Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De gestolen Broche f FEUILLETOM EERSTE BLAD. Gemeenteraad JNOO&D-BRABAND" NUMMER 20 WOENSDAQ 28 FEBRUARI 1923. 46e JAARGANG. Uitgat» WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdreaECHO. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen WASPIK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Donderdag 22 Febr. des namiddags ten 5 uur. Voorzitter Edelachtbare heer P. N. Dekkers. Ongeveer tien minuten over 5 opent de Voorzitter de vergaderingafwezig de heer Ruijtenberg, terwijl er 2 vaca tures zijn. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Voorzitter. Mijne HeerenVooraleer ik de agenda van deze raadsvergadering aan de orde stel, gevoel ik me ge drongen een enkel woord tot U te richten Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd is Van ons heengegaan de heer Antoon Verschuren, Oemeente-Ontvanger en Ambtenaar ter Secretarie dezer ge meente. De overledene genoot ons aller onverdeelde hoogachting, omdat wij hem hebben leeren kennen als iemand, die zichzelf vergat als het erop aan kwam om leed van anderen te ver zachten. Hij was de persoon die immer en altijd gereed stond om met de meeste bereidwilligheid zijn hulp en bijstand te verleenen, en die werkte en arbeidde van den vroegen morgen tot den laten avond Dat hij werd weggeroepen zoo jong en op een tijd, dat de vruchten van zijn arbeid hem bevrediging moesten schenken, stemt tot diepen weemoed, maar wanneer we het leven van iemand, niet meten naar zijn jaren maar naar zijn werk, niet naar den duur van zijn bestaan, maar wat hij arbeidde en tot stand brengt voor zijn ideaal, dan zeker is het leven van den ontslapene een lang, een rijk, een voltooid leven geweest. Voor zijne familie moge het dan ook een troost zijn, dat hij door allen ge ëerbiedigd en hooggeacht werd en dat zijne nagedachtenis steeds bij ons in dankbare herinnering zal blijven voort leven. ik heb gezegd. AAN DE ORDE 1. Ingekomen stukken a. Schrijven van Oed. Staten waar bij tze mededeelen dat binnenkortten nieuwef! salarisregeling komt voor Gemeente-Ontvangers Bij eventueele vacature verzoeken Ged. Staten daar van bericht'te zenden opdat de jaar wedde |van den nieuw te benoemen ontvanger in overeenstemming kan worden gebracht met de algemeene regeling. b. Schrijven van Ged. Staten be treffende het beroep van G. van Son in zijn aanslag van den Hoofd. Omslag van 1 Januari tot Mei. Door~ den raad is adressant aange- slaanüvoor een belastbaar inkomen van f 25.000] per jaar, alzoo aan Hoofd. Omslag" hebbend te betalen f623.50. Gezien de inlichtingen die Ged. Staten hebben verkregen, behoort adressant aangeslaan te worden op een bedrag f[van f 10.750 en de aanslag worden teruggebracht op f 369.75. c. Schrijven van Ged. Staten be treffende ambtswoningen. Voorzitter. Ged. Staten willen de huur regelen overeenkomend met de belasting. Zou dat hier worden gedaan, dan zou ik f 330 moeten verwonen en nu betaal ik f 350. Tegen de wet houders heb ik gezegd dat ik dit be drag billijk vind, want de gemeente heeft heel veel aan het huis gedaan. Voor een fatsoenlijk onderhouden huis wil ik een fatsoenlijke huur betalen. Schrijven van den Minister van Financiën, houdende de mededeeling dat door deze gemeente ten onrechte gedurende een reeks van jaren een perceeltje grond, gelegen over de spoorweg bij Vrouwkensvaart, is ver pacht. Dat perceeltje grond behoor aan het Rijk en mitsdien vraagt de Minister het door den raad geïnde bedrag aan het Rijk te willen terug betalen. De Voorzitter zegt dat bij onderzoek gebleken is, dat het perceeltje land werkelijk aan het Rijk toebehoort. Door de gemeente is dit van jaar op jaar verpacht. 