Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. J De gestolen Broche EERSTE BLAD. FEUILLETOn „NOORD-BRABAND" NUMMER 36 WOENSDAG 25 APRIL 1923. 46e JAARGANG. JJemate: WAALWUKSOHR STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 88, Telegr,-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen Hoe berekent men den uitslag van een verkiezing Burgemeesters van kleine gemeenten, die zonder de hulp van ter zake getrain de ambtenaren verplicht zijn den uitslag van Raadsverkiezingen te bepalen, zul len na de jongste wetswijzigingen, zeker nog al eens moeite hebben bij de vervulling dezer opdracht. Het is daarom/ongetwijfeld voor hen en teven» ook voor ailen die zelf de resultaten van stemmingen willen berekenen nuttig in dezen een hand leiding te ontvangen en, met ;ons, zul len zij den Rotterdamschen hoofdamb tenaar, den heer D. B. Gohres, dank baar zijn voor de aanwijzingen, door hem gegeven in zijn rede voor de Vereeniging van Gemeente-Secretaris sen, De heer Gohres veroorloofde ons uit zijn rede de door hem samenge stelde eenvoudige voorbeelden af te drukken. Ik zal trachten een korte uiteenzet ting te geven van de noodige bewer kingen en dat doen aan de hand van een voorbeeld met gebruikmaking van de uitkomsten van een in I9l9 gehou den stemming voor den Raad eener gemeente van ruim 10.000 zielen. In deze gemeente hebben aan den verkiezingsstrijd deelgenomen 5 partijen die ingeleverd hebben vijf lijsten. De lijsten Gribling, Van Rossen en Van der Spek op stembiljet la lb en lc. zijn tot een groep verbondende lijsten Bos (2) en Van Luipen (no. 3) zijn op zichzelf staande lijsten. Het stemcijfer, d.i het totaal aantal stemmen, van de lijsten groep A is 120 566 157 843, dat van lijst no 2-286 en dat van lijst no. 3-428. Volgens het proces-verbaal van het hoofdstembureau bedraagt het aantal geldige stemmen 1557. En waar het aantal te bezetten zetels 13 bedraagt, kan op elke 1191*/,, stem, d.i. het quotient, dat men verkrijgt, als men het aantal geldige stemmen deelt door het aantal te vervullen plaatsen één zetel worden toegekend. Dit quotient heet kiesdeeler, ter onderscheiding van andere kiesdeelers ook aangeduid als algemeene kiesdeeler. (Art. 99 kieswet). Evenzooveel malen als de kiesdeeler in het stemcijfer van een lijst is be grepen, evenzooveelmaal wordt aan die lijst een zetel toegekend, (art. 100 le lid). Wij krijgen dan Stem- quotient over- cijfer schot Lijsten groep A Lijst no. 2 Lijst no 3 Direct zijn 3 12 zetels 843 286 428 7 2 3 4 8/13 466/13 689/13 dus toegekend 7 2 Te vergeven blijft alzoo nog één plaats. Nu hebben wij acht te slaan op het 2e lid van art. 100 en daarvan den i eersten en den tweeden zin. Hier wordt bepaald, dat, als na de eerste verdeeling, die dus met behulp van den kiesdeeler, nog plaatsen te bezetten zijn. dh worden toegekend aan de lijsten met de grootste over schotten, doch bij deze verdeeling komt niet in aanmerking de lijst, waarvan het stemcijfer minder dan 75 pCt. van den kiesdeeler bedraagt, d.z. dus de lijsten, die bij de zooeven gemaakte j deeling een quotient van 0 geven en waarvan het totaal aantal stemmen dus de rest vormt. In ons geval komt die ééne plaats toe aan de lijst met het overschot van 68 9/13. Het resultaat is dus, dat het aan deel van lijstgroep A bedraagt 7 zetels, van lijst no. 2 bedraagt 2 zetels, van lijst no 3 bedraagt 4 zetels. Indien wij stellen, dat nog één lijst meer aan de verkiezing had deelgeno men en dat die lijst 75 stemmen had gekregen, dan zou die lijst bij deeling door den kiesdeeler (119 10/13) een quotiënt van 0 en een rest van 75 nebben gekregen. Bij d tweede toewijzing, die van art. 100. 