f
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
feuilleton
VEMEN SPEL.
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad.
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 51
WOENSDAQ 4 JULI 1923.
46e JAARGANG.
WAALWIJRSOttE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. SM». Telegr.-AdregECHO.
2)it nummer bestaat uit twee
Bladen
DRONGELEN.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Vrijdag 30 Juni des
avonds ten 6 uur (ouden tijd).
VoorzittertEdelachtb. heer Brune.
Ongeveer 6.10 uur opent de Voor
zitter de vergadering; aanwezig alle
leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
1. Wijziging begrooting 1922
De Voorzitter zegt dat enkele posten
zijn overschreden doch ook dat ge
bleken is dat op enkele andere posten
nog een overschot bestaat, zoodat tot
wijziging van de^begrooting kan wor
den overgegaan.
Conform het^voorstel van Burg. en
Weth. wordt besloten.
2. Aangaan kasgeldleening.
De Voorzitter merkt^op dat de kas
van den gemeente-ontvanger leeg is en
dus noodzakelijk daarin moet worden
voorzien, wat^kan door zooals op de
begrooting al is aangegeven, een kas
geldleening aan te gaan van f 2000.
Hij stelt voor dit bedrag bij de Boe-
renleenbank te leenen tegen eene rente
van 57, pCt. en dit jaar nog af te
lossen.
De heer Nieuwkoop heeft daar
tegen geen bezwaar. Hij was aanvan
kelijk van meening dat men nog een
vaste leening wenschte aan te gaan.
Voorzitter. Neen.
g Voorzitter. Het staat wei niet op de
agenda, maar ik stel voor om, nu door
het Rijk het vervolg-onderwijs niet
meer wordt vergoed, te doen zooals
ze in alle gemeenten doen, het perso
neel daarmede belast, te ontslaan. Wij
mogen niet meer doorgaan met dit
onderwijs te betalen en de onderwij
zers zullen over het algemeen geno
men wel geen plezier er in hebben
om dit werk gratis te gaan verrichten.
Nieuwkoop. Bestaat de mogelijkheid
niet meer dat kan worden voortgegaan.
Voorzitter. Neen, misschien, ik weet
het niet. dat men de onderwijzers
daartoe zal gaan verplichten, maar op
het oogenblik gaat het niet en wijl
f 2 per uur aan de onderwijzers wordt
uitbetaald kan de gemeente daar niet
aan beginnen, want dat zou hier dan
zoo wat f 300 kosten. En voor hoe
veel leerlingen Twee of drie en die
komen nog maar zoowat slechts de
helft van den cursus bezoeken. Als
de gemeente een Oroot Eethen zal zijn
geworden, kan er misschien op een
ilaats, waar men dan bijeenkomt, een
cursus worden gegeven.
Wordt besloten eervol ontslag te
verleenen.
De heer Nieuwkoop vraagt of nu
iet vervolgonderwijs is komen te ver
vallen, en de onderwijswet weer is ge
wijzigd waardoor men het zevende
eerjaar kan behouden, hetniet wensche-
jk zou zijn de gemeente zoo in te
eelen, dat men ook hier het zevende
eerjaar kan behouden.
De Voorzitter zegt daarop geen ant
woord te kunnen geven aangezien hij
de besprekingen hierover in de Tweede
Camer niet heeft gevolgd.
Nieuwkoop. Behouden is het, maar
ik weet niet in welken vorm men het
moet aanvragen om het te verkrijgen.
Nu het herhalingsonderwijs is komen
te vervatten, zou hij het in belang
van het onderwijs vinden indien men
dit zou kunnen verkrijgen.
De Voorzitter zegt dat dit waar
schijnlijk de laatste vergadering zal
zijn, die door den raad van Drongelen
zal zijn gehouden. Door onvoorziene
omstandigheden zou het anders kunnen
zijn, doch als de gang van zaken zal
zijn als men zich die voorstelt, dan
zal voortaan over de belangen van
Drongelen een ander college delibe-
reeren. In hoeverre het besluit tot
vereeniging van de gemeenten hier met
blijdschap is begroet weet hij niet.
