Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De gestolen Broche EERSTE BLAD. FEUILLETON „NOORD-BRABAND" NUMMER 28. WOENSDAQ 28 MAART 1923. 46e JAARGANG. Uixgayb: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOÖN TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit Bladen Behandeling der Schoenenwet In de Tweede Kamer. (Vervolg.) NOVELLE VAN REINDOLD ORTMANN. 9) rgT^WAA LW DOOR ERVARING STERK. Hii snelde plotseling naar buiten, zonder het antwoord van den doctor af te wachten. Deze echter zag hem hoofdschuddend na. cho van het Zuiden, Waalwijksche en Langstraatschc Courant, Dit blad renehljBt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door bet geheel© rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden en»., franco te (enden aan den Uitgever. De heer de Boer (Platf'indersbond) vreest, dat door dit wetsontwerp de goede gezindheid van het buitenland tegenover ons zal verminderen. Het zal een tweesnijdend zwaard zijn, dat diepe wonden slaat in land- en tuinbouw en onze volkswelvaart in het algemeen. De indiening van dit wetsont werp heeft een zeer onaangename gewaar wording gewekt. Er bestaat alle kans, dat t deze boom nog verder zal uitgroeien. De in- j diening van dit ontwerp doet spreker den- ken aan de plaatselijke toediening van een j pijnstillend middel, dat op andere plaatsen van het lichaam veel sterkere afwijkingen te voorschijn roept. Dit wetje zal door meerdere worden gevolgd. Het getuigt van het gezond verstand en de nuchterheid van de boerenbevolking, dat ook zij niet vraagt om invoerverboden. In de stukken heeft de regeering zelf erkend, dat de productiekos ten verlaagd moeten worden, En toen de heer Braat vroeg, of de regee ring bereid was de concurrentie van de Bel gische witlof tegen te gaan, antwoordde de minister terecht, dat dit niet gewenscht zou zijn gezien onze uitvoer van tuinbouwpro ducten naar België. Dit wetsontwerp zal de kosten van levensonderhoud verhoogen voor éen groote groep personen, wier inkomsten reeds beneden het levenspeil liggen; een groote groep zal zich moeten versoberen om een kleine groep te bevoordeelen. Onze uit voer zal afnemen. Hoe meer een volk zich isoleert, des te meer zullen wanorde en werkloosheid hier toenemen. Ook de heer Lovink heeft gewezen op het gevaar van represailles. Personen uit de kringen van handel, industrie en transportwezen hebben tegen deze wet gewaarschuwd, mannen van gezag op allerlei gebied. De heer Gerretsen (c.-h.) geeft zoo kort mogelijk het standpunt weer van hem en zijn geestverwanten. Enkele van spreker's politieke vrienden en spreker hebben dit wetsontwerp met matige ingenomenheid be groet. Hij Iaat zich echter niet beangstigen door de kreten, die van alle zijden worden aangehevenhoed u voor den eersten stap. Hij heeft ervaren, dat er geen regel is in het economisch leven, die niet door uitzonde ringen bevestigd wordt. Te ver gedreven doctrinarisme voert den vrijhandelaar zoo goed als den protectionist op den verkeer den weg. Toen hier een subsidie was aangenomen aan een onzer internationale stoomvaart lijnen, wat in vrijhandelskringen groote be roering wekte, heeft spreker daarvan nooit een recidive gezien. Men is niet „verder en verder afgegleden". Voor spreker is het een onwaarheid, dat alles wat in de verte reikt naar protectie, zou moeten leiden tot steeds verder afglijden. Hij wenscht de regeering te vertrouwen en dit ontwerp te aanvaar den, indien daarmede bereikt wordt, wat zij zich voorstelt. Indien de regeering ons ver zekert. dat zij niet zal komen tot invoer verboden dan in de allerlaatste plaats en nadat alle middelen zijn uitgeput en dat zij het bestaande stelsel van handelspoltiek zal handhaven, dan gelooft spreker dat. Men kan dictrinair