2e lid, le en 2de zin, had deze lijst, hoewel het overschot het grootst is, niet in aanmerking geko men, omdat het totaal aantal stemmen (stemcijfer) blijft beneden 75 pCt. van den kiesdeeler. Ware de uitkomst zoodanig geweest, dat nè de tweede toewijzing, waarbij aan elk der drie lijsten eik nog een zetel is toegekend, nog zetels te be zetten zijn, dan beginnen wij opnieuw met de drie overschotten (art. 100, 2e lid, 3e zin). En zijn wij er dan nog niet, dan worden die overschietende plaatsen toegekend aan de lijsten met een stemcijfer van minder dan 75 pCt. van den kiesdeeler (art. 100, 2e lid, 4e zin). De toepassing van deze bepalingen zal echter heel weinig voorkomen. Nu moeten wij de 7 zetels van lijst groep A verdeelen over de lijsten, waaruit die is samengesteld. Deze verdeeling is bijna gelijk aan de zoo even behandelde (art 101). Eerst bepalen wij voor de groep het NOVELLE VAN REINHOLD ORTMANN. ra^.WAA LW U K DOOR ERVARING STERK. aantal stemmen, waarvan één zetel kan worden toegekenddat aantal is weer een kiesdeeler, doch heet ter onder scheiding van den algemeenen kiesdee ler, zooeven behandeld, nu groepskies- deeler. Het is het quotiënt, dat verkre gen wordt door het stemcijfer van de groep te deelen door het aantal aan die groep toegewezen plaatsen. En dan voigt weer: Evenzoovele malen als die groepskiesdeeler is be. grepen in het stemcijfer van elke der tot die groep behoorende lijsten, wordt aan elke lijst één zetel toegewezen. Zijn alle zetels dan nog niet vergeven, dan worden de overschietende verdeeld naar de grootste overschotten. Doch hier zit een verschil met de eerst be handelde veideeling hier laten wij niet buiten beschouwing de lijst, waar van het stemcijfer minder dan 75 pCt. van den groepskiesdeeler bedraagt. Alle lijsten nemen aan die toewijzing deel. Zie hiervoor het laatste gedeelte van het tweede lid van art. 101. Wij hadden lijstgroep A met een stemcijfer van 843 toegewezen 7 zetels. De groepskiesdeeler is dus 843 7 120 3 7. De eerste toewijzing is dus als volgt Lijst la stemcijfer 120 quot -oversch.120 lb 566 4 84 2/7 lc 157 1 364/7 Toegekend zijn 5 plaatsen. Er blijven er alzoo nog 2 over. Deze komen aan de lijsten met de grootste overschotten, in ons geval dus aan de lijsten la en lb. (Ik herhaal nog even, dat thans aan een lijst een zetel zou zijn toe gekend, ook al was het stemcijfer minder dan 75 pCt. van den groeps kiesdeeler Het resultaat is Lijst la 1 plaats; lb 5 plaatsen; lc 1 plaats. Thans volgt de aanwijzing van de gekozen candidaten. Voor deze aanwijzing maken wij gebruik van weer een anderen kies deeler en wel den lijstkiesdeeler, d i het quotiënt, dat men verkrijgt, indien men het stemcijfer der lijst deelt door het aantal aan die lijst toegekende plaatsen. Eike candidaat, die een aani* stemmen heeft, dat gelijk is aan de lijstkiesdeeler, is gekozen. Lijst la had een stemcijfer van 120j hel aantal toegekende plaatsen is 1, de lijstkiesdeeler bedraagt dus 120. Geen der candidaten heeft een aantal stemmen gelijk aan den kiesdeelerer moet dus op andere wijze worden verdeeld en deze is als volgt: Splits de candidaten in 2 partijenle. zij die een aantal stemmen hebben ver kregen meer dan 50 pCt. van den kiesdeeler en 2e. zij, die een aantal stemmen hebben verkregen van 50 pCt. van den kiesdeeler of minder. De bij eerste categorie vallende can didaten worden gerangschikt naar het verkregen stemmenaantal en de tot de tweede groep behoorende naar de volg orde van de lijst De aanwijzing levert dan geen moeilijkheden op en de overschietende candidaten staan dan tegelijk in volgorde van de later op te maken lijst van invallers Op lijst la heeft alleen de candidaat Gribling een stemmenaantal van meer dan 50 pCt. van den