Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. VEMEN SPEL. EERSTE BLAD. R. deRooij-Bourgonjen Gemeenteraad. Aannemer. ->Waalwijk. FEUILLETON ■■IIIMIIIIflMTW i .NOORD-BRABAND" NUMMER 65 ZATERDAG 4 AUGUSTUS *923. 46e JAAKGANG. WAALWIJKSOÏÏE 8TOOMDBUKKEBIJ ANTOON TIELEN. Telefoon N®. 88, Telegr.-AdreaECHO. 2)it nummer toestaat uit Twee bladen Verkrijgbaar bij BAARDWIJK. 22300 EETHEN. (vervolg) Te kwart voor twee komt de ge meenteraad weder bijeen en is aan de orde Punt 3. Vaststelling instructies Ge meente-Secretaris. De Voorzitter geeft den leden de gelegenheid hunne bevindingen be treffende deze instructies, die zij allen ter inzage hebben ontvangen, kenbaar te maken Van Buren. Ik had gedacht dat die bepaling van na den middag wel weg kon blijven. Die menschen hebben toch den geheelen dag niet noodig, zoo druk is het niet. De eerste 3 maanden is het misschien wel noodig dat hij vast den heelen dag hier is, maar verder zal voormiddags wel vol doende zijn. Als hij 's middags wel hier is diende hij ook dan voor het publiek te spreken te zijn, zoo druk loopt het niet. Voorzitter. Wij hebben de opmerking die U maakt vanmorgen ook in de vergadering van Burg. en Weth. be sproken. Wij achten het noodzakelijk, dat hij van 9—12 uur voor het publiek te spreken is, doch van 24 vinden wij het beter dat hij dan de gelegen heid heeft om eens rustig te kunnen doorwerken en dat hij dan ook wan neer er *s middags vergadering is niet door de menschen kan worden ge stoord. Want U weet hoe het gaat als de menschen het recht hebben om hem ten allen tijde te spreken en daarom hebben wij gemeend dat deze regeling de beste was. Het gaat met die instructies trouwens als met de verpachtingen, men 'houdt zich toch niet altijd stipt aan de be palingen. U begrijpt toch wel als hij niets te doen heeft, dan kan hij gerust eens 's middags wegblijven. Als we die bepaling van de namiddag schrap pen en het zou in de toekomst te druk voor den secretaris worden, zoodat hij het niet af kan, dan zou hij als hij alleen van 9—12 gewerkt had reeds het recht hebben om te zeggen ik heb aan mijn verplichtingen voldaan en dan te vragen een ambtenaar er bij te nemen. Ik zou U dus ter wille van den goeden gang van zaken in over weging willen geveu om aan deze contructies niet te tornen en ze zoo vast te stellen. v. Buren. Ik kan U gedeeltelijk gelijk geven, maar het kan soms lastig uit komen om 's voormiddags naar het gemeentehuis te gaan, of men moet er soms 's middags toch langs komen. Zoodoende is het voor vele menschen lastig, tegenover in het andere geval voor hem alleen. Voorzitter. Ik twijfel er niet aan of als er eens iemand na den middag komt, die den secretaris wenscht te spreken, dan zal hij hem met pleizier helpen. Eerst wilde U des middags heelemaal doen vervallen en nu zou U willen bepalen dat hij den heelen dag te spreken is. v. d. Schans. We zouden erin kunnen zetten dat hij verplicht is al het werk te doen en dan die bepaling van den namiddag laten vervallen. Voorzitter. Ik voor mij ben er zeker van dat hij het werk goed af kan ge durende de bepaalde uren. Als men nu begint met wantrouwend tegenover den secretaris of de instructies te gaan staan, dan houdt alles op. Maar als ik U nu toch in goed vertrouwen zeg dat al het werk steeds gebeuren zal, wat kan er dan nog voor bezwaar tegen zijn men zou toch de instructies