Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De gestolen Broche
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 28.
WOENSDAQ 28 MAART 1923.
46e JAARGANG.
Uixgayb:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOÖN TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit
Bladen
Behandeling der Schoenenwet
In de Tweede Kamer.
(Vervolg.)
NOVELLE VAN
REINDOLD ORTMANN.
9)
rgT^WAA LW
DOOR ERVARING STERK.
Hii snelde plotseling naar buiten, zonder
het antwoord van den doctor af te wachten.
Deze echter zag hem hoofdschuddend na.
cho van het Zuiden,
Waalwijksche en Langstraatschc Courant,
Dit blad renehljBt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheel© rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden en».,
franco te (enden aan den Uitgever.
De heer de Boer (Platf'indersbond)
vreest, dat door dit wetsontwerp de goede
gezindheid van het buitenland tegenover ons
zal verminderen. Het zal een tweesnijdend
zwaard zijn, dat diepe wonden slaat in land-
en tuinbouw en onze volkswelvaart in het
algemeen. De indiening van dit wetsont
werp heeft een zeer onaangename gewaar
wording gewekt. Er bestaat alle kans, dat t
deze boom nog verder zal uitgroeien. De in- j
diening van dit ontwerp doet spreker den-
ken aan de plaatselijke toediening van een j
pijnstillend middel, dat op andere plaatsen
van het lichaam veel sterkere afwijkingen
te voorschijn roept. Dit wetje zal door
meerdere worden gevolgd. Het getuigt van
het gezond verstand en de nuchterheid van
de boerenbevolking, dat ook zij niet vraagt
om invoerverboden. In de stukken heeft de
regeering zelf erkend, dat de productiekos
ten verlaagd moeten worden,
En toen de heer Braat vroeg, of de regee
ring bereid was de concurrentie van de Bel
gische witlof tegen te gaan, antwoordde de
minister terecht, dat dit niet gewenscht zou
zijn gezien onze uitvoer van tuinbouwpro
ducten naar België. Dit wetsontwerp zal de
kosten van levensonderhoud verhoogen voor
éen groote groep personen, wier inkomsten
reeds beneden het levenspeil liggen; een
groote groep zal zich moeten versoberen om
een kleine groep te bevoordeelen. Onze uit
voer zal afnemen. Hoe meer een volk zich
isoleert, des te meer zullen wanorde en
werkloosheid hier toenemen. Ook de heer
Lovink heeft gewezen op het gevaar van
represailles. Personen uit de kringen van
handel, industrie en transportwezen hebben
tegen deze wet gewaarschuwd, mannen van
gezag op allerlei gebied.
De heer Gerretsen (c.-h.) geeft zoo kort
mogelijk het standpunt weer van hem en
zijn geestverwanten. Enkele van spreker's
politieke vrienden en spreker hebben dit
wetsontwerp met matige ingenomenheid be
groet. Hij Iaat zich echter niet beangstigen
door de kreten, die van alle zijden worden
aangehevenhoed u voor den eersten stap.
Hij heeft ervaren, dat er geen regel is in het
economisch leven, die niet door uitzonde
ringen bevestigd wordt. Te ver gedreven
doctrinarisme voert den vrijhandelaar zoo
goed als den protectionist op den verkeer
den weg.
Toen hier een subsidie was aangenomen
aan een onzer internationale stoomvaart
lijnen, wat in vrijhandelskringen groote be
roering wekte, heeft spreker daarvan nooit
een recidive gezien. Men is niet „verder en
verder afgegleden". Voor spreker is het een
onwaarheid, dat alles wat in de verte reikt
naar protectie, zou moeten leiden tot steeds
verder afglijden. Hij wenscht de regeering
te vertrouwen en dit ontwerp te aanvaar
den, indien daarmede bereikt wordt, wat zij
zich voorstelt. Indien de regeering ons ver
zekert. dat zij niet zal komen tot invoer
verboden dan in de allerlaatste plaats en
nadat alle middelen zijn uitgeput en dat zij
het bestaande stelsel van handelspoltiek zal
handhaven, dan gelooft spreker dat.
Men kan dictrinair blijven en coüte qua
coflte geen enkelen beschermingsmaatregel
goedkeuren. Maar men kan ook op een bree
der standpunt staan, een nationale politiek
huldigen en een ineenstortende industrie
willen redden. Spreker staat niet op het
standpunt van den heer Vliegen, die alleen
het arbeidsbelang tot richtsnoer neemt. Hij
beziet de zaak van een hooger plan.