kiesdeeler En aangezien maar een plaats te vergeven is, is hij de benoemde. Aan lijst lb waren toegekend 5 plaatsen. Het stemcijfer der lijst is 566de lijktkiesdeeler alzoo 566 5 113 1/5. Uitgebracht waren op Rossen Mz.. Van H. 345 stemmen Veltenaar Cz., J. 5 Prins Wz„ A. 9 Lee. Van der J. 4 Luijendijk Lz„ A. 12 Boog J. 145 Robbemond, A. 21 Meer, Van der L. F. 1 Poortman, P. C. L. 9 Luipen. Van H. 8 Brouwer Pz., P. 2 Firet, J. 5 Bij deze aanwijzing moeten wij wer ken met overdracht van stemmen Ik behoef dat wel niet nader te verklaren. Alle stemmen, die een of meer candi daten hebben verkregen boven den lijstkiesdeeler worden over gedragen op één of meer der volgende candi 17) Waalwyksclie en Langslraatsche Courant Dit blad rerscbijit WOENSDAG EN ZATEBDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden ens., franco te eenden aan den Uitgever, Prijs der AdvertentUa 20 cent per regel; minimum 1.B0. Beclamea 40 cent per regel. Btj contract flink rabat. AdvertentiCn moeten Woensdag en Vrijdag de» morgen» om uiterlijk 8 uur ln ons bealt rijn. van „Dg Ecfto van hot Zuiden*9. VRIJ NAAR HET DUITSCH. MAATSCHAPPIJ VAN VERIEKERING OP HET LEVEN Het verontrustte Rudolf dan ook niet, dat hij geen antwoord op zijn schrijven ont ving. Na een slapeloozen nacht was hij reeds heel vroeg gereed zij n bezoeker te ontvan gen en hij bleek zich in zijn verwachtingen niet vergist te hebben, want reeds tegen 8 uur meldde het kamermeisje hem, dat er een heer was, die hem wenschte te spreken. „Laat hem maar boven komen," zei hij, „en zorg er in ieder geval voor, dat wij ge durende ons onderhoud niet gestoord wor den". Direct daarop verscheen de magere gestal te van Van Ranten op den drempel. Hij was weer volgens de laatste mode gekleed en de krijgshaftig omhooggedraaide punten van zijn blonden knevel gaven het geelachtig, scherp geteekende gelaat een zeer energieke uitdrukking. Zijn groet bestond slechts uit een haast onmerkbaren hoofdknik. „Mijn naam is van Ranten. U hebt mij daar gisteren een heel merkwaardigen en grootendeels voor mij geheel onbegrflpelij- ken brief geschreven, waarin u mij om een onderhoud verzoekt hier in uw woning. Ver moedelijk bemerkt u nn al, dat u zich in den persoon vergist hebt." „Zulk een vergissing is nauwelijks denk baar. Maar neemt u alstublieft plaats. U zult over hetgeen ik van u wensch te weten dadelijk opheldering krijgen." zou ik in ieder geval gevraagd hebben. Ik heb slechts aan uw uitnoodiglng gevolg gegeven uit een zekere nieuwsgierig heid en omdat mijn morgen wandeling mij bovendien toch in deze richting bracht. In het algemeen ben ik gewoon, dat de men- schen die mij iets te verzoeken hebben, bij mij aan huls komen." De toon, dien hij zich aanmatigde, was te hoogdravend en te weinig ln overeenstem ming met dien van een welopgevoed man, dan dat Rndolf de bedoeling om hem te overbluffen en hem daardoor op een dwaal spoor te brengen niet had doorzien. En van Ranten had bovendien zijn zenuwen niet geheel ln bedwang. Wel klonk zijn stem scherp en vast, maar de hand waarin hij zijn hoed hield, beefde merkbaar, en zijn oogen dwaalden onzeker door het vertrek. De blik die daaruit straalde was de schuwe, onzekere blik van het kwade ge weten. Het kon evenwel ook de doodeljjke angst zijn, die hem reeds zoo vroeg in den morgen hierheen had gedreven en Indien hij desondanks de dwaze gedachte koesterde door een uitdagende houding zijn toestand te verbeteren, dan bereikte hij daarmee in derdaad niets anders dan dat Rudolf Im- berg thans ieder medelijdend gevoel op zij zette. „Voor mjj bestond daartoe geen aanlei ding," antwoordde hij koeltjes. „En u hebt aan mij te danken, dat ik tenslotte tot dit onderhoud ben