ten allen tijde nog kunnen wijzigen. v. d. Beek. U heeft daar straks met recht gezegd, dat in de vergadering van B. en W. de ideeën niet homogeen waren. Doch als we toch ten alle tijde het recht hebben om de instructies te wijzigen dan kan er m i. niet veel be zwaar tegen zijn. Wij hebben altijd het heft in handen als we zouden zien dat de secretaris met kunst en vliegwerk gehouden werd. Ir, stemming gebracht worden de instructies met 4 tegen 3 stemmen vastgesteld. Tegen stemden de heeren van der Schans, Smits en van Buren. 4. Vaststelling instructies gemeente ontvanger. Na een kleine onbelangrijke opmer king worden deze onveranderd vast gesteld. SPECIAAL ADRES VOOR: Granietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten, Gootsteen, Dorpels enz. INRICHTING VOOR HOUTGRANIET-VLOEREN. Alles met volle garantie. 3037 DOOR ERVARING STERK. 5. Vaststelling besluit betreffende de zekerheidsstelling van den gemeente ontvanger. Voorgesteld wordt om de borgstelling slechts te bepalen op f 3000 met het oog daarop dat bedragen boven de f 2000 toch op de postrekening moeten worden gestort. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aangenomen. 6. Benoeming gemeente-secretaris. Namens Burg, en Weth. worden in alphabetische volgorde voorgedragen de heeren D. A. v. d. Schans en Sprong. De heer Smits vraagt of de voor zitter niet kan opgeven welke voor- of nadeelen er verbonden zijn, aan de benoeming van een van beiden. De Voorzitter zegt dat Sprong op het oogenblik f 1700 heeft en met 1 October f1800 krijgt. V. d Schans heeft f 1400 als secretaris en f 500 als gemeente ontvanger, daar gaat f 175 af dus heeft hij als secretaris en ont vanger f 1750 en Sprong als secretaris f1700. De betrekking van secretaris zal hier thans bezoldigd worden met f 2000 tot f 2500, het salaris van den gemeente-ontvanger is nog niet bekend. van Buren. Het zou f 985 schelen tot Sprong aan het maximum was in October 1927 dus in 4 jaren. Boven dien nog f206.92 voor pensioensbij drage wordt dus een verschil van on geveer f1192. 22) Voorzitter. Ja, ik meende dat het ongeveer een f 1000 meer zou kosten. Smits. Als dus van der Schans ge kozen wordt zou het dus een f 1000 meer voor de gemeente kosten. Maar wie is nu eigenlijk de bekwaamste. Voorzitter. Dat is moeilijk te zeggen. De eene zal met het eene meer bekend zijn en de andere weer met iets anders. Beiden hebben hun examen afgelegd en hebben hun bewijzen van bekwaam heid, dus veel zal het niet schelen. Als tot stemming wordt overgegaan worden er op D. A. v. d. Schans 4 en op Sprong 3 stemmen uitgebracht, zoodat de heer D. A v. d. Schans tot secretaris is gekozen. 7. Benoeming gemeente-ontvanger. Op de voordracht komen voor D. A. van der Schans en C. Straver. Wederom wordt den Voorzitter de vraag gesteld wat het voordeeligst voor de gemeente zal zijn, waarop de Voor zitter uiteenzet dat het ongeveer het zelfde blijft, daar er altijd een ontvan ger op wachtgeld komt. Gekozen wordt met 5 stemmen de heer D. A. van der Schans. 1 stem was uitgebracht op den heer Sprong en 1 op den heer Straver. 