OE!
ECHO
VAN H
ETZ1II
DEN
ACCÜMULA I ÜRbiN.
Fa. Gebr. Boeren, - 's-Bosch.
De Portierster
van Alfortville
Kerknieuws.
Gemeenteraad.
Tweede Blad
FEUILLETOfl
Starter— en Verlichtingsbatterijen.
„Exide" Agentschap.
N ummer 6. Zaterdag 20Jan. 1923
kerkelijke kroniek leverde
de bouwstof.
(Door den. WelEerw. heer J. Panken
aangebracht.)
(Vervolg).
VIII.
De Kerkvisitaties ab. a o. 1851 (30
September) zijn door den Zeereerw.
Heer Deken van het^District St.;Geer-
truidenberg W. A. Coppens, (pastoor
van Drunen), gehouden in onze parochie.
Pastoor W A. Coppens was een
deftig, voorbeeldig, bekwaam en gul
hartig priester, overleden 28 Sept. 1865.
Vanaf het jaar 1865 visiteerde de
Deken Matth. van de Zwaluwé (pastoor
te Made) geboortig van Zwaluwe So.
1803. priester gewijd 1828, in 1839 tot
pastoor benoemd.
Ab. SO. 1879 werd de kerkvisitatie
gedaan door Deken Jac. Wijne laatste
lijk pastoor te Waspik. J Wijne, Deken
en Pastoor, geboren 17 Jan. 1826 te
Lage Zwaluwe, priester gewijd 25 Mei
1850, aangesteld te Waspik 1881 en
overleden 1 Maart 1913. Bij het eervol
ontslag van Deken Jacobus Wijne in
1910 volgde de Zeereerw. heer J. van
Brussel (Pastoor Raamsdonksveer (geb.
1844, Priester 1870 en 1890 pastoor)
als Deken van het Dekenaat St. Geer-
truidenberg. En vanaf 1917 doet de
tegenwoordige Deken, de Zeereerw.
Heer H. v. d. Ven. Pastoor te St. Geer-
truidenberg, de Kerkelijke Visitatie
jaarlijks. Onze Deken is 71 jaar oud
en ruim 25 jaren is ZijnHoogEerw.
de Hooggeachte Pastoor in de parochie
van den H. Gertrudis.
De Weleerw. Heer Adr. van Sambeek,
oud-Kapelaan van Waalwijk, is sinds
6Juli 1917aldaar dienstdoend Geestelijk
IX.
Onder pastoor Egidius Petrus Schrij
vers, vanaf Februari 1836 tot4 Augustus
1870, zijn de navolgende Kerkmeesters
geweest
Jan Govertje Pessers, Hermanus
Verlegh, Victor J. B. Hoos Cfr. Supra
1. Antonius Janse Vermeulen med.
doctor, benoemd tot Kerkmeester 7 Mrt.
1846, overleden 24 Juni 1865, oud
83 jaar.
2. Adrianus Oüfiers, overleden 29
Dec. 1863. herbenoemd zijnde nog in
1862 door Monseigneur J. Zwijsen
Aartsbisschop van Utrecht, Ap. Adm.
van 's Bosch.
3. A. H. Verlegh benoemd als ltd
van het R.K. Kerkbestuur 2 Oct. 1854
4. Arnold J. Dalleu, burgemeester
van voormalig Besoijen, overleden 5
Januari 1865 in den ouderdom van
67 jaren
5. Andreas Zijlmans, vanaf 7 Maart
1846 lid van het R.K. Kerkbestuur,
overleden 4 Dec 1873.
6. Pietei ReniervanHeijst.gemeente
secretaris, geboren 6 Sept. 1809, over
leden 12 April 1888. benoemd door
Monseigneur J. Zwijsen &o 1862 ruim
25 jaar lid van het R.K. Kerkbestuur
7. Corn Ant. Witlox. benoemd tot
Kerkmeester 10 Jan. 1864 door Mgr.
J. Zwijsen. gedurende 32 jaar lid van
het R.K. Kerkbestuur, overleden 18Febr.
1897.
8. Willebrordus Antonius Wijten,
geboren 7 Dec. 1801, overleden 15
uni 1870.
Onder Pastoor Schrijvers is de
eerste H. Missie door de Eerw. Paters
Redemptoristen gegeven te Waalwijk
n de Meimaand van het jaar 1843.
X.
