f
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville
Buitenland.
Gemeenteraad.
FEUILLETON
.NOORD-BRABAND"
NUMMER 14
WOENSDAG 7 FEBRUARI 1923.
4de JAARGANG.
Uixoatb:
WAALW1JKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adreg: ECHO.
De conferentie te Lausanne is
ten slotte toch nog mislukt; ls^J
Pasja heeft geweigerd het vredesverdrag
te onderteekenen en gisterenavond
heeft lord Curzon met zijn delegatie
onverrichterzake Lausanne verlaten.
Men had tot op het laatste oogenblik
gehoopt dat de Turken wel zouden
toegeven en de Engelsche pers putte
zich uit in pogingen om uiteen te
zetten, hoe voordeeiig het vredesverdrag
voor de Turken was en hoe edelmoedig
de gealliêerden zich tegenover hen
betoonden. Men was er te Londen van
overtuigd dat de toekomst van Turkije
en de kans op herstel na de langdurige
verwarring in het naburige Oosten van
het besluit van Ismet zou afhangen en
wees erop, dat het uit het vredes
verdrag blijkt dat Engeland gaarne den
vrede met de Turken wil. De con
cessies in het tractaat vervat waren
de uiterste grens waartoe Engeland
wenscht te gaan. Herhaaldelijk hebben
de Turken tijdens de besprekingen in
Lausanne doen blijken welke slechte
psychologen zij zijn, doch nooit is dit
meer aan den dag gekomen dan toen
zij onlangs met den verbazingwekken-
den eisch aankwamen, dat de gevallen
Britsche strijders, die op Gallipoii be
graven zijn, zouden worden opgegraven
om elders te worden herbegraven en
eveneens in hun weigering om de
kleinoodiën, die in 1917 doorTurksche
soldaten uit Medina naar Konstanti-
nopel waren weggevoerd, terug te doen
brengen naar het graf van den Profeet.
Zondag, den iaatsten dag dat men
te Lausanne bijeen was, is er nog druk
geconfereerd De Turken waren wel
bereid, eenige onderdeelen van het
verdrag te teekenen, maar tot de defini
tieve onderteekening waren zij niet te
bewegen en zij verlieten tenslotte de
vergadering. Toch wilden de geallieer
den het nog niet opgeven en zij droegen
den Franschen afgevaardigde Bonipard
op, nog een laatste poging bij Ismet
in het werk te stellen, maar ook deze
mislukte. Ismet heeft een memorandum
uitgegeven, waarin hij de volgende 4
punten noemt, welke zijn weigering
om het verdrag te teekenen moeten
motiveeren
1. In de kwestie van de Tursche
troepen in Oost-Thracië hebben de
geallieerden toegegeven, daar de En-
gelschen hun tegenstand te dezen aan
zien hebben laten varen. Daarentegen
handhaven de Iaatsten hun eisch van
algeheele demilitarisatie van het schier
eiland Gallipoii, waarvoor de Turken
een Turksche bezetting van 3000 man
«i^chen.
2 Karagatsj, het station van Adria-
nopel, willen Griekenland en Groot-
Brittannië niet aan Turkije toewijzen.
Zij motiveeren deze afwijzing met ver
wijzing naar de geografische ligging
van Karagatsj en zij zijn voorts van
meening, dat de Turksche belangen
met een kleinen zijspoorweg voldoende
worden gebaat.
3. Een volksstemming in Wesi-
Thracië, door Ismet Pasja geëischt, is
door de geallieerden in overeenstem
ming met Griekenland, afgewezen,
4 Een beslissing van den Volken
bond over Mosoel wordt door Turkije
afgewezen. Daarentegen zou men op
dit punt tot overeenstemming kunnen
komen, indien de Volkenbond het
nemen van een beslissing over Mosoel
zou overlaten aan de betrokkenen
onderling. In dit geval zou een bij
zonder scheidsgerecht tot regeling van
deze kwestie kunnen worden ingesteld.
191).