Wel weet hij dat er menschen zijn die
na het bekend worden van het besluit,
zich deden kennen de een als
voor- de ander als tegenstander. Er
is dus eene verdeeldheid, iets wat altijd
13)
wel zal blijven. Hij hoopt echter dat
de gang van zaken zoo zal zijn, dat
de ervaring zal leeren dat er eene
goede eensgezindheid zal komen en
dat de tegenstanders van nu dan zullen
zeggen Die voorstanders van vereeni
ging van gemeenten hebben het zo©
gek nog niet ingezien
Alvorens de vergadering te sluiten
wenscht hij eerst een woord van dank
te brengen aan allen voor hetgeen ze
voor Drongelen hebben gedaan en in
het bizonder wil hij een woord van
dank niet onthouden voor de bijzondere
vriendschap en welwillendheid die hij
heeft mogen ondervinden Een feit is
het, dat men niet steeds op een stoel
heeft gezeten maar met zorg is het
persoonlijke vermeden en van de zaken
waarover het ging wist men dan nog
iets goeds tot stand te brengen. Qaarne
wenscht hij allen, die hij niet meer in
het nieuwe College zal terugzien, alle
goeds toe en hij hoopt dat het hen en
de hunnen steeds in alles zal goed gaan
niet twijfelend of ze zullen niet nalaten
de belangen van de gemeente te blijven
behartigen daar waar hun dat moge
ra^WAALWU K
ERVARING
DOOR
lijk is.
Ook de Secretaris, waarmee hij, zoo
lang hij hier burgemeester is geweest,
steeds op de aangenaamste wijze heeft
samengewerkt en waarvan hij weet dat
hij steeds naar zijn vermogen heeft
gewerkt om de belangen van de ge
meente voor te staan, wil hij niet
nalaten zijn dank te betuigen.
De heer Nieuwkoop wil, nu dit
college voor het laatst bijeen is, niet
nalaten een woord van dank te brengen
aan den Voorzitter voor de humane
wijze waarop hij de minderheid steeds
heeft te woord gestaan ook dan wan
neer de ideeën niet parallel gingen.
Voor de minderheid is het wel eens
een zware taak geweest om iets naar
voren te brengen, want al was het
goed, men wist van te voren dat er
geen of niet die zorg aan zou worden
besteed. Hij hoopt dat, wanneer een
zijner partijgenooten in het nieuwe
college zal zitting nemen, dit niet zal
plaats vinden, want dat zou hij in het
belang van Drongelen, dat allen het
meest dierbaar zal zijn, niet wenschelijk
achten.
Niets meer aan de orde zijnde en
niemand meer het woord verlangende
sluit de Voorzitter de vergadering.
NIEUWKUIJK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 30 Juni
des voormiddags 107a uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Van den
Broek, Burgemeester.
Secretaris de heer W. v. d. Leeden
Ongeveer kwart voor elf opent de
Voorzitter de vergadering met den
Christelijken groet. Afwezig is het lid
Frans Mommersteeg.
De notulen der vorige vergadering
worden door den Secretaris voorgelezen
en onveranderd goedgekeurd.
Voorzitter. Wat betreft betaling
electriciteitskwestie aangaande den heer
P. Mostermans, waarover bespreking
voorgaande vergadering, zullen wij
hieromtrent, daar deze zaak nog niet
is afgewerkt, met een mondelinge be
spreking een regeling zien te treffen.
Ingekomen stukken.
Schrijven van de gemeente Sneek,
houdende het verzoek, de mededeeling
dat door den raad dier gemeente aan
H. M. de Koningin een adres is gericht,
waarin wordt verzocht het daarheen
te leiden, dat de openlijke Godslastering
strafbaar wordt gesteld in het Wetboek
van Strafrecht, te willen steunen.
Wordt besloten adhaesie-betuiging
in te zenden.
Schrijven van Burg. en Weth. van
de gemeente Smilde, waarbij toezending
eener motie van den raad dier ge
meente, waarin bij de regeering wordt
aangedrongen de opbrengst van iedere
bron van inkomen niet meer te be
palen over een jaar, doch naar een
gemiddelde van 3 jaren.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Schrijven van Ged. Staten, houdende
het verzoek de pensioensbijdragen der
gemeente-ambtenaren vast te stellen
op 37a pCt.
Voorzitter. Zooals ge weet, werd op
de voorgaande vergadering besloten
872 pCt. te storten. Nu geven Oed.
Staten echter bericht dat dit niet wordt
goedgekeurd, zoodat wij verplicht zijn
372 pCt te storten.
Van Melis. Valt een dokter ook
onder de gemeente-ambtenaren.
Voorzitter. Zeker,
Daar er toch niets aan te doen is,
wordt dit voor kennisgeving aange
nomen.
