Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Croote ]ttbiUutn/«st«n. VEMEN SPEL. EERSTE BLAD. FEÜILLETOh „NOO&D-BRABAND" NUMMER 70. WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1923. 46e JAARGANG, Uihoatb: WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. S3, Tolegr.-AdreaECHO. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen Het feit dat Onze Landsvorstinne, onze dierbare Koningin den 6 Sep tember het heugelijk feest herdenkt, dat zij door Gods goedheid gedurende 25 jaren het Nederlandsche Volk heeft bestierd en geleid, was voor de ver- eeniging „Waalwijks Belang" aanlei ding een heugelijk feest te gaan vieren wetend dat men hier in onze gemeente, in de geheele Langstraat, behoefte heeft om bij dergelijke gewichtige gebeurlijkheden te jubelen en te juichen. Er zijn redenen te over om bij deze gelegenheid feest te vieren en daarom maakte Waalwijk zich op om eenige dagen de zorgen te vergeten en in blijde stemming hetregeerings jubileum te herdenken. Weken van te voren zijn de ver schillende buurtcommissies in samen werking met „Waalwijks Belang" aan het werken geweest om een programma samen te stellen der gemeente waardig. Zondag 19 en Maandag 20 Augustus zou het feest worden gevierd. Zaterdag waren rappe handen bezig om alles in gereedheid te brengen. Hier en daar werd nog druk gewerkt om de praalwagens op z'n mooist te presenteeren. Reeds vroeg in den avond heerschte er een gezellige drukte in onze straten en toen 's avonds de lichten in de feest-etalage's werden ontstoken, wemelde het van menschen, die zich voor de winkels verdrongen. Immers, op initiatief van „De Hanze" werd er een etalage-wedstrijd gehouden waar voor het publiek als jury zou optreden. Eenige prijzen waren daarvoor be schikbaar gesteld. Hoofdzaak van het bestuur was echter de winkeliers er toe aan te zetten om ter gelegenheid van de jubileum-feesten met smaak volle etalages voor den dag te komen. E,n daarin is men schitterend ge slaagd, want over het geheel genomen waren er werkelijk van kunstzin ge tuigende etalages te zien. De vele duizenden buitenmenschen hebben weer eens kunnen zien, dat Waalwijk winkels bezit welke met de grootste stede-zaken kunnen wedijveren niet alleen in kwaliteit, maar bovenal ook in billijkheid der prijzen. Namen noemen willen wij niet, maar er op wijzen dat er een stuk of tien pracht-etaiages waren die steeds de aandacht van het publiek bleven trekken mogen wij, zonder de overige winkeliers te kort te doen, zeer zeker wel. 's Avonds waren de café's waar eenige versiering was aangebracht of mooie verlichting, tot in alle hoeken bezet met vroolijke gasten waar de feeststemming al goed begon te ontluiken. Zondagmorgen beloofde het weer alles behalve gunstig te zullen worden. Jachtende, onheilspellende wolken dreven woest aan het firma ment en dreigden de feestelijkheden "eelijke parten te gaan spelen. Met een zucht van verlichting viel tegen half twaalf te constateeren dat de lucht lichter werd, ja dat zelfs de wolken nu en dan de zon in de gele- ;enheid stelden onze srtaten met^hare ioud-gele stralente beschijnen. Tegen 12 uur vereenigde zich op de Markt eene ongekende menigte menschen die getuigen wilden zijn van de intocht van Hertog Jan van Brabant, „ang behoefde men niet op zijn komst te wachten want bazuin-geschal kon digde zijn komst al spoedig aan. Het was een moof gezicht, Her tog Jan van Brabant, vergezeld van zijn edellieden, in pracht-costumes allen te paard