blijven en coüte qua coflte geen enkelen beschermingsmaatregel goedkeuren. Maar men kan ook op een bree der standpunt staan, een nationale politiek huldigen en een ineenstortende industrie willen redden. Spreker staat niet op het standpunt van den heer Vliegen, die alleen het arbeidsbelang tot richtsnoer neemt. Hij beziet de zaak van een hooger plan. Hij staat op vrijhandelsstandpumf, maar niet op het spartaansche vrijhandelsstand punt, dat de heer Vliegen inneemt, die zegt: wat zwak is, moet verdwijnen. Spreker acht de Prinzipenreiterei op dit gebied niet se-, rieus. Hij wenscht dit wetsontwerp alleen te beoordeelen naar zijn eigen merites. Hij koestert geen vrees voor een onbillijke prijs stijging of voor het niet eerbiedigen van de belangen van derden. Maar de vraag, <tie bij hem nog blijft klemmen is deze: of dat wetje na den veel te langen voorbereidings tijd nog wel kan geven, wat het beoogt. Mocht het antwoordt op die vraag bevre digend zijn, (de heer Marchant (v.-d.) dat zal wel!) dan zal spreker ervoor stemmen. In ieder geval zullen wij in geen geval ver der gaan dan de regeering zelf ons bij dit wetje verzoekt te gaan. De heer Tan Gijn (v.-b.) zal met zijn geest verwanten tegen dit ontwerp stemmen. De naleven in de" Kamer, die meenen, dat men dit ontwerp gerust kan aannemen, kunnen dat niet meer volhouden na de rede van den heer Fleskeins en het amendement-Van Rfl- zewjjk. De heer Fleskens wilde in deze eer ste protectieschuit alvast zooveel mogelijk laden. Maar de passagiers voor de volgende schui ten zijn er al. Het praatje van de regeering, dat we hier met een geconcentreerde indu strie te maken hebben, zal op niemand in druk maken. De Vooreitter verzoekt den heer Van Gijn niet te spreken van „praatjes" van de re geering. De heer Van GijnWat de werkloosheids- uitkeeringen betreft, die op sommige ge meente drukken, daarin kan men voorzien door een extra-bijdrage aan de betrokken gemeenten. De levensbehoeften voor de minst, vermo genden worden veel te duur, als men met dergelijke maatregelen voortgaat en straks ook de boven- en onderkleeding enz. be schermd worden. De vrijhandelaar rede neert wanneer de schoenen in het buiten land op den duur goedkooper kunnen wor den gemaakt, dan moet men zich daarin verheugen in het belang van het Nederland- sche volk. Tegenover het belang van eenige duizenden staat, het belang van miUioenen. Maar de vrijhandelaar wil erkennen, dat als de invasie van goedkoope schoenen slechts tijdelijk is, de producent wellicht moet worden geholpen, wanneer de indus trie anders niet op de been kan blijven. Maar is nu de valuta-storing tijdelijk? Daar in zitten twee elementende waan, dat men winst maakt, terwijl men feitelijk werkt met verlies, omdat men 't kapitaal nieVaan vult. Die waan moet voorbijgaan. Maar er is een ander element. De Duitsche arbeiders zijn gewend aan een lagereu levensstandaard. En die factor is niet van tijdelijken aard. Op het oogen- blik echter is hier het reëele loon in de schoenindustrie nog hooger dan in 1914. Spreker maakt zich niet de illusie, dat het blijvend zal kunnen zijn. Deze poging tot tijdelijke protectie houdt echter het herstel van gezonde toestanden tegen en is dus niet zonder gevaar. De regeering heeft echter niet aange toond, dat de schoenindustrie in een nood toestand verkeert: sommige ondernemingen ixin „De Echo v&n het Zuiden", VRIJ NAAR HET DUITSCH. Op zulk een vraag was Doctor Volkmar allerminst bedacht geweest. Toch antwoord de hij zonder aarzelen„Als je het geluk hebt, een verstandige vrouw die niet al te hooge eischen stelt, te treffen, dan in geen gevalMaar neem me niet kwalijk, dat ik een beetje verrast was. Bij jouw eenzame levenswijze had ik gedacht, dat je nog we) niet