Schrijven van den Minister van
Financiën betreffende aansluiting bij
den postcheque en girodienst.
De Voorzitter licht toe hierin geen
bezwaar te vinden, waarna het voor
kennisgeving wordt aangenomen.
Schrijven van de Gezondheidscom
missie Heusden betreffende onbewoon
baarverklaring woonhuis wijk C van
voorheen Frans van Buul, waarin aan
den raad wordt voorgesteld genoemd
huis onbewoonbaar te verklaren.
De Voorzitter licht toe dat intusschen
genoemde woning is overgegaan in
andere handen B. en W. zien geen
bezwaar den raad in overweging te
geven, niet in te gaan op het voorstel
der Commissie en het niet onbewoon
baar te laten verklaren.
Het lid Van Steensel zegt, dat men
met het opleggen van een nieuw dak
cho van het Zuiden,
en
Courant
Dit blad verachijat
WOBN8DAG IN ZATIBDAQ.
Abonnementsprljper 8 maande» 1*25.
Franco per poet door bet geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden «takken, géiden ena.,
franco t« «enden aan den Uitgever.
Uj*öav*:
Prfj» der AdverteatU*
20 cent per regel; minimum 1.60.
Beclames 40 cent per regel.
BS contract flink rabat.
Advertoatiën moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgeni om alterlljk 0 aar in one bealt
lijn.
van „De Echo van het Zuiden
Naar het Duitsch door H. Fr.
„Met al mijn academische opleiding", zoo
dacht de jonge man met bitterheid, „ben ik
veel minder in staat voor mijn levensonder
houd te zorgen dan deze metselaars. Waar
om heeft mijn vader mij opgevoed met kost
bare neigingen en als den erfgenaam van
een groot vermogen, als hij mij op t 'eerste
oogenblik dat ik iets tegen zijnen wil deed,
verstiet en aan den honger prijs gaf. Wat
beteekent de bloote naam van gentleman,
als men hem geen eer kan aandoen en ook
geen werkman kan zijn? Had bij mij een of
ander ambacht laten leeren, dan was ik nu
niet half zoo ellendig. Ik ben een en twin
tig jaar oud en mijn leven is reeds bij den
aanvang verloren." En voort vloog de trein,
steeds andere beelden vertoonendemaar
hoewel de gedachten van den jongen man
een andere richting namen, waren zij toch
even bitter als vroeger. „Ik zou wel willen
weten wat mijn vader van mij kan verlan
gen", vroeg hij zich zelve plotseling af. „Hoe
kan hij mij aan een vermogen helpen. Hij
beloofde mjj advocaat te laten worden, doch
vergat zijne belofte. Kende ik een beroep,
dan kon ik mij een positie scheppen.
Wellicht heeft hij mjj bfl zich ontboden
om mij daarover te spreken. Waarlijk, hij
kan toch niet verlangen en de jonge man
kleurde dat ik een speler worde zooals
hij is geweest. Als bi) met zulk een voor
stel voor den dag komt, weiger ik beslist.
Ter wille van mijne onschuldige Lilly wil
ik mij vrijhouden van zijne ondeugden."
Dit besluit stond bij hem vast, toen hij te
Canterburry uit den trein stapte en een
KM.TSMAPPU Ut! HflUIUS OP HET lEYEH
rijtuig aam om hem naar Rookham te bren
gen.
Gedurende den tamelijk langen rit dacht
bij er onafgebroken over na wat zijn vader
toch wel van hem zou verlangen en lette
niet op de streek, waardoor hp reed, totdat
de koetsier zich omkeerde en met de hand
links wijzende, zeide:
„Dat huis daar op den heuvel, mijnheer
is Rookhurst, het verblijf der familie Roke-
by. Sir Rokeby is verleden jaar in Indië
gestorven, en de bezitting behoort thans aan
zijn eenig kind een dochter. Een mijl van
hier is het dorp Rookham."
Ralph Borne wendde zijne blikken naar
de heerlijke bezitting der Rokeby's. Zoover
zijne oogen reikten strekte zij zich aan bei
de zijden van den weg uit.
Het trotsche slot met zijn grootsche neven
gebouwen en zijn heerlijke omgeving van
park en weilanden, vormde het allerschoon
ste tafereel dat Ralph ooit had gezien.
„Hoe heerlijkzeide hij onwillekeurig.
„En dat alles behoort aan eene dame
„Ja, mijnheer een zeer jong meisje," her
nam de koetsier. Zij is nog in Frankrijk op
school. Dat Rookhurst is een heerlijk goed."