CAPELLE.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 6 Febr.
des middags ten half drie uur
Voorzitter Edelachtb heer Meijer.
Ongeveer kwart voor drie uur opent
de Voorzitter de vergadering afwezig
de heeren Sneep en de Roon.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen en goedgekeurd.
De heer van der Hoeven wenscht
naar aanleiding van een in de notulen
opgenomen bespreking over de restau
ratie van den toren te vragen of reeds
een deskundig onderzoek heeft plaats
gehad.
De heer Michael zegt dat dit onder
zoek nog niet heeft plaats gehad. Langen
tijd heeft hij gezocht naar een toren
ongeveer als deze en in Zwaluwe thans
gevonden. Reeds is hij in correspon
dentie geweest daarover en thans kan
hij verwachten binnen enkele dagen
bericht te hebben.
AAN DE ORDE
1. Ingekomen stukken.
Bij de ingekomen stukken is o.m.
een schrijven van Ged. Staten waarbij
deze berichten dat de begrooting voor
1923 wordt teruggezonden aangezien
deze bij de samenstelling van de be
grooting voor de nieuwe gemeente van
nut kan zijn.
Naar aanleiding van een schrijven
van Ged Staten stellen Burg en Weth.
voor de jaarmarkt vastgesteld op 8
October, in te trekken.
De heer Treffers zegt dat dit geen
verlies voor Capelle is en derhalve
daartoe wel kan worden overgegaan.
De Voorzitter gelooft ook niet dat
daar iemand eenig bezwaar tegen kan
hebben. In Sprang wordt de jaarmarkt,
alhoewel in de Almanak nog voorko
mend, al lang niet meer gehouden.
Met algemeene stemmen wordt hierna
het voorstel van Burg en Welh. aan
genomen.
Schrijven van Ged Staten inhoudend
dat de inspecteur van de vleeschkeu-
ring eenige aanmerkingen heeft ge
maakt op de verordening. Vooreerst
heeft art 11 bedenking ontmoet, omdat
ontbreekt de bepaling binnen welken
termijn na de kennisgeving de levende
keuring van slachtvee moet plaats
vinden en welke bepaling naar de
meening van den Inspecteur door art.
21 sub c der Vleeschkeuringswet wordt
geëischt.
De tweede opmerking betreft art. 28
Daarin wenscht men vast te leggen
dat het verboden is vleesch op straat
of voor de huizen ten toon te stellen
of te verkoopen en dat de huizen of
winkels waar het vieesch wordt ver
kocht en als nering moet worden aan
gezien, aan de eischen der wet moeten
voldoen.
De Voorzitter merkt op dat voorge
steld wordt art. 11 aldus te lezen:
DOOD ERVARING STERK»
De keuring vóór het slachten heeft
plaats zoo spoedig mogelijk, althans
binnen 24 uur onmiddelijk vooraf
gaande aan het tijdstip van slachten,
vermeld in de kennisgeving, bedoeld
in art. 2 van het Kon. Besluit van 5
Juni 1920 Stsbld. no. 285, in eik geval
binnen 8 dagen na inlevering dier
kennisgeving en de keuring van het
geslachte dier.
Den Voorzitter komt 8 dagen nogal
iang voor, doch aangezien de wet zulks
eischt meent hij dat aan het verzoek
moet worden voldaan, vooral ook wijl
de heele kwestie van geen beteekenis is.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten conform het voorstel van Ged
Staten te besluiten
Schrijven van den heer E. Colet,
hoofd der openbare school in de kom.
Adressant wijst er op dat ingevolge
art. 28 van de Onderwijswet een vierde
leerkracht kan worden aangesteld aan
gezien het aantal leerlingen de 125
heeft bereikt.
De Voorzitter deelt mede, dat dit
schrijven den Inspecteur van het Onder
wijs ter inzage is verstrekt. Deze merkt
op dat, nu een Christelijke School zal
worden opgericht en aan de school
eeyn vierde lokaal nog moet worden
aangebouwd, men voorloopig eene
afwachtende houding moet aannemen
en vooralsnog niet moet overgaan tot
het aanstellen van een vierde leerkracht.
