Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortviile
Gemeenteraad.
Stationstraat 71.
EERSTE BLAD.
R,deRooij-Bourgonjers
FEUILLETOM
„NOO&D-BRABAND"
Waalwijk.
Prima Gresbuizen. Schoorsteenpotten,
Schoorsteenkappen, Privaattrechters.
Betonfegels voor buitenbestrating. 30231
NUMMER 13
ZATERDAG 3 FEBRUARI 1925.
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
Verkrijgbaar bij
BAARDWIJK. 23300
190).
&NWAALWU K C
DOOD ERVARING STERK.
ZEER LAGE PRIJZEN.
46e JAARGANG.
De Echo van hel Zuiden,
faalwpscle en Langstraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden ena.,
franco te «enden aan den Uitgever.
JJlTGATi:
Prijs der AdvertentiBn
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DRUNEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 30 Jan.,
des avonds ten 6*/a nur.
Voorzitter Edelachtb. heer Mr. H.
Loc ff.
Ongeveer kwart voor zeven uur opeot
de Voorzitter de vergaderingaan
wezig zijn alle leden.
De notulen der voorlaatste vergade
ring worden voorgelezen.
De heer Bergmans zegt uit de bo-
tuien gehoord te hebben als zou lo de
voorlaatste vergadering besloten ztjo,
dat direct getracht zou worden om de
vakschool aan het Rijk over te dragen.
Naar zijne meening is besloten ee*9t
nog eens te trachten van de Provincie
subsidie te verkrijgen en lukt dat niet,
om dan pas pogingen in het werk te
stellen dat de vakschool aan het Rijk
kan worden overgedragen.
Het Bas1 uur van de vakschool heeft
van den Minister een schrijven ont
vangen, waaruit blijkt dat man van
Regeeringswege reeds op onderzoek
uit is, doch straks in geheime vergade
ring wil bij daar liever op terug komen.
De heer Van de Wiel herinnert zich
nog goed dat besproken is om eerst
subsidie aan de Provinciale States aan
te vrager». Later echter is besloten het
adres door te zenden aan de Regeering.
D- h»er B-rem*ns wil daa' niet
van „De Echo van het Zuiden".
Eensklaps opende Georges de armen en
liet Lucia los, terwijl hij liaar met liefde in
de oogen staarde.
„Wij zijn Jeanne Fortier's kinderen, mijne
zuster!" sprak hij, „de kinderen eener ver
oordeelde Onze moeder is onschuldig, maar
in de oogen der menschen is zij niettemin
de moordenares van Lucien's vader en eene
boosaardige dieveggeZij is eene ongeluk
kige martelares en toch kunnen wij hare
rehabilitatie niet eisehenO, 't is ver
schrikkelijk!,.. Zal God ons eindelijk niet
te hulp komen?"
„Twijfel er niet aan!" riep Lueien uit,
de hand zijns vriends drukkend... „Gij zult
mijn broeder zijn!.De bewijzen welke gij zoo
vurig aan den hemel vraagt, zijn niet verre,
wij brengen ze u mede
„Die bewijzen brengt gij mede!... Heb ik
u wel goed verstaan?" stamelde Lucia, geen
geloof kunnende hechten aan hetgeen zij
gehoord had.
„Waar zijn ze?" vroeg Georges zeer on
stuimig.
„Ziehier het eerste," antwoordde Castel,
den jongeman den brief van Jacques Gérard
aanbiedend. „Lees, Georges!"
Georges verslond den brief.
„Ja,... ja..." riep hjj uit. „Ziedaar het
bewijs der misdaad!... „O, mijne moeder!
Mijne moeder!... God heeft medelijden met
ons!... Maar dit onbetwistbaar bewijs acht
te men verloren!... Waar was het dan toch.
„In de borst van het kleine kartonnen
paardje, dat gij met u rondsleeptet, toen
uwe moeder zich met u in de pastorie van
Ohevry aanboodt!" antwoordde Stephaan
dieper op ingaan, aangezien hij zich
het vetloop van deze besprekingen
niet zoo goed meer kan herinneren.
De heer Van Son zegt dat in de
notulen staat als zou de heer Bergmac9
de opmerking betreffende het land
hebben gemaakt. Dat is niet zoo, want
btj zelf heeft die opmerking gemaakt.
De pers heeft dezelfde fout begaan.
Spr. zou, ware geen aanmerking op de
notulen gevallen, de zaak hebben laten
pSsseeren, aangetien het 't zelfde is
wie bet gezegd heeft.
Vaa de Wiel. Zoo staat in de
notulen dat Van Son voorgesteld heeft
om de pensioensbijdrage van 8V2 pCt.
op de ambtenaren te gaan verhalen.
Dat is ook niet zoo, dat is door mij
voorgesteld.