8. Benoeming ambtenaar en plaats vervangend ambtenaar van den Burg Stand. Gekozen worden resp. tot le, 2e en 3e ambtenaar de heeren D. A. van der Schans, G. van den Beek en J. van Waaiwpsclie en Langstraatsche Courant, Dit blad T«weWj*t WOENSDAG EN ZAT1BDAÖ. Abojmementaprij» per 8 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden «tokken, gelden ena., franco te «enden aan den Uitgever. Ul*6ATO Prijs der Advertentlim 20 «ent per regel; minimum 1.60. Reclame* 40 cent per regel. B8 contract flink rabat. AdvertentiSn moeten Woensdag en Vrijdag de» morgen» om uiterlijk 9 oor In on» kealt sijn. «.'v.J.GRUNO GRONINGEN van „De Echo van het Zuiden". Naar het Dmrscü uoor H. Fr. j. den Teuliog-de Leiier. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEK Misschien heb ik mjj geheel voor niets inoede afemaakt. Ten slotte zal zy in het geheel niet geneigd, zijn een doodarmen on- beduidjenden jongen man te huwen, zoo als ik ben( Als zij mij weigert zal mijn vader my nameten toestaan tot Lilly terug te kee- ren." f Deafe gedachte schonk hem eenigen troost, en hfej wandelde steeds verder, onverschil lig waar hy terecht zou komen, totdat hy zich Jtot zijn groote verrassing spoedig in de stralen van Canterburry bevond. Mimede en dorstig van de lange wandeling t rad hy een logement binnen, bestelde een afzonderlijke kanier en vroeg te drinken. Mtui bracht hem eene flescli brandewijn en vVateromtüddellijk sloeg liy een vol glas van den v/urigen drank naar binnen. Rallph was j niet gewoon te drinken en daar (jig in z^jn verlangen om vergetelheid van zjjine srm'irt te zoeken het eene glas na het aniiere ledigde, verzonk hij eindeljjk in een tolestand van zware bewusteloosheid z^jn hot^fd zonk op tafel en hij viel in een diepen tWap. Toen hij daar zoo dronken lag besténd er een schrikkelijk groot ver schil tusleehen hem en den jongen kunste naar, wi ens eerlijke oogen en liefdevolle ziel der arme Lilly haar dakkamertje te Londen t'jor. een paradijs gemaakt hadden. Het eeihe uur verliep na het andere. Een bediende.' keek meermalen de kamer in en ging dajm weer lachend heen. 't Was reeds ver op/den namiddag toen Ralph ontwaakte en to"7t zich. zelf kwam. Groote schaamte mafffkte zich van hem meester en zijn eerste gedlachte was wat Lilly wel zon zeggen als z hem in zulken toestand koude zien. Hij riep een bediende en bestelde sterke koffie en wat eten. Hij versterkte zich, betaalde zijne rekening en ging weer op weg naar Rookham. „Nu kan 't mij niet meer schelen wat er van mij wordt," zeide by in zich zelve toen hij zoo langs den weg voortschreed: „Ik ben op weg naar den afgrond en niets zal mij in mijnen val kunnen tegenhouden." Hij had de helft van den weg tusschen Canterburry en Rookham afgelegd, toen 'n rijtuig hem kwam achterop gereden waar voor hy moest uitwijken. Een oogenblik daarna bleef het stilstaan. Digby Borne's hoofd verscheen aan het portier en riep zacht: „Zyt gij 't Ralph? wat voert gij hier uit? Stijg in, stijg in!" Ralph gehoorzaam- de. steeg' in het rijtuig en de koetsier reed verder. „Waar zijt gij toch heen geweest?" vroeg de oudere Borne aan zijn zoon, die tegen over hem was gaan zitten. „Ik heb den dag in Canterburry doorge bracht", was Ralph's antwoord. „Wat hebt gij daar gedaan?" „Mij bedronken", antwoordde de zoon kortaf. Het gezicht van den jongen man bewees dat hij waarheid sprak. Zijne wild rond blikkende oogen waren met bloed beloopen en glazig en hy zag er uit alsof alle beta melijkheid uit hem was geweken. Digby Borne werd ongerust. Hij begon te vreezen dat zijn zoon door zijn eigenzinnig heid al zijne plannen zou verijdelen. „Gy vraagt mij in het geheel