gezeten voor het Raadhuis te zien aankomen. Toen Hertog Jan met zijn edelknaap was afgestapt werd hij in de feestelijk versierde vestibule van het Raadhuis alwaar zich de Burgemeester en Wet houder Klijberg met de bestuursleden van Waalwijks Belang bevonden, ont vangen. Zijn Hoogheid de Hertog sprak daar als volgt 29) MNWAA LW UK./"! DOOR ERVARING STERK Luide bravo's weerklonken en de Burgemeester sprak daarop het vol gende Waalwijksclie en Langstraatsche Courant, Dit Ma4 varscMJmt WOBN8DAS BN ZATUBDAG. AbonnementspriJ» per S maande® 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieve®, Ingezonden «tokken, gelde® e»®., franco t* «enden aan den Uitgever. Prlja dei Adverte®tl«® 20 eent per regelmliilromn 1.60. Beclamee 40 cent per regel. Bg contract flink rabat. AdvertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag dea morgens om ®lterlljk iiirliMi be®lt aljn. A an de Poorters van de Stede en Vrijheid ran Waelwijek en aan deseelf8 Schout en Schepenen. Toen ik in het begin dér 14e eeuw mijn geliefd Waelwijek met stederechten vereer de, heb ik niet kunnen denken, dat den j toen verleenden steun zoo zou gedijen. Van een weinig lieteekenend vlek is Waelwijek I gegroeid tot een stad, die in het Noord- Brabantsche gewest eene aanzienlijke plaats inneemt en het centrum vörmt van de Langstraat. Ik verleende mijnen steun, omdat ik lT kende als een naarstig volk, met vele goede eigenschappen van geest en hart, die l' met dien steun zou brengen tot hooger peil. Gij waart arbeidzaam, gij had onder nemingsgeest, gij waart deugdzaam, vreed zaam, eendrachtig en opgewekt van geest, gij liadt een grooten burgerzin en waart rijkelijk begaafd met naastenliefde. Ik acht mij gelukkig thans getuige te zijn van Uw weligen wasdom. Met bewon dering heb ik de schoone straten Uwer stad gade geslagen, Uwe talrijke en groote fa brieken, Uwe scholen en kerken, de vele van „De Echo van het Zuiden". Naar het Duitsch door H. Fr. „Gij bevalt mij wel, Ralph", zeide zij zacht, heel in de verte over hem heen sta rend. Ik houd u voor goed en eerlijk haast wenschte ik dit niet te gelooven want want Ralph ik weet niet wat ik zeggen wil. Wat moet ik u antwoorden? „Zeg ja", smeekte Ralph met de energie yan toenemenden angst. „Wijs mij niet af, Nina, ik bezweer het u. Ik ben niet schoon en voornaam als lord Stonefield. ik ben een voudig, ongeschikt mensch maar ik be min u uit ganseher harte. Ik leg mijn lot in uwe handen. Ik heb in mij den aanleg om groot en goed te worden, en als gij mijne gade wilt worden wil ik ook om uwentwille edel zijn. Maar als gij mij verstoot zal ik ten gronde gaan. Op u is al mijne hoop gevestigd. O Nina, ik bezweer u mij te bewaren voor den grenzeloozen jam mer van een leven zonder u. Ik kan ik kan niet leven als gij mij verstoot Hij sprak met een ernst, die Nina in de ziel drong. Zij sidderde, alsof zij den last der op haar geladen verantwoordelijkheid niet kon dragen. Uit hare opwaarts gekeer de oogen sprak een zachte smeekenden blik. alsof zij haren vader in den hemel bezwe ren wilde haar te helpen. „Bedenk", zeide Ralp vol vertwijfeling „gij beslist voor mij over dood en leven lichamelijk en zedelijk." Nina schrok toen zij zag hoe oprecht deze woorden gemeend waren. „Ik moet overleggen", stamelde zij„Ik kan niet zoo snel besluiten. Laat mij eene week tijd Ralph maar eene week, om te overleggen. „O, voegde zij er in zich zelve hij, „als Papa het maar geweten had, dan had hij mij dit