Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
f
VERLOREN SPEL.
EERSTE BLAD.
A. deRooij-Bourgonjen
Buitenland.
Aannemer. Waalwijk.
Binnenland.
„NOORD-BRABAND"
f EÜILLETOtl
NUMMER 46
ZATERDAO 26 MEI 1923.
46e JAARGANG.
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88 Telegr,Adre.ECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
Verkrijgbaar bij
baardwijk. 2im
Woensdag hebben te Gelsen-
kirchen ernstige uitspattingen plaats
gehad, die ten slotte op bloedige
vechtpartijen uitliepen. Na afloop van
demonstratie-vergaderingen drong een
deel van de betoogers de binnenstad
binnen en trachtte in een aantal winkels
verlaging van de prijzen door te voeren
Zaken, waarin afvaardigingen, die zich
commissies noemden, de prijzen had
den verlaagd, waren binnen een uur
uitverkocht. Inmiddels waren, aangezien
de beweging een steeds dreigender
karakter aannam, de brandweer en de
burgerwacht gealarmeerd. Aan dezen
gelukten het, het politiebureau en de
straten in de buurt van de betoogers
te zuiveren. Even na drie uur ver
zamelde zich een geweldige menschen-
menigte, die van het station kwam, en
die steeds aangroeide. Een wagen van
de brandweerwerd stukgeslagen, alsook
een tramwagen. Plotseling ontstond er
een groote schietpartij. De bewering,
dat de Franschen in het gevecht hebben
ingegrepen, blijkt onjuist te zijn. Van
waar uit de schoten vielen is voors
hands niet vast te stellen. De strijd
duurde verscheidene uren en is op het
oogenblik (7 uur) nog niet afgeloopen.
Tot dusver zijn er 2 dooden en meer
dan 20 gewonden in de ziekenhuizen
der stad ondergebracht. Merkwaardig
is het, dat een aantal gewonden en
een doode in door de Franschen bezette
zalen van het postkantoor zijn onder
gebracht. Het tramverkeer staat stil.
Vanmiddag om 5 uur hebben in
het Lunapark te Dortmund groote
vergaderingen in de open lucht plaats
gevonden van stakende mijnwerkers.
Zij namen moties aan om bij de staking
te volharden, totdat men erin zou
gcslddgd zijn ccn arbcidcrsdictstuur tfc
vestigen. Na de vergaderingen trokken
ongeveer 40.000 tot 50.000 stakers
door de stad en kwamen vervolgens
nogmaals bijeen op het Hansaplein.
Op den terugweg naar huis is het
vijfde bureau van politie omsingeld.
De politieagenten, die daar aanwezig
waren, zijn met pistolen beschoten en
zwaar mishandeld. Andere agenten,
die ter hulp kwamen, werden met
handgranaten begooid. Er zijn er vijf
zwaar gewond. Toen er meer verster
kingen ter plaatse kwamen, vielen er
van beide zijden schoten. De pogingen
van de menigte om de politie te ont
wapenen is echter mislukt. De berichten
over de slachtoffers loopen ver uiteen.
Op zijn minst zijn zes politieagenten
zwaar gewond, en het schijnt, dat vier
communisten aan hunne verwondingen
zijn overleden, terwijl aan deze zijde
ongeveer 30 tot 40 gewonden zijn.
Volgens eenige burgerlijke bladen te
Dortmund hebben de communisten
aan de Franschen om wapenen ge-
vraagd en de politie bij de Franschen
als een vermomde schupo zwart ge
maakt. De poging van de communisten
om ook de spoorwegmannen in de
staking te betrekken is niet gelukt.
Communistische honderdschappen trek
ken nog voortdurend door de stad.
