Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. J VERLBREN SPEL EERSTE BLAD. UIT DE PERS FEUILLETON *HOORD-BRABANDw UMMER 72. WOENSDAO 29 AUGUSTUS 1923. 46e JAARGANG. WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Teléfoo* Ne. M Tel«gr,-Adre«ECHO 2)it nummer bestaat uit Twee ffladen De S. D A. P. en de Bezuinigingsactie. 31) lwuk. DOOR ERVARING STERK. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche en Ijangslraatsche Courant Dit blad roraeUJat WÜ1NBD18 BN ZATHRDAG. Abonnementsprijs per 8 maande* 1.28. Franco per post door hot geheele rljk 1.40. Brieve*, Ingesonden takken, gelde* «na., franco te senden aan da* Uitgavar, Prijs dar Ad var taa tl#* 20 cent par regel; minimum 1.80. ttedamea 40 cent per regel. B| contract flink rabat. Advertontlên moeten Woensdag en Vrijdag dea morgens om alter lijk **r la ons baalt slja. CENTRALE COMMISSIE VOOR BEZUINIGING. Overdruk uit de Augustus-aflevering 1023 van het tijdschrift der Nederl. Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Hoe ..Het Volk en „De Voorwaarts" de zaak zien. „Het Volk" publiceerde op 2 .Juli jl. een hoofdartikel „Gratis Adviezen", waarin een en ander over de bezuinigingsactie werd gezegd. In de eerste plaats werd den heer Visse ring, President van de Nederlandsche Bank, de les gelezen, omdat hij in het laatste jaar verslag van de Bank zonder meer had be toogd, dat de uitgaven van den Staat en andere publieke lichamen tot belangrijk lagere cijfers moeten worden teruggebracht, zonder daarbij aan te geven hoe dit diende te geschieden. Dan werd besproken de bezuiuigingsactie op de algemeene vergadering der Maat schappij te Dordrecht,, waar de heer Boisse- vain ook al niet duidelijk zei, waar de ge vraagde 120 millioen gulden bezuiniging ge vonden moeten worden. Natuurlijk op de Sociale Verzekering, aldus „Het Volk". Dit was naar het oordeel van de hoofdredac tie ook duidelijk op te maken uit de rede van den heer Posthuma, op die vergadering gehouden. Daarvan mag echter volgens het artikel geen sprake zijn. Zoo lang wij per jaar nog een slordige 150 millioen gedeflat- teerde guldens verspillen voor een krukkig leger en een gammele vloot, mag niet ge dacht worden aan bezuiniging op de sociale uitgaven. Onze Commissie meende goed te doeu, deze zaak wat recht te zetten en zond on derstaande beschouwing aan de hoofd redactie van „Het Volk" toe. Ann de Hoofdredactie van liet Volk". Geachte Hoofdredactie. Do Centrale Commissie voor Bezuiniging, ingesteld door de Nederlandsche Maatschap pij voor Nijverheid en Handel, las met veel belangstelling uw hoofdartikel „Gratis ad viezen", opgenomen in uw blad van Maan dag 2 dezer. Het verheugde ons zeer daar uit te zien, dat u het op de jaarvergadering onzer Maatschappij te Dordrecht besproke ne over de noodzakelijkheid van bezuini ging' van genoegzaam belang acht om het aldus ter kennis van uw lezers te brengen en daarbij tevens te bestrijden. Wat ons in uw artikel verwonderde is, dat zelfs u blijkbaar thans nog breedvoerige motiveering noodig acht van den eisch tot verlaging der openbare uitgaven in het be lang van gezonde financiën. Wij meenden, dat de nuchtere feiten voor ieder voldoende duidelijk spreken. Indien de Staat om ons nu maar daarbij te bepalen voor zijn gewone uitgaven thans 700 mitlioen gulden per jaar noodig heeft (tegen slechts 200 millioen in 1913), terwijl de inkomsten van dien aard zijn, dat op de gewone begrooting een tekort van ongeveer 96 millioen gulden bestaat, dan is er toch geen andere keuze dan öf