lohan van
komt!
Provinciaal hieuws
Waalwijk, 20 Februari.
Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor de Langstraat
te Waalwijk.
Waalwijk, 16 Febr. 1923.
Qisteren hield de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor de Langstraat
te Waalwijk onder Voorzitterschap van
den heer B. Timmermans-Verschure
eene vergadering, waarbij tegenwoordig
waren 7 leden van de afdeeling klein
bedrijf en 6 leden van het grootbedrijf.
Alvorens met de behandeling van de
agenda aan te vangen sprak de voor
zitter ongeveer als volgt
„De eerste vergadering in het Nieuwe
Jaar legt mij den plicht op, U een
overzicht te geven van de werkzaam
heden der Kamer en van den toestand
van industrie en handel gedurende het
afgeloopen jaar.
Een aangename taak is dit niet, om
dat, wat de Kamer zelf betreft, de
ontwikkeling van dit nieuwe instituut
geenszins aan mijne (ik durf wel zeggen
onze) verwachtingen heeft beantwoord
en de bereikte resultaten dan ook pover
zijn te noemen. Wat de toestand van
handel en industrie betreft, is deze
van slecht, slechter en eindelijk precair
geworden. Tengevolge van het talmen
der Regeering om tijdelijke maatregelen
te treffen tegen den ongebreidelden
buitenlandschen invoer hebben de
hooidbronnen van bestaan in het res
sort onzer Kamer dermate geleden, dat
alleen bij onmiddellijke hulp nog iets
te redden zal zijn van de reeds ten
deele ten onder gegane schoen- en
lederindustrie.
Zooals ik reeds zooeven zeide, kun
nen wij niet tevreden zijn over hetgeen
de Kamer heeft tot stand gebracht. De
oorzaak, waaraan de weinige activiteit
is toe te schrijven, heb ik in de vorige
vergadering reeds aangeduid. Het doet
mij groot genoegen, dat ook in andere
Kamers dezelfde entstemming over den
tegenwoordigen gang van zaken tot
uiting is gekomen. Het is dezelfde
klacht: gemis aan waardeering voor
de adviezen der Kamer van de zijde
der Regeering, zoowel als van de
provinciale en gemeentelijke bestuurs
colleges.
Sinds de instelling der nieuwe Ka
mers is, althans wat onze Kamer be
treft, ons van de zijde van de Depar
tementen geen enkel verzoek geworden
om advies uit te brengen omtrent ont
werpen van wet, bestuursmaatregelen
of dergelijke; evenmin van staats
instellingen. Wanneer van die zijde
niet meer belangstelling voor de Kamers
wordt getoond, ik wees er reeds vroeger
op dan moeten zeker geen hooge ver
wachtingen worden gekoesterd omtrent
de toenemende activiteit der Kamers
zelf.
Te waardeeren valt in dit verband
het verzoek der Nijmeegsche Kamer
om de advies-commissiën voor spoor
wegdiensten, die thans door de Col
leges van Gedeputeerde Staten worden
benoemd, in het vervolg te doen be
noemen door de Kamers van Koop
handel. Inderdaad, dezen weg moet het
op. Zonder af te dingen op de in
zichten van anderen, zullen het toch
zeker op de eerste plaats de Kamers
van Koophandel moeten zijn, die mede
werken tot de keuze van personen,
die de Regeering of de Staatsinstel
lingen hebben te adviseeren omtrent
aangelegenheden, die voor industrie
en handel van het allergrootste gewicht
zijn. Wordt door de Nijmeegsche Kamer
alleen genoemd de Commissie voor
Spoorwegdiensten, voor meerdere der
gelijke instellingen zal het benoemings
recht moeten worden overgedragen aan
de officieele vertegenwoordigers van
handel en industrie. Dan eerst kan
handel en industrie, niet tweedehands,
doch rechtstreeks althans eenige mede
zeggingschap krijgen in aangelegen
heden voor beide van vitaal belang
Eerst dan zal het minder voorkomen,
dat achteraf hemel en aarde moeten
worden bewogen om een eenmaal ge
troffen regeling, omdat zij niet vol
doende met die belangen rekening
houdt, weder gewijzigd te krijgen. Doch
dan moeten daarnaast ook aan de
Kamers van hooger hand de rechten
worden gegeven, die, steunende op het
gezag, dat de Regeering bij de instel
ling der Kamers die ook heeft willen
toekennen, haar toekomen. Dan zal
veel meer dan tot nu gebeurt de
meening der Kamers moeten worden
gevraagd over alle aangelegenheden
betreffende algemeene regelingen, waar
bij handel of nijverheid zijn betrokken.
