Ap. Adm. van 's Bosch. 3. A. H. Verlegh benoemd als ltd van het R.K. Kerkbestuur 2 Oct. 1854 4. Arnold J. Dalleu, burgemeester van voormalig Besoijen, overleden 5 Januari 1865 in den ouderdom van 67 jaren 5. Andreas Zijlmans, vanaf 7 Maart 1846 lid van het R.K. Kerkbestuur, overleden 4 Dec 1873. 6. Pietei ReniervanHeijst.gemeente secretaris, geboren 6 Sept. 1809, over leden 12 April 1888. benoemd door Monseigneur J. Zwijsen &o 1862 ruim 25 jaar lid van het R.K. Kerkbestuur 7. Corn Ant. Witlox. benoemd tot Kerkmeester 10 Jan. 1864 door Mgr. J. Zwijsen. gedurende 32 jaar lid van het R.K. Kerkbestuur, overleden 18Febr. 1897. 8. Willebrordus Antonius Wijten, geboren 7 Dec. 1801, overleden 15 uni 1870. Onder Pastoor Schrijvers is de eerste H. Missie door de Eerw. Paters Redemptoristen gegeven te Waalwijk n de Meimaand van het jaar 1843. X. 1. Tijdens pastoor M. v. d. Hagen J870 tot 1873) is aangesteld als kerk meester de heer Jos van Dongen, be noemd door Mgr. J Zwijsen, Aarts bisschop, en Bisschop van 's Hertogen bosch, den 30 |uni 1870 als Kerk meester en overleden den 26 Aug, 1881. 2. Pastoor Martinus van der Hagen onderschreef boven aangestipt chroni- cum 1770 in 't jaar 1870 als volgt: 28 Augusti in Registri jubileo Parochus fuit electus M. v/d. Hagen Pastoor M. v. d. Hagen. geb. te St Oedenrode 17 Juli 1826, priester gewijd te Haaren den 18 Aug. 1850, ongste broer van drie Gebroeders- priesters, kapelaan op het Heike te Tilburg den 23 December 1850 En vanaf einde Augustus 1870 pastoor te Waalwijk tot November 1873. Alsdan jelast met de nieuwe parochie Heuvel St. Jozefkerk. Zijn heengaan destijds e Waalwijk erg betreurd. Zijneerw. was een beroemd Kansel-redenaar, niet Troot van gestalte, krulhaar (volgens portret), lichamelijk zwak. Slechts 49 aar oud geworden. Overleden en be graven te Tilburg op het St. Jozef- cerkhof in 1875 op den 30 November Op het bidprentje van dezen Herder staat het volgende „Parochianen, tus- schen een ieder van U en ons bestaat dit onderscheid, dat gij nagenoeg alleen van U zeiven rekenschap zult doen, wij echter èn van ons zeiven én van U allen". Bidt voor mij. R. 1. P. Gedrukt bij H. D. van de Sande, Tilburg. XI. 1. Onder den Zeereerw. Heer Vin- centius Aloysius Rijke, pastoor, be noemd de heer Adrianus Corn. Zijlmans tot kerkmeester 22 Dec. 1873 door Mgr. J. Zwijsen, gedurende 33 jaar lid van het R K. Kerkbestuur, overleden den 14 Mei 1906. 2. De heer Antonius van lersel. geb. te Udenho»t den 12 Mei 1827 en overleden te Waalwijk den 27 April 1906, werd tijdens pastoor V. A. J Rijke, den 9 Sept. 1881 aangesteld als lid van het R K. Kerkbestuur door Mgr Adrianus Godschalk, (vanaf 8 Jan. 1878 tot 3 Jan. 1892 Bisschop van 's Bosch) Op het bidprentje van Monseigneur Godschalk staat: „lk ben alles voor allen geworden, om allen zalig te maken". 3. Benoemd als Kerkmeester de heer Jordanus F. H. van Calker op den 7 Nov 1886 door Mgr. Adrianus Godschalk. 4. De heer Antoon Le Blanc be noemd als Kerkmeester door Mgr. W. v. d. Ven op den 18 Mrt. 1897. Den 27 Mei 1917 was de 25ste ver jaardag der benoeming tot bisschop van 's Hertogenbosch van Z. D H. Monseigneur Wilhelmus van der Ven, (overleden einde van 1919). 