vermindering van de uitgaven, óf doorgaan met toenemende tekorten op de begrooting met de noodlottige gevolgen daarvan. Bij dit tekort van 96 millioen gul den is dan nog' niet gerekend op (lcu te ver wachten teruggang der inkomsten. „Als de inkomsten onafwendbaar dalen, erkennen wij de noodzakelijkheid van in krimping der uitgaven", zoo schrijft u. Zou het niet beter zijn het begin van dien zin te lezen: „Als de inkomsten onvoldoende blijken om het totaal der uitgaven te dek ken"? Intusscheu, ontdaan van allen woorden strijd, gelooven wij toch te mogen consta- teeren, dat wij feitelijk over de noodzake lijkheid van beperking der openbare uitga ven, opdat de begrootingen weer sluitend worden, eens zijn. U verwijt den heer Vissering en min of meer ook aan onze Commissie, niet aan te geven op welke wijze de uitgaven van den Staat moeten worden verminderd. Wij mee- nen, dat 't vaststellen van een bezuingings- plan in de eerste plaats ligt op den weg der regeering, die over alle middelen beschikt om daartoe te geraken. De president van de Nederlandsche Bank en ook onze Com missie kunnen daartoe wel eens adviezen geven, maar het behoort niet tot zijn taak noch tot onze competentie de regeering een bepaald bezuinigingsplan voor te schrijven. Wij vreezen, dat het voorleggen van een dergelijk programma aan de regeering uwer zijds ook spoedig als ongeoorloofde „dicta tuur" zou worden aangemerkt. Maar overigens hebben wij herhaaldelijk doen uitkomen, hoe wij ons de doorvoering der bezuiniging denken. In de eerste plaats vaststelling van het totale bedrag, waar mede de uitgaven verlaagd moeten worden om tot een sluitende begrooting te komen: zog 120 millioen gulden. Dat eischt het al gemeen belang; inflatie al.s gevolg van voortdurende tekorten op de begrooting brengt vooral voor den arbeider bijzondei groote nadoelen mede. Oneindig grooter na- deelen, dan uit een verstandige bezuiniging ooit kunnen voortvloeien. Het te besparen bedrag' zal dan zoo over do onderdeelen der Staatstaak verdeeld moe ten worden, dat in de eerste plaats wordt afgesneden, wat met het minste bezwaar te van „De Echo van het Zuiden". Naar het Duitsch door H. Fr. Hoofdstuk XVIII. „ik vraag u om verschooning, als de ma nier mijner afwijzing u beleedigeud schijnt;" zeide zij zacht; „maar dit denkbeeld kwam mij te zonderling, te ongehoord voor. Op 't gevaar af u andermaal te beleedigen, nir. Borne, moet ik verklaren, dat een huwelijk met Luttrel veel passender voor u zoude zijn. Ik ben, zooals gij weet, nog een heel jong meisje, en de jeugd moet slechts met de jeugd trouwen „Gij geeft dus mijn zoon de voorkeur?" „Boven u ja." „En zult gij met hem huwen?" Haar liefelijk gezicht verduisterde, maar zij antwoordde kalm „Mr. Ralph heeft mij reeds deze vraag gedaan, mijnheer, en ik sta er op hem zelf daarop te antwoorden. Wat ik ooit voor hem moge gevoelen, mijn besluit tegenover u blijft daarop zonder eenigen invloed." „En gij wijst mij dus werkelijk en beslist af?" „Werkelijk en beslist, mr. Borne." „Bestaat er geene hoop dat gü van gevoe len verandert, miss Rokeby? Zal geen toe wijding mijnerzijds uw besluit aan het wan kelen kunnen brengen?" „Neen! Ik kan uw voorstel zelfs niet in ernstige overweging nemen, mr. Borne. Ik ben bereid u als vriend te beschouwen, maar als minnaar, vergeef mij zijt ge mij te onverdragelijk. Nina sprak met een ernstige openhartigheid, die Borne's erger nis nog deed toenemen. Hij zag dat er geen kans was om haar liefde en haar vermogen te winnen, en daarom wilde