Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
J
VERLBREN SPEL
EERSTE BLAD.
UIT DE PERS
FEUILLETON
*HOORD-BRABANDw
UMMER 72.
WOENSDAO 29 AUGUSTUS 1923.
46e JAARGANG.
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Teléfoo* Ne. M Tel«gr,-Adre«ECHO
2)it nummer bestaat uit Twee
ffladen
De S. D A. P. en de
Bezuinigingsactie.
31)
lwuk.
DOOR ERVARING STERK.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Ijangslraatsche Courant
Dit blad roraeUJat
WÜ1NBD18 BN ZATHRDAG.
Abonnementsprijs per 8 maande* 1.28.
Franco per post door hot geheele rljk 1.40.
Brieve*, Ingesonden takken, gelde* «na.,
franco te senden aan da* Uitgavar,
Prijs dar Ad var taa tl#*
20 cent par regel; minimum 1.80.
ttedamea 40 cent per regel.
B| contract flink rabat.
Advertontlên moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgens om alter lijk **r la ons baalt
slja.
CENTRALE COMMISSIE VOOR
BEZUINIGING.
Overdruk uit de Augustus-aflevering
1023 van het tijdschrift der Nederl.
Maatschappij voor Nijverheid en
Handel.
Hoe ..Het Volk en „De Voorwaarts" de
zaak zien.
„Het Volk" publiceerde op 2 .Juli jl. een
hoofdartikel „Gratis Adviezen", waarin
een en ander over de bezuinigingsactie werd
gezegd.
In de eerste plaats werd den heer Visse
ring, President van de Nederlandsche Bank,
de les gelezen, omdat hij in het laatste jaar
verslag van de Bank zonder meer had be
toogd, dat de uitgaven van den Staat en
andere publieke lichamen tot belangrijk
lagere cijfers moeten worden teruggebracht,
zonder daarbij aan te geven hoe dit diende
te geschieden.
Dan werd besproken de bezuiuigingsactie
op de algemeene vergadering der Maat
schappij te Dordrecht,, waar de heer Boisse-
vain ook al niet duidelijk zei, waar de ge
vraagde 120 millioen gulden bezuiniging ge
vonden moeten worden. Natuurlijk op de
Sociale Verzekering, aldus „Het Volk". Dit
was naar het oordeel van de hoofdredac
tie ook duidelijk op te maken uit de rede
van den heer Posthuma, op die vergadering
gehouden. Daarvan mag echter volgens het
artikel geen sprake zijn. Zoo lang wij per
jaar nog een slordige 150 millioen gedeflat-
teerde guldens verspillen voor een krukkig
leger en een gammele vloot, mag niet ge
dacht worden aan bezuiniging op de sociale
uitgaven.
Onze Commissie meende goed te doeu,
deze zaak wat recht te zetten en zond on
derstaande beschouwing aan de hoofd
redactie van „Het Volk" toe.
Ann de Hoofdredactie van liet Volk".
Geachte Hoofdredactie.
Do Centrale Commissie voor Bezuiniging,
ingesteld door de Nederlandsche Maatschap
pij voor Nijverheid en Handel, las met veel
belangstelling uw hoofdartikel „Gratis ad
viezen", opgenomen in uw blad van Maan
dag 2 dezer. Het verheugde ons zeer daar
uit te zien, dat u het op de jaarvergadering
onzer Maatschappij te Dordrecht besproke
ne over de noodzakelijkheid van bezuini
ging' van genoegzaam belang acht om het
aldus ter kennis van uw lezers te brengen
en daarbij tevens te bestrijden.
Wat ons in uw artikel verwonderde is,
dat zelfs u blijkbaar thans nog breedvoerige
motiveering noodig acht van den eisch tot
verlaging der openbare uitgaven in het be
lang van gezonde financiën. Wij meenden,
dat de nuchtere feiten voor ieder voldoende
duidelijk spreken. Indien de Staat om
ons nu maar daarbij te bepalen voor zijn
gewone uitgaven thans 700 mitlioen gulden
per jaar noodig heeft (tegen slechts 200
millioen in 1913), terwijl de inkomsten van
dien aard zijn, dat op de gewone begrooting
een tekort van ongeveer 96 millioen gulden
bestaat, dan is er toch geen andere keuze
dan öf vermindering van de uitgaven, óf
doorgaan met toenemende tekorten op de
begrooting met de noodlottige gevolgen
daarvan. Bij dit tekort van 96 millioen gul
den is dan nog' niet gerekend op (lcu te ver
wachten teruggang der inkomsten.