Valt dus eenerzijds te klagen over
het feit, dat ons geen advies wordt
gevraagd, die klacht geldt evenzeer
voor de weinige aandacht, die aan de
ongevraagde adviezen der Kamers
wordt geschonken. De door de ver
schillende Kamers verzonden adressen
zijn zeer talrijk en betreffen vaak aan
gelegenheden van groot aanbelang. De
verkregen resultaten zijn echter in gee-
nen deele daarmede in overeenstemming
Ook wij hebben ons in dit opzicht bitter
te beklagen Steunende de actie, die
van de betreffende organisatiên van
schoen- en lederfabrikanten uitging om
tijdelijke maatregelen te treffen tegen
den noodlottigen ombelemmerden in
voer van leder en schoeisel, hebben
wij ons in een goed gedocumenteerc
adres gewend tot de Regeering. Door
eene deputatie uit onze Kamer is dit
adres nog eens mondeiing toegelicht
en men verneemt eenvoudig niets. Nie
alleen, dat nog steeds geen beslissingen
zijn genomen, doch men acht het ook
geheel overbodig onze Kamer, de of
ficieele vertegenwoordiging van indu
strie en handel voor een district, waar
de schoen- en ledernijverheid de
grootste beteekenis heeft van gehee
ons land, ten minste in kennis te stellen
met de bezwaren, die het treffen van
de gevraagde regeling aankleven, waar
door ten minste gelegenheid zou wor
den gegeven tot uitwisseling van ge
dachten, die aan beide zijden een beter
inzicht zouden geven omtrent de moei
lijkheden aan de oplossing der gegeven
kwestie verbonden.
Wil de Kamer dan ook bereiken, wat
men bij de reorganisatie van haar ver
wachtte, dan zullen de Regeering en
de bestuurders van hare instellingen
hunne houding in deze hebben te her
zien. Anders zal ook de voorgenomen
oprichting van eene Vereeniging van
Kamers van Koophandel al evenmin
de verbeteringen, die noodig zijn, kun
nen aanbrengen.
Den toestand van handel en industrie
in ons district te schetsen mag feitelijk
overbodig heeten. Wat den toestand
in de schoen- en ledernijverheid be
treft, deze is in de pers zoo van alle
zijden belicht, dat ik slechts in herha
ling zou treden van hetgeen in de tal
rijke en zeer uitvoerige publicaties is
medegedeeld. Het jaar 1922 zal in de
analen der schoen- en lederindustrie
moeten geboekstaafd worden als het
jaar der allerzwaarste beproeving Niet
een enkel oogenblik van opleving heeft
de malaise onderbroken, het is voort
durend slechter en slechter geworden
tot het onhoudbare toe. Einde 1922
stonden in ons ressort nagenoeg alle
schoen- en lederfabrieken geheel of
gedeeltelijk stil en had de werkloosheid
een dergelijken omvang aangenomen
als nog nimmer gekend werd. Buiten
de schoen- en lederindustrie als hoofd
industrie in het ressort onzer Kamer
hebben de andere bedrijven reden tot
tevredenheid gegeven. De handeldrij
vende middenstand ondervindt niet het
minst de ernstige gevolgen van den
hopeloozen toestand in de schoen- en
ledernijverheid.
Komen wij tot een overzicht van
hetgeen door onze Kamer in de afge
loopen 9 maanden van haar bestaan
heeft verricht, dan valt te vermelden,
dat het aantal inschrijvingen in het
Handelsregister is geklommen van 1044
tot 1216. Het aantal inzagen in het
Handelsregister bedroeg 263 en het
aantal afgegeven schriftelijke uittreksels
27. Verder stippen wij aan
1. De medewerking der Kamer werd
verleend om verbetering te verkrijgen
in de statistiek van den im- en export,
wat betreft de noteeringen voor leder
en schoeisel
2. De pogingen van het Gemeente
bestuur van Made om verplaatsing van
het station te verkrijgen werden ge
steund
3. De Kamer trad toe tot de Orga
nisatie in Nederland voor de Interna
tionale Kamer van Koophandel en zij
verleende steun aan de Vereeniging
„Nederland in den Vreemde".
