Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
PASCHEN.
feuilleton
Dt gestolen Broche
EERSTE BLAD.
R.deRooij-Bourgonjen
Stationstraat 71. Waalwijk.
Uitsioomen Verven.
„NOORD-BfiABAND"
NUMMER 29.
ZATERDAG 31 MAART 1923.
46e JAARGANG.
WAALWIJKSCHB STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telegr.-Adreg: ECHO.
Telefoon No. 88.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
Verkrijgbaar bij
BAARDWIJK. 22300
leder jaar opnieuw zijn de Paasch.
hymen in christenooren het galmende
feestgelui der nieuwe vrede-geboorte
na vasten-stemming van rouw en boet
vaardigheid Schallende klokkenklan-
ken enthousiasmeeren de luisterende
zielen, hunkerend naar licht en geluid
van den Paaschvrede, die ieder jaar
glorievol opgaat over de winter-kilte
van vroomheidsverslapping en doet
openbreken voorjaars|?loei van vuriger
geloofsleven.
Zijn Lente-zon en eindelijk losge
barsten vogelenliederen een nieuw en
lang verbeid geluk voor de versteven
natuur, Paschen is het voorjaarsfeest
van het gemoed. Het Nieuwe Licht,
stralend over de zielen, is de verrezen
Christus, verbeeld door de brandende
Paarschkaars en de juichende Lente
geluiden zijn de troostende fluisterin
gen Gods, die vrede geven, waarvan
de Paaschklokken zingen, 't Is de af
glans van het eerste, geweldige Paasch
Licht, het Verrijzenis-wonder, dat stralen
bleef en de nagalm der heerlijke halle
luja's, welke eenmaal langs de hemelen
daverden en telkens weer opklonken
door de groetende christeneeuwen
„HallelujaDe Heer is waarlijk ver
rezen
Onder de Lente-zegeningen gedijen
over de wereld de planten en bloemen
en boomen, een vruchtdragend leven
van kleurigen overvloed. Zoo is de wil
van den Schepper
Is Paschen de Lente-tijd van het
gemoedsleven, dan moet die geestelijke j
herleving in het rijk der zielen ook
een weelde van bloei doen knoppen,
die rijpen zal tot een overvloedigen
oogst van deugd en heiligheid.
Maar waar de natuur zich niet willig
openlegt voor de zegenrijke inwerking
van het voorjaar, daar kunnen licht en
warmte geen wonderen wekken. Ook
de ziele moet haar diepte ontsluiten
voor de Paasch-genade, welke heden
lichtend over haar opgaat en gevangen
houden de warmte van Gods-vrede en
en Hemelsche Liefde.
Paschen is de opstanding van den
dood tot het leven, van lauwheid tot
ijver, van kilheid tot de warmte der
Liefde Gods. O dat allen dit begrepen,
die versteven liggen in den winter
nacht van ongerechtigheden en zonden,
dat dit verstaan mocht worden door
de wereld, die dreigt onder te gaan in
den guren tijd van anarchisme, dood
vriezend elke kiem van billijkheids
gevoel en broedermin. Want weer
glanst het Nieuwe Licht over de wereld
en schalt het Paaschlied over alle zielen,
maar zoovelen zijn als het doode gewas,
ongevoelig voor de teere aanraking
van de levenwekkende Wonderkracht
der genaden.
O, dat wij allen de beteekenis be
grijpen van de Paasch-glansen en van
het nieuwe gezang, de zalige Halleluja's,
en wijd openzetten onze in winter
vertreurde zielen, opdat Licht en lied
den siuimerenden wil begeesteren zul
len om mee te werken tot vollen rijken
schoonheidsbloei van genaden
Eigen Industrie
AANNEMER 30371
HANDEL IN
Prima Waalsteen, Fabriekstegels fabrikaat Escoyez,
Pannen, Cement, Grind, Zand, enz.
aan concurreerende prijzen.
B M—llllllllIllI
GOEDKOOP.
KEURIG. VLUG.