22 jaar lang is dat gedaan zonder dat iemand er erg in heeft gehad dat het niet aan de gemeente behoorde. Burg. en Weth. stellen voor een jedrag van f 83 aan den Staat terug te betalen. Van der Rijken. Is het zeker dat het aan het Rijk behoort. Voorzitter. Ja, op het Kadaster is het te zien. Schrijven van Ged. Staten, houdende de mededeeling dat door de gemeente Capelle besloten is om de markten af te schaffen. Wanneer deze gemeente tegen het opheffen daarvan eenig be zwaar heeft, dan moet daarvan kennis worden gegeven. Wordt besloten te berichten dat egen de opheffing van de markt geen jezwaren bestaan Verzoek van het Armbestuur om eene wijziging in de begrooting te willen toestaan. Aangezien het slechts eene admini stratieve maatregel geldt, heeft geen NOVELLE VAN REINHOLD ORTMANN. \WAA LW DOOD. ERVARING STERK. der leden daartegen eenig bezwaar. Schrijven van Ged. Staten, houdende het bericht, dat ze eenige bedenking hebben tegen artikel 4 van de veror dening op de Veemarkt. Conform het voorstel van Ged. Staten wordt besloten. Schrijven van de Middenstandsver- eeniging „De Hanze." In het schrijven wordt gezegd, dat aan den Minister van Onderwijs een subsidie is gevraagd om tegemoet te komen in de kosten voor de Teeken- school. Bericht is echter ingekomen dat voor 1923 geen subsidie meer kan worden gegeven aangezien de aanvrage daarvoor te laat is ingekomen. Deze subsidie moet voor 1 Maart worden aangevraagd. Nu is voor 1924 de aanvraag daar voor aan de Regeering gedaan en het bestuur vleit zich dat dan door het Rijk de gevraagde subsidie zal worden verleend. De subsidie van f 200, door de ge meente gegeven is echter niet vol doende want het onderwijs word door 15 leerlingen trouw gevolgd en daarom vraagt het bestuur voor dit jaar de subsidie met f 100 te verhoogen en f 300 te willen brengen. Voorzitter De kwestie is dus nu maar of de raad meer subsidie wil geven. Van der Rijken. Ik meen dat deze zaak door Burg en Weth. met het Bestuur van „De Hanze" is besproken ik voor mij geloof ook dat de zaak goed marcheert, althans zoo hoor ik van personen zeggen die er veel belang in stellen. Zou misschien niet in overweging gegeven kunnen worden om bet schoolgeld wat te verhoogen, want dat is niet hoog en de jongens die er van profiteeren mogen er wel iets voor over hebben Voorzitter. Met de heer Gijsman hebben wij eene conferentie gehad en die heeft ons gezegd hoe de zaken er bij staanZondere hoogere subsidie kunnen ze, hoe zuinig het beheer ook is, er niet komen. De uitgaafposten waren o.i alle zeer billijk. Nollen. Zouden we dit verzoek niet eens kunnen aanhouden tot een vol gende vergadering. 2) Voorzitter. Is dit wel noodzakelijk Ieder lid kan eenige dagen van te voren inzage van de stukken komen nemen en dan alle mogelijke inlich tingen verkrijgen. Voor eene vlotte afdoening van de zaken is het, niet wenschelijk dat alles wordt aangehou den tot eene volgende vergadering. Maar wil U er een voorstel van maken en als dat wordt ondersteund, zal ik het in omvraag brengen^ Rubbens. Betalen ze reeds en hoe veel. Voorzitter. Betalen doen ze, maar hoeveel weet ik niet precies. Van der Rijken. 