4. De pogingen om eene spoedige
afschaffing van het plakken van rente
zegels te verkrijgen werden door ons
gesteund
5. In samenwerking met de Bossche
Kamer werden pogingen aangewend
om verbetering te verkrijgen in de
postverbinding op Engeland
6. In samenwerking met de organi
satiên van werkgevers en werknemers
werden krachtige pogingen aangewend
tot het verkrijgen van tijdelijke maat
regelen tegen den onbelemmerden
invoer van leder en schoeisel. Het aan
de Regeering gezonden adres werd
door vele gemeentebesturen en eenige
Kamers in het Zuiden des lands
gesteund
7. Ingesteld werd eene Commissie
voor verkeersaangelegenheden
8 Aan de Gedeputeerde Staten in
deze provincie werd verzocht de af
sluiting voor autoverkeer van den
Hoogen Maasdijk tusschen Heusden
en Andel op te heffen,
Diverse aangelegenheden zijn overi
gens nog in studie.
Het zij mij ten slotte nog vergund
Uwe gewaardeerde medewerking te
vragen voor de samenstelling van ons
jaarverslag, Straks zal U het voorstel
worden gedaan tot het benoemen eener
Commissie voor het verslag, doch
niettemin blijft aller belangstelling
daarvoor noodig. Ik zal het zeer op
prijs stellen, dat ieder in eigen kring
zooveel mogelijk stof zal verzamelen
als bijdrage voor het verslag. Het ligt
immers voor de hand, dat juist in dezen
tijd en bij de scherp gevoerde actie
voor de speciale belangen voor het
district onzer Kamer veler oogen op
ons verslag zijn gericht. Ik acht het
daarom van groot belang, dat de uiterste
zorg aan de samenstelling worde be
steed, waarvoor ik Uw aller bijzondere
aandacht vraag.
Is een terugblik op het afgeloopen
jaar weinig bemoedigend, Iaat ons ho
pen, dat de Regeering thans eindelijk
moge inzien dat langer talmen met het
treffen van tijdelijke maatregelen tegen
de valuta invasie den totalen onder
gang beteekent van bepaalde takken
van handel en industrie laat ons door
eendrachtige, krachtige samenwerking
de belangen van handei en industrie,
die ons zijn toevertrouwd, tot het laats»
toe verdedigen, opdat eindelijk 1923
voor ons betere dagen moge brengen
De notulen der vorige vergadering
werden gelezen en onveranderd vast
gesteld.
Aan de orde kwamen een groot aan
tal ingekomen stukken, waarvan wij
de volgende aanstippen
Besloten werd geen adhaesie te be-
tuigen aan een adres van de Ned Auto
mobielclub, gericht tot de Staten dezer
provincie, waarbij wordt verzocht geen
weggeld te heffen van automobilisten
en motorwielrijders, die hun hoofd
verblijf niet binnen de provincie heb
ben.
Naar aanleiding van adressen van
ongeveer gelijke strekking van de Ka
mers te Zwolle en te Haarlem werd
besloten de aandacht van het provin
ciaal bestuur en de besturen van de
binnen het ressort der Kamer gelegen
gemeenten te vestigen op de wensche
lijkheid dat ook van overheidswege
ten spoedigste wordt over gegaan tot
verlenging van den arbeidstijd van het
daarvoor in aanmerking komend per
soneel
Besloten werd toe te treden tot de
Vereeniging Bureau voor Handelsin-
lichten.
Aan de Directie der Spoorwegen
zal worden verzocht de onvoldoende
verlichting door petroleumlampen van
het perron bij de wachtgelegenheid
Raamsdonksveer—Keizersdijk te ver
vangen door electrische verlichting
Geklaagd werd dat niet alleen bij dit
station, doch bij meerdere aan de lijn
's-Hertogenbosch—Zwaluwe de ver
lichting veel te wenschen overlaat,
terwijl met zeer geringe kosten eletri-
sche verlichting is aan te brengen.