Nadat door den heer Van Halder
nog een kleine opmerking is gemaakt,
worden de notulen gewijzigd en daarna
vastgesteld.
De notulen der laatste vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen Stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van het raadsbe
sluit tot het aangaan van eene geld-
leecing groot f 20 000 voor de werk-
verschaffiag.
b. Schrijven van Ged. Staten hou
dende het bericht dat voor da openbare
scholen in het Dorp en Wolfshoek,
vrijstelling is verleend voor het geven
van onderwijs in vak j.
Wordt voor "kennisgeving aange
nomen.
c. Adres van het bestuur van de R K.
Politiebond S'. M chael te Rotterdam
houdende het verzoek om bij de vast
stelling van de arbeidsvoorwaarden van
het politie-persoueel, overleg met dea
Bond te plegen.
De Voorzitter zegt dat Burg, en
Wetb. dit adres in hunne vergadering
hebben besproken en eenstemmig van
meecisg zijn dat het voor deze ge
meente van geen nut is om in ge
meenschappelijk overleg te treden.
Trouwens waar slechts twee veldwach
ters zijn wordt het moeilijk om een
vasten dienst te gaan Instellen want
Castel.
Toen de jongeman deze woorden hoorde,
had Lij eene bijzondere gewaarwording, 't
Was alsof er eene dichte sluier scheurde,
die tot nu toe zijne oogen bedekt had. Tal
van herinneringen uit zflne prille jeugd
doemden eensklaps voor zijnen geest op.
„Ziedaar het lichtriep hij uit, met het
hoofd tusschen de handen. „Nu herinner ik
mij weer alles. Met dat paardje speelde ik
op de binnenplaats eener groote fabriek,
die later gedurende een somberen nacht
door de vlammen verslonden werd... Dit
paardje droeg een gapende wonde in de
borst, en daarin stopte ik alles wat mij in
de handen viel. Zoo ook is er dezen brief in
terecht gekomen. En vruchteloos was het,
dat er mijne moeder naar zocht... Maar wat
baat het nu? Jacques Gérard is dood!"
„Hij is niet dood," antwoordde de schil
der.
„AVat! Leeft Jacques Gérard nog?"
„Ja, en hij is tegenwoordig een gelukkig,
rijk en geacht man. Hjj verbergt zich onder
een naam dien wij allen kennenden
naam van Paul Harmant."
„Paul Harmantherhaalden te gelijk
Lucia en Lucien met angst en afschuw.
„Ja, Paul Harmant... Paul Harmant die
bevel gegeven had om Lucia te vermoorden,
die Jeanne Fortier heeft aangeklaagd na
eene vruchtelooze poging aangewend te heb
ben om haar het leven gewelddadig te doen
ontrukken."
„O, die ellendige booswicht! Die boos
wicht!" riep Georges uit. „Maar zijt gij wel
geheel zeker van hetgeen gij beweert?"
..VolkomenDe ware Paul Harmant is
vijf en twintig jaar geleden in het hospitaal
te Genève overleden."
„En hebt ge het bewijs daarvan?"
„Ziehier zijne akte van overlijdenDe
Paul Harmant, dien wij kennen, de million-
nair, is niemand anders dan de gewezen ven
noot van James Mortimer te New-York, Jac
ques Gérard."
„En wie bewijst dat?" hernam Georges.
„Alles wat hij tegen de uwen heeft onder
nomen," antwoordde Stephaan. „Bovendien
moet gij zelf wel een middeltje hebben u
er van te verzekeren."
„En hoe dan toch?"
„Gij moet wel eenig schrijven in uw bezit
vandaag moeten ze dit en morgen weer
dat doen. Met de burgemeesters van
aangrenzende gemeenten is over dit
adres gesproken en daaruit is gebleken
dat het overal voor kennisgeving wordt
aangenomen.
Bergmans. In princiep zou ik er al
tegen zijn.
De Voorzitter meent dat de bedoe
ling van het bestuur van den politiebond
in hoofdzaak zal zijn om Godsdienst
oefeningen te kunnen bijwonen.
Van Spijk. Voor onze gemeente is
het toch niets.
Wordt voor kennisgeving aange
nomen.
a. Schrijven van Ged. Staten hou
dende eenlge aanmerkingen op de in
gezonden gemeente-rekening over het
dienstjaar 1921.
De Voorzitter merkt op dat dit slechts
eecige opmerkingen zijn van adminis
tratieven aard. Door Burgemeester en
Wethouders is intusschen een en ander
nagegaan en zal de rekening thans
opnieuw worden ingezonden.
2. Gemeenscbappelilke regeling Vee-
den Tenliné-de Leijer.
MAATSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
hebben van den grooten industrieel van
Courbevoie, voor wien ge reeds meer dan
eens zijt opgetreden."