52 lessen worden er in het jaar gegeven en ik geloof dat ze per les nu 15 cent betalen. Waar ze degelijk onderricht krijgen geloof ik wel dat mag getracht worden om de leerlingen iets meer te laten betalen en de gemeente dan wat minder. Met algemeene stemmen wordt be sloten het verzoek tot een volgende vergadering aan te houden. Schrijven van Gerrissen houdende het verzoek om zijn aanslag in den Hoofd. Omslag te verminderen. Adressant wijst er in zijn schrijven op dat hij sinds Augustus al werkeloos is. Daarom vraagt hij zijn aanslag voor dit loopend jaar te willen vernietigen. Benoeming van een lid van hei Burgerlijk Armbestuur wegens perio dieke aftreding van den heer A. Kamp. Op de voordracht zijn geplaatst de heeren 1. A. Kamp. 2. De Winter. De heer Kamp wordt met algemeene stemmen herkozen. Benoeming van een lid voor de Commissie tot wering van schoolver zuim ter vervulling in de vacature ontstaan door het overlijden van den heer Schenkels. Door Burg. en Weth. zijn op de voordracht geplaatst de heeren 1. Van der Rijken. 2. A. Brokx. De heer van der Rijken wordt met 6 stemmen gekozen, terwijl de heer Brokx 2 stemmen op zich vereenigden. Benoeming van 4 leden in de schattingscommissie. Voorzitter. De leden voor deze (Wordt vervolgd). De Echo van he Waalwyksche en Langstraatsche Courant Dit blad rerccbijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden «takken, geide» en#., franco te «enden aan den Uitgever. Prijs der Advertentl6n 20 cent per regel; minimum 1-50, Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Moho va» het Zuiien". VRIJ NAAR HET DUITSCH. MAATSCHAPPIJ VAN VEMSJURIHG OP HET LEV EK Warmee!' het haar bedoeling was, den jongen man op zfln onbeleefdheid attent te maken, dan had zij in ieder geval haar doel bereikt, want hfl stond op en zei eenigszins verlegen„Van hinderen is natuurlijk geen sprake, juffrouwIk verzoek u slechts toe stemming om met mijn werk te mogen voort gaan, dat tamelfjk dringend is. Maar wilt u geen plaats nemen? U zult me toch niet willen dwingen om eveneens te blijven staan". „Neen, zoo wreed ben ik niet," antwoord de zjj vroolijk, terwijl zfl op den door ouder-,| dom verzwakten stoel ging zitten. „En ik verzoek u dringend, n niet te laten storen. Ik zal mij zoo stil houden als maar eenigs- zjns mogelijk is." Na deze geruststellende verzekering had dus feitelijk weer aan zijn onderbroken arbeid kunnen gaan, en hij maakte ook wer kelijk aanstalten dit te doen. Maar zijn pen ging niet meer zoo snel over het papier als eerst en nadat hij met vele tusschenpoozen eenige regels geschreven had, keek hij naar het vlammetje van de lamp met een gezicht, als dacht hij veel minder aan zijn werk dan wel aan een passende inleiding voor een verder gesprek met de jonge onbekende, die zulk een bekoorlijke gestalte en een zoo heldere lieflijke stem bezat. En hij behoefde niet lang te peinzen, want ondanks haar plechtige belofte, was zij hem voor. „De kleine heer daarbinnen is toch uw vader, niet waar?" „Zeker, juffrouw, en u staat mij wel toe, dat ik mij aan u voorstel. Ik ben de refe rendaris Rudolf Imberg". „Zeer aangenaam! Zou u mij misschien een groot, zeer groot genoegen willen doen. mijnheer Imberg?" „Indien zulks binnen mijn bereik ligt stellig „Ik heb uw vader een sieraad gegeven waarop hij ons 1000 gulden moet leenen, die wij die ik dringend noodig heb. Hij zegt ook wel dat hij zulks wil doen, maar „Nu? Twijfelt u soms aan zijn woorden?" „Dat niet. Maar hij schijnt zoo streng te zijn om u de waarheid te zeggen ben ik bang voor hem, nadat ik heb gezien, hoe kortaf en beslist hij zijn zaken afwikkelt. En hij sprak ervan, dat ik over mijn per soon behoorlijke inlichtingen moest geven." „Dat zal in ieder geval noodig zijn. De wet verlangt het, en hij zou een strafbaar feit plegen, wanneer hij zich daaraan niet hield." „Och, dat zal toch wel zoo erg niet zijn. Het sieraad is toch niet gestolen." Rudolf