Hij zweeg weder.
Ralph keek echter onafgewend met nijdige
blikken naar het prachtige slot.
Waarom moest dat alles aan een enkel
wezen behooren terwijl hem het allernood
zakelijkste ontbrak.
Zflne ziel werd met bitterheid vervuld en
somber staarde hij voor zicli uit.
Eenige miuuteu later was het rijtuig in
het dorp Rookham aangekomen en hield
stil voor het logement dat Ralph den koet
sier had opgegeven.
Hij sprong uit het rijtuig; de waard kwam
aanloopen en vroeg hem waarmede hij hem
kon dienen.
De jonge man vroeg naar zijn vader en
men antwoordde hem dat deze waarschijn
lijk op zijn kamer was in het logement."
Ralph zond den koetsier weg na hem te
hebben betaald en volgde den waard in
huis. Deze geleidde hem de trappen op naar
een kamer, waar Ralpph dadelijk aanklop
te. Toen hij geen antwoord kreeg opende
Ralph zonder zich te bedenken de deur, en
trad binnen.
Het was een vroolijke vriendelijke kamer,
de zonnestralen drongen door het venster
binnen en beschenen de bloemen, die op het
Kozijn stonden te bloeien.
Mijnheer Digby was niet te huis, maar
overal vertoonden zich sporen, dat hij hier
woonde.
Zijn elegante toiletdoos voor den spiegel,
zijn kostbare rooktafel, zijn prachtvolle
schrijfmap verrieden, dat hij zich zeer veel
in deze kamer ophield. Al die voorwerpen
bewezen echter ook duidelijk dat Digby
Borne zich geen weelde ontzegde, welke in
staat was hem het leven te veraangenamen.
Ralph's lippen plooiden zich tot, een bitte
ren lach, toen hij berekende welke waarde
deze kostbaarheden vertegenwoordigden.
Hij was nog in deze berekening verdiept,
toen zjjn vader binnenkwam met een met
goud gestikt fluweelen mutsje op liet hoofd
en in elegante huiskleeding gekleed.
Zijne lichte oogen openden zich iets meer
dan gewoonlijk, toen hij zijn zoon gewaar
werd en een onheilspellende lach speelde
om zijn mond.
Hoofdstuk IX.
EEN SPOEDIG OPGELOSTE VRAAG.
„Zoo, zijt gfj dus eindelijk gekomen?"
zeide hij. „Ik verwachtte u reeds gisteren/'
„Ik ontving uw brief eerst heden morgen."
antwoordde Ralph, „en ik hen per sneltrein
hier heen gereisd. Ik heb een andere woning
betrokken, zooals gij weel, en de brief werd
mij nagezonden."
Mr. Borne bezag zijn zoon met onderzoe
kende blikken en zijn booze lach hield aan.
„Uw uiterlijk is nog al vervallen," zeide
hij. Het schijnt u tamelijk slecht te zijn ge
gaan sedert ik u verstiet. Gij ziet er honge
rig en vertwijfeld uit,"
„Ik ben beide", gaf hij op bijna Wilden
toon ten antwoord, „en ik heb er reden ge
noeg voor. Ik lijd honger.
Mr. Borne liet zich in een leuningstoel
vallen en wenkte zijn zoon om op de sofa
plaats te nemen.
Ralph gehoorzaamde.
„Gij zflt in de stemming waarin ilt u
wenschte aan te treffen", verklaarde de
vader onaangenaam lachende; „vertwijfeld
en uitgehongerdDat is nog béter dan ik
verwachtte. Wat is er geworden van al uw
schoone verwachtingen, van rijkdom en
roem, welke gij door middel van uw pen
seel wildet verwerven? Gij vindt het dus
niet zoo gemakkelijk beroemde schilder
stukken te maken."
„Ik heb mijne talenten overschat!" riep
Ralph uit, en zijne oogen verduisterden on
der deze pijnlijke bekentenis. Ik had een
groote voorliefde voor de schilderkunst en
hield deze voor talent.
Ik gevoel mij als niets, daar ik niets weet
aan te vangen. Voor een schilderstuk, waar
aan ik drie dagen arbeid, krijg ik vijftien
shillingals ik pottenbakker was zou ik
meer verdienen, als ik wist hoe ik dat doen
moest. Toen gij mij naar de universiteit
zondt, vader, beloofdet gij mij een beroep
te laten leeren. Ik verlang thans de vervul
ling dier belofte. Ik zoek naar een weg, om
mijn brood te verdienen."