1. Tijdens pastoor M. v. d. Hagen
J870 tot 1873) is aangesteld als kerk
meester de heer Jos van Dongen, be
noemd door Mgr. J Zwijsen, Aarts
bisschop, en Bisschop van 's Hertogen
bosch, den 30 |uni 1870 als Kerk
meester en overleden den 26 Aug, 1881.
2. Pastoor Martinus van der Hagen
onderschreef boven aangestipt chroni-
cum 1770 in 't jaar 1870 als volgt:
28 Augusti in Registri jubileo
Parochus fuit electus
M. v/d. Hagen
Pastoor M. v. d. Hagen. geb. te
St Oedenrode 17 Juli 1826, priester
gewijd te Haaren den 18 Aug. 1850,
ongste broer van drie Gebroeders-
priesters, kapelaan op het Heike te
Tilburg den 23 December 1850 En
vanaf einde Augustus 1870 pastoor te
Waalwijk tot November 1873. Alsdan
jelast met de nieuwe parochie Heuvel
St. Jozefkerk. Zijn heengaan destijds
e Waalwijk erg betreurd. Zijneerw. was
een beroemd Kansel-redenaar, niet
Troot van gestalte, krulhaar (volgens
portret), lichamelijk zwak. Slechts 49
aar oud geworden. Overleden en be
graven te Tilburg op het St. Jozef-
cerkhof in 1875 op den 30 November
Op het bidprentje van dezen Herder
staat het volgende „Parochianen, tus-
schen een ieder van U en ons bestaat
dit onderscheid, dat gij nagenoeg alleen
van U zeiven rekenschap zult doen,
wij echter èn van ons zeiven én van
U allen". Bidt voor mij. R. 1. P.
Gedrukt bij H. D. van de Sande, Tilburg.
XI.
1. Onder den Zeereerw. Heer Vin-
centius Aloysius Rijke, pastoor, be
noemd de heer Adrianus Corn. Zijlmans
tot kerkmeester 22 Dec. 1873 door
Mgr. J. Zwijsen, gedurende 33 jaar lid
van het R K. Kerkbestuur, overleden
den 14 Mei 1906.
2. De heer Antonius van lersel.
geb. te Udenho»t den 12 Mei 1827 en
overleden te Waalwijk den 27 April
1906, werd tijdens pastoor V. A. J
Rijke, den 9 Sept. 1881 aangesteld als
lid van het R K. Kerkbestuur door Mgr
Adrianus Godschalk, (vanaf 8 Jan. 1878
tot 3 Jan. 1892 Bisschop van 's Bosch)
Op het bidprentje van Monseigneur
Godschalk staat: „lk ben alles voor
allen geworden, om allen zalig te
maken".
3. Benoemd als Kerkmeester de
heer Jordanus F. H. van Calker op
den 7 Nov 1886 door Mgr. Adrianus
Godschalk.
4. De heer Antoon Le Blanc be
noemd als Kerkmeester door Mgr. W. v.
d. Ven op den 18 Mrt. 1897.
Den 27 Mei 1917 was de 25ste ver
jaardag der benoeming tot bisschop
van 's Hertogenbosch van Z. D H.
Monseigneur Wilhelmus van der Ven,
(overleden einde van 1919). 't Was een
langdurig, (bijna 28 jarig) offervaardig
en zichtbaar gezegend Episcopaat
5. Pastoor Vincentius Aloysius Jo-
sephus Rijke. geb. te Boxmeer 28 Jan.
1829, priester gewijd te 's Hertogen
bosch 1853, kapelaan en vervolgens
pastoor te Waalwijk tot 9 October
1897, overleden in zijn geboorteplaats
op 11 Jan. 1912. Den lof der menschen
zocht hij niet. de lofprijzingen van
boven, was hem genoeg. „Hij was een
oog voor den blinde, een voet voor
den kreupele, hij was de vader der
armen". Vergelijk: bidprentje Corri
genda het aangegeven jaar 1857 in
1854 en 1877 in Nov. 1873, aanvang
van zijn kapelaansbediening, en pas-
toorstunctie te Waalwijk. Pastoor Rijke
was weldoener van Kerk, Gasthuis
Vincentiusvereeniging enz.
XII.
Tijdens het pastoorschap van den
Zeereerw. heer |ud Sprangers, aan
gesteld als leden van het R.K. Kerk
bestuur St Jan de heeren Jacobus van
Riel en Jacobus Gragtmans, respectie
velijk den 7 Nov. 1897 en den 12 juni
1906. De Heer Jac. Joan Wilh. van
Riel, geb. te Breda den 8 Augustus
1839 overleden alhier den 23 Mei
1917, bijna 20 jaren kerkmeester.
