DE [CKO VAH HIT 1UIBEN ACCUMULATOREN. Fa. Gebr. Boeren, - 's-EJosch. Gemeenteraad Tweede Blad. Starter— en Verlichtingsbatterijen. „Exide" Agentschap. Numm. 30. Zaterdag 7 April '23 „Die Jahreszeiten" van J. Haydn op het Programma van Waal wij ks Gemengde Zangvereeniging. Uitvoering 16 en 17 April a.s. (Slot.) De Winter. De orkest-inleiding schildert in een tamelijk langzaam tempo de dikke nev'len, die de velden met een troosteloos waas bedekken en de voorboden zijn voor de gure winter, die straks met koude en sneeuw zijn intrede zal doen. In eenige recitatieven verhalen de solisten van de mist en van de grauwe dampen, die nu de bergen met hun kilheid omgeven warmte en vreugde zijn verdwenen op de korte dagen volgen lange zwarte nachten Hierna krijgen we de groote winter- aria voor tenor te hooren, waarin deze ons de beschrijving geeft van den eenzamen wandelaar, die zich moei zaam een weg tracht te banen door de diepe sneeuw, die de aarde met een dik kleed heeft bedekt en hem van de juiste richting heeft doen afdwalen „Hier steht der Wand'er nun, venvirrt und zweijelhaft Wohin den Schrift er lenken soil Vergebens suchet er den Weg, ihn leitet weder Pfad noch Spur., enz De moed ontzinkt hem bij het steeds aanschouwen van dat eindeloos wit en als de vroege schemering begint te vallen, beklemt een gevoel van melan cholie en tegelijk iets van angst hem het harte. De begeleiding, die hier in hoofdzaak strijkmuziek is, klinkt som ber het is alsof de instrumenten zacht- kens willen meefluisteren in het be klemmende weemoedsgevoel van den eenzame. doch plötzlich tri fff sein spühend Aug der Schimmer eines nahen Lichts Da lebt er wieder auf, vor Freude pocht sein Herz Ook hier is de begeleiding weer zeer fijn en uitbeeldend. Hij haast zich naar de hut, die hem met zijn licht stralen als 't ware uitnoodigthij hoopt er een wijle rust te kunnen vinden voor zijn vermoeide ledematen. De solisten leggen in het er op volgend recitatief uit, dat den eenzamen wandelaar reeds van verre vroolijke stemmen in het oor klinken en als hij tot aan de hütte is genaderd, toont het warme vertrek hem een gezelschap uit het dorp, dat onder gezelligen kout zich om de kachel heeft geschaard. „Am Rocken spinnen die Mutter Am laufenden Rade die Töchter". Bijzonder fijn wordt het gesnor van het spinnewiel door de muziek weer gegeven, ook in het buitengewoon mooie spinlied, dat hierna door het koor wordt ingezet, telkens afgewisseld door de sopraansolo „Knurre, schnurre, knurre Schnurre, Rüdchen, schnurre! waarna Hanne zingt „Drille, Rüdchen, lang und Jein Drille Jein ein Füderlein, mir zum Busenschleier en nadat weer het koor zijn melodieus spinnelied heeft herhaald, vervolgt zij Weber, webe zart und Jein Webe fein das Schleierlein. mir zur kirmesfeier Bijzonder fijn „spinnen" de instru menten hierbij in gracieus rythme hun begeleidende accoorden. Tenslotte zingt het koor het lied zelf mee „Aussen blank und innen rein Fleissig, Jromm und sittsam sein, locket wack're Freier Als de vlas is afgesponnen, schaart het gezelschap zich in dichteren kring en vertelt Hanne het verhaal van een deugdzaam meisje van het land, dat door een edelman werd bemind. Deze ontmoet haar op zekeren dag in het veld, „Er stieg sogleich vom PJerd und sprach komm, kiisse deinen Hem Als ze in haar angst en schrik hierin toestemt, valt het koor verbaasd en vragend in „Ei, ei, ei, ei, warum nicht nein, warum nicht nein Maar de edele man is daarmede zelfs niet eens tevreden, hij wil haar hart ver overen en biedt haar kostbare ge schenken. Allersnoezigst klinken telkens de interrompeerende koorzangen van het gezelschap „Ei, ei, ei, ei, das klingt recht fein, das klingt recht fein Wanneer aan het eind van hei verhaaltje het aanvankelijk schuchtere meiske niet zoo'n doetje blijkt te zijn, maar het verliefde heerschap in 't ootje neemt, door er met zijn strijdros van door te