De toestand op het spoor in
België is vandaag plotseling weer veel
ernstiger geworden, zoodanig zelfs,
dat in sommige kringen de afkondi
ging door het nationaal vakverbond
van de algemeene staking binnen zeer
korten tijd wordt verwacht. Een van
ochtend door de Directie van de
Belgische staatsspoorwegen aan de
hooge ambtenaren van dit departement
gezonden dienstbevel, waarbij wordt
medegedeeld, dat de termijn, op 15 Mei
door den minister bepaald, thans ver
streken is en het stakend personeel
als ontslagen wordt beschouwd, heeft
onder de arbeiders veel kwaad bloed
gezet. Gevreesd wordt, dat nu de
stakers tot geen toegeven geneigd zijn
en de regeering vier nieuwe jaarklassen
der genie-troepen onder de wapenen
heeft geroepen, de strijd hard tegen
hard zal gaan. Heden werd het aantal
stakers op twintig duizend geraamd,
doch de avondberichten wijzen op een
vrij aanzienlijke uitbreiding der stakings
beweging. vooral in de provinciën
Oost en West Vlaanderen, zoodat het
totaalcijfer morgenochtend reeds heel
wat hooger zal blijken te zijn. Het
passagiersverkeer in deze provinciën
is gedeeltelijk gestremd en zal het
morgen vermoedelijk zoo goed als
geheel zijn. Ook in het Walenland,
vooral in de bekken van Charleroi
neemt de stakingsactie toe. In verschei-
SPECIAAL ADRES VOOR;
Granietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten,
Gootsteen, Dorpels enz.
INRICHTING VOOR fiOUTGRANIET-VLOËREN.
Alles met volle garantie. 3037
dene glas- en metaalfabrieken kon na
de Pinksterdagen het werk wegens
gebrek aan kolen en erts niet worden
hervat. In industrieele kringen hoopt
men, dat de crisis nu spoedig haar
hoogtepunt zal bereiken en een oplos
sing van het conflict, dat nu reeds
drie weken aanhoudt, eindelijk zal
worden gevonden
(Wtttp^WAA LW U K
DOOR ERVARING STERK.
Het is niet de bedoeling met de
beperking van de postbestelling op
Zondag verder te gaan dan volgens
de thans geldende regelen mogelijk is.
\/iet het oog op de daaraan verbonden
tosten is de minister evenwel niet be
reid tot wederinvoering der Zondags-
bestelling, waarin dan tevens alle
drukwerken zouden worden opgeno
men, over te gaan.
De Minister is na al hetgeen hij
over de nieuwe cijferpostzegels heeft
vernomen, bereid aan den wensch, in
het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer geuit, gevolg te geven en een
nieuw zegel te doen ontwerpen, het
welk voor de geheele cijferserie (dus
voor de zegels beneden 5 cthetzelfde
zal zijn. Het spreekt vanzelf dat hier
voor niet de hulp van het buitenland
zal worden ingeroepen.
De zomertijd begint, zooals men
weet 1 Juni. Niet bepaald is echter
4)
nog, wanneer hij eindigt. Dat zal af
hangen ervan, wanneer hij in België
eindigt.
De Minister heeft reeds de ver-
eischte stappen gedaan om langs di-
plomatieken weg omtrent den eind
datum van den zomertijd, welke voor
België zal gelden, inlichtingen te ver
krijgen.
De toestand is zeer onzeker. Het
reizigersverkeer tusschen Antwerpen
en Roosendaal is vrijwel normaal, doch
niet verzekerd. De Parijsche sneltrein
kwam vanmorgen met 20 minuten ver
traging aan en bracht eenige wagens
Fransch goed aan.
Gisteren zijn hier eenige goederen
uit België aangekomen, vanmorgen
kwam er niets uit België Voor een
paard, dat gisteren van Gent hier aan-
kwam moest tot de Holtandsche grens
900 francs vracht worden betaald.
Verzending van hieruit van goederen
naar België is onmogelijk, ook niet
over Baarle Nassau en Valkenswaard.
Wagens, reeds daarheen gedirigeerd,
worden in Eindhoven opgehouden.
Express-zendingen worden wel aange
nomen, doch aankomst ter bestemming
is zoo onzeker, dat er weinig gebruik
van wordt gemaakt. Over het algemeen
is. na de enkele dagen van verbetet
ring, een besliste verergering van den
toestand waar te nemen. Men verwacht
hier spoedig de algemeene staking en
daden van sabotage.
Courant
WaalwPsche en Langstraatsclie
n^4a ii» A Hv Art An Hi
Dit blad vewchijmt
WOBNSDA® SN ZATUBDAG.
