OEM!HM MM
ACCUMULATOREN.
Fa. Gebr. Boeren, - 's-Bosch.
Tweede Blad.
Kerknieuws.
Letteren en Kunst.
ROM A
Starter— en Verlichtingsbatterijen.
„Exide" Agentschap.
Numm. 28. Zaterdag 31 Maart '23.
„Die Jahreszeiten"
van J. Hay dn op het
Programma van
Waalwijks Gemengde
Zangvereeniging.
Uitvoering 16 en 17 April a.s.
(Vervolg IV.)
DE HERFST. Met een buitengewoon
mooie inleiding door het orkestde
zangerig-melodieuse uitbeelding van
de blijde stemming, waarin de land
bouwer verkeert bij de aanschouwing
van de rijkdom door de Natuur voort
gebracht, vangt dit derde gedeelte aan.
In eenige recitatieven geven de solisten
de vertolking van deze gevoelens in
woorden weer Dit vormt de inleiding
voor een breed uitgeweid koor, bet
z g fleisskoor, afgewisseld met het
terzet der solostemmen, als 't ware een
ode aan de menschelijke vlijt, die door
de Natuur wordt beloond. Dit Fleiss
koor is bijzonder lang uitgesponnen,
vergt veel tijd en wordt in den regel
gecoupeerd. Waar het, naar ik ver
neem, bij deze uitvoering ook in de
bedoeling ligt, het (althans gedeeltelijk)
weg te laten zal er hier niet nader
op worden ingegaan.
Aan ons oog ontrolt zich dan een
herfsttafereel: de dartele jeugd, ver
haalt de sopraan, is erop uitgetrokken,
om in het bosch hazelnoten te gaan
zoeken en Simon deelt in vertrouwen
mee, dat een der jonge boeren ineen
boom is geklommen, uit welks top hij,
verborgen in het dicht gebladerte, van
uit de verte de nadering van zijn uit
verkorene gadeslaat (vermoedelijk zal
zooiets m.i. ook in andere jaargetijden
kunnen voorkomende dichter vindt
hiervoor klaarblijkelijk de herfst 't
meest geschiktDoor de strijkers met
het hout geintroduceerd, geven nu
sopraan en tenor in een duet een ver
gelijkende beschouwing tusschen de
schoonen uit de stad ..Die weder
Putz noch Schminken ziert,.... etc.")
en de meisjes van het land, de dochters
der Natuur
Jhr bliiht Gesundheit au} den
Wangen
lhm Auge lacht Zufriedenheit etc."
En nu komt weer een van de mooiste
momenten, als Hanne en Lucas hun
liefde beschrijven als de nimmer ver
gankelijke, als de zuiverste en trouwste
band, die ooit tusschen twee men-
schenharten heeft kunnen bestaanin
vervoering heffen zij een prachtig
duet aan:
„Lieben und geliebet werden
1st der Freuden höchster Qipfel,
1st des Lcbens Wonn' und Gliick
ongetwijfeld weer één van de glans
punten in het werk.
Na de oogst komt de jacht aan de
beurtin een recitatief deelt de bas
mee, dat de boer het gemaaide veld
gaarne aan de landheer voor de jacht
afstaat. De nu volgende beschrijving
van het jachttafereel (ook door de bas)
is weer een typisch voorbeeld van
muzikale uitbeelding op enkele pun
ten zij gewezenVooreerst is het
tempo allegro (levendig)steeds vlug
ger gaat het; er zit iets opwindends
in. Aardig beschrijft de muziek het
snuffelen van den jachthond, die het
wild in de neus krijgt, er achteraan
rent, tot plotseling
da stockt sein Lauf,
und steht er unbewegt wie Stein
Om den vijand te ontgaan, stijgt de
vogel in de lucht omhoog, doch reeds
knalt het schot:
„undwirft ihn todt aus der Lujt herab
Het knallen van het schot, zoowel
als het vallen van de vogel worden
door de muziek weergegeven.