't Was een langdurig, (bijna 28 jarig) offervaardig en zichtbaar gezegend Episcopaat 5. Pastoor Vincentius Aloysius Jo- sephus Rijke. geb. te Boxmeer 28 Jan. 1829, priester gewijd te 's Hertogen bosch 1853, kapelaan en vervolgens pastoor te Waalwijk tot 9 October 1897, overleden in zijn geboorteplaats op 11 Jan. 1912. Den lof der menschen zocht hij niet. de lofprijzingen van boven, was hem genoeg. „Hij was een oog voor den blinde, een voet voor den kreupele, hij was de vader der armen". Vergelijk: bidprentje Corri genda het aangegeven jaar 1857 in 1854 en 1877 in Nov. 1873, aanvang van zijn kapelaansbediening, en pas- toorstunctie te Waalwijk. Pastoor Rijke was weldoener van Kerk, Gasthuis Vincentiusvereeniging enz. XII. Tijdens het pastoorschap van den Zeereerw. heer |ud Sprangers, aan gesteld als leden van het R.K. Kerk bestuur St Jan de heeren Jacobus van Riel en Jacobus Gragtmans, respectie velijk den 7 Nov. 1897 en den 12 juni 1906. De Heer Jac. Joan Wilh. van Riel, geb. te Breda den 8 Augustus 1839 overleden alhier den 23 Mei 1917, bijna 20 jaren kerkmeester. Pastoor Judocus Sprangers, pastoor van Waalwijk, geb 1845 priester 1873, pastoor benoemd 1897, eervol ontslag September 1911, sindsdien als pastoor emeritus te Grave „Rustoord". Deze pastoor was gehecht aan Waalwijk en Waalwijk aan dezen pastoor. XIII. 1. Onder pastoor Alph van Keme- nade (vanaf 18 December 1915 tot 1919 alhier in functie) werden door Mgr. Pompen, vic Gen. gekozen de heeren Jan van Riel en Jan Le Blanc, onder- scheidelijk den 18 Juni en den 14 Sept.^van 't jaar 1917. Gedurende meer dan 20 jaren is Mgr. Jacobus Pompen vicaris-generaal v. h Bisdom; en thans ruim 71 jaar. 2. Pastoor Corn. Alph van Keme- nade is sinds 1919 pastoor te Stiphout bij Helmond, en vierde in het jaar 1921 onder veel belangstelling aldaar zijn zilveren priesterfeest. 3. De heeren jan van lersel-Holtus 14 Aug. 1920 en Everardus W. Klijberg- Pernot 13 Mei 1921, zijn aangesteld als Kerkmeester door Mgr. Am. Frans Diepen tijdens den fungeerenden pas toor van Waalwijk St. Jan Baptist parochie: Nic. H J. van Riel. In 1924 is Pastoor van Riel 25 jaar priester, en gedenkt Deo favente alsdan zijn eerste lustrum als pastoor bij de nade rende voltooiing der nieuwe Kerk. XIV. In een „doodboek" van de sleede en vrijheid van Waalwijk (archief Secretarie Waalwijk) geschreven door de kosters Joh. Verstege Jz, tevens schoolmeester, (begraven 25 Januari 1770) en Hendrik Broeders, lees ik dat de Roomsche Pastoor Boeracker den 26 Jan. 1759 en Alipius van Bedaff den 25 Dec. 1762 begraven zijn „in het Klooster", d.w.z. „op 't klooster kerkhof" De bovengenoemde Roomsche Pries ter A. van Bedaff was vanaf 26 Jan. 1759 deservitor en is overleden met Kerstmis 1762. Sinds dien datum zijn de kerkelijke huwelijken voltrokken tot 20 Mei 1763 coram Rev. Dom., Pastore de Drunen, deservitor de Waalwijk. Speciale vakkundige Reparatie-Inrichting. Laadstation. 22374 Electricltelt. Tegenover 't Station. Telel. No 896. De „Kloostersteeg" te Waalwijk zooals de lezers en de lezeressen allen weten ontleent haar naam aan het Convent „Nazareth". Dat klooster ge noemd „Nazareth te Waalwijk" is begonnen in 't jaar 1471 en van haar Kerk is So 1510 (vgl. Meijerije van 's Hertogenbosch door Jacob van Ouden- loven) op den 9 April de 1ste steen gelegd, - in 1518 de 1ste Mis ge zongen. en op St. ,Laurentiusdag 1537 geconsacreerd met drie altaren. Den October 1749 werd de toren dezer kloosterkerk gesloopt en weldra liet Jacob de Wit grootendeels de kloosterpanden wegruimen. Heden ten dage wijst men ons nog aan de plaats der kapel, de plaats van de keuken met breeden schoorsteen, enz., men spreekt nog van den Begijnenpad, over de groote Poort van het Klooster en over de brouwerij, over de Kloos- terh.eul, over het Kloosterkerkhof enz., nog zijn er eenige overblijfselen van te zienook daér ter zelfder plaatse moet ons verdwijnend kerkgebouw, waarvan de eerste steen den 9 October 1827 was gelegd, Zen dat den 21 October 1829 tot uitoefening van den godsdienst werd geopend, zijn opge trokken (Zie archief bisdom 's Bosch Waalwijk). Sub invocatione aique patrocinio Joannis Baptisiae Deo Sacrum. 