overgegaan. Mijn naam is u immers wel bekend, niet waar?" „Integendeel. Ik herinner mij niet, dat ik ooit het genoegen gehad heb, hem te hooren noemen." „Dan is uw geheugen al heel kort. Want u zult hem toch zeker wel als den naam van den pandhouder kennen, aan wien gi) uw dochter een brillanten sieraad liet over handigen." „Mijn dochter naar een pandjesbaas ik? Mijnheer, ik weet niet..." „Ik verzoek u alstublieft geen comedie tb spelenDat zou verloren moeite zijn. U zult nu toch wel inzien, dat ik alles weet. Laten we het dus kort maken. Daar u het was, die de van uw schoonzuster afkom stige vlinderbroche liet beleenen, moet u 't ook geweest zijn, die ze haar ontstolen heeft. Ik heb daarvoor de overtuigendste bewijzen en ben op het punt de autoriteiten van mijn ontdekking kennis te geven, opdat onvoorwaardelijk een onderzoek tegen u wordt ingesteld en tegelijkertijd het proces betreffende de abusievelijk veroordeelde jonge dame weer wordt hervat. Een bespre king met u was daarvoor absoluut overbo dig, want voor mij is het volkomen onver schillig, of u mij den diefstal bekent of niet. Indien ik u hier heb laten komen, dan ge beurde dit slechts naar aanleiding van iemand, die u gewetenloos in uw misdaad hebt betrokken, en dat nog wel in uw eigen belang. Indien u zich met een vrijwillige bekentenis bij het gerecht aanmeldt, alvo rens een aanklacht van andere zijde volgt, kunt u zich naar alle waarschijnlijkheid bij uw latere veroordeeling op verzachtende omstandigheden beroepen. Of u daarvan ge bruik wilt maken of niet, staat geheel aan u zelf. Maar uw beslissing moet nu dade lijk volgen. Ik kan u daarvoor niet meer dan een paar minuten bedenktijd geven.' Aanvankelijk had van Ranten nog wel eenige malen aanstalten gemaakt, hem heftig in de rede te vallen en zijn bewegin gen moesten blijkbaar grenzelooze verwon dering en hoogste verontwaardiging uitdruk ken. Maar de ijskoude beslistheid in het optreden van den jongen rechtsgeleerde ge voegd bij datgene, dat hij vermoedelijk al reeds uit den mond van zijn dochter had vernomen, was oorzaak dat hij van taktiek veranderde. „En is dat alles, wat u mij wenschte te zeggen?" vroeg hij, zich tot een glimlach dwingend. „Nu, u zult het op prijs moeten stellen, dat ik u zoo rustig het) laten uit praten. Sta mij nu echter hetzelfde toe. Ik heb in 't geheel geen reden het een of ander te verzwijgen, vooral daar ik toch wel mag aannemen, dat ik met een man van eer en met een verstandig mensch te doen heb. De kwestie met die broche is zeer zeker een verduiveld onaangename geschiedenis, die mij waarlijk al heel wat hoofdpijn heeft bezorgd. Maar zoo tragisch als u de zaak opvat, behoeven wij haar toch niet te bezien. En dat van een diefstal in de gewone be- teekenis van het woord geen sprake kan zijn, had u toch ook zelf wel kunnen weten, mijn afkomst en maatschappelijke positie in aanmerking genomen. De vllnderbroche, waarom het hier gaat, is mijn rechtmatig eigendom of liever het eigendom van mfln dochter. Mevrouw Hailer en mtjn overleden vrouw, waren, zooals u immers weet, zusters, en toen haar moeder stierf, ontstond er wegens de door haar nagelaten, ten deele zeer waardevolle juweelen, aller lei gewirwar tussc-hen hen. Vooral deze ver- wenschte vlinderbroche werd een ware twistappel, daar beide zusters er aanspraak op maakten. Tenslotte echter werden de rechten van mijn vrouw ook door mijn schoonzuster als de meest geldende erkend, en het was alleen aan onze welwillendheid toe te schrijven, dat zij de afgifte altijd maar weer onder allerlei voorwendsels kon uitstellen." „Een kostelijk verzonnen sprookje al leen jammer dat het maar een sprookje is. Mevrouw Hailer heeft voor het