Pastoor Judocus Sprangers, pastoor
van Waalwijk, geb 1845 priester 1873,
pastoor benoemd 1897, eervol ontslag
September 1911, sindsdien als pastoor
emeritus te Grave „Rustoord". Deze
pastoor was gehecht aan Waalwijk en
Waalwijk aan dezen pastoor.
XIII.
1. Onder pastoor Alph van Keme-
nade (vanaf 18 December 1915 tot 1919
alhier in functie) werden door Mgr.
Pompen, vic Gen. gekozen de heeren
Jan van Riel en Jan Le Blanc, onder-
scheidelijk den 18 Juni en den 14
Sept.^van 't jaar 1917.
Gedurende meer dan 20 jaren is
Mgr. Jacobus Pompen vicaris-generaal
v. h Bisdom; en thans ruim 71 jaar.
2. Pastoor Corn. Alph van Keme-
nade is sinds 1919 pastoor te Stiphout
bij Helmond, en vierde in het jaar
1921 onder veel belangstelling aldaar
zijn zilveren priesterfeest.
3. De heeren jan van lersel-Holtus
14 Aug. 1920 en Everardus W. Klijberg-
Pernot 13 Mei 1921, zijn aangesteld
als Kerkmeester door Mgr. Am. Frans
Diepen tijdens den fungeerenden pas
toor van Waalwijk St. Jan Baptist
parochie: Nic. H J. van Riel. In 1924
is Pastoor van Riel 25 jaar priester,
en gedenkt Deo favente alsdan zijn
eerste lustrum als pastoor bij de nade
rende voltooiing der nieuwe Kerk.
XIV.
In een „doodboek" van de sleede
en vrijheid van Waalwijk (archief
Secretarie Waalwijk) geschreven door
de kosters Joh. Verstege Jz, tevens
schoolmeester, (begraven 25 Januari
1770) en Hendrik Broeders, lees ik dat
de Roomsche Pastoor Boeracker den
26 Jan. 1759 en Alipius van Bedaff
den 25 Dec. 1762 begraven zijn „in
het Klooster", d.w.z. „op 't klooster
kerkhof"
De bovengenoemde Roomsche Pries
ter A. van Bedaff was vanaf 26 Jan.
1759 deservitor en is overleden met
Kerstmis 1762. Sinds dien datum zijn
de kerkelijke huwelijken voltrokken
tot 20 Mei 1763 coram Rev. Dom.,
Pastore de Drunen, deservitor de
Waalwijk.
Speciale vakkundige Reparatie-Inrichting.
Laadstation. 22374
Electricltelt.
Tegenover 't Station. Telel. No 896.
De „Kloostersteeg" te Waalwijk
zooals de lezers en de lezeressen allen
weten ontleent haar naam aan het
Convent „Nazareth". Dat klooster ge
noemd „Nazareth te Waalwijk" is
begonnen in 't jaar 1471 en van haar
Kerk is So 1510 (vgl. Meijerije van
's Hertogenbosch door Jacob van Ouden-
loven) op den 9 April de 1ste steen
gelegd, - in 1518 de 1ste Mis ge
zongen. en op St. ,Laurentiusdag
1537 geconsacreerd met drie altaren.
Den October 1749 werd de toren
dezer kloosterkerk gesloopt en weldra
liet Jacob de Wit grootendeels de
kloosterpanden wegruimen. Heden ten
dage wijst men ons nog aan de plaats
der kapel, de plaats van de keuken
met breeden schoorsteen, enz., men
spreekt nog van den Begijnenpad,
over de groote Poort van het Klooster
en over de brouwerij, over de Kloos-
terh.eul, over het Kloosterkerkhof enz.,
nog zijn er eenige overblijfselen van
te zienook daér ter zelfder plaatse
moet ons verdwijnend kerkgebouw,
waarvan de eerste steen den 9 October
1827 was gelegd, Zen dat den 21
October 1829 tot uitoefening van den
godsdienst werd geopend, zijn opge
trokken (Zie archief bisdom 's Bosch
Waalwijk).
Sub invocatione aique patrocinio
Joannis Baptisiae
Deo Sacrum.
1827.
Dit chronicum is aangebracht boven
den kunstvol geornamenteerden hard-
steenen hoofdingang van het Domus
Dei. Die ingang wordt bewaard en
vermoedelijk aangebracht bij het nieuwe
kerkgebouw.