door Amor's pijltje getroffen zou wor den. En dat ik de verandering in je geheele doen en laten aan verliefdheid zou moeten toeschrijven, kwam werkelijk geen oogenblik in mij oil." „Als je dat gedacht had, zou je je geheel en al vergist hebben, Volkmar," zei Imberg rustig, „ik ben niet verliefd". „Wat beteekent dat? Het gaat dus voor loopig nog maar om een zekere theoretische verklaring?" „Neen. Kan ik op je onverbrekelijke stilzwijgendheid rekenen?" „Moet ik je deze vraag nu als vriend of als advocaat kwalijk nemen, mijn jongen?' „Ze was overbodig, dat zie ik wel in. Nu dan, ik lieb me voorgenomen de hand van Greta Willisen te vragen." De grootste verrassing spiegelde zich af op het verblufte gelaat van den doctor. „Wat! Och, loop rond dat kan je geen ernst zijn". ,'t Is volle ernst. Ik begrijp dat ik beide ongelukkige vrouwen niet als vriend ter zijde kan staan, zonder Greta's naam in ge vaar te brengen. En daar ik nu eenmaal den plicht op mij genomen heb, haar van Prijs der Advertenties 20 cent per regelminimum 1J0. Reclame» 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat Advertenties moeten Weenadag en YrUdag dö® morgens om litoilljk 9 iw 1® om rijn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET UVEH zijn korter of langer tijd gesloten en een en kele is geliquideerd. Maar aangenomen dat de schoenindustrie in nood verkeert, meent spreker dat de regeering hier alweer den gebruikelijken verkeerden weg inslaat van steunen in liet wilde en in het groot, in plaats van steunen naar behoefte. Ditzelfde heeft men gezien bij de brooddistributie en de huurwetten, thans zullen allen, die schoenen dragen, hun tribuut hebben te be talen aan de schoenfabrikanten, ook aan hen, die zonder steun de moeilijkheden kun nen doorkomen. En eerst worden eenige millioenen in han den- gespeeld van de houders van voorraden, wat het ergerlijkste is. Een kind kan begrij pen. dat deze maatregel moet leiden tot prijsverhooging. Vooral de middenstand en de arbeiders met groote gezinnen zullen de nadeelen daarvan gevoelen. De houders van voorraden zullen nu goeden sier maken ten koste van de minst draagkrachtigen. Naïef acht spreker de redeneering, dat de concurrentie van het binnenland de prijzen laag zal houden. Als werkelijk de schoen fabrikanten hier te lande met het buiten land kunnen concurreeren, dan kunnen zij zichzelf ook helpen. De regeering wil den minder kostbaren economischen weg van individueele steunverleening niet op, omdat zij dan zou moeten treden in de beoordeeling van allerlei productiefactoren. Maar dat doet zij thans immers ook! Ook vreest de regeering voor een antecedent. Alsof met dit ontwerp niet een veel erger antecedent gesteld werdHet eenige argu ment voor de regeering om de schoenfabri kanten alleen te helpen, is feitelijk gelegen in hun concentratie. Maar dit ware juist een reden om op andere wijze te helpen. Waar een wil is, is een weg. Juist waar men te doen heeft met zulk een beperkt gebied, kan men zeer gemakkelijk den steun op an dere wijze verleenen. Vervolgens wijst spreker erop, dat door deze invoerverboden de export in hooge mate zal worden bemoeilijkt. Den maatregel om iederen importeur te dwingen ook hier te lande te bestellen, acht hij absoluut onuit voerbaar. Want de personen, die een cliën- teele hebben voor buitenlandsch schoenwerk, zijn anderen dan die een binnenlandsche cliëntéle hebben. Deze maatregel moet leiden tot protectie, die in 1913 door De Standaard als verkiezingsleus is losgelaten en die thans bij de verkiezingen ook niet op het program van de rechterzijde heeft gestaan. Het gaat niet aan, een jaar na de verkiezin gen incidenteel protectie te gaan invoeren. De heer F eb er (r.