gaan, is de hilariteit groot „Ha, ha, ha, ha, das war recht Jein, etc." En buiten snerpt de gure oostewind de Natuur gaat gebukt onder het juk van den grimmigen Wintervorst, wiens zegepraal is volbracht „und stummer Schrecken driickt den ganzen Umfangder Natur(bas) Wat hieraan nog toe te voegen nu sneeuw en ijs hoogtij hebben gevierd en met hun verstijvende koude het eens stralend-bloeiende leven hebben doen sterven, de eens schitterende kleurenpracht, het sierkleed van de bloemen des velds, hebben te niet gedaan „Erblicke hier, bethörter Mensch, Erblicke deines Lebens Bild l" Het is de nabetrachting, de moraal, die Simon ons voorlegthij schildert ons de jaargetijden van het mensche- lijk leven: Kort was de Lente der jeugd, ver loren ging de kracht van den Zomer en voerde de levensweg verder naar de Herfst, die onverbiddelijk het beeld van den ouderdom bracht, terwijl ten slotte de Winter slechts het geopende graf kon toonen. Wat, zoo vervolgt de bas, is er nu nog over van de groot- sche plannenwaar zijn zij gebleven, die dagen van vreugde, verzwolgen in weelde, wat kwam er van al deze smachting naar geluk, van die zucht naar ijdelheid en roem Und wo die Jrohen Nachte, im Taumel durchgewacht Wo sind sie nun wo En dan het antwoord Verschwunden sind sfe, wie ein Traum Maar één ding is er, dat eeuwig is en onvergankelijk Nur lugend bleibtl En als dit dan zoo is, als de Deugd zal blijven onveranderlijk, door tijd en wisseling van jaren, door jammer en vreugde, tot aan het hoogste doel, dan.... „Dann bricht der grosse Morgen an, der Allmacht zweites Wort erweckt zum neuen Dasein uns, von Pein und Tod auf immer frei." Nadat de bas dit verheerlijkend heeft gezongen, vervolgt de tenor Die Himmelspforten öffnen sich, der heil'ge Berg erscheint, Ihn kront des Herren Zelt, wo Ruh und Friede thront. En wanneer dan het koor heeft ge vraagd, wien dit alles zal te beurt vallen en het terzet der solisten hierop geantwoord heeft, dan klinkt het breed, overweldigend, in meeslepertde over tuiging onder de fortissimo begelei ding door het gansche orkest: „....Die Himmelspforten öffnen sich. Der heil'ge Berg erscheint. Voriiber sind, verbrauset sind dte leidenvollen Tage des Lebens Winterstilrme en nu komt het hoogtepuntnaar mijn opvatting (maar deze is absoluut persoonlijk!) is dit het allermooiste verhevenste oogenblik uit het werk „Ein ew'ger Frühling herrscht, wird der Gerechten Lohn!" De solisten vervolgen dan ....Lasst uns wirken, lasst uns streben waarmee het koor instemt „Lasst uns kümpfen, lasst uns harren, Zu erringen diesen Preis Hiermede zijn we gekomen tot het slotkoor, hetwelk bestaat uit een gebed n fugavorm „Uns leite deine Hand, o Gott Verleih uns Stürk und Muth....u Dit koor vertoont in zijn strenge ugatische doorvoering eer een alreeds overtuigd dan wel een smeekend ka rakter er ligt als 't ware een bewust weten aan ten grondslag, dat de bede niet onverhoord zal blijven. En als een jubelkreet weerklinken dan in breed tempo de woorden, die het groot Einde verkondigen: tDann geh'n wir ein in deines Reiches Herrlïchkeit. Amen Welk een innerlijke verrukking en welk een groot Geloof aan de Heer lijkheid van God's Rijk straalt uit dezen slotzang! Hier is de musicus den dichter te hulp gekomen, hier zwellen de tonen der instrumenten te- samen met het menschelijk stemgeluid tot een machtigen climax, die de in glans stralende apotheose van het werk vormt en gelijk een vreugdevuur oplaait in de woorden „In deines Reiches Herrlïchkeit C. VAN DER HOEVEN. RAAMSDONK. (Vervolg De Voorzitter z'n persoonlijke mee ning als hoofd der politie is, dat het niet in het belang is om ver weg een vergunning te gaan scheppen want meermalen geeft dat aanleiding tot plakpartijen. Bij bespreking van dergelijke zaken mag niet uit het oog worden verloren dat vandaag deze en morgen weer een ander er in zit. Voorts wijst hij er nog op dat men