hij niet het missen is en dat zoolang en zooveel moge lijk ontzien worden de productieve uitga ven tot verhooging der volkskracht zoowel in ideëelen als in materiëelen zin. Maar enkele bepaalde gebieden kunnen niet van alle bezuiniging worden uitgesloten; ieder in zijn kring zal zich opofferingen moeten getroosten. Omgekeerd kan de bezuiniging tot het vereischte bedrag niet uitsluitend op één enkel onderdeel der begroeting worden ge vonden. Uwerzijds wordt steeds weder het denkbeeld voorop gezet, dat eenvoudige af schaffing van leger en vloot voldoende is om tot een vermindering der Staatsuitga ven met ongeveer 150 millioen gulden te komen en dus den geheelen toestand te red den. Zeker, ook op Oorlog en Marine kan en moet bezuinigd worden. Maar mogen wij u (en vooral uw lezers, die zich hiervan nog niet voldoende rekenschap geven) eenige cijfers voorleggen? De gewone Oorlogsbegrooting voor 1923 wijst een totaal aan van rond 64 millioen gulden. De Marinebegrooting voor 1923 omvat aan milüaire uitgaven 404 millioen gulden en aan onvoorziene uitgaven 60.000,totaal bijna 41 millioen gulden. (1). De 'landsverdediging kost dus volgens deze begrootingen voor 1923 bijna 105 milli oen glüden. Een groot deel van dit bedrag MAATSCHAPPU VAK VERZEKERING OP HET LEVEN bestaat echter uit loonen, pensioenen, wacht gelden, die nog jaren gehandhaafd moeten blijven. Gij wilt toch immers al die men- schen niet opeens broodeloos op straat zet ten? Wij hebben in de begrootingen de hiervoor noodige bedragen nauwkeurig nagegaan en komen van do althans nog jaren blijvende uitgaven voor loonen, pensioenen, wacht gelden, enz. op de Oorlogsbegrooting tot 39 •nillioen gulden en op de Marine begrooting •tot 11 millicen gulden, totaal dus: 50 mil lioen gulden. De geheele afschaffing van leger en vloot zou dus een besparing kunnen beteekenen van een goede 50 millioen gulden, Maar dan is er ook letterlijk niets meergeen man, geer. paard, geen wapen, geen schip. Alleen de oude rommel, die niet kan worden on derhouden en een aantal lieden, die voor 50 millioen gulden 's jaars niets doen Wij zijn dan geheel weerloos, ook tegenover staten van ongeveer gelijke grootte als België (waar uw partijgenooten toch blijkbaar eon .eenigszins andere opvatting hebben van leger-uitgaven) tiet staat aan u om te beslissen of gij die verantwoordelijkheid aandurft! Maar de vereischte bezuiniging wordt er niet mede bereiktzij helpt slechts aan 2/5 van liet bedrag, waarmede de Staatsuitgaven verminderd moeten worden. De rost moet dus op andere onderdeelen der begroeting gevonden worden. Het zal goed zijn, dat hiermede uwerzijds rekening wordt gehou den. Onder dankbetuiging voor de verleende plaatsruimte, teekeuen wij, namens de Cen trale Commissie voor Bezuiniging. WALRAVE BOISSEVAIN, Voorz. W. B. REIJNEN, Secretaris. Tot ons leedwezen nam „Het Volk" dit stuk niet in zijn geheel op. Slechts een kor te en eenzijdige samenvatting van het arti kel werd gepubliceerd. Feitelijk werd daar- iu alleen vermeld, dat volgens de berekening onzer Commissie van de 105 millioen ge wone uitgaven voor Oorlog en Marine, 50 millioen voor loonen, pensioenen, vrachtgel den nog jaren lang uitbetaald zullen moe ten worden, ook bij totale afschaffing van leger en vloot. Daartegen voert „Het Volk" aan, dat bü stevige ontwapening' ook de kosten van pensioenen, wachtgelden, enz. wel spoedig snel zouden dalen. Van liet overige betoog geen woord. Wij betreuren het zeer, dat „Het Volk" deze gelegenheid heeft laten voorbijgaan, om