Hij staat op vrijhandelsstandpumf, maar
niet op het spartaansche vrijhandelsstand
punt, dat de heer Vliegen inneemt, die zegt:
wat zwak is, moet verdwijnen. Spreker acht
de Prinzipenreiterei op dit gebied niet se-,
rieus. Hij wenscht dit wetsontwerp alleen
te beoordeelen naar zijn eigen merites. Hij
koestert geen vrees voor een onbillijke prijs
stijging of voor het niet eerbiedigen van de
belangen van derden. Maar de vraag, <tie
bij hem nog blijft klemmen is deze: of dat
wetje na den veel te langen voorbereidings
tijd nog wel kan geven, wat het beoogt.
Mocht het antwoordt op die vraag bevre
digend zijn, (de heer Marchant (v.-d.) dat
zal wel!) dan zal spreker ervoor stemmen.
In ieder geval zullen wij in geen geval ver
der gaan dan de regeering zelf ons bij dit
wetje verzoekt te gaan.
De heer Tan Gijn (v.-b.) zal met zijn geest
verwanten tegen dit ontwerp stemmen. De
naleven in de" Kamer, die meenen, dat men
dit ontwerp gerust kan aannemen, kunnen
dat niet meer volhouden na de rede van den
heer Fleskeins en het amendement-Van Rfl-
zewjjk. De heer Fleskens wilde in deze eer
ste protectieschuit alvast zooveel mogelijk
laden.
Maar de passagiers voor de volgende schui
ten zijn er al. Het praatje van de regeering,
dat we hier met een geconcentreerde indu
strie te maken hebben, zal op niemand in
druk maken.
De Vooreitter verzoekt den heer Van Gijn
niet te spreken van „praatjes" van de re
geering.
De heer Van GijnWat de werkloosheids-
uitkeeringen betreft, die op sommige ge
meente drukken, daarin kan men voorzien
door een extra-bijdrage aan de betrokken
gemeenten.
De levensbehoeften voor de minst, vermo
genden worden veel te duur, als men met
dergelijke maatregelen voortgaat en straks
ook de boven- en onderkleeding enz. be
schermd worden. De vrijhandelaar rede
neert wanneer de schoenen in het buiten
land op den duur goedkooper kunnen wor
den gemaakt, dan moet men zich daarin
verheugen in het belang van het Nederland-
sche volk. Tegenover het belang van eenige
duizenden staat, het belang van miUioenen.
Maar de vrijhandelaar wil erkennen, dat
als de invasie van goedkoope schoenen
slechts tijdelijk is, de producent wellicht
moet worden geholpen, wanneer de indus
trie anders niet op de been kan blijven.
Maar is nu de valuta-storing tijdelijk? Daar
in zitten twee elementende waan, dat men
winst maakt, terwijl men feitelijk werkt
met verlies, omdat men 't kapitaal nieVaan
vult. Die waan moet voorbijgaan. Maar er
is een ander element.
De Duitsche arbeiders zijn gewend aan
een lagereu levensstandaard. En die factor
is niet van tijdelijken aard. Op het oogen-
blik echter is hier het reëele loon in de
schoenindustrie nog hooger dan in 1914.
Spreker maakt zich niet de illusie, dat het
blijvend zal kunnen zijn. Deze poging tot
tijdelijke protectie houdt echter het herstel
van gezonde toestanden tegen en is dus niet
zonder gevaar.
De regeering heeft echter niet aange
toond, dat de schoenindustrie in een nood
toestand verkeert: sommige ondernemingen
ixin „De Echo v&n het Zuiden",
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
Op zulk een vraag was Doctor Volkmar
allerminst bedacht geweest. Toch antwoord
de hij zonder aarzelen„Als je het geluk
hebt, een verstandige vrouw die niet al te
hooge eischen stelt, te treffen, dan in geen
gevalMaar neem me niet kwalijk, dat ik
een beetje verrast was. Bij jouw eenzame
levenswijze had ik gedacht, dat je nog we)
niet door Amor's pijltje getroffen zou wor
den. En dat ik de verandering in je geheele
doen en laten aan verliefdheid zou moeten
toeschrijven, kwam werkelijk geen oogenblik
in mij oil."