2 Voorstel van Burg en Weth. tot
openbaren verkoop van den van de
bermen der wegen afgestoken grond.
Voorzitter. Dat is een oud gebruik.
Michael. De bedoeling is om den
grond van den weg vanaf het spoor
tot aan de keien niet te verkoopen.
Wel die aan de Nieuwevaart, Heistraat,
Willekesvaart en Willem van Gends-
vaart.
Op den weg naar hei spoor moeten
wij den grond zelf gebruiken omdat
door den aanleg van de kabel het daar
wat is verzakt. Het komt daar meer
voor dat aan den eenen kant niets is en
aan den anderen kant wel. 't Schijnt
door den westenwind over te waaien
Van der Hoeven. Dat is toch stof
dat 's winters slijk wordt en ais men
dat dan weer op den weg brengt,
wordt het zomers weer stof Met slijk
heb ik niet veel op. Ik zie er niet veel
in om daar de wegen mee in orde te
maken.
Michael. Het is niet enkel slijk,
er zit ook veel grint in. Ik denk dat
het nogal wat zal opbrengen.
Met algemeene stemmen wordt hierna
het voorstel van 8. en W. aangenomen.
3. Alsvoor vaststelling eener verorde
ning tot verdeeling der gemeente
Sprang-Capelle in stemdistricten voor
verkiezing van leden van den nieuwen
raad der gemeente en tot aanwijzing
der stemlokalen.
De Voorzitter stelt voor de gemeente
te verdeelen in 5 stemdistricten. Het
le stemdistrict zal zijn Capelle, gelegen
ten noorden van den spoorweg. Het
2e stemdistrict het overige gedeelte van
Capelle. Het 3e stemdistrict is Vrij
hoeve Capelle, het vierde het ten
oosten van den Molenakker en Molen-
steeg gelegen gedeelte van Sprang, het
5e district het overige gedeelte van
Sprang.
Stemlokalen zullen zijn voor district
1 de raadszaal van Capelle, voor stem
district 2 een lokaal van de openbare
school in de Heistraat, voor stemdistrict
3 de raadszaal van Vrijhoeve-Capelle,
voor stemdistrict 4 de raadszaal van
Sprang en voor stemdistrict 5 het
achterste lokaal van de oude openbare
school in Sprang.
Met algemeene stemmen wordt daar
toe besloten.
4. Benoeming der stembureaux voor
de verkiezing van leden van den nieu
wen gemeenteraad.
Worden benoemd voor het Hoofd
stembureau waarvan ambtshalve voor
zitter is den burgemeester, tot leden
de heeren Middelkoop, Kerst, Michael
en v. d. Lely en tot plaatsvervangende
leden de heeren P. Treffers, J v. d.
Hoeven en A. v. d. Hoeven.
Tot leden van het Stembureau te
Capelletot plaatsvervangend Voor
zitter de heer Middelkoop, tot leden
de heeren Sneep en Michael en plaats
vervangende leden de heeren v. d. Leiy
en A. M Verheijden.
Tot ieden van het stembureau in de
school in de Heijstraattot Voorzitter
de heer j v d Hoeven, tot leden de
heeren Treffers en Kerst en tot plaats
vervangende leden de heeren A v d.
Hoeven en J. v Pelt.
Voor het stemdistrict Vrijh Capelle
tot Voorzitter de heer A de Bruijn,
tot leden de heeren Heijmans en W,
Kuijpers, tot plaatsvervangende leden
de heeren J Oerlemans en Kievits
Voor het stemdistrict raadhuis Sprang:
tot Voorzitter de heer G Vos, tot ieden
de heeren W. Verhoeven en Zwart en
tot plaatsvervangende ieden de heeren
Maijers en J. Meijer.