AbounementspriJ c per 8 maanden 1.25.
Franco per post door bet gebeele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden ena.,
franco te aenden aan den Uitgever.
Uitoav*:
Prija der Advertenöta
20 cent per regel; mlnlmnm 1.80.
Beclamea 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat.
AdvertentlCn moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgen» om uiterlijk 0 *w In ona berit
lijn.
den Teoling-de Leiier.
MAATSCHAPPIJ VAH VERZEKERING OP HET LEVEW
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Duitsch door H. Fr.
De uit rozenhout vervaardigde meubelen
waren met licht blauwe zijde bekleed. Het
kostbare, zachte lichtgrijze tapijt had een
breeden blauwen rand, „Alles is wonder
schoon,sprak de jonge vrouw. „En daar
aan het eihdè bevindt zich een wintertuin,
niet waar? Ik zal hier zeer gelukkig zijn,
Henry."
„Dat hoop ik", was het ernstige antwoord.
„Maar nu zal ik u naar uwe vertrekken
geleidel;, Victoria, zij zijn voor u geheel
nieuw ingericht. Hij bood haar zijn arm en
bracht haar door den gang, langs de breede
marmeren trappen naar de eerste verdie
ping, rechtstreeks naar een tegenover het
salon gelegen reeks kamers,
Deze bestond uit een boudoir, slaap-,
kleed- en badkamer, en alles was niet al
leen met uitstekenden smaak maar aller
kostbaarst ingericht.
„Uwe koffers zijn reeds aangekomen,
Victoria," zeide haar echtgenoot, zeer ver
heugd over de uitdrukking van tevreden
heid die op haar gelaat te lezen stond. „Ook
mrs. Luttrel en uwe kamenier zijn al hier.
Om zeven uur is de tafel opgediend. Ik laat
u nu alleen om toilet te maken. Zondt gij
mij noodig hebben klop dan maar; mijne
kleedkamer ligt naast de uwe.
Hij verwijderde zich.
Lady Rokeby schelde haar kamenier en
mrs. Lutrel en begon zich voor het diner
te kleeden. Toen haar toilet gemaakt was
begaf zij zich in het boudoir, waar mrs.
Luttrel voor een venster het schaduwrijke
park zat te beschouwen.
„Nu," zelde de jonge vrouw, „wat dunkt
u? Beu ik geslaagd?"
Tot dusverre, ja", antwoordde de grijze
gezelschapsjuffrouw hare lichte oogen met
veelbeduidende uitdrukking opslaande.
„Maar we zijn nog niet aan bet einde. Gij
weet het spel is pas begonnen."
Ta ik weet het, sprak de bruid naden
kend;' „maar 't is goed begonnen Maar,
stil, Lutrel, daar komt mijn gelukkige biui-
def>m speelde een hoonende lach om hare
lippen, toen zij sir Henry verzocht binnen
te komen. De jonggehuwden praatten eenige
minuten samen en gingen toen naar het
salon, waarheen zij door mrs. Luttrel wer
den gevolgd. Zij bleef tot na het eten m de
nabijheid van Lady Rokeby en begaf zich
toen naar hare kamer, die dicht bi] die
harer meesteres was.
Nu waren bruid en bruidegom alleen.
De bruid speelde een stukje op de prach
tige piano, die in het salon stond, en zette
zich daarna op eene sofa naast haren echt
genoot. Zijn gelaat straalde van liefde voor
haar, maar hare trekken waren hard door
hare berekenende gedachten.
„Laat mij eens nadenken", zeide zij met
gehuichelde onverschilligheid, „waarover
spraken wij toch toen wij liier aankwamen,
Henry? O, ja, van uwe bezittingen. Dus zal
dit lieve, oude Rookhurst eenmaal uwen
zoon George behooren. En wat zal Nina
hebben?"