gespaard." MAATSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN fraaie gebouwen, die Uw stad sieren, ik heb kennis genomen van de bouwplannen van een kostelijke nieuwe kerk, die getuigen zal van Uwen Godsdienstzin en offervaardig heid. De kunst bloeit, in Uwe stad op bui tengewone wijze. Uwe muziekvereenigingen weten in menig tournooi den tegenstander te verslaan, gij telt schilders en dichters onder Uwe zonen. Ik weet, dat gij gedrukt gaat onder tijcle- lijken tegenspoed, veroorzaakt door den vreeselijken wereldoorlog. Bedenkt echter dat ook in den langen tijd, die verloopen is tpsschen mijne begunstiging en thans, niet steeds voorspoed heeft geheerscht. De geschiedenis Uwer stad zal U kunnen ver halen van ernstiger tijden en van grooter rampen. Het is nu de tijd. dat gij steunen moet op de innerlijke kracht, op Uw onder nemingsgeest, werkkracht en levenslust. Steeds hebben tijden van voorspoed zich af gewisseld met die van tegenspoed. Na den tegenspoed van thans komt onvoorwaarde lijk een betere tijd. Houdt het oog gericht op Uw wapen schild, waarin de fiere leeuwen zich schrap zetten tegen den aanvalzp zijn het sym bool niet. alleen van kracht, doch ook van zelfvertrouwen. Dat zelfvertrouwen, dat U in het verleden tot zooveel schoone daden heeft gevoerd en Uwe stad tot zulk een hoogte bracht, moet ook de krachtbron zijn, waaraan gij U zult sterken om deze moei lijke tijden door te komen. Gij maakt U thans op om feestelijk te vieren het 25-jarig regeeringsjubileum van Uw Koningin uit het aloude en roemrijke huis van Oranje. Hare regeering is zegen rijk; Holland neemt ondanks de enge gren zen van het Rijk een voorname plaats in in de rij der volken't wordt geëerd om zijn Koningstrouw. om zijn hooge beschaving, zijn kunst en zijn wetenschap, zijn vrede lievendheid en den sterk ontwikkelden zin voor recht en vrijheid. Terecht viert Gij feest, Gij hebt reden te over om dankbaar te gedenken wat in de vruchtbare Régeeringsperiode van Uw landsvorstinne is tot stand gekomen. Het is mij een groote vreugde deze feest viering bij te wonen en ze te mogen openen. U Schout der stad, als vertegenwoordiger van de Hoóge Landsvrouwe, bied ik de ge- lukwenschen aan van alle inwoners dei- stad, gelukwenschen, die voortspruiten uit eerbiedige hoogachting voor Haar en Haar huis, uit erkentelijkheid voor wat Zij in de 25-jarige regeeringsperiode voor Haar volk deed. Dat Hare regeering moge bestendigd worden in lengte van dagen, dat zij zegen rijk zp en gezegend als in de periode, die wij thans afsluiten. Ook U en Uw stadsbestuur wensch ik geluk met, dit feest. De tijd is voor Uwe nijvere burgers niet gunstig. De zorgen, die U omringen zijn talrijk en zwaar. Het geeft blijk van een blij gemoed en van hpop op de toekomst, dat het volk zich door tijde- Met van vréugde schitterende oogen stemde Ralph in dit uitstel toe. Hij meende dat, als zij hem wilde afwijzen, zij dit dade lijk zoude gedaan hebben. Zij had dit niet gedaan en daarin lag reden tot hoop. Zij zoude zijne echtgenoote en hij heer van Rookhurst worden. Te midden van zijn te vreden overdenkingen stond Nina op en ging langzaam met een ernstig en kommervol ge zicht verder. Ralph wandelde vroolijk neven haar. Toen zij reeds tamelijk ver van de bank verwijderd waren verhief zich in het kreu pelhout naast dezelve een slanke, schier kinderlijk teedere, armoedig gekleede ge stalte, met een kinderlijk maar mager en afgemat gelaat, die het jonge paar met een uitdrukking