„Uit liefde voor de oudheid van
Waalwijk".
Januari 1923. J P-
186).
KAATSHEUVEL.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 16 Januari
des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Van
Besouw.
Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter
de vergaderingaanwezig aUe leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Alvorens met de behandeling van
de agenda te beginnen, wenscht de
Voorzitter een kort woord te spreken.
Een kort woord, wijl het hem niet
lust, omdat het hem hard zou vallen,
thans, nu de toekomst zoo duister is,
veel te spreken. De toestand is diep
treurig en in vele arbeidersgezinnen
heeft de armoe reeds lang haar intrede
gedaan. De patroons zijn neerslachtig
en troosteloos omdat geen verbetering
in den toestand is te zien. De midden
stand en de landbouwstand kwijnt en
ook voor hen is nog geen verbetering
in den toestand te bespeuren. Waar
moet het heen
Moge de Regeering toch spoedig
ingrijpen opdat nog gered kan worden
wat te redden is en dan betere dagen
aanbreken en iedereen weer wat kan
herademen.
En hiermede wenscht hij allen een
gelukkig en zalig Nieuwjaar.
Aan de orde
1. Bespreking schoolkwestie Loon-
schendijk.
De Voorzitter zegt dat na de laatste
gehouden vergadering, waarin over
deze kwestie is gesproken, nog een
adres is ingekomen.
De Voorzitter stelt voor deze aan
gelegenheid in vergadering met ge
sloten deuren te behandelen, opdat
mededeeling kan worden gedaan van
het onderhoud dat Burg en Weth. met
de autoriteiten hebben gehad
De heer Snaphaan vraagt of dit dan
niet na afloop van de vergadering kan
worden besproken.
De Voorzitter zegt dat dit niet gaat
wijl het besluit in openbare vergadering
moet worden genomen. Alleen de be
sprekingen kunnen in geheim comité
worden gehouden.
Uit het adres dat thans nog is in
gekomen blijkt, dat de adressanten met
leedwezen hebben vernomen dat plan
nen bestaan tot opheffing van de
openbare school aan den Loonschen
dijk. Dat de school in een noodzakelijke
behoefte voorziet, blijkt wel uit het feit
dat ze bij de oprichting, nu 20 jaar ge
leden, 50 leerlingen bevatte en thans 76.
Voorts wijzen adressanten er op dat
de behoefte aan openbaar onderwijs,
meer en meer blijkt getuige het steeds
toenemende aantal leerlingen.
Mocht de raad toch tot opheffing
overgaan, dan zal dit blijken een groote
geldverspilling te zijn, aangezien de
bevolking absoluut geen afstand van
haar recht wenscht te doen
De r ad gaat hierna over in geheim
Comité.
Na heropening wordt metalgemeene
stemmen besloten de Openbare Lagere
School aan den Loonschendijk met in
gang van 1 Maart op te heffen en met
dien datum de school over te dragen
aan het Bestuur van de Bijzondere
Christelijke school.
van „De Echo van het Zuiden".
(Wordt vervolgd).
„Noch gehoord, niets."
„De kerel ontsnapt ons thans; doch vroeg
of laat zal hij wel in onze handen vallen;
dat is zeker."
Met deze woorden verlieten de agenten 't
binnenplein.
De knechts zetten hun werk voort.
Raoul verkeerde in duizend angsten. Nog
maals opende hfl het portier.
Vijf of zes stappen was hij slechts van
de poort verwijderd. Hij wilde den zieken
voet op de trede zetten, doch dat ging niet.
dan plaatsste hij den anderen voet vooruit
en wierp een blik op de vier personen, die
aan hun werk waren.
Allen hielden hem den rug toegekeerd.
Raoul verzamelde al zfln moed. In drie
sprongen op één been bereikte hij de poort.
.„Vrienden! Vrienden!" riep hij uit, zich
tot de personen' wendend die op de binnen
plaats aan het werk waren.
„Wat is er?" vroeg een van hen.
„Ik heb hier den voet verstuikt. Kunt gij
mjj naar huis brengen? Ja, niet waar?"
„Zeker, mijnheer, zeker," antwoordde een
der koetsiers naar hem toeloopend. „Rust
op mijn arm; ik zal u naar een rijtuig ge
leiden en haastig inspannen. Onmiddellijk
ben ik gereed."
„Waar woont gij?"
„In deAssastraat."
„Dat is een lange weg
„Ik neem u per uur en geef een goed
drinkgeld."
„Vooruit dan maar!"