De tenor verhaalt van een groote
drijfjacht, die zal plaats hebben; men
hoort de tonen van de jachthoorns
(waldhoorns) klinken, hetgeen de in
leiding vormt voor het Koor van
„Hört, hört das laute Getön
Das dort im Walde klinget,
Es ist der gellenden Hörner Schalt
Der gierigenHunde Gebelle", enz.
Pittige opgewekte muziek is het, in
aardig rhythme, ook alweer niet zoo
gemakkelijkde waldhoorns komen er
vooral in tot hian recht. Een climax
wordt bereikt bij de woorden
„Mit doppeltem Eifer stürzet nun
der Haufe vereint auf die Führte
[los" enz.
De drie solisten gaan ons dan voor
bereiden op de wijnoogst:
„Am Rebenstocke blinket jetz die helle
Traub in vollem Safte".(sopr.)
Het koor beschrijft en verheerlijkt
deze oogst als een feest; het is er een,
dat .inslaat"; onder de levendig-be
schrijvende begeleiding door het orkest
doet het frisch en opwekkend aan. De
woorden, waarmede het begint, zeggen
al genoeg
„Juhe, Juh, der Wein is da,
dit Tonnen sind gejüllt,
nun lasst uns fröhlich sein
Juhe, Juh! es lebe der Wein!"
Bij de wijn hoort muziek; de vier
kwartsmaat gaat hier over in een zes
achtsten terwijl de strijkers pizzicato
(tokkelend) een soort danswijsje in
zetten, klinkt het:
„Nun tönendie P/ei/en, und wtrbelt
die Trommel (paukl)
und dudelt, und dudelt der Bock
(fagot)
Steeds doller wordt de stemming,
dat gaat meestal zoo als de wijn
rijkelijk vloeit
nHaidaHaida, lasst uns fröhlich
[sein," enz.
Telkens klinken de juichkreten
„Juhe, Juh" ertusschen door, begeleid
door de forsche accoorden van het
orkest*
Met dit feest- en drinklied besluit
de Herfst.
(Slot volgt.)
Behandeling der Schoenenwei
In de Tweede Kamer.
(Vervolg.)
Mej. Van Dorp (Lib.) meent, dat
het moet gaan om het nationaal belang
en dat daarbij het eerst moet worden
gedacht aan den arbeider. De spr. voelt,
dat het onaangenaam is om een indus
trie achteruit te zien gaan, en de spr.
begrijpt, dat het hier een noodmaat
regel betreft, die dezen achteruitgang
moet tegengaan. Zal dat echter bereikt
worden De wet zal in de hand werken
een minder energiek optreden der
bedrijfsleiders, een toename van de
werkloosheid enz. Spr. vreest dat de
regeering is gezwicht voor den aandrang
der belanghebbenden, en dat zij op
dezen weg zal voortgaan. In Zwitserland
heeft immers hetzelfde plaats gehad.
De regeering bepleit haar maatregel
met een beroep op de omstandigheden
op de conjunctuur. Maar waarom zou
die meer drukken op de schoenen
industrie dan op andere bedrijven
Er zal voorts prijsstijging komen.
Natuurlijk de schoenprijzen bij
beschermende maatregelen zullen hoo-
ger worden dan zij zouden kunnen
zijn bij vrijen invoer. Spr. betoogt,
dat de Minister van Arbeid hier in
conflict komt met den Minister van
Nijverheid, omdat door dezen maat
regel de loonen der andere arbeiders
zullen worden gedrukt. Men komt dus
door de industrie-bescherming niet
verder integendeel, de volkswelvaart
zal afnemen.
De industrieelen hebben het fierheid
genoemd, dat Nederland invoerverboden
zou durven instellen. Spr. noemt het
fierheid dat de industrieëel zonder steun
zich redt, en als hij dan gesteund
wordt moet hij dat maar goed voelen.
De heer Van Rijckevorsel (R.K.) is
vóór hei wetsontwerp. Met de theorie,
maar niet met de practijk van den
vrijhandel is het ontwerp in strijd. De
heer Treub, die toch wel een goed
vrijhandelaar was....