Voor stembureau school Sprangtot
Voorzitter de heer Van Willigenbitrg
tot ieden F de Jong en J de Roon
en tot plaatsvervangende leden de
De Echo van het Zuid
ri Ungstraitsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stokken, gelden ens.,
franco te aenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.60.
Reclames 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 nnr in ons bezit
zijn.
vun ,J)e Echo van het Zuiden".
„Van eene gruwelijke misdaad?" herhaal
de hfl met een gedwongen schaterlach. „Gij
zult erkennen, liefste, dat dit al heel on
waarschijnlijk Is! En van welke misdaad?"
„Van een moordEn daarop veranderde
eensklaps het tooneel."
„Evenals in een tooverstuk."
„In plaats eener gevangenis," ging Mary
voort, „zag ik eene ruime zaal, waar eene
groote menigte bijeen was. Gij ook waart
daar, vader. Tegenover u zaten rechters en
een groepje personen, die ik meende te ken
nen. Een dezer personen geleek zeer op Lu-
cien, mijn verloofde. Een andere vertoonde
de trekken der voornaamste figuur, die op
Stephaan Castel's groot tableau, eene arres
tatie voorstellend, gevonden wordt. Allen
hadden het zeer druk en wezen op u. Hunne
stemmen weerklonken in mijne ooren, doch
ik kon niet verstaan wat zij zeiden. Eens
klaps zag ik u verbleeken vader, wankelen
en daarop was alles ln eene sombere wolk
verdwenen."
,,De droom was dan ten einde?" vroeg
Harmant met eene stem, waarin hij een spot-
tenden toon trachtte te leggen, doch die wer
kelijk van ontroering beefde.
„Nog niet," antwoordde Mary. „Weder
werd het licht; maar een somber en droe
vig licht was het, even als op den morgen
van een regenachtigen dag. In het midden
van een plas bloed zag ik een lichaam uit
gestrekt ten gronde liggen. Vader, gij zult
gemakkelijk mijn angst en mijn ontsteltenis
begrijpen, als gij weet, dat dit lichaam
geen hoofd meer had
Als door ecu onzichtbare macht in bewe-
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OR HET LEVEN
.«lag gebracht, sprong Harmunt op. met beide
handden zijn hoofd vastgrijpend.
„O zwijgZwijg toch mijn kind!'' riep
hij op droevigen toon uit. „Waarom komt
gjj mij al die vreeselijke dingen vertellen?"
„Vader, gij hebt mijn droom willen ken-
i lien. Gij hebt mij ondervraagd en ik heb u
j geantwoord. O, wat was het vreeselijk van
nacht, wat ik gedroomd heb."
I ..Zwijg! Zwijg!" herhaalde Harmant. Ik
wil het! Ik beveel het u
„Ik zal er geen woord meer bijvoegen, va-
i der, doch uit den indruk, die deze op u ge-
i maakt beeft, kunt gij afleiden wat ik dezen
I nacht geleden heb."
Paul Harmant boog het hoofd.
Terwijl hij, naar zijn adem hijgend, de
woorden zijner dochter aanhoorde, werd
zijn geest tevens getroffen door de bijzon
dere overeenkomst met den droom, dien hij
zelf gedroomd had, en de koorts, die Mary
had verteerd, maakte zich ook van hem
meester.
Hij naderde de jeugdige zieke en omhelsde
haar. m
„Gaat gij uit, vader?" vroeg zij.
„Neen, ik ga naar mijn werkkabinet."
„Des te beter."
Waarom?"
„Gij kunt niet begrijpen, hoe bang ik zijn
zou, indien ik vandaag alleen hier moest
blijven."
Harmant antwoordde niet, vol ontstelte
nis verliet hij de eetzaal.
Na de deur van zijn kabinet achter zich
gesloten te hebben, liet liij zich in een fau
teuil nedervaillen. en met wijdgeopende
oogen en verwrongen gelaat staarde hij be
wusteloos voor zich uit.
VIJF EN ZESTIGSTE HOOFDSTUK.