meer vergunningen in de gemeente brengt. De heer van Dongen-Torman zou j deze menschen gaarne willen helpen, echter om het aantal vergunningen te gaan uitbreiden voelt hij niets voor Met algemeene stemmenwordt hierna het voorstel van Burg. en Weth. aan genomen. Schrijven van de leden van het Bur gerlijk Armbestuur, waarin zij mede- deelen dat door hun jaarwedden van f 150 op f 50 te brengen wel een beetje al te veel aan bezuinigen is gedacht Voor den oorlog bedroeg de jaar wedde f 125. Adressanten erkennen gaarne dat de werkzaamheden aan het ambt verbon den, niet zoo omvangrijk meer zijn, daarentegen is het heel wat lastiger, minder prettig geworden. Voor het thans vastgestelde bedrag is het baantje niet naar behooren waar te nemen. Voorzitter. Adressanten vragen waar om ze nu minder krijgen dan voor den oorlog De heer A. Lankhuijzen is een vo rige vergadering niet aanwezig geweest, doch na het lezen van het verslag kwam het hem ook voor dat de raad nogal erg aan het besnoeien is geweest De heer D Lankhuijzen zegt in een vorige vergadering met een voorstel te zijn gekomen om het salaris met f50 te verlagen. Dit voorstel is toen abuis opgevat. Men bracht het op f50 doch dat was niet de bedoeling, de bedoeling was om het op f 100 te brengen en niet op f 50. Van Dongen Torman. Er werd toen nog gezegd dat er heel wat minder werk aan het ambt was verbonden dan voor den oorlog. Voorzitter. Adressanten zeggen dat het heel wat lastiger is geworden. D. Lankhuijzen. Dat ze meer werk hebben gekregen dan vroeger, daarmee ben ik het niet eens. Wel ben ik het met hun eens dat het heel wat onaangenamer is geworden Voorzitter. Ze moeten iedere week vergaderen en dan hebben ze nog het gewone voorkomende werk. Schoenmakers. Het is algemeen bekend dat armmeester niet een van de prettigste baantjes is wat wel is gebleken bij de laatste vacature toen men moeite heeft gehad om deze aan gevuld te krijgen. Het komt mij voor dat het salaris van voor den oorlog nu niet te hoog is en ik stel dan ook voor om het vorig genomen besluit in te trekken en de jaarwedde te brengen op f125 De heer Broeders kan zich daar goed mede vereenigen en wil het voorstel gaarne steunen. De heer Van Alphen meende dat men het als een eerebaantje moest beschouwen. De heer van Dongen-Torman, dacht ook dat men het beschouwde als lid van een Vincentius-vereeniging of Diaken te zijn, dat men het meer deed in het algemeen belang. Het voorstel van den heer Schoen makers wordt met algemeene stemmen aangenomen. 2. Adres van De Hanze, R.K. Ver- eeniging van den Handeldrijvenden, lndustrieëelen Middenstand, houdende verzoek, om vliegende winkels uit de gemeente te weren. Adressanten wijzen er op, dat dezer dagen in een vergunningslokaal van het huis te Deijl een dergelijke winkel in schoenen is gehouden Voorzitter Aangezien het tijdelijk voor het publiek uitstallen en ver- koopen van goederen in een vergun ningslokaal niet kan worden beschouwd als een bij de Drankwet voor genoem de localiteit verboden nering en ook geen andere wet dergelijke winkel nering verbiedt en bij plaatselijke verordening te dien aanzien ook geen regeling kan worden getroffen tot beperking van de buitengemeentelijke concurrentie, zonder in strijd te komen met artikel 150 der gemeentewet, stellen Burg. en Weth. voor het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Van Alphen. Kan niet wat anders worden gedaan b.v. eene belasting heffen. De Voorzitter zegt dat ook dit niet gaat, aangezien de wet zelf aangeeft waarop belasting kan worden geheven. Er is geen enkele manier om tegemoet te komen aan het verlangen van adressanten, Van Alphen Dat is jammer maar dan is er niets aan te doen. Met algemeene stemmen wordt hierna het voorstel van Burg en Weth. aangenomen. 