,Doch alvorens naar de Assastraat te rij
den moet gö even stil houden in de Dames
straat no. 28."
„Goed, mijnheer."
De koetsier klom op den bok en vertrok.
Toen zij 't paviljoen van Ovidius Soliveau
voorbijreden, ontdekte Raoul daar een groo
te menigte nieuwsgierigen, die vol belang
stelling de agenten ondervroegen, die er op
post stonden.
Duchemin ademde vrijer, toen het rijtuig
een vijftigtal meters verder was gekomen.
Op den Boulevard van Batignolles nam
de koetsier zijn ontbijt mede en haastte zich
dan naar de Damesstraat.
Amanda had een verschrikkeltjken nacht
doorgebracht.
Om zes uur was zij opgestaan.
En nog geen nieuws van Raoul! Wat
mocht er toch gebeurd zijn? Welke onver
wachte gebeurtenis -kon hem zoo lang hebben
tegengehouden
Vol angst en schrik stelde de jonge vrouw
zich deze vragen, zonder in staat te zijn er
eenig antwoord op te geven.
Om zeven uur kleedde zij zich en maakte
zich gereed om naar Stephaan Castel te
gaan.
Plotseling stond er voor de deur een rij
tuig stil.
Zij hoopte, en deze hoop werd niet be
schaamd.
Raouls hoofd verscheen aan het portier.
„Kom spoedig naar benedenriep haar
de jongeman toe.
Amanda haastte zich te gehoorzamen.
„Waarom komt gij niet naar boven?"
vroeg zij.
„Om twee redenEerstens heb ik mijn
voet verstuikt
„O, mijn God!..."
„Wees gerust", dat zal spoedig genezen
zijn. Tweedens moet ik naar de Assastraat."
„Wat is er gebeurd?"
,Ik heb de papieren."
„Onze papieren?"
,Ja, ja, en bovendien nog de overlijdens
akte van den waren Paul Harmant. Ovidius
is van nacht niet thuis geweest."
„Die is in arrest," antwoordde Raoul.
„In arrest!" herhaalde Raoul.
„Ja."
„Hoe weet gij dat?"
Amanda vertelde in korte woorden wat
er gebeurd was.
„O thans gaat het uitstekend," zeide Du
chemin, na aandachtig naar Amanda's woor
den geluisterd te hebben. „Maar mijn voet
doet mjj erg lijden. Breng een pantoffel mede
en een schaar. Ik zal dé bottine opensnijden.
Amanda ging naar boven en was weldra
terug met hetgeen Raoul verlangde.
Zoodra de laars van den voet was, gevoel
de Raoul zich zeer verlicht. Amanda's pan
toffel paste hem goed.
,,Gjj gaat nu naar uw ateliers," sprak hij
tot Amanda, „en ik zal den heer Castel waar
schuwen. Stap in 't rjjtuig; ik zal u in de
St. Honoréstraat brengen.
Amanda voltooide haar toilet, steeg in
rijtuig en stapte aan de woning van madame
Augustine uit.
Stephaan Castel had ook een zeer slechten
nacht doorgebracht. Even als Amanda
wachtte hij met ongeduld op Raouls komst
Om vier uur in den morgen ging hij naar
bed, doch kon den slaap niet vatten.
Om zes uur was hjj reeds in zijn atelier.
Daar stond het doek, dat daags te voren
door twee werklieden was ingepakt en in
de nabijheid het kleine kartonnen paardje,
dat de schilder zelf zou overbrengen.
De commissionnairs werden tegen acht
uur verwacht om het schilderstuk in de Bo-
napartestraat te bezorgen.
Stephaan, wiens ongeduld steeds aan
groeide, liep met groote stappen door zijn
atelier. Hij vroeg zich af waar Raoul toch
blijven mocht en begon te vreezen dat hij 't
er bij Ovidius zeer slecht had afgebracht.
,En waarom is Amanda, die gisteren nog
hier is geweest, niet teruggekomen?" vroeg
hjj zich dan weer af. „Waar blijft zij?'
Zou alles thans om mij heen instorten op
het oogenblik dat ik hoopte de waarheid
over het drama van Alfortville te zien schij
nen en tevens over verscheidene andere mis
daden door Ovidius bedreven, maar door
Paul Harmant, den booswicht ingegeven,
door Harmant betaaldZou alles mislukt
zjjn? Wie weet of Raoul niet door Ovidius
vermoord is!"
De artist liet zich op een divan neder-
vallen en was in diepe gedachten, toen de
deur geopend werd.