van grenzelooze vertwijfeling en ontzetting naoogde. Het was 't gelaat der verstootene jonge vrouw die Ralph als dood beweende, 't was Lilly Lark! .Ta, zij was het, de arme Lilly, die in de schaduw van het hout ver borgen, getuige was geweest van het gan- sche gesprek tusschen Nina en Ralph, en die hen nu met de wanhoop op het gezicht nakeek. „Hij bemint haar, hj) bemint haar", snik te de arme jonge vrouw in namelooze smart. „Hij zeide dat van haar antwoord leven of dood voor hem afhing: En ik ben zoo spoe dig vergeten6 nooit nooit heeft hij mij bemind. En haar bemint hij met al de kracht zijner zielO, Hemel Snikkend en handenwringend trad zij weder dieper in de schaduw van iiet bosch terug. Hoe vreeselijk alleen stond zij op de gan- sche wijde wereld. Alleen en vreugdeloos zonder dak om haar té beschutten, zonder voedsel om haren honger te kunnen stillen en zonder geld. Hare kleederen waren ge heel versleten, zij was een beeld der bitter ste armoedethans was hare laatste hoop verdwenen en 't scheen dat haar niets was overgebleven dan te sterven. De geschiede nis ha ars levens vanaf het oogenblik dat zij hare woning was ontvlucht en bij hare vriendin Suzanna Aubey bescherming had gezocht, was slechts een aaneenschakeling- geweest van bitterheden en ontberingen. Destijds was zij met Suzanna naar Rook ham gegaan en had daar in het dorp ver nomen wat er op het slot aan de hand was zij had gehoord dat Ralph daar verkeerde en daarop, in weerwil van het verzet harer vriendin, verklaard zijn geluk niet in den weg te willen staan; vervolgens was zij naar Londen teruggekeerd met Suzanna, die haar aan werk geholpen had op de fa briek waar zij zelve bezig was. Aanvankelijk scheen Lilly haar lot kalm te verdragen, maar reeds na eenige dagen maakte een diepe zwaarmoedigheid zich van haar meester en aanhoudend kwam de ge dachte bij haar op een einde aan haar le ven te maken. Op zekeren dag verliet zij de fabriek en wandelde langs de rivier en was er toen getuige van, dat een jong meisje in het water sprong. Door den schrik had ijjj haren zakdoek laten vallen, deze was dooi den vloed naar de drenkelinge gevoerd, bij welker lijk hij gevonden werd. Hierdoor ge beurde het dat de couranten haren naam als die der zelfmoordenares vermeldden. Het afgrijzen, dat zich van haar meester maakte, tóen zij getuige was van dien zelf moord, bracht een ganschen omkeer in haar te weeg; zij besloot naar huis te gaan, hard te werken en Ralph te vergeten. Maar, dit zou het geval niet zijn. Welke moeite zij ook deed om hem uit hare gedachten te stel len, zijn beeld was te diep in haar hart ge grift, en in weerwil van al de deelneming en opbeuring harer trouwe vriendin, werd zij steeds treuriger en troosteloozer. Zoo verliep de zomer, en toen de herfst kwam begon Lilly haar lot hoe langer hoe meer ondragelijk te worden. Nog eenmaal moest zij Ralph zien en de gansche waar heid vernemen. Denken en handelen was bij de vertwij felde Lilly hetzelfde; zij nam afscheid van hare vriendin, beloofde haar te zullen schrij ven en begon hare voetreis naar Rookham. Zij bleef verscheidene dagen onderweg, omdat zij overal arbeidde waar zij werk vond om in haar onderhoud te voorzien. Op den avond van den derden dag had zij Rookham bijna bereikt. Zij had zich in het bosch neergelegd om -te rusten, toen zij toevallig het gesprek tusschen Ralph en Ni na hoorde. Hare vertwijfeling, toen zij haren jongen gade zijne liefde aan Nina hoorde verkla