-k.) meent, dat hier ten onrechte vrijhandel en protectie tegenover elkander worden gesteld. Er is een ander, derde beginsel, dat dieper ligt: van helpen in een noodtoestand. Dat is niet alleen in het belang van de schoenindustrie, maar van ons geheele volk. Men vreest van deze wat represailles en prijsverhooging. Voor de eerste behoeft echter geen vrees te bestaan, gezien de elders opgedane erva ring. Spreker erkent, dat er een tendenz zai zijn tot prijsstijging, maar daartegenover staat ook een tendenz tot prijsdaling door dat de productie van den binnenlandsche fabrieken zal toenemen. Over het leder zal spreker nu niet spreken. Een zijner politieke vrienden zal daarin nader treden. Maar hij meent, dat als men met de strekking van dit ontwerp meegaat, men zich met de op neming van het leder daarin zal kunnen vereenigen Dat het hek hiermede van den dam is, geeft hij niet toe. Als dit wetsont werp in werking treedt, zal naar hij ver trouwt, de ervaring bewijzen, dat het ont werp wel voordeelen, geen nadeelen zal bren gen- Spr. vertrouwt, dat er dan meer aanlei ding zal zijn te zijner tijd ook andere indu strieën te helpen, die in het belang zijn van de welvaart van ons land. De heer Gerritsen (v.-b.) zegt, dat de re geering dit wetsvoorstel ziet als een tijde lijken noodmaatregel en de daaraan verbon den nadeelen aanvaardt om een grooter na deel te keeren: den ondergang van een in dustrie. Dit standpunt lijkt spreker reëel, mits in derdaad een grooter voordeel wordt ver kregen dan het nadeel dat men berokkend. Maar door invoerverboden kan productie voor den export niet bevorderd worden. Al leen de binnenlandsche afzet kan daardoor worden bevorderd. Of nu de productie van het binnenland zal worden bevorderd, hangt af van de voorraden, die hier te lande zijn. Hoe groot zijn deze? De regeering zegt, dat zij er niets van weet. Maar de heer Fleskens zegt, dat ons heele land met schoenwerk zit volgepropt Dan echter helpt de voorgestelde maatregel geen zier; Ook zegt de regeering, eigenlijk niet te weten wat de „normale invoer" is, die zij wil toestaan. Als de houders van de voor raden de prijzen opzetten, zal de regeering echter den invoer ruimer toelaten. Maar dan worden de schoenfabrikanten hier te lande niet in staat gesteld te produceeren. Dit wetsvoorstel is dus niets dan een sprong in het duister. Mej. Van Dorp (lib.) kan ln hoofdzaak 't standpunt van den heer Vliegen tot het hare maken. Haar standpunt is echter breeder. Zij stelt zich op dat van het belang van het geheele volk, maar dat wil zeggen, dat z(j daarbij in de eerste plaats denkt aan de arbeiders, als diegenen, wier materieele welvaart het geringste is Zeker is het verdrietig, als een Indus trie kwijnt maar het Is de vraag, of men nu den stap moet doen dien de regeering ons voor stelt te doen Het standpunt van de regee ring is weinig gemotiveerd, en de logic-a waaronder De Standaard het verdedigt is de logica, die men ten onrechte wel eens als vrouwenlogica qualificeert. den ondergang te redden, blijft mij geen andere uitweg over dan die, waarover ik je zoo juist sprak". „Neem me nou niet kwalijkDaar staat mjjn verstand bij stil. Als je me gezegd had dat je dolveel van het meisje hield, dan zou ik al het mogelijke gedaan hebben om je van deze noodlottige en geheel onmoge lijke gedachte van een huwelijk af te hou den. Maar daar je openlijk toegeeft, dat je niet zoo heel veel om haqr geeft, beschouw ik je voornemen vergeef me de uitdruk king eenvoudig als gekkenwerk". „Het spijt me, als je dat zoo lijkt; in mijn besluit brengt dit echter hoegenaamd geen verandering. En ik herinner mij niet dat ik je gezegd heb, dat ik niets om Greta Willi sen gaf. Ik zei je reeds, dat ik niet verliefd op haar was en dat is de waarheid. Maar ik