ook zijn lezers nog eens duidelijk voor oogen te stellen, dat in de eerste plaats de totale kosten van leger en vloot niet 150 millioen gulden bedragen, maar 100 millioen gulden per jaar en dat zelfs bij gelieele af schaffing van leger en vloot in de eerste jaren daarop niet meer dan 50 millioen gul den te bezuinigen is. Om het vereischte bedrag van 120 milli oen gulden te bereiken, moet dus nog ten geringe vermogen en de mindere bekoorlijk heden harer stiefmoeder verliezen. Hij deed zijn best om het blauwtje dat hij geloopen had, kalm te dragen; maar door hem af te wijzen had Nina hem tot haar verbitterden vijand gemaakt. „Ik schik mij in mjjne nederlaag, miss Rokeby," zeide hij bitter, en zie af van alle aanspraak op uwe hand. Vergeef mijne dwaasheid en vergeet haar. Ik hoop dat mijn zoon bij zijn aanzoek beter succes zal hebben en ik verzoek u als eene gunst, dat gij het mijne geheim zult houden, en zelfs uwe stiefmoeder er niets van zult zeggen," ,,'t Is mijue gewoonte niet m(j op zulke dingen tegenover iemand te beroemen", ant woordde Nina kalm. „Uw aanzoek is reeds weder vergeten, mr. Borne." Zij waren nu in het bosch en de erfge name gaf haar paard de sporen en rende in galop voort. Mr. Borne volgde haar voor beeld en bleef in hare nabijheid, terwijl de rijknecht op eenigen afstand volgde. Geen hunner sprak weder, totdat zij het bosch achter zich en den landweg bereikt hadden. Toen de grauwe torens van het slot zichtbaar werden verminderden zij den gang hunner rijdieren en Digby Borne sprak haastig „Een woord, miss Rokeby. Ik heb uwe plechtige belofte, dat gij het feit, dat ik u een huweljjksvoorstel deed, nooit aan iemand zult verraden?" Nina knikte trotscli. „Daar gij geen vertrouwen stelt in mijn eergevoel," zeide zij„-zal ik u de belofte doen." Digby Borne's blikken schitterden als bij een overwinning. In zjjn binnenste kookte hij nog steeds van kwaadaardigheid en was tiij woedendmaar hjj wilde Nina toonen dat hij in het geheel niet ontmoedigd of ter neergeslagen was. „Ik dank u", zeide hij, „op deze belofte kan ik mij verlaten. De waarheid is, miss Nina, dat het mij zeer veel leed zou doen, als mijn geheim werd verraden. Dames ver geven zelfs de vlugtigste ontrouw, zooals de mijne, niet. Ik ben ook verloofd, en znl binnen kort trouwen en mijne bruid is zeer veeleischeudzij zoude woedend zijn als zij wist dat ik het gewaagd heb er eene te wil len beminnen, die zoo veel jaren jonger is, dan zij." „Wezenlijk? Ge zult. dus toeli met Luttrel trouwen?" „Luttrel?" riep Borne met goed gespeel de verwondering uit. ..Hoe, ik zou met de gezelschapsjuffrouw huwen, terwijl ik de meesteres kan hebben? 0 neen, miss Nina ik ben met lady Rokeby verloofd." „Met lady Rokeby, de weduwe mijns va ders?" Borne knikte toestemmend. Nina was verstomd door de mogelijkheid dat lady Rokeby voor de derde maal zou kunnen trouwen. Deze gedachte alleen scheen haar een heiligschennis. Haar vader had zij immer voor zoo groot, zoo edel gehouden, zoo ver boven alle mannen staande, dat zij in het geheel niet kon begrijpen dat eene vrouw, die hij met zijne liefde had vereerd, na hem nog met een anderen in den echt kon tre den. Haar ongeloóvigheid wos op haar gelaat zichtbaar. „Gii gelooft het niet," sprak Borne hoo- nend lachend. „Maar ik verzeker u dat het waar is. Lady Rokeby en ik waren reeds verloofd, eer gij van het pensionaat, naar huis terug kwaamt. De volgende maand trouwen wij." De toon waarop hij sprak, overtuigde haar dat hij de waarheid zeide. „En