Tot het gemeentebestuur van Waal
wijk zal het verzoek worden gericht
de tarieven der staanplaatsen op de
markten te herzien om daarmede de
ongelijkheid in de lasten der winkeliers
en de marktkooplieden eeningszins de
verminderen.
Geklaagd werd over den slechten
oestand van den weg Waalwijk-Til
burg, die een belangrijke industriestad
verbindt met de nijvere Langstraat,
ïesloten werd de Staten der provincie
te verzoeken de noodige middelen be
schikbaar te stellen voor een afdoende
verbetering.
In aansluiting met de adressen van
eenige andere Kamers zal den Minister
van Arbeid worden verzocht de toe
passing van de Arbeidswet voor vol
wassen kantoor personeel op te schor-
ten.
De Kamer vereenigde zich niet met de
ontwerp statuten, waar deze bepalen,
dat de vereeniging niet naar buiten
zal werken. Integendeel werd verlangd,
dat in zaken van algemeen belang,
waaromtrent in den boezem der ver
eeniging overeenstemming is te ver
krijgen, de vereeniging namens alle
aangesloten Kamers zal optreden
Besloten werd toe te treden als lid
van de vereeniging voor Economische
Geschriften (uitgeefster o.m. van het
bekende weekblad «Economische Sta
tistische Berichten").
Het verzoek der Kamer te Nijmegen,
gericht tot den Minister van Waterstaat
om de voordracht ter benoeming van
de leden der Commissie voor de
Spoorwegdiensten voortaan te doen
opmaken door de Kamers van Koop
handel in plaats van door de Gedepu
teerde Staten.
In samenwerking met de Tilburgsche
Kamer zal worden getracht voor de
Zomerdienstregeling ingelegd te krijgen
een ochtend-snelverbinding op Rotter
dam, vertrekkende te Tilburg 7.10 v.m.
waarop de eerste trein uit de Langstraat
(te Waalwijk vertrekkende ten 6.42
aansluiting geeft en te Rotterdam aan
komende 8.52 Station D. Wanneer is
te verkrijgen, dat het vertrekuur van
trein 1016 in de richting Amsterdam,
voor vertrek aangegeven ten 8.52,
eenige minuten later wordt gesteld,
dan zou men vanuit de Langstraat
reeds ten 9 31 in den Haag kunnen
zijn in plaats van ten 10.50 volgens de
ontwerp-dienstregeling. Aangedrongen
zal worden de treinen voor deze
ochtend-snelverbing te doen stoppen
station Gilze-Rijen voor het opnemen
der reizigers uit Dongen.
Tot voorzitter der Kamer werd her
kozen de heer B. Timmermans-Ver
schure, tot voorzitter der Afdeeling
Grootbedrijf de heer A. 1. J. Smits en
voor de Afdeeling Kleinbedrijf de heer
J B. de Lange (aftredend).
Besloten werd tot instelling van eene
Commissie voor Verkeersbelangen, eene
voor het Jaarverslag en eene voor het
Handelsregister. Tot leden der eerst-
gemelde Commissie werden herkozen
de heeren De Haan, Van Dongen en
De Lange, voor de tweede de heeren
Smits, Van Loon en Elemans, voor de
derde de heeren Verheijen, Van Beur
den. Van de Reijdt en Roza.
De bijdragen voor de Nederlandsche
Organisatie der Internationale Kamer
van Koophandel en die voor de Ver
eeniging Nederland in den vreemde,
werden voor 1923 hernieuwd.
Besloten werd een jaarabonnement
te nemen op de Nederlandsche Mercuur
voor alle leden der Kamer.
Vastgesteld werd een tarief voor het
verstrekken van adressen van in het
handelsregister ingeschrevenen voor
handelsdoeleinden.
Tijdelijke beperking van den
invoer van schoenwerk.