Stoomververij en Chem. Wasscherij
„DE STRALENDE ZON". Tilburg
Depöts te Waalwijk: 30545
I TH. v. D. SANDEN, Grootestraat 145
Neemt U ook eens proef
TttttpTn WA A LW U K.
doop ervarihs sterk.
NOVELLE VAN
REINHOLD ORTMANN.
10)
t
WaaUyksfbt en Laisgstsaatsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.26.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden en*.,
franco te «enden aan den Uitgever.
J3 raQATi
Prijs der Advertentlén
20 cent per regel; minimum L50.
Reclames 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat
AdvertentlSn moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 uur ln ons beult
sljn.
Volgende belaog-nke bijdrage be
vatte F. N. Z. (bet officieel orgaan van
deo Nedetl. Zuivelbond)
«Waaneer wij de statistiek van Invoer
nagaan, dan blijkt, d«.t ln ons tand de
snivel-Industrie met baar prach'ige or
ganisatie en haar bloeiend verenigings
leven de dooi haar ben«Sodlgde machines
en apparaten voor het grootste gedeelte
in het buitenland betrekt.
Zoo werden er in 1922 voor niet
minder dan f 150 000 aan melk onr-
roomers, voor lOO 000 aan pasten»
voor f 400.000 aan karnkoeders, ens.
aangekocht, terwijl het btdrag aan
koelmachines veilig op 1500.000 kan
geschat worden. Rekent men hlerbii
de tevens uit het buitenland betrokken
stoomketels, stoommachines, enz dan
bhjkt, dat alleen de zuivel-indu^rle
voor minstens 3—4 mülloen gulden
aan machines en appraten gedurende
1922 uit het buitenland betrokken heeft,
niettegenstaande deze ook door onze
nationale n|verheid worden voortge-
bracht.
Goed loonende arbeid voo' 15000
deo Teuling-de Leder.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP NET IEVEH
Nedetiandscbe arbeiders verio»en ge
gaan.
Voorwaar geen kleinigheid.
Mrar ook de zuivelindustrie zelf
brengt zich door aan 't buitenlandscbe
fabrikaat de voorkeur te geven, gewel
dig veel schade toe, doordat de koop
kracht van de 15000 NedetL arbeiders
wordt weggenomen en hierdoor haar
eigen zuivelproduct niet kan worden
betrokken.
In hoeveel zuivelfabrieken wordt
baar nationaal p-oduct niet uitsluitend
door vreemde machines en apparaten
vervaardigd
Hoeveel fabrieken zijn er niet, waar
geen enkelo Nederl. machine opgesteld
s
Een beroep mag dan ook ln deze
gedaan worden op de zuivelindustrie
en haar otganisaties, boerenbonden
e.a. om meer waardeering en steun
->oor datgene, wat onze eigen nationale
nijverheid voorbrengt, te willen verlee-
neo. Om ln deze benarde en moetliike
tjdsomstaodigheden niet toe te staan,
iat eeis bestelling, die even goed hier
te lande kan worden uitgevoerd naar
het buitenland gaat*.
Spre-kt dit korte stukje geen boek-
deelen
vraagt de heer A. Kellenaers in
N-d. Fabrikaat.
En levert het niet andermaal het
welsprekende bewijs, van hoe grooi
b lasg het is, dat wtj toch zooveel
mogelijk de Nederl. industrie steunen I
B-denk toch een» w*t het zeggen
w l, als 15000 arbeiders loonend werk
haddea gek egeD 1
In mlosteos 12 steden van middel
bare groote (tteden van het »ype als
Nrimegen, Tilburg, Dordrecht, Leiden,
Eindhoven e.d.) wa<e dan geen enkelo
werklooze geweest, want een onlangs
verschenen statistiek heeft aangetoond,
dat het aantal werklooz-n in een 12 tal
van znlke steden pl.tn- 15000 bedraagt
En nu geldt be bo enstaande nog
maar alleen voor ééi tak van bedrijf,
n.l. de zuivelindustrie, zeker een
belangrijke tak van bedrijf misschien
zelfs de belangrijkste. Maar we zouden
willen vragen of er ook nog niet andere
belangrijke industrh ëa In 't land zijn
die hetzelfde doen al» de zuivelindustrie,
n.l. haar machinerl'ë* e.d. in 't buiten
land bestellen, terwijl ze in eigenland
even goed te vrrkügen zijn
Als wij do bovengenoemde cijfers
voor ons zien, dan durven wij op grond
daarvan gerust als onze meening uit
spreken, dat de werkloosheid in on9
land voor minstens 3/4 verdwenen zou
zijn als men maar algemeen ons eigen
fabrikaat bevoordeelde.De zulvel-iodus-
st ie bewijst het.