dus, zeide zij, terwijl hare lippen zich verachtelijk krulden, waagt gij het mij liefdesverklaringen te doen, terwijl uw 1 trouwdag met een andere reeds bepaald is. Zijn dat uwe begrippen van eer, mr. Borne? Foei, gij zijt een erbarmelijk, verachtelijk i mensch." Zü schudde trotseh het hoofd en rende voort. I Van woede schuimbekkend reed hij haar achterna. Bij hare nadering werd de poort geopend en zij vlogen de laan door, Lady Rokebij kwam op het terras om hen te ontvangen. Nina steeg af en ging met een trotschen groet lady Rokeby voorbij het huis binnen. Borne steeg insgelijks af ep gaf zijn paard over aan den rijknecht, die dat van Nina reeds vast had genomen, en trad daarna minste 70 millioen gulden per janr op ande re uitgaven gevonden worden. Het practiseh resultaat op bezuinigings- gebied van totale afschaffing van leger en vloot, is lang niet zoo groot, als de heeren wel willen doen voorkomen. Er moet ook op de andere uitgaven gesnoeid worden. „De Voorwaarts" meent nog een beter middel voor bezuiniging gevonden te heb ben. Blijkbaar erkennende, dat de staats uitgaven toch wel een stuk naar beneden moeten en ook het bedrag van 120 millioen ulden desnoods daarvoor aanvaardende, prijst de hoofdredactie in een artikel van 11 Juli jl. een recept aan, dat een bezuini ging zal geven van ruim twee maal dit be drag, namelijk 2-50 millioen per jaar, zonder dat iets op de sociale uitgaven gekort be hoeft te worden. Het sommetje gaat helaas niet op. Men begint ook hier met de bezuiniging van 150 millioen voor leger en vloot, waarvoor zoo als boven bleek, maar 100 millioen wordt uitgegeven en waarop slechts 50 millioen te bezuinigen valt, als het principe geen man en geen schip wordt doorgevoerd. Dan wil „De Voorwaarts" een heffing in eens van niet meer dan 24 milliard guldens, juist voldoende om de geconsolideerde Ne derlandsche staatsschuld, die zij op dit be drag stelt, geheel te delgen. Dit bespaart 100 millioen gulden aan rente en aflossing. De redactie baseert zich hierbij op de cij fers van de Statistiek der Rijksinkomsten, die over 1913 als nationaal vermogen naar de aanslagen in de vermogensbelasting, een bedrag berekent van ongeveer 74 milliard, terwijl dit bedrag voor 1921/22 is gestegen tot 134 milliard. Wij "laten de waarde van deze statistiek nu op het oogenblik voor "wat zij is. Het cijfer van het vermogen is volgens de sta tistiek inderdaad 6 milliard gestegen, (de juiste bedragen zijn voor 1913-14 7,6 milli ard voor 1921-22 13,3 milliard, stijging dus: 5,7 milliard) maar daarvan is ten minste de helft een gevolg van beter aantoonen voor de vermogensbelasting, dank zti beter outillage van den belastingdienst. Dit is dus geen werkelijke stijging van vermogen. Daarnaast denke men aan de groote stü- ging in de belastbare waarde, die een ge volg is van de nieuwe regeling van de waar- de-bepaling van grondbezit, dat thans naar de verkoopwaarde wordt aangeslagen. Rekent men verder met de zeer belang- ï'Üke verliezen, die sinds Mei 1921 (op dien datum immers had de laatste statistiek be trekking) geleden zyn, door de daling van grondwaarde, hulzen, effecten, goederen, enz. dan biü'ft er van de vest zeker niet veel over. Integendeel 1 Laat men ook even denken aan de index- cüfers, waaraan „De Voorwaarts" toch zeker niet alleen waarde zal hechten bü de loonsbepaling. Op het vermogen toegepast zou de geldswaarde van 74 milliard in 1913 zeker gestegen moeten zgn tot een gelds waarde van 12 a 13 milliard in 1921, om met zpn verloofde op de glazen