„Als de inkomsten onafwendbaar dalen,
erkennen wij de noodzakelijkheid van in
krimping der uitgaven", zoo schrijft u. Zou
het niet beter zijn het begin van dien zin
te lezen: „Als de inkomsten onvoldoende
blijken om het totaal der uitgaven te dek
ken"?
Intusscheu, ontdaan van allen woorden
strijd, gelooven wij toch te mogen consta-
teeren, dat wij feitelijk over de noodzake
lijkheid van beperking der openbare uitga
ven, opdat de begrootingen weer sluitend
worden, eens zijn.
U verwijt den heer Vissering en min of
meer ook aan onze Commissie, niet aan te
geven op welke wijze de uitgaven van den
Staat moeten worden verminderd. Wij mee-
nen, dat 't vaststellen van een bezuingings-
plan in de eerste plaats ligt op den weg der
regeering, die over alle middelen beschikt
om daartoe te geraken. De president van
de Nederlandsche Bank en ook onze Com
missie kunnen daartoe wel eens adviezen
geven, maar het behoort niet tot zijn taak
noch tot onze competentie de regeering een
bepaald bezuinigingsplan voor te schrijven.
Wij vreezen, dat het voorleggen van een
dergelijk programma aan de regeering uwer
zijds ook spoedig als ongeoorloofde „dicta
tuur" zou worden aangemerkt.
Maar overigens hebben wij herhaaldelijk
doen uitkomen, hoe wij ons de doorvoering
der bezuiniging denken. In de eerste plaats
vaststelling van het totale bedrag, waar
mede de uitgaven verlaagd moeten worden
om tot een sluitende begrooting te komen:
zog 120 millioen gulden. Dat eischt het al
gemeen belang; inflatie al.s gevolg van
voortdurende tekorten op de begrooting
brengt vooral voor den arbeider bijzondei
groote nadoelen mede. Oneindig grooter na-
deelen, dan uit een verstandige bezuiniging
ooit kunnen voortvloeien.
Het te besparen bedrag' zal dan zoo over
do onderdeelen der Staatstaak verdeeld moe
ten worden, dat in de eerste plaats wordt
afgesneden, wat met het minste bezwaar te
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Duitsch door H. Fr.
Hoofdstuk XVIII.
„ik vraag u om verschooning, als de ma
nier mijner afwijzing u beleedigeud schijnt;"
zeide zij zacht; „maar dit denkbeeld kwam
mij te zonderling, te ongehoord voor. Op 't
gevaar af u andermaal te beleedigen, nir.
Borne, moet ik verklaren, dat een huwelijk
met Luttrel veel passender voor u zoude
zijn. Ik ben, zooals gij weet, nog een heel
jong meisje, en de jeugd moet slechts met
de jeugd trouwen
„Gij geeft dus mijn zoon de voorkeur?"
„Boven u ja."
„En zult gij met hem huwen?"
Haar liefelijk gezicht verduisterde, maar
zij antwoordde kalm
„Mr. Ralph heeft mij reeds deze vraag
gedaan, mijnheer, en ik sta er op hem zelf
daarop te antwoorden. Wat ik ooit voor hem
moge gevoelen, mijn besluit tegenover u
blijft daarop zonder eenigen invloed."
„En gij wijst mij dus werkelijk en beslist
af?"
„Werkelijk en beslist, mr. Borne."
„Bestaat er geene hoop dat gü van gevoe
len verandert, miss Rokeby? Zal geen toe
wijding mijnerzijds uw besluit aan het wan
kelen kunnen brengen?"
„Neen! Ik kan uw voorstel zelfs niet in
ernstige overweging nemen, mr. Borne. Ik
ben bereid u als vriend te beschouwen, maar
als minnaar, vergeef mij zijt ge mij
te onverdragelijk. Nina sprak met een
ernstige openhartigheid, die Borne's erger
nis nog deed toenemen. Hij zag dat er geen
kans was om haar liefde en haar vermogen
te winnen, en daarom wilde hij niet het
missen is en dat zoolang en zooveel moge
lijk ontzien worden de productieve uitga
ven tot verhooging der volkskracht zoowel
in ideëelen als in materiëelen zin. Maar
enkele bepaalde gebieden kunnen niet van
alle bezuiniging worden uitgesloten; ieder
in zijn kring zal zich opofferingen moeten
getroosten.
Omgekeerd kan de bezuiniging tot het
vereischte bedrag niet uitsluitend op één
enkel onderdeel der begroeting worden ge
vonden. Uwerzijds wordt steeds weder het
denkbeeld voorop gezet, dat eenvoudige af
schaffing van leger en vloot voldoende is
om tot een vermindering der Staatsuitga
ven met ongeveer 150 millioen gulden te
komen en dus den geheelen toestand te red
den.