Imberg glimlachte. „Zulk een ver denking koestert stelling niemand. En u stelt zich de zaak overigens veel lastiger voor, dan zij werkelijk is. Het opgeven van uw naam, die door mijn vader natuurlijk als een diep geheim wordt bewaard en de overlegging van een document, dat uw op gave bevestigt, zijn stellig voldoende." „Maar dat is juist de kwestie. Ik heb zulk een document niet bij mij en ik kan mij er vanavond ook geen meer verschaffen. Het geld moet ik echter heden nog hebben. O, 't zou vreeseltjk zijn, als ik onverrichter zake weer terug moest keeren Droefheid en angst lagen in haar laatste woorden, in plaats van opgewektheid, die zij tot nu toe getoond had. Bekommerd boog zfl haar hoofdje, zoodat de jonge rechtsge leerde geen groote, schitterende oogen, die hem zoo vol ontroerend, kinderlijk vertrou wen hadden aangeblikt, doch slechts de roode omslagdoek zag. Nogmaals legde hij de pen neer en stond van zijn stoel op. „Ik meng mij anders nooit in de zaken van mfln vader, maar wanneer ik u daar mee van dienst kan zijn juffrouw, dat ik voor u een goed woordje bij hem doe. Zij kon haar dank niet meer betuigen, want juist verscheen August Imberg weer op den drempel van de naar zijn kantoor leidende deur. „Ziezoo! Ik heb een oogenhlikje rust," zei hij, „en wij kunnen, als u het liever hebt, de zaak nu dadelijk hier wel in orde maken. IT hebt toch een legitimatiebewijs?" Thans werden de ronde bruine oogen voor Rudolf Imberg ween zichtbaar. Zij wierp een angstige, om hulp smeekende blik naar hem en hij haastte zich zijn belofte te vervullen. „De jonge dame zei mij zoo juist, dat zij helaas verzuimd had zich van een dusdanig bewjjs te voorzien. Misschien kunt u, in dien plicht en geweten het u niet verbie den, dit keer een uitzondering maken, beste Vader". De pandhouder keek den spreker verwon derd aan. Toen schudde hfl het hoofd. „Als jurist moet jij toch weten Rudolf, dat zulks met den besten wil niet. kan of mag. En dan nog wel met zoo'n waardevol onderpand. Hebt u dan in het geheel niets bij u, juf frouw, dat inlichtingen omtrent uw persoon kan geven? Eén oogje zou ik in liet vertrou wen op uw eerlijkheid en op de Voorspraak van mijn zoon wel kunnen sluiten, maar beide Zfi stak haar hand in een zijzak van haar regenmantel en bracht daaruit een sierlijk brieventaschje van groen leer te voorschijn. „Hier," zei zij benauwd, terwiji zij Au gust Imberg een kaartje smal en langwer pig zooals de nieuwste mode den dames bij bezoeken voorschreef, overhandigde. „Wilt; u zich uit menschlievendheid hiermee tevre den stellen?" „Melanie Neuhoff, Parkstraat 2," las de pandhouder. „Dat is weliswaar een naam en een adres maar ten slotte staan deze toch maar op een visitekaartje en niet op een ambtelijk papier. Denk je werkelijk, Rudolf, dat ik 't daarop kan wagen?" „In een zaak, waarvoor u alleen de ver antwoordelijkheid moet dragen, kan ik u natuurlijk mijn raad niet opdringen, vader.' antwoordde de referendaris, die de bruine oogen nog altijd op zich gericht voelde, aar zelend. „Maar als u mij vraagt, of ik het aou doen, dan zeg ik onmiddellijk ja." De oude aarzelde nog wat maar de mee ning van zijn zoon, tegen wien hij op moest zien omdat deze wel een hoofd grooter was dan hijzelf, bleek voor hem van zoo groot gewicht, dat hij eindelijk alle bedenking- op zfl zette. „Nu, als jfl het zou wagen .jij. een rechtsgeleerde, dan mag ik het per slot van rekening toch wel riskeeren. U zult een ouden man, op wiens naam tot op heden geen enkele smet kleeft, niet in ongelegen heid brengen niet waar, juffrouw'" „Hoe zou ik dat