De heer Van Gijn (V B.) „Die hield
er geen enkel beginsel op na
De heer Treub heeft zich in gelijken
geest uitgelaten Deze industrie heeft
tijdelijke, geen blijvende bescherming
noodig. Zij is zelfs thans nog in staat
om te concurreeren, maar tegen de
valuta kan ook zij niet voortdurend op
Spr. betoogt, dat de stijging der
schoenprijzen sedert 1913 niet zooveel
heeft bedragen als de stijging van het
indexcijfer en voorts, dat veel buiten-
landsche producten inferieur zijn. Het
is voor ons duidelijk dat de binnen-
landsche industrie het verlagen der
prijzen niet kan volhouden tegenover
de buitenlandsche. Spr. is er van
overtuigd, dat ingrijpen van de regee
ring dringend noodig is en dat het
treffen van andere maatregelen tot
steun te lang zou duren. Het plan-Van
Gijn is voor spreker weinig aantrekke
lijk, omdat het de schatkist veel zal
kosten en moreel zeer ongewenscht is.
Deindustrieëelen willen geen bedeeling,
maar protectie, wat heel wat anders is
Spr. bestrijdt het denkbeeld dat de
schoenprijzen sterk zullen stijgen. Die
stijging zal weinig en geleidelijk zijn.
Bovendien zullen de menschen goede
producten voor hun geld krijgen.
Spr. pleit voor de amendementen-Van
Rijzewijk. Dat deze eerste stap zoo
spoedig door andere zou worden ge
volgd, vreest spr. niet. Daarvoor is de
aard van ons Nederlandsche volk te
voorzichtig.
Te 1.35 wordt twintig minuten ge
pauzeerd.
De Voorzitter stelt na de pauze
voor, het wetsvoorstel-Sannes en de
kieswetswijziging van de agenda af te
voeren, teneinde deze voor het reces
te kunnen afwerken.
De heer Marchant (V.D.) oordeelt
dat de hier verdedigde zaak zwak staat.
Dat blijkt uit de verdediging, die
beneden het peil van minister Aalberse
staat en uit het feit, dat de minister
van Financiën zich er afzijdig van
houdt, ofschoon het wel degelijk zijn
gebied, n.l. dat der handelspolitiek,
raakt.
Theoretische beschouwingen kunnen
achterwege blijven, maar besproken
moeten worden de gevolgen, die uit
deze maatregelen zullen voortvloeien.
Spr. wijst op het eigenaardige feit, dat
niemand met den naam protectionist
wenscht te worden aangeduid, wat
op zichzelf al een aanbeveling voor het
vrijhandelsstelsei is.
Een derde bewijs voor de zwakte
van dit stelsel is de rede van den heer
Gerretson, die het afmaken van zwakken
Spartaansch noemde, alsof het tegen
gestelde, het kweeken van zwakke
kasplanten, dat ook niet was.
Spr. noemt het eigenaardig, dat een
kleine groep wordt beschermd, en dat
het nationaal belang uit het oog wordt
verloren, zooals ook dejieer Gerretson
deed, die ten slotte alleen het belang
van den Nederlandschen schoenfabri
kant zag en niet dacht aan de ver
schillende adressen die de belangen
van anderen bepleitten.
Dat er nog niet is gedreigd met
repressailles is nogal logisch. Daarmee
komt men eerst als de invoerverboden
beginnen te werken en in elk geval
zijn de exporteurs van zuivel e d. voor
die repressailles wel zeer bevreesd
Spr. sluit zich geheel bij den heer
Vliegen aan, voor zoover betreft de
totale onbekendheid met het betrokken
bedrijf. Gegevens daarvoor heeft men
niet kunnen krijgen, en de ervaring
in Zwitserland schijnt zóó te zijn, dat
de prijzen daar 20 25 pCt. boven de
wereldmarkt zijn.