1827. Dit chronicum is aangebracht boven den kunstvol geornamenteerden hard- steenen hoofdingang van het Domus Dei. Die ingang wordt bewaard en vermoedelijk aangebracht bij het nieuwe kerkgebouw. „Uit liefde voor de oudheid van Waalwijk". Januari 1923. J P- 186). KAATSHEUVEL. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Dinsdag 16 Januari des voormiddags ten 10 uur. Voorzitter Edelachtbare heer Van Besouw. Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig aUe leden. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Alvorens met de behandeling van de agenda te beginnen, wenscht de Voorzitter een kort woord te spreken. Een kort woord, wijl het hem niet lust, omdat het hem hard zou vallen, thans, nu de toekomst zoo duister is, veel te spreken. De toestand is diep treurig en in vele arbeidersgezinnen heeft de armoe reeds lang haar intrede gedaan. De patroons zijn neerslachtig en troosteloos omdat geen verbetering in den toestand is te zien. De midden stand en de landbouwstand kwijnt en ook voor hen is nog geen verbetering in den toestand te bespeuren. Waar moet het heen Moge de Regeering toch spoedig ingrijpen opdat nog gered kan worden wat te redden is en dan betere dagen aanbreken en iedereen weer wat kan herademen. En hiermede wenscht hij allen een gelukkig en zalig Nieuwjaar. Aan de orde 1. Bespreking schoolkwestie Loon- schendijk. De Voorzitter zegt dat na de laatste gehouden vergadering, waarin over deze kwestie is gesproken, nog een adres is ingekomen. De Voorzitter stelt voor deze aan gelegenheid in vergadering met ge sloten deuren te behandelen, opdat mededeeling kan worden gedaan van het onderhoud dat Burg en Weth. met de autoriteiten hebben gehad De heer Snaphaan vraagt of dit dan niet na afloop van de vergadering kan worden besproken. De Voorzitter zegt dat dit niet gaat wijl het besluit in openbare vergadering moet worden genomen. Alleen de be sprekingen kunnen in geheim comité worden gehouden. Uit het adres dat thans nog is in gekomen blijkt, dat de adressanten met leedwezen hebben vernomen dat plan nen bestaan tot opheffing van de openbare school aan den Loonschen dijk. Dat de school in een noodzakelijke behoefte voorziet, blijkt wel uit het feit dat ze bij de oprichting, nu 20 jaar ge leden, 50 leerlingen bevatte en thans 76. Voorts wijzen adressanten er op dat de behoefte aan openbaar onderwijs, meer en meer blijkt getuige het steeds toenemende aantal leerlingen. Mocht de raad toch tot opheffing overgaan, dan zal dit blijken een groote geldverspilling te zijn, aangezien de bevolking absoluut geen afstand van haar recht wenscht te doen De r ad gaat hierna over in geheim Comité. Na heropening wordt metalgemeene stemmen besloten de Openbare Lagere School aan den Loonschendijk met in gang van 1 Maart op te heffen en met dien datum de school over te dragen aan het Bestuur van de Bijzondere Christelijke school. van „De Echo van het Zuiden". (Wordt vervolgd). „Noch gehoord, niets." „De kerel ontsnapt ons thans; doch vroeg of laat zal hij wel in onze handen vallen; dat is zeker." Met deze woorden verlieten de agenten 't binnenplein. De knechts zetten hun werk voort. Raoul verkeerde in duizend angsten. Nog maals opende hfl het portier. Vijf of zes stappen was hij slechts van de poort verwijderd. Hij wilde den zieken voet op de trede zetten, doch dat ging niet. dan plaatsste hij den anderen voet vooruit en wierp een blik op de vier personen, die aan hun werk waren. Allen hielden hem den rug toegekeerd. Raoul verzamelde al zfln moed. In drie sprongen op één been bereikte hij de poort. .