O, mocht ons volk toch eens einde
lijk tot het besef komen, dat steun
orzer eigen industrie het eenlge en t
meest afdoende middel is om ons la? d
door de malaise heers te heipen.
Dat s'oun onzer eigen lodust»ie pHcbt,
heilige plicht is voor ieder weldenkend
Nnderlander.
van
De Echo van het Zuiden".
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
Zij sprak meer en sneller dan anders, als
om over haar verlegenheid heen te komen,
die Rudolf toch onmogelijk kon ontgaan.
Toen zij in de verlichte huiskamer tegen
over "Ikaar stonden, schrikten beiden van
de groote verandering, die ze hadden on
dergaan sinds ze elkander voor het laatst
hadden gezien.
Greta vroeg op een toon waaruit diepe
bezorgdl id sprak: „Wat ziet u er ontdaan
uit, mijnheel' Imberg! U bent toch niet ziek
geweest?"
„O twen een beetje overwerkt mis
schien. Maar dat heeft heelemaal niets te
beteekenen. Ik wil u niet vragen, juffrouw
Greta, hoe u deze vreeselflke drie maan
den
„Neen, neen" viel zij hem smeekend ln de
rede. „Vraagt u daarnaar niet! Laat ons er
nooit over praten, ik verzoek het u drin
gend
„Natuurlijk niet, als u dat zoo wilt. Ik
kwam feitelijk om over iets anders met u
te praten en ik beschouw het als een geluk
kig toeval, dat de afwezigheid van uw moe
der mij in staat stelt, het zonder omwegen
te doen. Gelooft u aan de oprechtheid van
mijn vriendschap, juffrouw Greta?"
„Hoe zou ik daaraan mogen twijfelen na
alles, wat u voor mij wat u voor ons ge
daan heeft!"
„Och, dat was maar bitter weinig en uw
moeder had wel gelijk, toen zfl mij verweet,
dat hat u maar nadeal dan voordeal had
opgeleverd. Nu echter, nu zou ik iets wil
len doen, dat uneen, zoo niet. Neemt u
het mij niet kwalijk, als ik het niet op de
juiste wijze onder woorden weet te bren-
gen".
Het viel hem nu toch oneindig veel moei
lijker, dan hij het zich had voorgesteld. Dat
hij zijn aanzoek niet in het gewaad van een
vurige liefdesverklaring kon steken, daar
over was li ij geen oogenblik in twijfel ge
weest. Maar hij had zich over den geschik-
ten vorm het hoofd niet gebroken, omdat
hij dacht dat op het beslissende moment
hem de passende woorden wel te binnen
zouden schieten. Nu ontdekte hij tot zijn
groote schrik, hoezeer hij zich daarin ver
gist had.
Hoeveel magerder en hleeker zij in deze
drie maanden ook geworden was, was zij
hem nooit lieftalliger toegeschenen dan in
deze zoete verwarring, veroorzaakt door
zijn onhandige inleiding. En hij voelde dat
hij dit bekoorlijke jonge meisje, dat er als
het ware voor geschapen was een liefheb
benden man gelukkig te maken, zijn hand
niet als een edelmoedig, genadig geschenk
mocht aanbieden. Hij beminde haar niet,
daarvan gevoelde hij zich ook nn nog tot
in het diepst van zijn hart overtuigd be
minde haar tenminste niet zoo, als hij het
eens had gedroomd de vrouw te beminnen,
die zijn levensgeluk als een trouwe gezellin
zou vormen. Maar de gedachte, zijn gansche
leven aan het hare te verbinden, had nu,
sinds hij haar in al haar teere, zachte
schoonheid voor zich zag, toch al het he-
angstigende en drukkende voor hem verlo-
reu —alles, dat hem het recht zou hebben
gegeven, zijn besluit nog langer als een daad
van zelfopoffering te beschouwen. Ja, het
flitste voor de eerste maal als een. sombere
gedachte door zijn brein, dat zij het mis
schien was, die hier het zwaarste offer zou
brengen, en dit onbestemde gevoel deed
hem seconden lang aarzelen en onzeker
tevergeefs naar woorden zoeken. Maar hij
zag de pijn, die zfl bij zijn aarzelen leed, en
daarom maakte hij er door een snel besluit
een eind aan.