„Als je dat gedacht had, zou je je geheel
en al vergist hebben, Volkmar," zei Imberg
rustig, „ik ben niet verliefd".
„Wat beteekent dat? Het gaat dus voor
loopig nog maar om een zekere theoretische
verklaring?"
„Neen. Kan ik op je onverbrekelijke
stilzwijgendheid rekenen?"
„Moet ik je deze vraag nu als vriend of
als advocaat kwalijk nemen, mijn jongen?'
„Ze was overbodig, dat zie ik wel in. Nu
dan, ik lieb me voorgenomen de hand van
Greta Willisen te vragen."
De grootste verrassing spiegelde zich af
op het verblufte gelaat van den doctor.
„Wat! Och, loop rond dat kan je geen
ernst zijn".
,'t Is volle ernst. Ik begrijp dat ik beide
ongelukkige vrouwen niet als vriend ter
zijde kan staan, zonder Greta's naam in ge
vaar te brengen. En daar ik nu eenmaal
den plicht op mij genomen heb, haar van
Prijs der Advertenties
20 cent per regelminimum 1J0.
Reclame» 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat
Advertenties moeten Weenadag en YrUdag
dö® morgens om litoilljk 9 iw 1® om
rijn.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET UVEH
zijn korter of langer tijd gesloten en een en
kele is geliquideerd. Maar aangenomen dat
de schoenindustrie in nood verkeert, meent
spreker dat de regeering hier alweer den
gebruikelijken verkeerden weg inslaat van
steunen in liet wilde en in het groot, in
plaats van steunen naar behoefte. Ditzelfde
heeft men gezien bij de brooddistributie en
de huurwetten, thans zullen allen, die
schoenen dragen, hun tribuut hebben te be
talen aan de schoenfabrikanten, ook aan
hen, die zonder steun de moeilijkheden kun
nen doorkomen.
En eerst worden eenige millioenen in han
den- gespeeld van de houders van voorraden,
wat het ergerlijkste is. Een kind kan begrij
pen. dat deze maatregel moet leiden tot
prijsverhooging. Vooral de middenstand en
de arbeiders met groote gezinnen zullen de
nadeelen daarvan gevoelen. De houders van
voorraden zullen nu goeden sier maken ten
koste van de minst draagkrachtigen.
Naïef acht spreker de redeneering, dat de
concurrentie van het binnenland de prijzen
laag zal houden. Als werkelijk de schoen
fabrikanten hier te lande met het buiten
land kunnen concurreeren, dan kunnen zij
zichzelf ook helpen. De regeering wil den
minder kostbaren economischen weg van
individueele steunverleening niet op, omdat
zij dan zou moeten treden in de beoordeeling
van allerlei productiefactoren. Maar dat
doet zij thans immers ook! Ook vreest de
regeering voor een antecedent.
Alsof met dit ontwerp niet een veel erger
antecedent gesteld werdHet eenige argu
ment voor de regeering om de schoenfabri
kanten alleen te helpen, is feitelijk gelegen
in hun concentratie. Maar dit ware juist
een reden om op andere wijze te helpen.
Waar een wil is, is een weg. Juist waar men
te doen heeft met zulk een beperkt gebied,
kan men zeer gemakkelijk den steun op an
dere wijze verleenen.
Vervolgens wijst spreker erop, dat door
deze invoerverboden de export in hooge mate
zal worden bemoeilijkt. Den maatregel om
iederen importeur te dwingen ook hier te
lande te bestellen, acht hij absoluut onuit
voerbaar. Want de personen, die een cliën-
teele hebben voor buitenlandsch schoenwerk,
zijn anderen dan die een binnenlandsche
cliëntéle hebben. Deze maatregel moet leiden
tot protectie, die in 1913 door De Standaard
als verkiezingsleus is losgelaten en die
thans bij de verkiezingen ook niet op het
program van de rechterzijde heeft gestaan.
Het gaat niet aan, een jaar na de verkiezin
gen incidenteel protectie te gaan invoeren.
De heer F eb er (r.-k.) meent, dat hier ten
onrechte vrijhandel en protectie tegenover
elkander worden gesteld. Er is een ander,
derde beginsel, dat dieper ligt: van helpen
in een noodtoestand. Dat is niet alleen in
het belang van de schoenindustrie, maar
van ons geheele volk. Men vreest van deze
wat represailles en prijsverhooging.