„Vrienden! Vrienden!" riep hij uit, zich tot de personen' wendend die op de binnen plaats aan het werk waren. „Wat is er?" vroeg een van hen. „Ik heb hier den voet verstuikt. Kunt gij mjj naar huis brengen? Ja, niet waar?" „Zeker, mijnheer, zeker," antwoordde een der koetsiers naar hem toeloopend. „Rust op mijn arm; ik zal u naar een rijtuig ge leiden en haastig inspannen. Onmiddellijk ben ik gereed." „Waar woont gij?" „In deAssastraat." „Dat is een lange weg „Ik neem u per uur en geef een goed drinkgeld." „Vooruit dan maar!" ,Doch alvorens naar de Assastraat te rij den moet gö even stil houden in de Dames straat no. 28." „Goed, mijnheer." De koetsier klom op den bok en vertrok. Toen zij 't paviljoen van Ovidius Soliveau voorbijreden, ontdekte Raoul daar een groo te menigte nieuwsgierigen, die vol belang stelling de agenten ondervroegen, die er op post stonden. Duchemin ademde vrijer, toen het rijtuig een vijftigtal meters verder was gekomen. Op den Boulevard van Batignolles nam de koetsier zijn ontbijt mede en haastte zich dan naar de Damesstraat. Amanda had een verschrikkeltjken nacht doorgebracht. Om zes uur was zij opgestaan. En nog geen nieuws van Raoul! Wat mocht er toch gebeurd zijn? Welke onver wachte gebeurtenis -kon hem zoo lang hebben tegengehouden Vol angst en schrik stelde de jonge vrouw zich deze vragen, zonder in staat te zijn er eenig antwoord op te geven. Om zeven uur kleedde zij zich en maakte zich gereed om naar Stephaan Castel te gaan. Plotseling stond er voor de deur een rij tuig stil. Zij hoopte, en deze hoop werd niet be schaamd. Raouls hoofd verscheen aan het portier. „Kom spoedig naar benedenriep haar de jongeman toe. Amanda haastte zich te gehoorzamen. „Waarom komt gij niet naar boven?" vroeg zij. „Om twee redenEerstens heb ik mijn voet verstuikt „O, mijn God!..." „Wees gerust", dat zal spoedig genezen zijn. Tweedens moet ik naar de Assastraat." „Wat is er gebeurd?" ,Ik heb de papieren." „Onze papieren?" ,Ja, ja, en bovendien nog de overlijdens akte van den waren Paul Harmant. Ovidius is van nacht niet thuis geweest." „Die is in arrest," antwoordde Raoul. „In arrest!" herhaalde Raoul. „Ja." „Hoe weet gij dat?" Amanda vertelde in korte woorden wat er gebeurd was. „O thans gaat het uitstekend," zeide Du chemin, na aandachtig naar Amanda's woor den geluisterd te hebben. „Maar mijn voet doet mjj erg lijden. Breng een pantoffel mede en een schaar. Ik zal dé bottine opensnijden. Amanda ging naar boven en was weldra terug met hetgeen Raoul verlangde. Zoodra de laars van den voet was, gevoel de Raoul zich zeer verlicht. Amanda's pan toffel paste hem goed. ,,Gjj gaat nu naar uw ateliers," sprak hij tot Amanda, „en ik zal den heer Castel waar schuwen. Stap in 't rjjtuig; ik zal u in de St. Honoréstraat brengen. Amanda voltooide haar toilet, steeg in rijtuig en stapte aan de woning van madame Augustine uit. Stephaan Castel had ook een zeer slechten nacht doorgebracht. Even als Amanda wachtte hij met ongeduld op Raouls komst Om vier uur in den morgen ging hij naar bed, doch kon den slaap niet vatten. Om zes uur was hjj reeds in zijn atelier. Daar stond het doek, dat daags te voren door twee werklieden was ingepakt en in de nabijheid het kleine kartonnen paardje, dat de schilder zelf zou overbrengen. De commissionnairs werden tegen acht uur verwacht om het schilderstuk in de Bo- napartestraat te bezorgen. Stephaan, wiens ongeduld steeds aan groeide, liep met groote stappen door zijn atelier. Hij vroeg zich af waar Raoul toch blijven mocht en begon te vreezen dat hij 't er bij Ovidius zeer slecht had afgebracht. ,En waarom is Amanda, die gisteren nog hier is geweest, niet teruggekomen?" vroeg hjj zich dan weer af. „Waar blijft zij?' Zou alles thans om mij heen instorten op het oogenblik dat ik hoopte de waarheid over het drama van Alfortville te zien schij nen en tevens over verscheidene andere mis daden door Ovidius bedreven, maar door Paul Harmant, den booswicht ingegeven, door