Wat nu de voordeelen voor de
industrie betreft, de fabrikanten
zullen meer krijgen voor hun product,
vooral voor het goedkoope product, en
het is de vraag, of de ondersteuning
van de fabrikanten door de dragers van
goedkoope schoenen gemotiveerd is
Het Duitsche product is bovendien
zoo slecht; de levering er van zoo
onzeker en de voorraad daar zoo
geheel uitverkocht, dat men zich af
vraagt, waarvoor de wet dan noodig
is? Want dan wordt haar werking
nog gevaarlijker.
Het is volgens spr. voor de regeering
een onafwijsbare eisch, dat na deze
industrie ook andere zullen moeten
worden geholpen, omdat deze met
precies dezelfde argumenten komen
Maar nu komt de minister met een
„streek" argument(Gelach). De men
schen zitten daar op elkaar en voor
andere industrieën zijn de fabrikanten
verspreid. Spr. gelooft dat dit wets
ontwerp politiek, wel is gemoti
veerd en niet volgens den inhoud. De
politieke grondslag van dit ontwerp
heeft echter voor spr. geen waarde.
Als er ondersteuning moet worden
gegeven, zal men honderdmaal liever
de invoerrechten verhoogen dan dit
doen, al voelt spr. ook daarvoor weinig.
Dit ontwerp zal leiden tot sollicitatie
en gunstbetoon van overheidswege.
De heer Van Ravesteijn (C.P.)
merkt op, dat het wetsontwerp Braat
evenals dit ontwerp beide blijk geven
van een zeer eenvoudige opvatting;
beide wordt een bepaalde groep
Speciale vakkundige Reparatie-Inrichting.
Laadstation. 22374
Electriciteit.
Tegenover 't Station. Telei. No. 896.
benadeeld en daarvoor moeten dus
maatregelen worden genomen. Daar
onder moeten anderen dan maar lijden.
Bovendien heeft in den senaat niet
juist dezer dagen een debat plaats
gehad over vrijhandel en protectie, een
bewijs, dat het zwaartepunt van de
discussies wordt verplaatst naar den
senaat? Hier worden de zaken meer
practisch bezien. Welnu dit is de eerste
stap op den weg naar protectionisme.
Hebben ze niet alle dezelfde argumen
ten als de schoenenindustrie?
Het staat er met de schoenindustrie
niet zoo buitengewoon slecht voor en
er zijn vele andere industrieën, die er
ook niet florisant aan toe zijn en dus
evenveel recht hebben op bescherming.
De strijd tusschen vrijhandel en
protectie is bijna zoo oud als het
moderne kapitalisme zelf, betoogt spre
ker, en toen die strijd begon, werd
hij vóór de vrijhandel gevoerd onder
de leuze der christelijke beginselen,
terwijl in ons land de rechtsche partijen,
speciaal de Roomsch-Katholieken, die
protectie verdedigen. Het is ten slotte
niet anders dan een strijd tusschen
handelskapitaal en industriekapitaal,
om de winst. Die winst wordt gemaakt
ten koste van de arbeiders, die zoowel
ten kosten van producenten als van
consumenten worden uitgebuit.
De heer Van Rijzewijk (R K.) ver
schilt met de regeering van oordeel
over de kwestie, of de nood in de
schoenindustrie inderdaad zoo hoog
is gestegen, in andere bedrijven
confectie-, zooileder-, sigaren-industrie)
is de nood eveneens zeer groot, hetgeen
blijkt uit de enorme werkloosheid en
het verlies van bedrijfskapitaal. Spr.
betoogt dat de gemeenten-financiën in
verschillende plaatsen (Dongen, Loon-
op Zand) in de war zijn, doordat de
groote inkomsten in verband met het
verval der industrie verdwenen zijn, en
dus de werkloosheidsuitkeering gevaar
loopt. Spr. is dus voor een uitgebreiden
steun van regeeringswege, en heeft
daarom reeds amendementen ingediend,
om de lederindustrie eveneens te
beschermen.
De heer Rutgers (A.R.) vangt aan
met te betoogen, dat het hier geen
principe-kwestie geldt. Spreker en zijn
fractiegenooten zijn geen principieele
vrijhandelaars, maar evenmin protectio-
nisten k outrance. De kwestie hier
betreft een industrie, die tegen zeer
abnormale omstandigheden moet wor
den beschermd.