Toen Jeanne, wier vlucht door hare vrien
den zoo krachtig ln de hand werd gewerkt,
het Rendez-vous der Bakkers verlaten had,
was zij, niet wetend waarheen, de straat
opgeloopen.
Haar denkvermogen bezat zij niet. I-tfft
j was of er een nevel over haar brein hing.
I De kreten van Ovidius, zijne bedreigingen,
j zijn onsamenhangende woorden klonken
j haar nog in de ooren, zoowel als de ontevre
i dene kreten hnrergaAjpnJp nmL-
De ongelukkige bereikte de kade, en volg-
de die in de richting van Passy.
I Toen zfl uitgeput van vermoeienis schier
huiten adem de Esplanade der Invaliedeh
had bereikt, viel zfl op eene bank neder,
i terwijl hare blikken vreesachtig in het rond
I dwaalden.
De arme Jeanne beefde bij de gedachte
dat de twee manschappen der politie, die
haar reeds hij de bakkers bijna gearresteerd
hadden, elk oogenblik konden naderen om
haar gevangen te nemen. Toen zij echter na
eenige oogenblikken de overtuiging opdeed,
dat zij niet vervolgd werd, gevoelde zij zicii
kalmer en bedaarder, in staat om over den
toestand na te denken.
Haar eerste gedachte was aan Lucia,
haar dierbaar kind. Zou zij dan de geliefde
nooit meer wederzien? Zou God haar slechts
toegelaten hebben een harer kinderen weer
te vinden om bfl eene nieuwe scheiding alle
vreeselijke wonden weder open te rijten?
Een oogenblik verkeerde zfl in een toe
stand, die aan wanhoop grensde.
„Alles is gedaandacht zfl. „Men weet
dat ik te Parijs ben en spoedig zal men de
hand op mij gelegd hebbenZal ik nog
maals de vlucht nemen, mij nog eens van
mfln kind scheiden! O. God, het is ver
schrikkelijk Ben ik dan voor eeuwig een
rampzalig wezen?"
Jeanne liet het hoofd op de borst zinken
doch na enkele oogenblikken hernam zfl
weer
„Maar Jacques Gérard leeft nogDie
ellendeling heeft het gezegd. Jacques Gérard
is verscholen onder den naam van Paul Har
mant. Die kerel loog niet 1 Op het oogenblik
is deze wellicht gearresteerd. Hfl zal den
naam van zfln medeplichtige wel verraden
Dan zal men vernemen dat ik onschuldig
werd veroordeeld en ik zal vrij zfln, mflne
dochter wederzien, mflne innig geliefde Lu
cia Doch zoo Jacques Gérard, op tijd ge-
waarschuwt er in slaagt de vlucht te nemen,
wat dan? Zoo de ellendeling, die mij eenige
dagen geleden heeft wilen dooden en heden
nog eene misdadige poging tegen mfl aan
wendde, misschien niet is gearresteerd, of
zoo hfl zijne woorden eens terugtrekt, waar
zou ik dan mflne bewijzen halen? Vruchte
loos zou ik dan uitroepenHfl is Jacques
GérardDe man zou antwoorden ik ben
van Clermont, zou men geiooven, maar hem.
den voornamen man. den millionairMfln
God, heb medelflden met mfl Schenk mfl
uwen raad! Wat moet ik doen?"
En Jeanne stortte hittere tranen.
Twee politieagenten hadden haar ln het
oog. Hare zonderlinge houding en wanho
pige bewegingen hadden hunne aandacht
getrokken.
Zfl naderden onopgemerkt en een van hen
legde haar de hand op den schouder.
Zoodra Jeanne de oogen opsloeg, liep haar
eene rilling over de leden. Zfl beefde vol
angst en schrik.
,.Wat is er. goede vrouw?" vroeg de man,
die haar de hand op den schouder gelegd
had. „Zflt gij ziek?"
Jeanne begreep onmiddellflk, dat men nog
noet geraden had wie zfl was en dat zfl bijge
volg zonder aarZtlen moest antwoorden.