niet naar 't meisje, Ralph", zeide de vader op zachteren toon dan gewoonlijk. „Ik heb haar gezien". „Dat vermoedde ik", was het antwoord. „Ik heb u immers haar adres gegeven." „Ik zeide haar de waarheid", begon Dig by weder eenigszins verward door de onge wone stemming van zijn zoon. „Ik heb haar heel vriendschappelijk verklaard, dat haar huwelijk met u in het geheel geen huwelijk was. Zij schikte zich bereidwillig in haren toestand. Natuurlijk weende zij wat, maar zy begreep dat zij van minderen rang was dan gij en een huwelijk tusschen u beiden dus onmogelijk was. Zij was overtuigd dat alles tusschen u uit moest zijn en het het beste was dat gij elkander niet meer zaagt En werkelijk verliet zij om een verdere ont- i moeting onmogelijk te maken hare woning terwijl ik nog daar was." Ralph wierp zijn vader een brandenden blik toe. „Ik geloof geen woord van hetgeen gy daar zegt," schreeuwde hij. „De tijding, die gij mijn lieveling ge bracht hebt, heeft haar het hart gebroken. Gelooft gij dan dat ik niet weet hoezeer zij my beminde? Ik was alles wat zy op de ganscbe wereld bezat, haar eenige vriend. Stel u dat voor, vader, haar eenige vriend! En gij hebt my van haar gescheurd. Als zij van verdriet sterft, zyt gij haar moorde naar." Digby Borne sidderde onwillekeurig, als hy zich de vlucht der arme Lilly herinnerde en tot de overtuiging kwam, dat zy zich van kant gemaakt had. Zijn ontroering ont- I ging zijnen zoon niet. i „Arme Lilly", zeide Ralph met onwille- 1 keurig bevende stem. „Voor eeuwig is alles tusschen ons uit; ik heb uw leven verwoest, uwen goeden naam benomen en u tot eene verstootene gemaakt. Maar niet ik heb dit gedaan, maar gij, vader! Haar bloed kome over uw hoofd. Als ik haar konde terugvin- i den en vrij was haar te huwen, zou zij mij niet meer willen thans nu ik mij een leuge naar, een meineedige, een erbarmelyken lafaard getoond heb. Thans is werkelijk alles tusschen ons uit. Met bet wrak. dat gy van mij gemaakt hebt, kunt gij doen wat gij wilt. Gij hadt mij bet vooruitzicht kunnen openen iets te worden't had in uw macht gestaan mij haar trouw te laten blij- 1 ven, maar gij dwongt mij dubbel slecht te zijn. Ik hoop, dat gij over uw werk tevre den zult zijn." I „Houd toch eens op met uw onnoozele jongensachtige verwijten," riep rar. Borne 1 ruw uit. Gy hebt met het meisje afgedaan en staat op het punt een nieuw leven te be- ginnen. Ik heb uwe dwaasheden en misda den grootmoedig vergeven. Als gij u nog een maal bedrinkt zooals vandaag laat ik u in rekenen. „Stel mij op de proef en gij zult u kunnen overtuigen dat ik het doe. Ik heb uit Lon den voor u een kist vol met nieuwe kleede ren en toiletbenoodigdheden medegebracht. Ik heb geene uitgaven gespaard om mijn zoon te laten optreden zooals het behoort, en waarachtig, als gij van avond door uwe dwaasheid en belachelijke vertwijfeling mij eenige schande aandoet, zal ik mij daarover weten te werken." „Gij behoeft niet bang te zijn dat ik u schande zal aandoen of onze gastvrouw op eenigerlei wijze zal beleedigen zeide Ralph morrend. „Gij schijnt te gelooven dat bui ten u niemand zich als een gentleman weet te gedragen." Onder zulke gesprekken brach ten vader en zoon den tijd door gedurende het rijden naar Rookham. Daar aangekomen zetten zy zich aan de ryk voorziene tafel en gebruikten zwijgend het middagmaal. Na afloop begaf elk