Voor de eerste behoeft echter geen vrees
te bestaan, gezien de elders opgedane erva
ring. Spreker erkent, dat er een tendenz zai
zijn tot prijsstijging, maar daartegenover
staat ook een tendenz tot prijsdaling door
dat de productie van den binnenlandsche
fabrieken zal toenemen. Over het leder zal
spreker nu niet spreken. Een zijner politieke
vrienden zal daarin nader treden. Maar hij
meent, dat als men met de strekking van
dit ontwerp meegaat, men zich met de op
neming van het leder daarin zal kunnen
vereenigen Dat het hek hiermede van den
dam is, geeft hij niet toe. Als dit wetsont
werp in werking treedt, zal naar hij ver
trouwt, de ervaring bewijzen, dat het ont
werp wel voordeelen, geen nadeelen zal bren
gen-
Spr. vertrouwt, dat er dan meer aanlei
ding zal zijn te zijner tijd ook andere indu
strieën te helpen, die in het belang zijn van
de welvaart van ons land.
De heer Gerritsen (v.-b.) zegt, dat de re
geering dit wetsvoorstel ziet als een tijde
lijken noodmaatregel en de daaraan verbon
den nadeelen aanvaardt om een grooter na
deel te keeren: den ondergang van een in
dustrie.
Dit standpunt lijkt spreker reëel, mits in
derdaad een grooter voordeel wordt ver
kregen dan het nadeel dat men berokkend.
Maar door invoerverboden kan productie
voor den export niet bevorderd worden. Al
leen de binnenlandsche afzet kan daardoor
worden bevorderd. Of nu de productie van
het binnenland zal worden bevorderd, hangt
af van de voorraden, die hier te lande zijn.
Hoe groot zijn deze? De regeering zegt, dat
zij er niets van weet.
Maar de heer Fleskens zegt, dat ons heele
land met schoenwerk zit volgepropt Dan
echter helpt de voorgestelde maatregel geen
zier; Ook zegt de regeering, eigenlijk niet
te weten wat de „normale invoer" is, die zij
wil toestaan. Als de houders van de voor
raden de prijzen opzetten, zal de regeering
echter den invoer ruimer toelaten. Maar
dan worden de schoenfabrikanten hier te
lande niet in staat gesteld te produceeren.
Dit wetsvoorstel is dus niets dan een sprong
in het duister.
Mej. Van Dorp (lib.) kan ln hoofdzaak 't
standpunt van den heer Vliegen tot het hare
maken. Haar standpunt is echter breeder.
Zij stelt zich op dat van het belang van het
geheele volk, maar dat wil zeggen, dat z(j
daarbij in de eerste plaats denkt aan de
arbeiders, als diegenen, wier materieele
welvaart het geringste is
Zeker is het verdrietig, als een Indus trie
kwijnt maar het Is de vraag, of men nu den
stap moet doen dien de regeering ons voor
stelt te doen Het standpunt van de regee
ring is weinig gemotiveerd, en de logic-a
waaronder De Standaard het verdedigt is
de logica, die men ten onrechte wel eens
als vrouwenlogica qualificeert.
den ondergang te redden, blijft mij geen
andere uitweg over dan die, waarover ik je
zoo juist sprak".
„Neem me nou niet kwalijkDaar staat
mjjn verstand bij stil. Als je me gezegd had
dat je dolveel van het meisje hield, dan
zou ik al het mogelijke gedaan hebben om
je van deze noodlottige en geheel onmoge
lijke gedachte van een huwelijk af te hou
den. Maar daar je openlijk toegeeft, dat je
niet zoo heel veel om haqr geeft, beschouw
ik je voornemen vergeef me de uitdruk
king eenvoudig als gekkenwerk".
„Het spijt me, als je dat zoo lijkt; in mijn
besluit brengt dit echter hoegenaamd geen
verandering. En ik herinner mij niet dat ik
je gezegd heb, dat ik niets om Greta Willi
sen gaf. Ik zei je reeds, dat ik niet verliefd
op haar was en dat is de waarheid. Maar
ik schat haar heel hoog ja, ik mag zeg
gen, dat ik haar oprecht vereer. De omgang
met haar en haar moeder heeft mij gelegen
heid genoeg gegeven, haar te leeren kennen.