,,'t Is beter het te hebben, zonder er voor
te moeten werken," zeide Mr. Borne koel.
„Ik werk niet gaarne en kan niet gelooven
dat gij het gaarne doet. Gij wilt in de rech
ten studeeren, maar gij bezit geen schitte
rende talenten, mijn zoonop dien weg
zult gij nooit fortuin maken."
„Als ik twee honderd pond 's jaars ver
dienen kan zal ik tevreden zijn," antwoord
de Ralph bitter. „Ik ben zelf tot de overtui
ging gekomen dat mijn bekwaamheid maar
middelmatig isnooit zal ik in iets groot
zijn, uitgenomen in mislukking. Maar als ik
slechts in den grooten stroom der middel
matige lui rustig kan rondzwemmen en niet
minder dan zij, zal ik zeer tevreden zijn."
„En dat zegt gij op een en twintig jarigen
leeftijd?" riep zijn vader hoonendgij
spreekt als iemand die tweemaal zoo oud
is als gij. Wat is er geworden van uw blijde
hoop op de toekomst, uwe gulden droomen
en schitterende verwachtingen? Gij moet in
deze drie maanden harde ervaringen heb
ben opgedaan als gij u wilt tevreden stellen
met het lot van iemand die zwaren arbeid
heeft te verrichten."
„Mijne ervaring was hard".
„Ik geloof u; gij ziet er vervallen en moe
deloos genoeg uit. Nu, Ralph, ik heb u ont
boden om zoowel u zelve als nip rijk te ma
ken. Een schitterende toekomst staat voor
u open en als gij slim zijt kunt gij een der
rijkste mannen worden van gansch Enge
land. Maar gij moet doen wat ik u beveel."
„Dat kan ik niet beloven zoolang ik niet
weet wat gij van mij eischt," zeide de zoon
ik heb geen sympathie voor uwe levenswijze,
vader. Als gij niet het voordeel bezat eener
voorname afkomst en geen adellijke bloed
verwanten bezat en geen grooten titel voer-
det, zou men u een gelukzoeker noemen.
Dat weet gij. En ik wil niets te doen heb
ben met uwe wijze van leven. Ik wil geen
speler zijn. Neen, niet voor al de schatten
van Engeland."
„Weiger niet, zoolang men het niet van
u vordert," zeide Mr. Borne op harden toon.
„Verbeeld u niet dat ik uwe edele grond
beginselen wil bederven en u een speler wil
maken. Ik ben geen eigenlijk speler. Ik
speel alleen zooals gentlemen spelen. Het
spel dat ik voor u in handen heb is gemak
kelijk te winnen, zelfs al bezit gij er maar
een matige bekwaamheid voor. Ik kan u
maken tot heer van een der schoonste bezit
tingen van Engeland, als gij maar wilt."
JOp eerlijke wijze? Kunt gij dat langs
eervollen weg gedaan krijgen?" stiet Ralph
haastig uit.
„Zeker. Ik zal u met uw teeder gevoel
van eer niets oneerlijks voorstellen", zeide
mr. Borne met hoonenden nadruk.
„Wat moet ik dus doen?"
„Gij zijt jong, enthousiastisch, hupsch en
welopgevoed", zeide mr. Borne zonder te
letten op de vraag zijns zoons. „Met een
woord, gij zijt volkomen geschikt voor de
zaak, welke ik vóör heb. 't Was mijn plan
u voor een of ander vak te laten opleiden,
maar als gij mij gehoorzaamt zal dit in het
geheel niet noodig zijnen als gij dat niet
doet moogt gij mijnentwege te gronde gaan.
Ik hoop dat uwe armoede u uwe kleine mu-
ziekonderwijzeres uit het hoofd zal hebben
gezet."
„Wat heeft die met de zaak te maken."
„In 't geheel niet; ik wil alleen zeker zijn,
dat gij geheel van haar af zijt; maar mis
schien is 't het beste haren naam geheel
buiten spel te laten. Gij zegt, gij zijt den
hongerdood nabij. Nu, als gij mij de plech
tige verzekering geeft mij te gehoorzamen,
zal ik u heden nog vijftig pond voorschieten
om nieuwe kleederen aan te schaffen en .en
kele kleine wenschen te bevredigen, die gij
soms hebt."
(Wordt vervolgd).