ren, is niet te beschrijven. Zij vermoedde niet hoezeer hij om zijn jonge vrouw ge treurd hadzij had er geen de minste denk- I ijken tegenspoed niet laat ter neer slaan en waardig zal vieren een feest, dat getuigen zal van trouw aan het Vorstenhuis, dat zal demonstreeren de volkomen instemming met de wijze waarop ons Land wordt ge regeerd, het vertrouwen in de leiding, den zin voor recht en orde, als de waarborgen voor rust en vrede, welvaart en geluk, ver trouwen in de toekomst, die ondanks tijd van tegenspoed op die wijze lichtend vöèr U ligt. Weest Gij ten voorbeeld voor de inwoners Uwer stad vooral in eendrachtigheid; in waardeering van het vele goede dat Uw stad en zijn Burgers bieden.; verlicht hun zorgen, wakker hun arbeidslust aan, steunt hun ondernemingsgeest, bevordert zooveel in Uw vermogen is Godsdienstzin, kunst en wetenschap en de lijn der gunstige ontwik keling Uwer stad, zoowel op geestelijk als stoffelijk gebied zal worden voortgezet in steeds «tijgende richting. Dat naastenliefde en waardeering van elkanders goede eigen schappen het richtsnoer zijn voor al Uw daden en Uw bestuur zal gezegend zijn. Welaan Burgers der stad roert de trom en viert feest het heuglijk feit waardig! Het is mij een groot genoegen Hertog Jan II van Brabant met zijne ridders bij zijn bezoek aan Waalwijk te mogen ontvangen. Ik betuig den Hertog oprechten dank voor de blijde boodschap ons gebracht. Een groot feest gaat gevierd worden bij gelegenheid van het 25-jarig regeeringsjubileum van H. M. onze geeerbiedigde Koningin. Nu wij het voorrecht hebben Hertog .Tan in ons midden te zien. als herrezen na 0 eeuwen, maak ik van deze zeldzame gele genheid gebruik om Zijne Hoogheid tevens dank te zeggen voor de privilegiën aan zijn geliefd Waalwijk geschonken. Die privi legiën zijn stedelijke rechten geweest, o.a. het mogen houden van jaarmarkten, vrij dom van tollen en het recht van bierbron- wen. Het waTen dingen die voor onze stede van groote beteekenis waren en die getuigen niet alleen voor het goede hart, dat de Her tog Waalwijk toedroeg maar ook voor. zijn ruimen blik. Het zal Uwe Hoogheid zeker genoegen doen te vernemen, dat de door U geschon ken privilegiën, bijna IJ eeuw later, in 1441, door Hertog Philip van Bourgondië werden vernieuwd en bevestigd. Van deze vernieu wing berust in ons oud-archief een copie. Ilc kan niet nalaten den volke bekend te maken den brief, waarbij ons in 1303 stede lijke rechten werd geschonken. Luistert naar den h#ief van Jan van Bra bant, een stuk dat 6 eeuwen oud is. Aan allen, die dezen brief zullen lezen, doen te weten wij, Johannes, bjj de gratie Gods Hert op van Lotharingen, Brabant en beeld van dat zij hem nog dierbaarder was, dan Nina ooit zoude zijn. Hoe konde zij ook weten, toen zij zijn hartstochtelijke liefdesbetuigingen aan miss Rokeby hoorde, dat de jonge echtgenoote, die aan zijne borst gerust had, dag noch nacht uit zijn gedachten week en dooi- hem in heilig aandenken gehouden werd. „Alles is voortlij", zuchtte zij. haar ge zicht met hare handen bedekkend. ,,Ik ben vergeten maar waarom zoude- ik dit ook niet zijn? Nooit was ik zijne echtgenoote. Hij schreef het mij zelf in den brief, dien ik nog steeds op mijn hart draag. Ik ben zijne vrouw niet maar zij zal het zijn O. hoe schoon is zij Hoe lieflijk is haar gelaat hoe helder hare stemZij zou me delijden met mij hebben, als zij alles wist Maar zij is zeker eene rijke erfgename, ter wijl ik slechts de arme verstootene