Mededeeling werd gedaan van de
door het Bureau verzamelde gegevens,
die dienstig kunnen zijn bij de bespre-
cing die de Kamers van Koophandel
van Rotterdam en den Haag voorne
mens zijn te voeren met de Directie
der Nederlandsche Spoorwegen in zake
iet algemeen spoorwegbeleid.
Door het Dagelijksche Bestuur der
Algemeene Commissie voor een in het
begin van dit jaar te houden bezuini-
ginscongres werd de Kamer een bij
lrage gevraagd van f 50 De oprner-
cïng werd gemaakt dat van de 22
eden van het Eere—Comité en van
de 27 leden van de algemeene Com
missie er geen enkel is uit de Zuide
lijke provinciën. Besloten werd daarom
geen bijdrage te verleenen Hoe stel
selmatig het Zuiden genegeerd wordt
blijkt uit een opmerking, die in dit
verband gemaakt werd, dat van de
114 medewerkers van het Gedenkboek
1898—1923, waarvan Z. E. Dr. De
Visser, Minister van Onderwijs, Kun-
i sten en. Wetenschappen Voorzitter der
Redactie-Commissie is, er een is ge
kozen uit Limburg, twee uit Noord-
Brabant en geen enkele uit Zeeland
Ten aanzien van de toetreding al
dan niet tot de op te richten vereeni
ging van Kamers van Koophandel
werd nog geen beslissing genomen.
Een wetsontwerp is ingediend tot
tijdelijke beperking van den invoer
van schoenen, waaromtrent de regeering
zegt in haar memorie van toelichting
Reeds geruimen tijd heeft de re
geering met bezorgdheid het feit
gadegeslagen, dat de zeer ongelijke
productievoorwaarden in verschillende
landen van Europa de concurrentie
van binneniandsch fabrikaat tegen
goederen, uit het buitenland aange
voerd, niet alleen steeds moeilijker,
doch zelfs onmogelijk maakten,
Dit vraagstuk is uitvoerig behandeld
door de eerste sub-commissie der
derde commissie (economische), inge
steld door de conferentie te Genua,
welke conferentie werd voorbereid
I door experts, daartoe door eenige
mogendheden aangewezen, die te
Londen bijeen kwamen en ter zake
een rapport opstelden.
Ten aanzien van den invoer van
goederen werd in dit rapport de
wensch uitgesproken, dat beperking
van den invoer eer behoorde te ge
schieden door verhooging van invoer
rechten dan door een systeem van
verbod van invoer met consentenver-
leening. De Nederlandsche delegatie
heeft zich verzet tegen het denkbeeld,
dat het middel van verhooging van
invoerrechten de voorkeur verdiende
boven verbod van invoer en de confe
rentie te Genua heeft dit denkbeeld
der experts van Londen niet aange
nomen.
In 9 van de Memorie van Ant
woord op hoofdstuk I der Staatsbe-
grooting is vermeld, dat de regeering
tot het uitvaardigen van invoerver
boden niet dan in de allerlaatste plaats
behoort over te gaan.
De minister blijft dan ook van
meening, dat het bestaande stelsel van
handelspolitiek moet worden gehand
haafd, ook omdat zonder verlaging
van productiekosten duurzaam herstel
van het economisch leven niet moge
lijk is.
Het heeft den minister echter ge
troffen dat de noodtoestand in de
schoenindustrie dusdanige bedenkelijke
afmetingen heeft aangenomen, dat
ernstig dient te worden overwogen,
op welke wijze hier tijdelijk zou
kunnen worden gesteund, De invoer
bedroeg in 1922 het 11- a 12-voudige
van dien in 1913. In verband hiermede
is de werkloosheid in die industrie
tot een zorgwekkende hoogte ge
stegen.
In de 57 der voornaamste schoen
fabrieken is in één jaar tijds het aantal
arbeiders met 42 pCt. afgenomen. Bij
een 32 tal der grootere fabrieken ont
breken x 51 pCt. der arbeiders. In
sommige gemeenten is dit 75 pCt.