deur toe, die naar het salon geleidde. ..Wat is er toch tusschen u en Nina voor gevallen Digby," vroeg lady Rokeby ja- loersch. „Gü kükt recht donker en zü ziet er uit als een beleedigde koningin. Wat hebt gü haar gezegd?" ,Ik hield den tü'd voor gekomen haar ons geheim mede te deelen, mijn liefste," zeide Digby huichelend. Onze trouwdag is zoo nabü, dat het mü 't beste scheen haar er mede in kennis te stellen. Ik ontmoette haar op haren morgenrit en maakte van die ge legenheid gebruik om baar op de hoogte te brengen," „Eli wat zeide zij." „O, zij heeft mij met hoon en smaad over laden; zü beval mü aan met Luttrel te trouwen en scheen mün huwelük met de weduwe haars vaders voor een heiligschen nis te houden. O, ik haat haar 1" siste hü tusschen de tanden. „En ik haat haar eveneens," verklaarde zij openhartig. „Maar het is in ons belang haar vriendschap te huichelen. Eens zullen wü haren trots diep in het stof doen bui gen." „Wat zullen wü doen als zij mocht weige ren Ralph te huwen." „Wij zullen spoedig gehuwd ziju Digby, en in onze vereeniging ligt onze kracht. Zeg Ralph aan Nina te schrüven, dat hij haar nog eene maand tüd geeft om zijn aanzoek te overwegen. Na verloop van dien tüd zul len wü wel een middeltje weten te vinden om haar tot gehoorzaamheid te dwingen. Ik j ben hare stiefmoeder en persoonlüke hoed- I ster, en ik bezit eeue macht over haar, waarvan ik, in gval van nood. gebruik zal maken. Ik beloof u, Digby, dat wü van Nina's vermogen jaarlüks onze tienduizend pond zullen hebben en dat wü haar zullen dwingen uwen zoon te huwen. Wacht maar en zie toe. Hoofdstuk XX. NINA'S KEUS. Overeenkomstig den raad züns vaders schreef Ralph Borne aan Nina Rokeby een brief, waarin hü haar verzocht zün aan zoek langer in overweging te houden en I 1 liever eene maand of zes weken te laten verstrijken alvorens een besluit te nemen. Dankbaar nam Nina dit uitstel aan. Nu Nina er toch eenmaal mede bekend was, werd de verloving van lady Rokeby en Digby Borne ook niet langer meer voor de wereld geheim gehouden. Men kan zich licht voorstellen dat de tü- ding van lady Rokeby's ophanden zünd huwelük algemeen opzien baarde. De drie beheerders van Nina's vermogen zagen in 't geheel niet gaarne dat Digby Borne, ge durende hare minderjarigheid als heer en meester op Rookhurst zou gebieden, zü be gaven zich daarom te zamen naar het slot, om een onderhoud met lady Rokeby en Nina te hebben. Miss Rokeby kwam het eerst in het salon, maar voordat Nina tüd gehad had met de heeren te spreken, trad lady Rokeby binnen en groette de bezoekers levendig. „Dat is onverwacht genoegen, müne hee ren," zeide lady Rokeby, hare zwarte oogen op den een na den andere vestigende. „Gij züt zeker gekomen om mü geluk te weri- schen. Ik heb de laatste weken tallooze be zoeken gehad." De drie heeren waren gekomen met het doel om met lady Rokeby en Nina het ver der verblüf der jonge dame te bespreken, maar de kalme driestheid in toon en hou ding der sehoone weduwe bracht hen eeni- ger mate van de wü's. Sir George Markham, de oudste van hen, nam eindelü'k het woord. „Ik was een oude vriend van sir Henry, lady Rokeby," zeide hü eenigszins stjjf. Ik was reeds een man, toen sir Henry nog een knaap was, maar ik kende hem goed en hield van hem. Als de meest vertrouwde vriend van uw overleden echtgenoot, zü het mü vergunt u te vragen of gü den stap. dien gü doen wilt, wel hebt overwogen?" Lady Rokeby knikte koel toestemmend. (Wordt vervolgd;.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1