De kamerdienaar verscheen op den drem-
pel.
„Wat wilt gij?" vroeg de gewezen voogd
van Georges, hopende dat de komt van
Amanda of Raoul zou gemeld worden.
Doch hij vergistte zich zeer.
„Mijnheer," zeide de kamerdienaar, „de
commissionairs zijn daar om het doek te
halen."
„Dat zij binnenkomen
De dienaar ging hen roepen.
„Weest voorzichtigzeide hun de schil
der.
„Gij kunt gerust zijn, mijnheer," ant
woordde een der werklieden. „Dat kennen
wij."
„Vooruit dan
De werklieden namen de kist op.
Deze was zeer zwaar.
„Zijt 'gij gereed?" vroeg een der commis
sionnairs, „ja", antwoordde de andere.
„Vooruit
Hetzij door onbehendigheid of door een
valsche beweging, eensklaps liet de eerste
commisionair los en de kist rolde met ge
weld ten gronde, in haren val het kartonnen
paardje verpletterende.
„Ellendelingen! Kondt gij dan geen bete
re voorzorgen nemen?" riep de schilder den
commissionnairs toe, terwijl hij de schrijf
tafel verliet, waar hij een briefje aan zijn
vriend geschreven had.
,,'t Is mijne schuld niet, mijnheer Castel,"
antwoordde de werkman, „de kist schoof
mij uit de handen... Maar het schilderstuk
heeft niets geledendoch dat kartonnen
paardje dat daar stond zal wel
„Ellendelingen!" riep op nieuw de schil
der uit. „Zoo gö niet sterk genoeg zjj-t, dan
kon mön knecht u toch helpen
„O, mönheer wij zön sterk genoeg! Dat
zult ge eens zien!"
De twee commissionnairs namen opnieuw
de kist op en brachten deze buiten het
atelier.
Het paardje was totaal verpletterd. Uit
zöne gapende borst kwamen oude stukjes
linnen, verfrommelde papieren en andere
voorwerpen van dien aard te voorsehön.
„Wat zal Georges zeggen?" mompelde de
schilder, de overblijfselen van het paardje
j met den voet van zich afstootend. „Hö hield
I zooveel van deze gedachtenis... ,.'t Is een
j waar ongeluk
Terwöl hö dit speelgoed over den grond
schoof, sleepten de oude papieren na, die
Stephaan reeds opgemerkt had. Doch hö
moest zpn brief eindigen.
Castel schreef
„Mön dierbaar kind
„Heden bereikt gö uw vöf en twintigste
jaar. Ik vergeet het niet, zooals ge duide-
lpk zien kunt, maar zend u thans het doek
dat ik u reeds lang beloofd heb. En boven
dien heb ik u belangröke mededeelingen te
doen.
Om negen uur zal ik bö u zön. Gelief mÖ
te wachten.
Uw gewezen voogd en1 goede vriend,
„Stephaan Castel".
„De kist is opgeladen, mönheer," zeide
een commissionnair, weder binnentredend,
„Waar moet zp gebracht worden?"
„Aan dit adres, in de Bonapartestraat...
Dezen brief zult gö aan den heer Georges
Darier afgeven, die daar woont."
„Goed, mpnheer Castel."
„En dan zult gö terugkeeren om uw loon
te ontvangen."
„Zeer goed, mönheer."
De twee commissionnairs vertrokken.
Toen Stephaan zich omkeerde vielen zöne
oogen weder op de overblöfselen van het
paardje, de papieren en lompen, die t-r in
waren geborgen geweest."
„Het Trojaansche paard was niet beter
gevuld," dacht hö, alles oprapend. „Waar
mee heeft men toch dit speelgoed opgevuld?"
Terwöl hö deze woorden sprak, zag liö
eens na wat hö in de hand hield.
„Dat kan niet van den fabrikant komen,"
ging hp voort. „Dat zön dingen, die Geor
ges, toen hö nog zeer klein was, daarin
moet gestopt hebben."
Ensklaps stond Stephaan stil met wijd-
opengesperde oogen, den blik op een papier
gevestigd, dat hö zoo goed mogelök ont
plooid had.
Hp werd zeer bleek.
Een naam, dien hö zeker daar niet dacht
te ontmoeten, had eensklaps zöne aandacht
getrokken.
„Jacques Gérarddacht hö- „Een brief
van Jacques Gérard aan Jeanne Fortier ge
schreven
(Wordt vervolgd).