3 Schrijven van de commissie van toezicht op het Lager Onderwijs in deze gemeente, houdende het verzoek, om een rookverbod voor kinderen in te voeren. De Commissie meent dat het op haren weg ligt, dit kwaad zooveel mo gelijk tegen te gaan en gezien de groote nadeelen, zoowel redelijk als lichamelijk, die bij de kinderen door het veelvuldig rooken, vooral van sigaretten niet achterwege kunnen blij- Speciale vakkundige Reparatie-Inrichting. Laadstation. 22374 Eicctriciteit. Tegenover 't Station. Telef. No. 896. ven, achtte de commissie zich ver plicht, zich tot den gemeenteraad te moeten wenden met het verzoek door een gemeentelijke verordening dit euvel te bestrijden. Voorzitter. Burg en Weth. kunnen zich geheel met het verzoek vereenigen en stellen derhalve voor om de ver- keersverordening aan te vullen met de volgende artikelen Art. 52 a, Het is verboden aan kin deren beneden den leeftijd van 14 jaar tabak of sigaretten te verkoopen, ten geschenke te geven of op andere wijze te verstrekken. Art. 52 b Het is aan kinderen be neden den leeftijd van 14 jaar verbo den op den openbaren weg tabak of sigaren of sigaretten anders dan in gesloten kisten, doozen of zakken bij zich te hebben. De heer van Dongen-Torman vreest dat men op vele moeilijkheden zal stuiten en dat zal blijken dat niet wordt verkregen wat men beoogt. Al hoewel hij veel voor het bestrijden van rooken voelt, voelt hij er toch weinig voor om bepalingen in het leven te roepen of wetten te maken die toch niet helpen. Bovendien, zooals het voorgestelde artikel nu luidt zou een jongetje van 14 jaar niet eens een boodschap mogen doen, d.w z. niet eens wat sigaren gaan halen. De Voorzitter geeft toe dat dit wer kelijk een bezwaar kan worden ge noemd, doch dat kan worden onder vangen. Echter is het noodig dat het kwaad wordt tegengegaan en de oorzaak schuilt in het verkoopen. Werd er niet verkocht aan kinderen, dan zullen ze ook niet rooken Om aan het bezwaar van den heer van Dongen Torman tegemoet te komen, zou men kunnen zeggen dat kinderen beneden den leeftijd van 14 jaar zich niet met bran dende tabak op straat mogen bevinden. Van Alphen. Ik geloof niet dat van de uitvoering van deze wet veel terecht zal komen. En dan het onbillijke er nog van. De jbngen krijgt van den een of ander een sigaret Thuis mag hij niet rooken, dat weet ie en daarom doet hij het op straat. Is deze veror dening er nu, dan krijgt zoo'n jongen een procesvsrbaal en wie draait daar voor op De vader natuurlijk. Die moet dokken als er betaald moet worden. Ik vind het rooken ook zeer verkeerd maar ik zou er op school aanhoudend op laten wijzen hoe nadeelig het roo- cen voor de gezondheid is. Iedere vader die het goed met zijn kind meent, zal op dien leeftijd zijn cinderen nog niet laten rooken. Voorzitter. Wat het laatste betreft ben ik het slechts gedeeltelijk met u eens. Als men Zondags eens over de straat gaat gebeurt het niet zelden dat e een vader met z'n zoontje aan de hand ziet, soms 6 jaar oud. dat een sigaret in den mond heeft Men kan dan direct niet zeggen, dat zoo'n vader iet niet goed meent met z'n kind. Hij handelt dan slechts zeer onverstandig. Als ze het thuis niet leerden zouden de kinderen op straat niet rooken van Alphen. De meeste kinderen zullen het rooken op straat wel leeren, thuis niet. D. Lankhuijzen. Er wordt werkelijk veel misbruik gemaakt. van Alphen. De oorzaak daarvan is ook te zoeken in het feit dat te veel geld aan de kinderen is gegeven tijdens de mobilisatiejaren. Dat zal nu wel gaan veranderen. De Voorzitter stelt voor thans het volgende artikel in de verkeersverorde- ning op te nemen. Art. 52 a. Ie. Het is aan kinderen beneden den leeftijd van 14 jaar ver boden op den openbaren weg tabak, sigaren of sigaretten te rooken 2e. Met het rooken op den openbaren weg wordt gelijk gesteld het zich aldaar met brandende tabak bevinden. Met 11 tegen 1 stem wordt dit ar tikel aangenomen. Tegen stemde de heer van Alphen. 