Het streek-argument kent spr. wel
degelijk waarde toe. De instorting van
een streekindustrie beteekent moreel
en practisch meer dan die eener ver
spreid liggende nijverheid. Hetzelfde
argument is trouwens gebruikt voor
hulp aan den land- en tuinbouw.
Spr. kent de voorkeur toe aan com-
penseerend recht, boven invoerverbo
den. maar aangezien thans alleen het
laatste in behandeling is, zal spreker
dat steunen. De zaak is voldoende en
door zeer uitvoerige bespreking voor
bereid.
De minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid, de heer Aalberse, betoogt,
dat er van buitensporige winstmarges
in de schoenindustrie geen sprake is
de groothandels- en kleinhandelsprijzen
loopen geheel parallel. Schijnbaar was
er sprake van groote winsten, maar
inderdaad was dat niet het geval
Tot de zaak zelve komende, betoogt
spr., dat hij gaarne voor den eersten
keer bij de verdediging van een wets
ontwerp als het onderhavige, zijn stand
punt tegenover de handelspolitiek had
uiteengezet, maar ter wille van den
beperkten tijd moet spr. dat nalaten
Spr. staat niet aan de zijde der dog
matici-vrijhandelaars. Personen, die
uitgaanvan de liberale economie moeten
uitgaan van het principe van den
I vrijhandel Protectie kan goed zijn voor
een land. Alles hangt af van de omstan
digheden in verschillende landen. Als
algemeene regel zou men kunnen
stellen dat in ons land met zijn kleine
binnenlandsche markt vrijhandel als
regel voordeeliger zal zijn dan protectie.
Thans echter hebben we te doen met
buitengewone omstandigheden. Er is
een afstand gekomen tusschen de pro
ductiekosten en de koopkracht en tenzij
die beide tot elkaar worden gebracht,
zal de malaise voortduren. Echter alles
wat leidt tot productiekosten zal moeten
worden vermeden, al zal het meerdere
niet aan het mindere moeten worden
opgeofferd.
Een algemeen-protectionistische poli
tiek zou dus geheel in strijd zijn met
onze nationale belangen, maarerkunnen
zich bepaalde gevallen voordoen waar
in men van den regel afwijkt. Zoo zal
b.v. een hoogovenbedrijf eenige jaren
moeten worden gesteund alvorens het
tot bloei kan komen.
Zoo staat het nu ook met de schoen
industrie. Er is een concurrentie, die
afwijkt van de normale en die het
noodig maakt dat die industrie uit de
knel wordt geholpen. Door de waarde
daling van de munt-eenheid krijgt men
een wanverhouding tusschen de pro
ductiekosten in het eene en het andere
land. Bij de arbeidsloonen bijv. is
dat heel sterk. Door die valuta-
concurrentie wordt onze industrie op
zij gezet. De heer Vliegen zegt, dat
niet de industrie, maar de industrieelen
ten gronde gaan en dat op goedkooper
basis een nieuwe industrie zal opbloeien.
Maar de heer Vliegen vergeet de ellende,
I waarin die menschen met hun arbeiders
worden gedompeld Is het nu niet beter
een beetje te helpen?
Spr. heeft dit wetsontwerp niet ge-
maakt op aandrang van belanghebben
den, maat had reeds lang plannen
daartoe. Spr. had echter nog hoop,
dat ingrijpen niet noodig zou zijn
Bovendien had de regeering de con
sequenties van haar handelingen te
overwegen, vandaar het verwijt, dat
dit ontwerp te laat zou zijn ingediend.
Sommige leden hebben een anderen
vorm van steun bepleitdirecten steun
aan de noodlijdende fabrikanten. Dat
stelsel is inderdaad theoretisch het
meest juiste, omdat daarbij met ieders
behoeften het best rekening wordt
gehouden. Practisch echter is de uitvoe
ring zeer moeilijk Bovendien wan
neer er een invoerverbod komt, weet
men a priori dat het tijdelijk zal zijn
en dan zal iedereen geholpen worden,
terwijl bij directe steunverleening het
eind er van weg is.