Tiet vermogen harer moeder en meerdere
bezitingen, die niet onder het onvervreemd-
baar erfgoed zijn begrepen. Nina zal rijk
zijn ook zonder het bezit van Rookhurst
Lady Rokeby werd nadenkend, maar zij
sprakniet verder over dit onderwerp. Zij
verontschuldigde hare vragen door de be
langstelling die zij gevoelde voor de kinde
ren van haren echtgenoot, en sir Henry
De dagen gingen voorbij en weken en
dacht daaraan niet meer.
maanden volgden. Nog steeds was Nina
Rokeby nog niet naar buis ontboden ge
worden, daar bare stiefmoeder genoeg uit
vluchten wist te vinden om den terugkeer
harer stiefdochter te verschuiven. Wellicht
vreesde zij dat de scherpe, jonge, niet door
hartstocht verblinde oogen zien zouden hoe
zedelijk verdorven, hoe slecht en listig zij
was en hoezeer haren echtgaioot onwaar
dig.
Sir Henry's verblinding ten opzichte van
zijn eclitgenoote nam met den tijd nog toe
zijne liefde tot haar ging over in aanbid
ding. Wat zij ook deed. alles was goed in
zijne oogen.
Lady Rokeby ging in gezelschappen, be
zocht de voornaamste familiën in den om
trek en ontving die ook op Rookhurst. Zij
gaf talrijke schitterende feesten en was in
het graafschap buitengewoon bemind: zij
gaf in alle opzichten den toon aan en wist
zich bfl iedereen zoo aangenaam te maken,
dat al hare bekenden niets dan goed van
haar spraken. Weldra was zij voorgoed op
Rookhurst op haar gemak en men kon haar
een gelukkige vrouw noemen.
Toen de tijd daar zoo heen vloog, scheen
een zekere onrust zich van haar meester
te maken, die door de grijze gezelschapsjuf
frouw werd gedeeld alsof ook zij iets tv ach
tende was. En dat, waarop zij wachtten,
I lcwam eindelijk.
't Was op een avond in Februari, onge-
veer vijftien maanden na den intocht dei-
bruid op Rookhurst. Buiten was het een
woest stormachtig weder. Binnen, in de
kleedkamer van lady Rokeby, brandde een
groot vuur in den haard, en de schijn er
van speelde op het ckonkerroode behangsel
en de meubelen. De lampen verspreidden
een zacht licht.
Midden in de kamer stond de gebiedster
van Rookhurstzij had hare bedienden weg
gezonden en beschouwde zich met zelfvol
doening in den grooten spiegel. Zij was ge
kleed in een lang rood zijden kleed, cm droeg
prachtige robijnen; hare zwarte oogen
schitterden, hare wangen gloeiden.
Te midden harer zelfbewondering kwam
de grijze gezelschapsdame plotseling bin
lien, met een brief in de hand.
Met schrik op liet gelaat wendde lady
Rokeby zich tot haar.
„Wat hebt gij daar, Luttrel?" vroeg zij.
„Een aan mij gerichten brief", antwoord
de de gezelschapsjuffrouw. „Ik heb hem
gelezen en nu heb ik u eene vraag te doen,
Victoria, alvorens hem u te toonen. Sir
Henry Rokeby vergoodt u, overlaadt u met
geschenken; gij ztjt zijne wereld, zijn leven,
en nu wensch Ik u te vragen„Bemint gij
hem?"
„Of ik hem bemin?" hernam lady Rokeby,
hare gezelschapsjuffrouw trotscli aanzien
de. „Gij weet dat ik hem niet bemin. Hem
beminnen? 't Is bespottelijk.
De grijze vrouw lachte onheilspellend.
,,'t Is goed", zoo sprak zij. „Lees nu den
brief. De boodschap is eindelijk gekomen."
Haastig greep lady Rokeby liet papiei.
Het bevatte slechts de volgende woorden, j
zonder datum of onderteekening
„De tijd Is gekomen om hem uit den weg
te ruimenDus
HOOFDSTUK III.
EEN VREESELÏJK BESLUIT.
Ofschoon lady Rokeby de noodlottige
boodschap, haar door de gezelschapsjuffer
gebracht, reeds lang verwacht had, was zij
toch zeer ontroerd toen ze eindelijk kwam.
Het papier ontglipte aan hare sidderende
handen en eene uitdrukking van schrome
lijke ontzetting- sprak uit hare zwarte
oogen.
Half onbewust herhaalde zij fluisterend
de woorden der boodschap
,,'t Is tijd hem uit den weg te ruimen!