„Een zwaar leed verteert mfl1." zeide zfl.
„Waarom gaat gfl niet naar huis?"
„Ik ga."
„Welaan dan, zet u in beweging. Dat zal
u goed doen."
Jeanne stond op. De brug der Invalieden
Hag voor haar.
..Jeanne liep de brug over en bevond zich
in de Elyseesche velden, die zfl doorliep tot
den Triomfboog en volgde dan de laan naar
het Bois de Boulogne.
De nacht begon te vallen. De ongelukkige
vrouw liet zich op liet gras in het bosch
nederzinken onder de hoornen en gaf hier
weer een vrflen loop aan hare tranen.
Deze vlucht bracht haar eene andere voor
den geest, een en twintig jaar geleden, toen
zfl zich, met den kleinen Georges aan de
hand, van de fabriek van Alfortville verwij
derde. en hare oogen zagen weer de gen
darmes, die haar in den tuin der pastorie
van Chevry arresteerden. Beurtelings ston
den haar voor den geest de rechtbank, de
Salpétrière, de centrale gevangenis, hare
tweede vlucht door de sneeuw.
Daar verloor zfl het bewustzijn, en toen
zfl weer bflkwam was het reeds diep in den
itaeht.
Eensklaps stond zfl op.
„Wellicht is er politie ln het bosch," dacht
zfl. „Die mfl zou kunnen vragen van waar
ik kom, waar ik heenga. Ik moet voorzich
tig zfln."
met hoogc hoornen omzoomd. Zonder te
weten waar zfl heen ging. wandelde zfl den
ganschen nacht, nu eens een weg rechts,
dan een links kiezend, om daarna weer de
-hreêde laan te volgen en 's morgens hfl het
krieken van den dag. betrad zij de vlakte
van Longchamps.
Zfl volgde de Seine en bereikte weldra
Neuilly; doch spoedig begonnen haar de
krachten te verlaten en zfl gevoelde de aan
vallen van den honger.
Behalve de tweehonderd franken haar
door de waardin van het Reiulez-vous dei-
Bakkers ter hand gesteld, had zfl nog eenig
klein geld in den zak.
Men begon de winkels te openen. Zfl trad
eene restauratie binnen en liet zich wat
koud vleesch met brood opdienen, dat zfl
langzaam gebruikte. Geruimen tijd zat zfl
daar voor het venster met het oog op het
water, dat beneden haar voorbij stroomde.
Zfl kon de oogen van den stroom niet af
houden, van het doorschijnende water, dat
daar met een zacht gemurmel voorbfl-
stroo.mde en haar scheen te roepen.
De dood stond haar voor den geest, een
«dood die een einde brengt aan alle smarten,
alle -kwellingen en angsten.
...-Stervenmompelde zij eensklaps. „Rest
er mij dan niets anders meer? Maar dat zou
eene misdaad zfln, die wraak zou roepen
in den hemelEn zou ik vergeten kunnen,
dat ik mfln zoon nog te zoeken heb? Zou ik
lafhartig den dood in de armen loopen en
Jacques Gérard ongestraft achterlaten, die
dan vrfl zijne dochter schenken kan aan
den braven jongeman, wiens vader hfl ver
moord heeft!... Neen! Neen! Dat zou te
laf zflnEen zware misdaad Dat zal niet
gebeuren
Jeanne stond haastig op. geheel veranderd.
„Ben ik hier ver van Courbevoie?" vroeg
zij aan de dienstmeid.
„Neen. madame, Courbevoie ligt aan de
overzijde der brug."
„Kent gfl de fabriek van den heer Paul
Harmant?"
„O ja Van deze plaats reeds kan men ze
■zien.Ivflk ginds, die hooge schoorsteenen
„Ik dank u," zeide Jeanne en vertrok.
Aan de fabriek gekomen schelde zfl en
eene vrouw opende de deur.
„Is mijnheer Harmant hier?" vroeg de
draagster.