Zij is het teerste, liet onbaatzuchtigste en
reinste wezen, en zij verdiende stellig een
honderdmaal beteren man dan ik ben."
„Laat haar dan in je eigen belang nog
een poosje op dezen beteren man wachten,
Rudolf! Als hij na een zekeren tijd niet is
komen opdagen, dan is het voor jou altijd
nog vroeg genoeg."
Die man zou nooit komen dat weet je
net zoo goed als ik. Hoeveel mannen zou
den er zijn, die onbevooroordeeld genoeg
zouden zijn een wegens diefstal bestrafte
vrouw te huwen?"
„Niet veel goddank! Het zou er ook
heel aardig beginnen uit te zien met het
toekomstig geslacht, in dien het anders was.
En zoolang ik je mjjn vriend noem, zal ik
niet dulden, dat je terwille van een simpele
opwelling van edelmoedigheid tot die wei
nigen zoudt behooren, die zich in een vlaag
van afkeurenswaardige lichtzinnigheid zou
den weggooien en de plichten jegens zich
zelf en zijn nakomelingen vergaten."
„Ik begrijp je niet, Volkmar! Nooit zou
ik een dievegge kunnen huwen, ook al zou
ik haar, zooals jij het noemt, haast als een
waanzinnige liefhebben. Greta Willisen ech
ter is onschuldig veroordeeld en juist om
tegenover de wereld getuigenis af te leggen
van haar onschuld, wil lk haar mijn naam
geven.
De doctor aarzelde een oogenblik, toen
echter trad hij vlak op zijn vriend toe en
legde zijn hand op zijn schouder.
„Laat mij nog één keer eens ernstig met
je praten, mjjn jongen, en vlieg niet dade
lijk op als een aangeschoten leeuw. Wat
voor bewijzen heb je nu feitelijk voor de
onschuld van juffrouw Willisen?"
De waarschuwing om zich rustig te hou
den was stelling niet overbodig geweest,
want Rudolf Imberg's gelaat werd donker
rood gekleurd van opwinding. Bijna heftig
schudde liij de kalmeerende hand van zijn
vriend van zich af.
„Moet dat beteekenen, Volkmar, dat ook
JÜ
„Stniet zoo driftig. Daag mq straks
desnoods tot een duel uit, maar luister eerst
eens eeni minuut geduldig naar mij. Dat je
vader zich bij het afleggen van zijn getui
genverklaring heeft vergist en dat de breng
ster van de vlinderbroche iemand anders is
geweest dan Greta Willisen. geloof ik na
tuurljjk zonder eenig voorbehoud. Maar
daarmee is toch nog niet bewezen, dat zij
de broche niet heeft weggenomen. De ver
klaring van mevrouw Halier valt niet weg
te praten en deze dame had er tocli niet 't
minste belang hij haar gezelschapsdame
zwaarder te beschuldigen dan volgens haar
overtuiging door de feiten werd aangegeven.
Behalve in dit eene geval, waarin zij slechts
gedurende enkele minuten juffrouw Willi
sen geheel in vertrouwen' nam, heeft zij de
sleutel van de kast en van het kistje niet
uit handen gegeven. Bij het plegen van den
diefstal is klaarblijkelijk noch een valsche
sleutel gebruikt, noch geweld gepleegd. De
beide dienstmeisjes staan de omstandighe
den in aanmerking genomen, buiten elke
verdenking en een vreemde zou noch over
dag noch des nachts ongemerkt de slaap
kamer binnen kunnen sluipen. Moet niet
ieder beoordeelaar, die de zaken nuchter
bekijkt, al deze feiten in aanmerking nemen
de, niet tot de conclusie komen, dat Greta
Willisen in een zwak oogenblik voor de ver
leiding is bezweken en dat zij dan een of
andere kennis of vriendin de opdracht ge
geven heeft, het sieraad te beleenen? Het
is natuurljjk denkbaar, dat deze persoon mis
bruik van haar vertrouwen heeft gemaakt
en het ontvangen geld niet aan haar heeft
afgedragen. In ieder geval zal het je heel
lastig gelukken, de wereld een ander oor
deel omtrent deze zaak te verschaffen, zoo
lang de overbrengster van den brillanten
vlinder niet ontdekt is en zoolang deze den
diefstal niet heeft bekend of den werkelij-
ken misdadiger genoemd heeft."