Dus!"
Lady Rokeby schrikte van het geluid
harer eigene stem en met bange blikken
staarde zij de grijze gezelschapsjuffrouw
aan. Deze echter zag haar met booze be
moedigende oogen in het gezicht,
i;Ikik heb niet zooveel moed als ik
meende, Lutrel," stamelde de lady. ,,'t Is
verschrikeklijk zoo iets te doen."
„Gij bemint sir Henry dus toch", sprak
de gezelschapsjuffrouw hoonend, den nood-
lotttgen brief in het vuur werpend.
„Neen, neen! Maar hij vertrouwt mij, hij
bemint mij. Er was een tijd Luttrel, dat ik
zelfs geen hond leed kon doen, die mij
streelde. En nu maar ik ben niet zoo
slecht als gij gelooft. Ik weet het, ik ben
valsch, gewetenloos, berekenend. Mijn hu
welijk was slechts een deel van een stout
plan, de vrucht eener samenzwering tegen
sir Henry Rokeby, maar ik schrik terug
voor het ergste dat wij voornemens zijn.
De adder te spelen en de hand te wonden
die mij gestreeld heeft, het hart te breken
dat mij zoo innig lief had, het edele, wel
doende gelukkige leven van sir Henry te
verkorten o, ik kan ik kan het niet!"
Onstuimig wierp zich lady Rokeby voor
een stoel op den grond, legde hare armen op
het kussen en steunde daarop met haar
hoofd. De flikkerende schijn van het vuur
speelde om hare gestalte en haar schoon
stormachtig bewogen gelaat. Met hare
groote zwarte oogen blikte zij in het vuur
als wilde zij iets lezen uit deszelfs dansen
de vlammen.
Als een booze schaduw trad de grijze
juffrouw aan hare zijde.
„Hoe tragisch zijt gij, mijne lady," sprak
zt) spottend; ,,'t lijkt wel of gij een tooneel
uit een drama repeteert. Niemand kan tt
tegen uwen wil tot een enkelen stap dwin
gen. Gij kunt doen wat gij wilt. Sir Henry
vergoodt u en gij kunt voor het oog dei-
wereld zijne beminnende gade blijven, zijn
liefkozingen ontvangen, zijn huishouden be
sturen en zijn ouden dag opvroolijken. Hij is
nauwelijks vijf en vijftig jaar oud, gezond
en krachtig, en daarbij stamt hij af uit een
langlevend geslacht en kan best negentig
jaar worden. Als gij hem overleeft zijt gij
dan zeventig. Gij kunt intussclien de teedere
stiefmoeder spelen over zijne kinderen. Zijn
dochter zal u haten en haren vader wan
trouwen tegen u inblazen. Dat alles is u
toch zeker hoogst aangenaam
„Stil, stil! fluisterde lady Rokeby met
woeste blikken. „Laat mij alleen, Luttrel;
immer wekt gij den duivel in mij op. Veer
tig jaren van een eentonig stil leven, ter
wijl ik in Londen als koningin der gezel
schappen kan schitteren aan den arm van
een man, dien ik sinds jaren bemin! Veer
tig jaren O een jaar schijnt mij reeds een
eeuwigheid't komt mij voor alsof ik nu
reeds een menschenleven met sir Henry ge
trouwd ben. Ik zal de opdracht van dezen
brief uitvoeren."
De grijze gezelschapsjuffrouw lachte.
„Daar was ik zeker van", zeide zij.
„Maar sir Henry heeft na onze bruiloft
nog geen nieuw testament gemaakt", her
nam lady Rokeby. Ingevolge ons huwelijks
contract zal Ik het vruchtgebruik hebben
van een bezitting als weduwengoed en een
jaarlijksche rente van vier duizend pond,
zoolang ik leef. Bij mijnen dood vervalt het
goed en het inkomen aan de familie Roke
by. Ik kan volstrekt niets 't mijne noemen;
ik heb niets waarmede ik kan doen wat
ik wil. Ik geloof dat Digby verwacht, dat
ik van sir Henry een vorstelijk vermogen
zal erven." (Wordt vervolgd).