„Ik ben gekomen, juffrouw Greta, om u
een vraag te stellen, do gewichtigste, die
door een man tot een jong meisje kan ge
richt worden. Wilt u mij ten aanschouwe
van de gansche wereld het recht verleenen,
om u helpend en beschermend ter zijde te
staan? Niet slechts tot den dag, waarop uw
rechtvaardiging zal plaats hebben, maar
voor altijd en niet als uw vriend, maar
als uw echtgenoot?"
Het was geschied, en hij haalde diep
adem. Een zonderlinge blijmoedigheid ge
voelde hij op hetzelfde oogenblik, dat hij
het beslissende woord gesproken had. Alle
zware strijd, dien hij de laatste drie maan
den had gevoerd, scheen voor hem wegge
vaagd. Al was het geluk, waarnaar hij
thans de hand uitstrekte niet bedwelmend
en overweldigend, doch rustig en beschei
den, toch was het geluk dat deed de stem
ming van dit oogenblik hem duidelijk en
overtuigend gevoelen.
Toen Greta bleef zwijgen, wilde hij op
haar toegaan om haar hand in de zijne te
nemen, maar alsof ze zijne gedachte raadde,
keek zij op, en de stomme bede in haar
oogen deed hem ontsteld van zijn voorne
men afzien.
„U antwoordt me niet?" vroeg hij. „Was
er in mijn verzoek iets, dat u gekrenkt of
beleedigd heeft, juffrouw Greta?"
„Neen," antwoordde zij zacht. „Ik gevoel
de groote edelmoedigheid van hetgeen n
zoudt willen doen, en u kunt er van verze
kerd zijn, dat ik u mijn leven lang daar
voor dankbaar zal blijven, maar
„Maar?" Hij had dit woord niet opge
wondener en angstiger kunnen herhalen,
dan wanneer hfl met de hoop van een wer-
kelijken minnaar hierheen zou zijn geko
men. „Maar u slaat mijn verzoek af?"
„Zou u mfl dan nog langer achting kun
nen toedragen, mijnheer Imberg, indien ik
anders handelde?"
Daarop was hij niet voorbereid geweest.
Hij stotterde wel een paar woorden, maar
het was geen antwoord op haar vraag. En
zij kwam hem in zijn radeloosheid te hulp.
U hebt om mijnentwille het vaderlijk
huis verlaten," ging zij voort. „Spreekt u
zulks niet tegen, want ik weet het, al is
het dan ook pas sinds vandaag. En daar u
in de dwaling verkeert, dat u bij mij iets
goed hebt te maken, wilt u nu zelfs voor
den moellHketen, noodlottlgsten «tap niet
terugdeinzen, den laatsten, dien n naar
omstandigheden ten slotte nog voor mij
zoudt kunnen doen. Dat is edel en groot
moedig maar het is veel te edel en veel
te grootmoedig, mijnheer Imnerg, dan dat
ik het zou mogen aannemen."
„Maar u vergist zich de beteekenis die
u aan mijn handelwijze geeft, is verkeerd
ik verzeker u
Haar kalm hoofdschudden deed hem plot
seling zwijgen.
„Laten wij ook nn toch oprecht tegenover
elkander zijn, zooals wij dat tot mij n groote
vreugde tot op heden altijd geweest zijn.
Als ik u nu op uw eer en geweten afvroeg,
of u mij uit liefde, uit echte, werkelijke
liefde tot vrouw begeerde, zoudt u me dan
recht in de oogen mogen kijken en mij met
ja durven antwoorden?"