Een tijdelijke verhooging der invoer
rechten zou zeker aanleiding geven tot
prijsverhooging en van vele kwaden
is het invoerverbod nog het beste.
Een der grootste bezwaren wordt
genoemd dat van het hellend vlak, maar
juist voor het invoerverbod acht spr.
dat niet aanwezig. Het zou veel sterker
gelden voor verhoogde invoerrechten.
Het gaat hier precies als bij het toestaan
van overwerkvergunningen, die alleen
worden gegeven als het algemeen
belang dat noodzakelijk maakt.
Een ander bezwaar is de prijsstijging.
Ondanks sprekers interrupties heeft de
heer Vliegen dat volgehouden Toch
gaat het daar niet omwel zou dat
het geval zijn bij hoogere invoer
rechten. Hier is geen sprake van kunst
matige prijsstijging, maar alleen be
schermingvan debinnenlandsche markt.
Prijsstijging behoeft in het geheel
niet het gevolg te zijn. Het gaat erom
om de industrie een half jaar op adem
te laten komen. Hij hoopt dat de kamer
ertoe zal medewerken.
De Voorzitter stelt voor van replieken
af te zien en alleen den heer Vliegen
gelegenheid te geven te antwoorden
op een opmerking van den heer van
Rijzewijk, welke bijna van persoon
lijken aard was.
De heer Vliegen maakt hiervan ge
bruik.
De algemeene beschouwingen wor
den besloten.
De heer Van Rijzewijk (R.K.) licht
bij art. 11 eer. amendent toe om ook
voor de lederindustrie den invoer aan
beperkende voorwaarden te verbinden.
Hij wijst op den noodtoestand ook in
deze industrie.
De Minister laat de beslissing aan
de kamer over. Als het noodig is zal
de regeering echter uit zichzelf komen
met genoemd voorstel.
De heer Van Rijzewijk trekt hierop
zijn amendement in.
Bij art 6 licht de heer Van Rijzewijk
een amendement toe om het ontwerp
te doen gelden tot 1 Juli 1924 inplaats
van totl Januari, teneinde meer bedrijfs
zekerheid te bewerken De datum van
1 Januari zou oorzaak zijn, dat door
den te korten tijd van functieonneering
der wet de bestellingen van schoenen
bij vaderlandsche fabrikanten belem
merd zouden worden.
De Minister Iaat de beslissing aan
de kamer. De bezwaren van de tegen
standers worden grooter naar mate de
werking van de wet langer duurt.
Wel wil de minister toezeggen om
streeks October mede te deelen wat
de verdere plannen van de regeering
zijn.
Het amendement wordt ingetrokken.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 50 tegen 37 stemmen.
Z. D H. de Bisschop van *s-Herto-
genbosch heeft benoemd tot conrector
van de Bisschoppelijke Kweekschool
voor R. K. Onderwijzers te 's-Hertogen-
bosch den weleerw. heer L. J de
Rooij, tot kapelaan te 's-Hertogenbosch
(St. Jacob) den weleerw. heer J. J. C
A. Bijnen, tot kapelaan te 's-Hertogen
bosch (St. Petrus) den weleerw heer
H. Th. van Wagenberg, priester van
het Seminarie.
De bekende actrice Sarah Bern
hardt is in den ouderdom van 78 jaar,
gesterkt door de H.H. Sacramenten,
Maandagavond te Parijs overleden Zij
had een groote beroemdheid om haar
kunst en haar excentriciteiten.
Een harer beenen moest indertijd
worden afgezet en des ondanks bleef
zij met dezelfde geestkracht spelen, en
gaf zij met haar spel nog dezelfde be
koring. Ook in ons land trad zij op.
PUDDING
Tevredenheid die groote schat,
Krijgt ieder die ooit Roma at.
LANDLIEDEN EN JAOERS
in -
smaakt als room