4 Voorstel van Burg. en Weth. tot inwilliging van het verzoek der R.K. Werkl. vereen. St. Joseph te R'veer, om de kermis te doen samenvallen met die te G'berg. Voorzitter. B. en W. meenen dat inwilliging van het verzoek er toe zal bijdragen de uitwassen op zedelijk ge bied te beperken, waarvoor bij het houden der kermis in de eerste dagen der maand October tengevolge der langere avonden meer gevaar bestaat. D. Lankhuijzen. Is Ijet de bedoeling de kermis hier dan toch nog maar drie dagen te doen plaats hebben. Voorzitter. Dat kan beter straks worden besproken. Laten we eerst zien of men de kermis wil vervroegen. In Geertruidenberg is het acht dagen kermis De heer van Alphen kan niet be grijpen wat men er mee voor heeft om de kermis met die in Geertruidenberg gelijk te gaan stellen. Het gevolg zal zijn dat men eerst hier drie dagen kermis gaat houden en de volgende dagen verder naar Geertruidenberg gaat. De Voorzitter meent dat men hier nu, al is het hier kermis geweest, een even druk gebruik maakt van de Geer- truidenbergsche kermis als Geertruiden berg zelf. De heer van Rijn is daarom juist voor het verzoek van adressanten. Is er hier kermis geweest, dan nog wordt er druk kermis gehouden in Geer- truidenberg en dat is wel wat al te veel. Voorzitter. Ja. Nu houden ze hier 3 dagen en daar 8 dagen kermis dat is 11 dagen De heer van Alphen meent dat dit wat overdreven is. Het kan eens ge beuren dat de moeders met hun kinderen op een middag eens daar heen gaan maar overigens is de Geer- truidenbergsche kermis in de week heel dun. De heer D. Lankhuijzen zegt meer malen uiteen te hebben gezet hoe hij over kermis denkt. Hij zal daarom met dat voorstel meegaan wat het kermishouden het meest beperkt. Liever geeft hij 4 dagen kermis in de week en Zondags geheele sluiting, dan Zondag Maandag en Dinsdag kermis. De Voorzitter acht het beter dat de kermis gelijk met die in Geertruiden berg wordt gehouden, want heeft men nu hier kermis gehad, dan krijgt men weer die van Geertruidenberg. En er wordt nu wel gezegd dat er in de week geen druk gebruik door de inwoners van hier van die kermis wordt gemaakt, doch als hoofd der politie weet hij beter. Laat in den nacht komt men daarvan terug en maakt dan hier lawaai. Tot een uur of twee is het dan rumoerig Het komt hem dan ook voor dat het een groot gemeente-belang is, indien de kermis sen gelijktijdig worden gesteld. Schoenmakers Is het de bedoeling 8 dagen kermis te houden. Voorzitter We zullen eerst afhan delen of al of niet gelijktijdig kermis zal worden gehouden. Van Alphen. Stel dat wij nu de kermis gelijkstellen met Qeertruiden- berg en later verstellen ze in den Berg de kermis weer. Wat dan? Voorzitter Wij bepalen nu alleen dat de kermis gelijk valt met die van Geertruidenberg en noemen geen datum, daarmede is aan dit bezwaar van u tegemoet gekomen. Van Dongen-Torman. Ik ben eerst van plan geweest om buiten stemming te blijven maar bij nader inzien ben ik daarvan terug gekomen en zal nu stemmen voor het voorstel van Burg. en Weth. Ik wil dit motiveeren Mijn meening is dat bij gelijkstelling van kermis, de vermakelijkheden allen wel naar Geertruidenberg zullen gaan en hier niets meer van een kermis meer zal zijn te bespeuren zoodat dit een goed aanloopje is om straks tot af schaffing van kermis te besluiten. Daarom ben ik nu voor het voorstel van Burg. en Weth. Het voorstel van Burg en Weth., om de kermis gelijk te stellen, wordt met 11 tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde de heer Van Alphen. Voorzitter. Nu blijft nog over te bepalen hoe lang hier kermis zal worden gehouden. De heer van Rijn zegt dat in de werkliedenvereeniging daar ook lang over is gesproken. Ten slotte was men daar algemeen van gevoelen dat de kermis hier even lang moet duren als in den Berg. wijl anders de midden standers, althans velen, er te veel m—P—1 UND GRENZENLOSE SELIGKEIT eww SVtiJïtVZWiy- -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 5