„Ja," antwoordde de advocaat, „zeker
hier is een brief."
AHER EN ZESTIGSTE HOOFDSTUK.
Georges nam van zijn bureau den brief
dien hij daags te voren van den millionair
ontvangen had.
Stephaan nam dit schrijven in de hand en
stiet een triomfkreet uit, zoodra hij er de
oogen even op had geworpen.
„Het is hetzelfde schrift," zeide hij dan.
„Er is geen twijfel meer mogelijkThans is
het bewijs geleverd dat Paul Harmant wel
zeker Jacques Gérard is, de moordenaar van
Jules Labroue, vader van onzen vriend
Met 't hart vol angst en afschuw sprak
Lucien
„En deze man, die wist wie ik was, wilde
mij zijne dochter doen huwen... Waarom
toch? vraag ik mij af."
„Wel, om u de handen te binden. Om u het
stilzwijgen te kunnen opleggen, wanneer
eenmaal het toeval u zijn verleden mocht
openbaren."
„De ellendeling!... En ik kan hem niet
aan de gerechtigheid overleveren
„Waarom niet?"
„Hü is door de prescriptie gedekt."
„Waarachtig niet!antwoordde Cas
tel haastig. „Er is prescriptie voor de mis
daden van Alfortviile, dat is waar; doch de
moordpogingen op Lucia en Jeanne ge
pleegd, roepen om wraak tegenover hem."
„Laat ons thans aan mjjne moeder den
ken," hernam Georges. „Wat mag er wel
van haar geworden zijn?"
„Wij zullen haar gemakkelijk terugvin
den; dat heb ik u reeds gezegd. Wij allen
zullen de armen en het hart voor haar ope
nen, haar beminnen en eeren."
„Wat zullen wij doen tegenover Paul Har
mant?"
„Zijt gij allen bereid te handelen naar mijn
raadgevingen?" vroeg Stephaan.
„Ja, zeker," antwoodden Georges en Lu
cien.
„Gij ook, mijnheer Raoul?"
„O ja, mijnheer. Daar kunt ge u op ver
laten."
kring Heusden.
De Voorzitter zegt dat iu art. 7 van
deze verordening eene kleine wijziging
moet worden gebracht. Nu wordt ge
zegd dat de veearts "«rpllcht is vee
in te enten tegen den kostprijs der
entstof terwijl hij de verplichte inenting
aan varkens tegen de vlekziekte 2 keer
per jaar op nader te melden tijd en
plaats moet verrichten tegen een tarief
van f 0.75 per stuk, wanneer 10 of
minder exemplaren worden aangeboden
en voor f 0.50 bij grooter kwantum,
Bij longziekten of vlekziekten wordt
alleen de entstof in rekening gebracht.
De heer Van Son meent dat tegen
deze wijziging geen bezwaar kan be
staan. Alleen zou hij willen opmerken
dat de entstof nogal duur zal zijn.
De heer Van Spijk zegt dat vroeger
f 0,50 en f 1.werd gerekend.
De Voorzitter gelooft dat de prijs
vrijwel hetzelfde is gebleven en er
daarom geen bezwaar tegen kan be
staan.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten de voorgestelde wijziging aan
te brengen.
3. Wijziging verordening vleesch-
keuclngswet.
De Voorzitter zegt dat Ged. Staten
twee opmerkingen hebben gemaakt.
Vooreerst heeft art. 11 bedenking ont
moet, omdat ontbreekt de bepaling,
binnen welken termijn na de kennis
geving de levende keuring van slacht
vee moet plaats vinden en welke be
paling naar de meening van den Io-
j „Welaan dan, gaat met mij mede
De vijf personen verlieten de woning van
den advocaat en stapten in twee rijtuigen,
die aan de deur gereed stonden.
Georges en Lucia, namen plaats in het
eerste; Stephaan, Lucien en Raoul in het
tweede.
„Naar de Murillostraat," riep de schilder
den koetsier toe, doch houdt onderweg even
stil voor een tabakswinkel."
De rijtuigen kwamen in beweging en na
onderweg een oogenblik te hebben stilge
staan voor een tabakswinkel, waar Stephaan
Castel een dubbel vel gezegeld papier kocht,
kwam men spoedig in de Murillostraat aan.
Daags te voren, of juister gezegd, dien
zelfden morgen was Paul Harmant om een
uur thuisgekomen, zeer verwonderd en ook
hoogst ongerust over Soliveau's handelwijze,
die niet op het gegeven rendez-vous was ver
schenen.
Hij had moeite den slaap te vatten en
toen hij eindelijk de oogen gesloten had,
werd hij door onrustbarende droomen ge
kweld. Zijne ontstelde oogen ontwaarde Soli-
veau door de politie in arrest genomen en
zwaar geboeid tusschen twee gendarmes
voortgeleid.