kunnen! Ik zal' integen deel uw vriendelijkheid steeds in dankbare herinnering houden." „Nu, wat dat betreft, dan moet u liever hem dankbaar zijn, die zulks verdienr. Zon der de bemiddeling van mfln zoon, zou ik er waarschijnlijk niet in hebben toegestemd" Hfl verliet de kamer om het pandbriefje in te vullen en geld te halen. De beide ach tergeblevenen stonden eerst verlegen tegen over elkander; dan echter ging hef jonge meisje met een moedig besluit, naar Rudolf Imberg en reikte hem de hand. „Ik dank u hartelijk, mflnheer Imberg IT iiebt mfl een grooten dienst bewezen. Maar ik mag er toch wel op rekenen, dat u er met niemand over zult spreken, niet waar?" „Moet ik U dat eerst nog verzekeren, al vorens U daarover gerust bent, juffrouw? Ik zou immers een eerlooze zijn, indien ik mfl Uw vertrouwen onwaardig toonde." Hfl voelde door de fflne handschoen de jeugdige warmte van de kleine, blanke hand die zfl langer dan misschien wel noodig was in de zflne liet rusten. Hfl was op het punt een woord van hoop op een spoedig weer zien tot haar te richten, toen het hem plot seling inviel dat zulk een weerzien bfl haar slechts pflnlflke verlegenheid kon opwekken en daarom sprak hfl zijn wensch en zijn hoop maar niet uit. Reeds spoedig daarop trad ook August Imberg weer binnen en bfl het piepen van de deur had de jonge dame dadelflk haar hand teruggetrokken om zich snel tot den pandhouder te wenden. Hfl reikte haar het pandbriefje en een pakje banknoten en zfl stak alles, zonder het geld na te tellen, ta- melflk achteloos in de zak van haar regen mantel. Nog een laatsten dankbaren blik van de bruine oogen vol uitdrukking wierp zij naar den referendaris en toen gleed zfl met een vriendelflken groet naar buiten. „Een aardig, knap jong meisje", zei Au gust Imberg meesmuilend. „Ja, ja, bfl zulke voorname lieden is ook alles niet zoo. schit terend, als het dikwijls wel iflkt. Misschien heeft zfl haar hart voor jou uitgestort, ter- wfll ze met je alleen was en je meegedeeld, waarom zfl het geld zoo dringend noodig had?" „Hoe zou zfl dat hebben kunnen doen, va der, om mfl haar geheimen te vertellen mfl, een vreemde?" „Nu, ik meende alleen maar, dat je toch niet zonder een enkele aanleiding zoo vol vuur voor haar in de bres zou zfln gespron gen. Ik hoop dat ik ^een onaangenaam heden van deze geschiedenis zal beleven. Deze broche is minstens het vijfvoudige waard en zooverre bestaat er dus geen ge vaar. Maar het is de eerste keer in deze 30 jaar, dat ik een overtreding bega tegen de politie-voorschriften en wanneer de duivel de hand in het spel had Het opnieuw rinkelen van de heldere win kelbel verhinderde hem, verdere beschouwin gen te houden en de referendaris bleef al leen. Wel ging hfl weer aan den arbeid, maar hoe hfl zich ook geweld aandeed zfln gedachten bfl zfln werk te houden, de her innering aan de smeekende kinderlflke oogen en aan den dankbaren druk van de kleine, zachte hand, werkten zeer storend op' zfln flver. Vlug was de bewerkster van August Im- bergs eerste wetsovertreding onder de don kere poort door en langs de stille straat ge sneld. Een paar honderd passen van 't huis van den pandhouder verwijderd dook plot seling uit een donkeren hoek de gestalte van een grooten, elegant gekleeden man op, die daar schflnbaar op haar komst gewacht had. „Dat heeft verduiveld langj geduurd. Lilli", zei hfl, zfln stem voorzichtig dem pend, hoewel rondom geen menschelflk we zen te zien was, dat hen had kunnen beluis teren. „Ik hoop tenminste maar dat je het geld gekregen hebt".

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1