Er was een stem in zijn binnenste, die
hem toeriep, te doen wat zij verlangde
een stem, die hem stellig niet door het ver
stand werd ingegeven, doch uit het diepst
van zijn hart opwelde. Maar hij kon het
niet over zich verkrijgen deze roepstem te
gehoorzamen. Want hoe hij de gevoelens,
die hij jegens Greta Willisen koesterde ook
mocht noemen de groote en machtige
liefde, de liefde, waaraan zij zelf bij haar
vraag ongetwijfeld had gedacht, was het
niet. Dus keek hij haar niet in de oogen en
zweeg.
Zijechter sprak met een lichte glimlach
en met een plotselinge opgewektheid, die
hij in zijn dwaasheid voor echt opnam, ver
der: „Nu, wilt u nu nog langer beweren
dat ik mij vergis? Ware vrienden moeten
voor alles eerlijk blijven en ik weet dat
u veel te veel mijn vriend bent om mij te
bedriegen. Opdat u zich echter later soms
niet met geheel ongegronde verwijten zult
kwellen, wil ik u nog iets zeggen. Als u me
nu met de heiligste eeden bezworen had,
dat het geheel en al uw bedoeling niet was,
mfl een goedheid te bewijzen, maar dat u
zelf aan een gebroken hart zou sterven in
dien ik uw aanzoek van de hand wees
dan had u desondanks een blauwtje geloo-
pen. En daarom zoudt u toch niet boos op
mfl zijn geweest, niet waar?
„Hoe zou iemand boos op u kunnen zfln,
juffrouw Greta I" antwoordde hfl geheel in
de war en met een gevoel van oprecht ver
driet in het hart. „Ik had gehoopt, dat dit
onderhoud anders afgeloopen zou izfln
maar u hebt me allen moed ontnomen ver
der bfl u aan te dringen."
„Neen, dat moet u ook niet doen. Dat zou
u maar evenzeer ln ongelegenheid brengen
als het 't mfl deed. Wfl moeten ons maar
indenken, dat wfl dit kwartiertje slechts
als eend room beleefd hebben en dit oogen
blik vergeten als de een of andere dwaze
inval."
„En hoe zal het nu met onzen toekomsti-
gen omgang worden? Uw moeder heeft mfl
om zoo te zeggen haar huis verboden en
hoe stuitend haar redenen daarvoor ook
waren, kan ik haar toch ook niet geheel en
al ongelflk geven, te oordeelen naar het
geen zij mfl mededeelde."
„We zulllen elkander dan waarschijnlijk
niet meer zoo vaak mogen zien als vroeger
—misschien slechts dan, wanneer het toe
val ons op zekeren dag op een andere plaats
weer bijeen zou brengen. Maar ik meen,
dat wfl daarom niet minder hartelflk en
vriendschappelijk aan elkander behoeven te
denken."
„U vat deze verandering nog al licht op,
juffrouw Willisen," zei hfl in een aanval
van biterheid. „En u zoudt het toeval, dat
ons op die andere plaats bfl elkaar zou
kunnen brengen, natuurlflk zoo behoedzaam
mogelflk uit den weg gaan. Ik echter zal
geen rustig uurtje meer hebben, want on
ophoudelijk zal mfl de gedachte pijnigen, dat
u den zwaren strfld om het bestaan hebt to
voeren dat u misschien in nood zult gera
ken en de wanhoop ten prooi zult worden,
terwfll ik u niets van mfln overvloed zou
mogen geven, om u uit dien ougelukkigen
toestand op te heffen."
Thans was zfl het, die hem vrijwillig haar
handen toestak. „Door zulke zorgen moet
u zich niet laten verontrusten mfln vriend!
Ik ben in het geheel niet zoo trotsch, als u
wel schflnt te gelooven. Als 't ons eenmaal
werkelflk zoo slecht zou kunnen gaan, zoo
als u het daar uitschildert, dan ik be
loof het u dan zal ik mfl stellig tot nie
mand anders om hulp en bfl stand wenden
dan tot u."
(Wordt vervolgd).