In zqne akelige droomen waande de on
gelukkige zich op de bank der beschuldig
den, en zag al zijne slachtoffers met drei
gende blikken voorbijtrekken, hem de woor
den dief, brandstichter en moordenaar toe
werpende.
Toen hij bij het krieken van den dag wak
ker werd was hij hevig ontsteld, zoowel naar
het lichaam als naar den geest.
De millionair had de grootste moeite de
akelige visioenen te verbannen, die hem des
nachts gekweld hadden.
Van iieverleden kwam hij weer tot be
daren.
Hij was al te ongerust om zich met zaken
bezig te houden, maar toch begaf liij zich
naar Courbevoeie om te vernemen of Ovidius
ook daar geen teeken vanl even gegeven had.
Tegen negen uur stapte hij in, stond even
stil bfl zijn bankier, waar liij zich de som
liet uitbetalen, die hij aan zijn medeplichti
ge beloofd' had, en liet zich dan naar de fa-
i briek brengen.
i Noch brief was er noch telegram.
specteur door art. 21 sub c. der Vleesch
keuriagswet wordt geëischt.
De tweede opmerking betreft art. 28.
Daarin wenscht men vast te leggen
dat het verboden is vleesch op 9traat
of voor de bulzen ten toon te stellen
en dat de hulzen of winkels waar het
vleesch wordt verkocht en als nering
moet worden aangezien, aan de elschen
der wet moeten voldoen.
De Voorzitter merkt op dat door
Waalwijk is voorgesteld art. 11 aldu9
te iezen
De keuring vóór het slachten heeft
plaats zoo spoedig mogelijk» althans
binnen 24 uur onmiddellijk vooraf
gaande aan het tijdstip van slachten,
vermeld in de kennisgeving, bedoeld
In art. 2 van het Koninklijk Besluit
van 5 Juni 1920, Stbld. no. 285, in
elk geval binnen acht dagen na in
levering dier kennisgeving en de keu
ring van het geslachte dier.
Naar spr.'s meening zal later wel
eene centrale keuring komen, doch dat
is nog iets van later zorg.
De beer Van Son komt het voor
dat de termijn van 8 dagen nogal
lang is.
De Voorzitter zegt dat deze bepaling
er meer wordt bijgevoegd om aan de
wet te voldoen. Geeft een slager aan,
dan en dan zal Ik slachten» dan zal
wel zorg worden gedragen dat er ge
keurd is.
Elshout. Anders zou het er ook
treurig uitzien.
De heer van Son bliift er bfl dat
Hij wachtte. Om elf uur nog niets.
Thans wist hij niet meer wat er van te
denken. Hjj was zijn angst niet langer mees
ter. Hoogst ontdaan keerde hij naar Parijs
terug.
Mary was doodziek.
's Avonds te voren had zij bloed opge
geven. Een langzame koorts verteerde haar.
Deze droevige verandering ontstelde den
vader bij zijne thuiskomst nog meer. Eene
diepe smart maakte zich van zijn hart
meester en in het midden der zorgen en ang
sten die hem kwelden, doemde in zijne ziel
eene nieuwe sombere gedachten opZouden
de doktoren hem misleid hebben? Zou Mary,
zoo jong nog de prooi des doods moeten
worden
Zijne oogen schoten vol tranen, en hij moest
zich geweld aandoen om niet te toonen hoe
treurig hij was.
Aan het ontbijt klaagde hij over migraine
en gebruikte niets.
Mary volgde dit voorbeeld en was een
toonbeeld der grootste neerslachtigheid.
„Liefste," sprak de millionair, gij lijdt?"
„Eenigszins, vadermaar dat zal spoedig
overgaan. Ik heb van nacht slecht gesla-
pen."
„Waart gij koortsachtig?'
„Ik geloof het wel. Verschrikkelijke droo
men hebben mijn sfaap gestoord."
„Even als bij mij," dacht de millionair, en
hij voegde er bij
„Ik hoop toch, dat gij u over die droomen
niet bedroeven zult. Dat zou eene al te
groote dwaasheid zijn."
„Maar zij waren vreeseljjk die droomen,
vader."
„Van welken aard?"
„O, van een verschrikkeljjken aardMaar,
gij weet liet wel, wanneer men droomt, dan
nemen de meest dwaze zaken een schijn van
waarheid aan."
„Wat zaagt gij kind, in uwe droomen?"
„U, vader."
„En wat gebeurde er?"
„Gij waart in de gevangenis, men beschul
digde u van eene gruwelijke misdaad".
Harmant huiverde maar had macht ge
noeg over zichzelven om zijne ontsteltenis
te verbergen.
(Wordt vervolgd).