Met steeds stijgend ongeduld had Rudolf
Imberg naar hem geluisterd, maar hij had
zich bedwongen, en hij bedwong zich ook nu
nog. Schijnbaar rustig vroeg hij„Ben je
nu klaar met je redeneering?"
„Ik denk van wel. En als je werkelijk de
man bent met het gezonde, heldere ver
stand, voor wien ik je tot op heden heb ge
houden, dan moet dit je genoeg zijn om je
van de onuitvoerbaarheid van dit dolle, hu
welijksplan te overtuigen. Je zoudt met
zulk een stap je heele toekomst verwoesten
en je grenzenloos ongelukkig maken. Is
echter Greta Willisen werkelijk liet fijnge
voelige meisje, zooals jouw medelijden dat
in haar ziet, dan moet de gedachte jouw be-
staun te hebben verwoest, haar dubbel on
gelukkig maken, ook al zou ze zich nu na
tuurlijk gemakkelijk genoeg laten overhalen,
de hand te grijpen, die haar uit haar droef
heid en uit haar kommervolle omstandig
heden omhoog zou werken
„Je argumenten zjjn, naar ik aanneem,
hiermede uitgeput. En als je verdere gereed
zoudt hebben, dan verzoek ik je ze jezelf en
mij te besparen. Ik heb mijn besluit niet zoo
plotseling en zonder strijd genomen, dat liet
nu door jouw redeneering ineens aan het
wankelen zou worden gebracht. Voor de
laatste maal verklaar ik je, dat ik van Gre
ta's onschuld rotsvast overtuigd ben, even
als ik tegelijkertijd nog steeds geloof in de
onschuld van het jonge meisje, dat mijn va
der het -sieraad heeft overhandigd. Je kunt
me daarom in je hart voor gek uitschelden,
maar ik verwacht ook, dat je achting hebt
voor mijn overtuiging. Als je sombere voor
spellingen inzake mijn toekomst in vervul
ling gaan, dan zal ik evenals menig goed
voorganger, als offer vallen van den strijd,
dien ik terwille van de gerechtigheid voer.
Ik kan bezwijken, zooals ieder strijder kan
bezwijken; dat het echter met eere zal ge
schieden, daarvoor sta ik je borg. En laat
nu dit onderwerp tusschen ons voor goed
zijn afgehandelde Ik weet dat pe waarschu
wing oprecht gemeend was en daarvoor
dank ik je zeer. Een herhaling van dit in
cident zou mij echter kunnen beleedigen en
krenken. Wil je na mijn huwelijk onze zake
lijke verhouding verbreken, dan verklaar
ik mij ten allen tijde bereid ons contract
te beëindigen. Je zult gedurende deze drie
maanden wel tijd genoeg hebben het met
jezelf te overleggen.. Goede nacht
„Hij is werkelijk in staat het te doen,"
zeide hij bij zich zelf. „Dat toch juist de
beste menschen zoo dikwijls dol en blind
hun ondergang tegemoet willen rennen!"
VI.
Het was op een somberen Augustusavond,
toen Rudolf Imberg zich langzaam en ln
vermoeide houding als iemand, die een on
aangename taak voor den boeg heeft, begaf
naar het oude huis in de Johannesstraat.
Hij was in een paar maanden tijds erg ver
anderd. Zijn gezicht was bleek en mager
gewordeneen hittere, smartelijke trek lag
over zjjn gelaat. In zijn oogen echter en op
zijn voorhoofd stond een onwankelbaar be
sluit vast.
Bij het huis van Mevrouw Willisen geko
men was er dan ook van aarzelen geen
sprake, doch hij trok met vaste hand aan
de bel. Toen hem open werd gedaan en toen
hjj de slanke meisjesgestalte in het half
duister van de gang herkende trad hij snel
over den drempel.
„U bent het juffrouw Greta? Goddank!
En uw gezondheid heeft er niet al te veel
onder geleden, niet waar?"
„Zooals u ziet, mijnheer Imberg," ant
woordde zij, terwijl zij hem de hand reikte.
„Men sterft niet zoo gemakkelijk, als men
den wil en de plicht heeft om te leven. Wilt
u zoo vriendelijk zijn binnen te komen? Mijn
moeder is uitgegaan, om zich in een zaak,
waar veel handenarbeid noodig is, persoon
lijk voor te stellen. Maar ik verwacht haar
ieder oogenblik terug".
(Wordt vervolgd).