Harmant betaaldZou alles mislukt zjjn? Wie weet of Raoul niet door Ovidius vermoord is!" De artist liet zich op een divan neder- vallen en was in diepe gedachten, toen de deur geopend werd. De kamerdienaar verscheen op den drem- pel. „Wat wilt gij?" vroeg de gewezen voogd van Georges, hopende dat de komt van Amanda of Raoul zou gemeld worden. Doch hij vergistte zich zeer. „Mijnheer," zeide de kamerdienaar, „de commissionairs zijn daar om het doek te halen." „Dat zij binnenkomen De dienaar ging hen roepen. „Weest voorzichtigzeide hun de schil der. „Gij kunt gerust zijn, mijnheer," ant woordde een der werklieden. „Dat kennen wij." „Vooruit dan De werklieden namen de kist op. Deze was zeer zwaar. „Zijt 'gij gereed?" vroeg een der commis sionnairs, „ja", antwoordde de andere. „Vooruit Hetzij door onbehendigheid of door een valsche beweging, eensklaps liet de eerste commisionair los en de kist rolde met ge weld ten gronde, in haren val het kartonnen paardje verpletterende. „Ellendelingen! Kondt gij dan geen bete re voorzorgen nemen?" riep de schilder den commissionnairs toe, terwijl hij de schrijf tafel verliet, waar hij een briefje aan zijn vriend geschreven had. ,,'t Is mijne schuld niet, mijnheer Castel," antwoordde de werkman, „de kist schoof mij uit de handen... Maar het schilderstuk heeft niets geledendoch dat kartonnen paardje dat daar stond zal wel „Ellendelingen!" riep op nieuw de schil der uit. „Zoo gö niet sterk genoeg zjj-t, dan kon mön knecht u toch helpen „O, mönheer wij zön sterk genoeg! Dat zult ge eens zien!" De twee commissionnairs namen opnieuw de kist op en brachten deze buiten het atelier. Het paardje was totaal verpletterd. Uit zöne gapende borst kwamen oude stukjes linnen, verfrommelde papieren en andere voorwerpen van dien aard te voorsehön. „Wat zal Georges zeggen?" mompelde de schilder, de overblijfselen van het paardje j met den voet van zich afstootend. „Hö hield I zooveel van deze gedachtenis... ,.'t Is een j waar ongeluk Terwöl hö dit speelgoed over den grond schoof, sleepten de oude papieren na, die Stephaan reeds opgemerkt had. Doch hö moest zpn brief eindigen. Castel schreef „Mön dierbaar kind „Heden bereikt gö uw vöf en twintigste jaar. Ik vergeet het niet, zooals ge duide- lpk zien kunt, maar zend u thans het doek dat ik u reeds lang beloofd heb. En boven dien heb ik u belangröke mededeelingen te doen. Om negen uur zal ik bö u zön. Gelief mÖ te wachten. Uw gewezen voogd en1 goede vriend, „Stephaan Castel". „De kist is opgeladen, mönheer," zeide een commissionnair, weder binnentredend, „Waar moet zp gebracht worden?" „Aan dit adres, in de Bonapartestraat... Dezen brief zult gö aan den heer Georges Darier afgeven, die daar woont." „Goed, mpnheer Castel." „En dan zult gö terugkeeren om uw loon te ontvangen." „Zeer goed, mönheer." De twee commissionnairs vertrokken. Toen Stephaan zich omkeerde vielen zöne oogen weder op de overblöfselen van het paardje, de papieren en lompen, die t-r in waren geborgen geweest." „Het Trojaansche paard was niet beter gevuld," dacht hö, alles oprapend. „Waar mee heeft men toch dit speelgoed opgevuld?" Terwöl hö deze woorden sprak, zag liö eens na wat hö in de hand hield. „Dat kan niet van den fabrikant komen," ging hp voort. „Dat zön dingen, die Geor ges, toen hö nog zeer klein was, daarin moet gestopt hebben." Ensklaps stond Stephaan stil met wijd- opengesperde oogen, den blik op een papier gevestigd, dat hö zoo goed mogelök ont plooid had. Hp werd zeer bleek. Een naam, dien hö zeker daar niet dacht te ontmoeten, had eensklaps zöne aandacht getrokken. „Jacques Gérarddacht hö- „Een brief van Jacques Gérard aan Jeanne Fortier ge schreven (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 5