schat haar heel hoog ja, ik mag zeg gen, dat ik haar oprecht vereer. De omgang met haar en haar moeder heeft mij gelegen heid genoeg gegeven, haar te leeren kennen. Zij is het teerste, liet onbaatzuchtigste en reinste wezen, en zij verdiende stellig een honderdmaal beteren man dan ik ben." „Laat haar dan in je eigen belang nog een poosje op dezen beteren man wachten, Rudolf! Als hij na een zekeren tijd niet is komen opdagen, dan is het voor jou altijd nog vroeg genoeg." Die man zou nooit komen dat weet je net zoo goed als ik. Hoeveel mannen zou den er zijn, die onbevooroordeeld genoeg zouden zijn een wegens diefstal bestrafte vrouw te huwen?" „Niet veel goddank! Het zou er ook heel aardig beginnen uit te zien met het toekomstig geslacht, in dien het anders was. En zoolang ik je mjjn vriend noem, zal ik niet dulden, dat je terwille van een simpele opwelling van edelmoedigheid tot die wei nigen zoudt behooren, die zich in een vlaag van afkeurenswaardige lichtzinnigheid zou den weggooien en de plichten jegens zich zelf en zijn nakomelingen vergaten." „Ik begrijp je niet, Volkmar! Nooit zou ik een dievegge kunnen huwen, ook al zou ik haar, zooals jij het noemt, haast als een waanzinnige liefhebben. Greta Willisen ech ter is onschuldig veroordeeld en juist om tegenover de wereld getuigenis af te leggen van haar onschuld, wil lk haar mijn naam geven. De doctor aarzelde een oogenblik, toen echter trad hij vlak op zijn vriend toe en legde zijn hand op zijn schouder. „Laat mij nog één keer eens ernstig met je praten, mjjn jongen, en vlieg niet dade lijk op als een aangeschoten leeuw. Wat voor bewijzen heb je nu feitelijk voor de onschuld van juffrouw Willisen?" De waarschuwing om zich rustig te hou den was stelling niet overbodig geweest, want Rudolf Imberg's gelaat werd donker rood gekleurd van opwinding. Bijna heftig schudde liij de kalmeerende hand van zijn vriend van zich af. „Moet dat beteekenen, Volkmar, dat ook JÜ „Stniet zoo driftig. Daag mq straks desnoods tot een duel uit, maar luister eerst eens eeni minuut geduldig naar mij. Dat je vader zich bij het afleggen van zijn getui genverklaring heeft vergist en dat de breng ster van de vlinderbroche iemand anders is geweest dan Greta Willisen. geloof ik na tuurljjk zonder eenig voorbehoud. Maar daarmee is toch nog niet bewezen, dat zij de broche niet heeft weggenomen. De ver klaring van mevrouw Halier valt niet weg te praten en deze dame had er tocli niet 't minste belang hij haar gezelschapsdame zwaarder te beschuldigen dan volgens haar overtuiging door de feiten werd aangegeven. Behalve in dit eene geval, waarin zij slechts gedurende enkele minuten juffrouw Willi sen geheel in vertrouwen' nam, heeft zij de sleutel van de kast en van het kistje niet uit handen gegeven. Bij het plegen van den diefstal is klaarblijkelijk noch een valsche sleutel gebruikt, noch geweld gepleegd. De beide dienstmeisjes staan de omstandighe den in aanmerking genomen, buiten elke verdenking en een vreemde zou noch over dag noch des nachts ongemerkt de slaap kamer binnen kunnen sluipen. Moet niet ieder beoordeelaar, die de zaken nuchter bekijkt, al deze feiten in aanmerking nemen de, niet tot de conclusie komen, dat Greta Willisen in een zwak oogenblik voor de ver leiding is bezweken en dat zij dan een of andere kennis of vriendin de opdracht ge geven heeft, het sieraad te beleenen? Het is natuurljjk denkbaar, dat deze persoon mis bruik van haar vertrouwen heeft gemaakt en het ontvangen geld niet aan haar heeft afgedragen. In ieder geval zal het je heel lastig gelukken, de wereld een ander oor deel omtrent deze zaak te verschaffen, zoo lang de overbrengster van den brillanten vlinder niet ontdekt is en zoolang deze den diefstal niet