gerecht on der eede verklaard, dat het sieraad een ge schenk van haar man was geweest, die de broche op hun huwelijksreis in Parijs heeft gekocht." Van Ranten beet zich op de lippen en wierp den spreker een boosaardigen blik toe, maar in de volgende seconde speelde het' overmoedige, spotachtig lachje weer om z}jn mond. „Als ze dat gezegd heeft, dan heett ze ot gelogen of ze heeft zich vergist. En u moet zelf toch wel het beste weten, hoe gemak- klijk zooiets in een oogenblik van opwinding of verlegenheid een getuige kan overkomen. Dus de vllnderbroche behoorde mijn vrouw toe en na haar dood aan mijn dochter. Toen ik op den bewusten dag het étui tusschen de kussens van een divan aantrof, waar het op de een of andere wonderbaarlijke wijze verdwaald moet zijn, en toen ik de bijna reeds in het vergeetboek geraakte broche daarin ontdekte, handelde ik niet slechts in goed vertrouwen, doch zonder twijfel ook volgens mijn goed recht, toen ik het sieraad meenam." „Zonder dat u het intusschen noodig had geoordeeld, uw schoonzuster daarvan in ken nis te stellen?" „Ik had een kleine grap in den zin, door na eenigen tijd de teruggave van de broche van haar te eischen. De schrik, die haar hij de ontdekking van het verdwijnen van het sieraad zou aangrijpen, zou haar gerechte i straf zfln. Helaas werd ik door onvoorziene omstandigheden in de uitvoering van dit plan verhinderd. Ik moest voor langen tijd op reis en toen ik terugkeerde, was het on geluk reeds geschied. De gezelschapsdame was,in hechtenis ge nomen en aangeklaagd en reeds veroordeeld, zonder dat ik van de geheele geschiedenis ook maar één woordje had gehoord. Ik be vond mi) in den meest afschuwelijken toe stand, dien men zich maar denken kan. Eigenlijk had ik mi] moeten aanmelden om de zaak op te helderen, maar n zult mij moeten toegeven dat dit ten allen tijde een zeer vernederende blamage voor mfl zou zijn geweest. En al had ik die ten slotte voor mijzelf wel op m}j kunnen nemen, dan had de gedachte aan mijn arm kind ondanks alle gewetensknaging mij toch liet zwijgen opgelegd. Wanneer u zich in mijn toestand indenkt, moet u znlks begrijpen. Maar hier mee, dat ik het arme meisje aan haar lot moest overlaten wil ik natuurlijk niet zeg gen, dat ik mij aan „mijn verplichtingen ten opzichte van haar wil onttrekken. Ik ver heug mij er integendeel over, dat ik eindelijk een vertrouwenwekkend persoon heb ge vonden, die als bemiddelaar tusschen haar en mij kan optreden,. Ik ben niet rijk, maar tot betaling van een aanzienlijke schade loosstelling verklaar ik mü ten volle bc- reid." „Geen woord meerriep Rudolf heftig uit, niet langer in staat zich te beheerschen. „lk wil de beleediging niet hooren, die er in uw schaamteloos aanbod ligt. Maar laten wij er nu tenminste een eind aan maken Daar ligt alles, wat u noodig hebt om te schrijven. Stel uw bekentenis op schrift, op dat zij met de middagpost nog meegaat naai de plaats van bestemming." „Wat is dat, u slaat mijn voorstel af? En zonder eerst met degene gesproken te heb ben op wier beslissing het hier feitelijk al leen maar aankomt? Dat zult n toch eerst nog eens kalm moeten overleggen, mijnheer de advocaat! De jonge dame heeft, voor zoover ik weet, haar gevangenisstraf reeds ondergaan, en het is mij bekend, dat zt) in behoeftige omstandigheden verkeert. Een flinke som gelds is voor haar dus in ieder geval van veel grootere waarde dan een vrijspraak, die te laat komt, en die toch maar een heel twijfelachtige schadeloosstel ling voor het uitgestane leed zou beteeke- nen. Op zijn minst kan ik echter eischen, dat u mij tijd gunt, daarover zelf eens met de jonge dame te praten." (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1