zich naar zijne kleedkamer om toilet te maken. De koffer door Mr. Borne van Londen medegebracht, was op de kamer zijns zoons bezorgd. Ralph ontsloot ze en nam er den rijken eleganten inhoud uit. Hij trok een heel nieuw zwart pak aan en bemerkte dat het hem in weerwil zijner vertwijfeling zeer goed stond. Hy wachtte in zijne kamer totdat zijn vader kwam en onderwierp zich daarna morrend aan diens onderzoek. ,,'t Is goed", sprak Digby Borne knik kend. „Als gij zoo goed weet te handelen als gij er uitziet, zal ik tevreden zijn. Ver geet liet niet, als gij tegen miss Rokeby met een enkel woord over deze Lilly spreekt, is 't met u gedaan. Het rijtuig wacht. Kom!" Zij gingen naar beneden stegen in het rij tuig. Te Rookham aangekomen gaven zij hunne kaartjes voor de weduwe af, en daar lady Rokeby altijd voor mr. Borne thuis was, werden de heeren onmiddellijk iu het salon gelaten. Lady Rokeby en Luttrell stonden op om hen te ontvangen. Digby Borne stelde zijn zoon voor en de weduwe van den baronet ontving den jongen man zeer vriendelijk. Zij zag er dien avond buitengewoon goed uit en hare wangen gloeiden van onderdrukte op gewondenheid. Ralph herinnerde zich haar reeds vóór haar huwelijk met sir Henry te hebben ge zien en zijn gelaat verheiderde als bij het zien van een vriend. Met de nicht zijns vaders, mrs. Luttrell, was hij maar oppervlakkig bekend en zijn gelaat verried zijne verrassing haar in lady Rokeby's huis te vinden. „Ik ben de gezelschapsjuffrouw van my- lady", verklaarde Luttrell. Mijn echtgenoot heeft mij in groote armoede achtergelaten, Ralph en reeds meer dan drie jaren ben ik bij lady Rokeby. Ik verzoek u mij niet als bloedverwante te beschouwen en tegen nie mand hiervan iets te zeggen. Ralph beloofde haar dit gaarne. „Miss Rokeby is in het park gaan wan delen." zeide zij, toen mrs. Borne's blikken onderzoekend door de kamer gingen. „Ik zond haar in de frissche lucht, want tot mijne teleurstelling moet ik zeggen dat zij er niet best uitziet. Mr. Ralph, als gij zoo goed wilt zjjn u naar de beukenlaan te be geven moet gij haar vinden. Ga u aan haar voorstellen en geleid haar naar huis. Ralph boog en ging door de geopende bal kondeur naar buiten en langzaam het park in. „Eene dusdanige ontmoeting is de beste zeide lady Rokeby, den jongen man aan ziende. 't Was mijn plan de jongelieden ken nis te laten maken zonder dat zij door de aanwezigheid van derden in verlegenheid gebracht worden. „Ik had liever Ralph in het oog gehou den," merkte mr. Borne ongerust, op. „En hebt gy den brief «an de jonge dame gege ven?" .„Ta. en zij nam het juist zoo op als ik verwacht heb. 't Is echter niet geheel het meisje dat ik verwacht had, en het is zeer gunstig voor onze plannen dat zij zoo aan haren vader hangt. Terwijl de beide plannenmakers zoo met elkander spraken, ging Ralph over het gras perk, door een kleine ijzeren deur het park in. De breede laan was gemakkelijk te vin den en Ralph doorliep een gedeelte er van. naar miss Rokeby uitziende. Reeds dacht hij er aan naar huis terug te keeren, zon der de jonge dame gezien te hebben, toen hij in het duistere van een zijweg witte kleederen zag schemeren. Zonder dralen sloeg hy dat pad in en bevond zich spoedig tegenover de draagster van het witte kleed, welke natuurlijk niemand anders was dan miss Rokeby. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1