heeft bekend of den werkelij- ken misdadiger genoemd heeft." Met steeds stijgend ongeduld had Rudolf Imberg naar hem geluisterd, maar hij had zich bedwongen, en hij bedwong zich ook nu nog. Schijnbaar rustig vroeg hij„Ben je nu klaar met je redeneering?" „Ik denk van wel. En als je werkelijk de man bent met het gezonde, heldere ver stand, voor wien ik je tot op heden heb ge houden, dan moet dit je genoeg zijn om je van de onuitvoerbaarheid van dit dolle, hu welijksplan te overtuigen. Je zoudt met zulk een stap je heele toekomst verwoesten en je grenzenloos ongelukkig maken. Is echter Greta Willisen werkelijk liet fijnge voelige meisje, zooals jouw medelijden dat in haar ziet, dan moet de gedachte jouw be- staun te hebben verwoest, haar dubbel on gelukkig maken, ook al zou ze zich nu na tuurlijk gemakkelijk genoeg laten overhalen, de hand te grijpen, die haar uit haar droef heid en uit haar kommervolle omstandig heden omhoog zou werken „Je argumenten zjjn, naar ik aanneem, hiermede uitgeput. En als je verdere gereed zoudt hebben, dan verzoek ik je ze jezelf en mij te besparen. Ik heb mijn besluit niet zoo plotseling en zonder strijd genomen, dat liet nu door jouw redeneering ineens aan het wankelen zou worden gebracht. Voor de laatste maal verklaar ik je, dat ik van Gre ta's onschuld rotsvast overtuigd ben, even als ik tegelijkertijd nog steeds geloof in de onschuld van het jonge meisje, dat mijn va der het -sieraad heeft overhandigd. Je kunt me daarom in je hart voor gek uitschelden, maar ik verwacht ook, dat je achting hebt voor mijn overtuiging. Als je sombere voor spellingen inzake mijn toekomst in vervul ling gaan, dan zal ik evenals menig goed voorganger, als offer vallen van den strijd, dien ik terwille van de gerechtigheid voer. Ik kan bezwijken, zooals ieder strijder kan bezwijken; dat het echter met eere zal ge schieden, daarvoor sta ik je borg. En laat nu dit onderwerp tusschen ons voor goed zijn afgehandelde Ik weet dat pe waarschu wing oprecht gemeend was en daarvoor dank ik je zeer. Een herhaling van dit in cident zou mij echter kunnen beleedigen en krenken. Wil je na mijn huwelijk onze zake lijke verhouding verbreken, dan verklaar ik mij ten allen tijde bereid ons contract te beëindigen. Je zult gedurende deze drie maanden wel tijd genoeg hebben het met jezelf te overleggen.. Goede nacht „Hij is werkelijk in staat het te doen," zeide hij bij zich zelf. „Dat toch juist de beste menschen zoo dikwijls dol en blind hun ondergang tegemoet willen rennen!" VI. Het was op een somberen Augustusavond, toen Rudolf Imberg zich langzaam en ln vermoeide houding als iemand, die een on aangename taak voor den boeg heeft, begaf naar het oude huis in de Johannesstraat. Hij was in een paar maanden tijds erg ver anderd. Zijn gezicht was bleek en mager gewordeneen hittere, smartelijke trek lag over zjjn gelaat. In zijn oogen echter en op zijn voorhoofd stond een onwankelbaar be sluit vast. Bij het huis van Mevrouw Willisen geko men was er dan ook van aarzelen geen sprake, doch hij trok met vaste hand aan de bel. Toen hem open werd gedaan en toen hjj de slanke meisjesgestalte in het half duister van de gang herkende trad hij snel over den drempel. „U bent het juffrouw Greta? Goddank! En uw gezondheid heeft er niet al te veel onder geleden, niet waar?" „Zooals u ziet, mijnheer Imberg," ant woordde zij, terwijl zij hem de hand reikte. „Men sterft niet zoo gemakkelijk, als men den wil en de plicht heeft om te leven. Wilt u zoo vriendelijk zijn binnen te komen? Mijn moeder is uitgegaan, om zich in een zaak, waar veel handenarbeid noodig is, persoon lijk voor te stellen. Maar ik verwacht haar ieder oogenblik terug". (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1