In werkelijkheid is de productie echter
nog veel geringer, doordat vele fabri
kanten meer personeel in dienst
hadden, dan met de productie over
eenstemt Zoo bleek, dat in 11 groote
fabrieken bij een normaal bedrijf met
2500 arbeiders 51.000 paar schoenen
werden geproduceerd/terwijl nu met
een aantal van 1350 arbeiders slechts
14.000 paar schoenen worden ver
vaardigd Uit de op dit oogenblik nog
niet gepubliceerde cijfers over Januari
blijkt, dat het ingevoerde paar schoenen
gemiddeld op f 3 20 komt, terwijl zulk
werk, in ons land vervaardigd, tot een
verkoopsprijs komt van f 7.50.
Een stelsel van exportpremies acht
de minister practisch niet uitvoerbaar
en minder gewenscht bovendien. Bij
een mogelijke loonsverlaging zou ook
geen merkbare verbetering kunnen
verwacht worden
Aan een tijdelijk verhoogd invoer
recht kleven groote bezwaren van
praktischen aard, aangezien men daarbij
met steeds wisselende factoren, zooals
productieprijs in Nederland en impor
teerend land, schommelenden wissel
koers, heeft rekening te houden,
waardoor een gestadig wijzigen van
het invoerrecht noodzakelijk wordt,
tenzij men een zoodanig ^recht heft,
dat concurrentie onmogelijk is. In dat
geval werkt het verhoogde recht echter
inderdaad als een verbod^van invoer.
Bij de keuze tusschen algeheel ver
bod van invoer of enkel beperking
daarvan moet, naar de meening van
den minister, aan het laatste beslist
de voorkeur worden gegeven, dewijl
dit naar zijne meening het meest ge
richt is op herstel van normale ver
houdingen.
Een dergelijke maatregel zal het de
industrie wellicht mogelijk maken,
door het verkrijgen eener normale
productie wederom in dezelfde mate
ais voorheen in de binnenlandsche
behoefte te voorzien en haar productie
kosten dientengevolge te verminderen,
waardoor zij tevens beter in staat zal
zijn aan de buitenlandsche concurrentie
het hoofd te bieden.
De beperkte invoer tegen lagen prijs
zal daarbij concurreerend blijven wer
ken en den fabrikanten een prikkel
zijn, steeds tot lageren kostprijs te
produceeren, te meer. wijl deze maat
regel slechts van tijdelijken aard is.
Bovenstaande overwegingen hebben
den minister van arbeid, handel en
nijverheid erjoe geleid, dit wetsontwerp
aanhangig te maken, dat beoogt tot
1 Januari 1924 den invoer van schoenen
te beperken.
Bij de toelichting der artikelen merkt
de minister o.m. op
Artikel 2 heeft de strekking, het ver-
ood van invoer van schoenwerk niet in
werking te doen treden, dan nadat de
voorwaarden zijn vastgesteld, welke een
normalen invoer van schoenen kunnen
verzekeren.
Het komt minder gewenscht voor bij
de wet een invoerverbod vast te stellen
en daarna beperkten invoer onder
bepaalde voorwaarden toe te staan,
omdat alsdan in dit tijdsverloop de
regeering geen middel bezit om prijs
stijgingen tegen te gaan.
Het is gewenscht, dat een commissie
van deskundigen, over de voorwaarden,
welke aan den invoer zijn te verbinden,
advies uitbrengt.
Verderin zekeren zin beteekent
deze maatregel een herleving van het
consentenstelsel, waaraan destijds inder-
aad nadeelen verbonden waren. De
landel in consenten werd echter voor
heen veroorzaakt door de omstandig-
eid, dat de prijzen in het buitenland
door toenemend gebrek steeds hooger
werden, zoodat de te behalen winsten
oenamen en dus de waarde van het
consent in dezelfde verhouding steeg.
Zulks is nu niet het geval, terwijl
bovendien iedereen, die een bepaalde
voorwaarde vervult, b.v. wat betreft
aankoop van een bepaalde hoeveelheid
schoenwerk in het binnenland, in eene
vastgestelde verhouding tot de te:
importeeren hoeveelheid, invoervergun
ning kan verkrijgen.
Ten slotte acht de minister het billijk,
dat de kosten van die, uitvoering der
wet worden verhaald op hen, die bij
den invoer direct belang hebben, omdat
die kosten in hoofdzaak gemaakt moeten
worden om binnen zekere grenzen
eenigen invoer mogelijk te maken.