ben, die Ralph mij gemaakt heeft. O Ralph Ralph Een oogenblik liet zij hare tranen den vrijen loop. maar zij had geleerd hare smart zwijgend te dragen. Eindelijk stond zij. op en ging verder in dezelfde richting, die Ralph en Nina ingeslagen waren. Zij had nu verder geen reden meer om naar Rookham te gaan. Hare tegenwoordigheid daar of zelfs haar verschijnen voor Ralph, kon slechts hinder lijk zijn voor zijne nieuwe liefde en mis schien zijn huwelijk verhinderen. En dat wilde zij niet zij wilde zijn geluk niet in den weg staan want zij was nooit zijne echt genoote geweest en hij had haar reeds ver geten. Neen, nooit wilde zij hem weer in den weg treden. Vermoeid sleepte zij zich langzaam langs den weg voort, terwijl het rondom haar duister werd en de nacht der vertwijfeling steeds zwarter op haar gemoed nederzonk Zij kwam het park van Rookhurst voorbij en bleef staan voor de groote ijzeren poort. Zij drukte het gezicht tegen de ijzeren sta ven en keek de laan in. Aan het einde der laan zag zij het op den heuvel staande prachtige slot uit welks ven sters een helder licht scheen op het terras en de bloemperken. Aan de arme zwervelin- ge, die zonder tehuis daaronder voor de poort stond, scheen dit statig heerenhuis een paradijs. Al zoekend gleden hare blikken eerst over het terras en vervolgens over de geheele laan. In het midden van deze zag zij haren jon gen man, die aan de zijde van Nina, lang zaam naar huis wandelde. Met groote ijver zuchtige blikken vervolgde zij haren weg en toen zij op het helder verlichte terras bleven staan en Ralph Borne zich tot de erfgename vooroverboog, werd Lilly's hart als het ware samengedrukt, zoodat zij bijna niet vermocht adem te halen. De erfgename en haar aanbidder bleven eenige oogenblikken op het terras, niet ver moedende dat zij bespied werden. Om zijne opgewondenheid bedankte Ralph voor de uit- noodiging om mede binnen te gaan. Nina nam haar pakje van hem overhij greep hare hand en smeekte haar zijn aanzoek in gunstige overweging te nemen. Zonder ant woord af te wachten drukte hij hare hand aan zijn lippen en snelde de laan door naai de ijzeren poort, terwijl Nina binnen trad. En dit alles zag de ijverzuchtige ver stootene jonge echtgenoote, en haar gelaat werd steeds bleeker en hare oogen schitter den steeds onheilspellender. „Zeker heeft zij hem aangenomen." mom pelde zij. „Zij zal geen week meer noodig hebben om over zijn aanzoek te denken. Zij zijn verloofd. Ik dacht wel dat zij hier zon wonen. Wellicht is zij de eigenares van dit slot en zal hij hier heer en meester worden. Zij zullen beiden rijk en gelukkig eu bemind zijn, terwijl ik ach hoe snel komt hij daar aan. Zoo liep hij ook den avond toen ik hem heb aangenomen. Maar ik ben zijne echtgenoote niet nooit was ik liet, ook zelfs niet toen ik mij er voor hield. Hij mag mij niet zien. Geen schaduw van het ver- ledene mag zijn gelukkig leven schaden. Alles is voorbij, en nooit zal ik zijn gelaat wederzien." Met een blik van gloeiend verlangen en een zucht, die aan hare geprangde ziel ont snapte, scheurde zij zich los van de ijzeren poort en ijlde voort, weg van Rookham, weg van Ralph en al hare hoop in den duiste ren nacht en waarheen? En Ralph verliet het park van Rookhurst terwijl de nieuwe liefdedroom in zijn hart gloeide; hij vermoedde niet terwijl hij zich naar zijn logement begaf, hoe dicht hij bij zijne verlorene echtgenoote geweest was. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1