Zeker, ook op Oorlog en Marine kan en
moet bezuinigd worden. Maar mogen wij u
(en vooral uw lezers, die zich hiervan nog
niet voldoende rekenschap geven) eenige
cijfers voorleggen?
De gewone Oorlogsbegrooting voor 1923
wijst een totaal aan van rond 64 millioen
gulden.
De Marinebegrooting voor 1923 omvat aan
milüaire uitgaven 404 millioen gulden en
aan onvoorziene uitgaven 60.000,totaal
bijna 41 millioen gulden. (1).
De 'landsverdediging kost dus volgens
deze begrootingen voor 1923 bijna 105 milli
oen glüden. Een groot deel van dit bedrag
MAATSCHAPPU VAK VERZEKERING OP HET LEVEN
bestaat echter uit loonen, pensioenen, wacht
gelden, die nog jaren gehandhaafd moeten
blijven. Gij wilt toch immers al die men-
schen niet opeens broodeloos op straat zet
ten?
Wij hebben in de begrootingen de hiervoor
noodige bedragen nauwkeurig nagegaan en
komen van do althans nog jaren blijvende
uitgaven voor loonen, pensioenen, wacht
gelden, enz. op de Oorlogsbegrooting tot 39
•nillioen gulden en op de Marine begrooting
•tot 11 millicen gulden, totaal dus: 50 mil
lioen gulden.
De geheele afschaffing van leger en vloot
zou dus een besparing kunnen beteekenen
van een goede 50 millioen gulden, Maar dan
is er ook letterlijk niets meergeen man,
geer. paard, geen wapen, geen schip. Alleen
de oude rommel, die niet kan worden on
derhouden en een aantal lieden, die voor 50
millioen gulden 's jaars niets doen Wij zijn
dan geheel weerloos, ook tegenover staten
van ongeveer gelijke grootte als België
(waar uw partijgenooten toch blijkbaar eon
.eenigszins andere opvatting hebben van
leger-uitgaven)
tiet staat aan u om te beslissen of gij
die verantwoordelijkheid aandurft! Maar
de vereischte bezuiniging wordt er niet
mede bereiktzij helpt slechts aan 2/5 van
liet bedrag, waarmede de Staatsuitgaven
verminderd moeten worden. De rost moet
dus op andere onderdeelen der begroeting
gevonden worden. Het zal goed zijn, dat
hiermede uwerzijds rekening wordt gehou
den.
Onder dankbetuiging voor de verleende
plaatsruimte, teekeuen wij, namens de Cen
trale Commissie voor Bezuiniging.
WALRAVE BOISSEVAIN, Voorz.
W. B. REIJNEN, Secretaris.
Tot ons leedwezen nam „Het Volk" dit
stuk niet in zijn geheel op. Slechts een kor
te en eenzijdige samenvatting van het arti
kel werd gepubliceerd. Feitelijk werd daar-
iu alleen vermeld, dat volgens de berekening
onzer Commissie van de 105 millioen ge
wone uitgaven voor Oorlog en Marine, 50
millioen voor loonen, pensioenen, vrachtgel
den nog jaren lang uitbetaald zullen moe
ten worden, ook bij totale afschaffing van
leger en vloot. Daartegen voert „Het Volk"
aan, dat bü stevige ontwapening' ook de
kosten van pensioenen, wachtgelden, enz.
wel spoedig snel zouden dalen.
Van liet overige betoog geen woord.
Wij betreuren het zeer, dat „Het Volk"
deze gelegenheid heeft laten voorbijgaan,
om ook zijn lezers nog eens duidelijk voor
oogen te stellen, dat in de eerste plaats de
totale kosten van leger en vloot niet 150
millioen gulden bedragen, maar 100 millioen
gulden per jaar en dat zelfs bij gelieele af
schaffing van leger en vloot in de eerste
jaren daarop niet meer dan 50 millioen gul
den te bezuinigen is.
Om het vereischte bedrag van 120 milli
oen gulden te bereiken, moet dus nog ten
geringe vermogen en de mindere bekoorlijk
heden harer stiefmoeder verliezen. Hij deed
zijn best om het blauwtje dat hij geloopen
had, kalm te dragen; maar door hem af te
wijzen had Nina hem tot haar verbitterden
vijand gemaakt.
„Ik schik mij in mjjne nederlaag, miss
Rokeby," zeide hij bitter, en zie af van alle
aanspraak op uwe hand. Vergeef mijne
dwaasheid en vergeet haar. Ik hoop dat
mijn zoon bij zijn aanzoek beter succes zal
hebben en ik verzoek u als eene gunst, dat
gij het mijne geheim zult houden, en zelfs
uwe stiefmoeder er niets van zult zeggen,"
,,'t Is mijue gewoonte niet m(j op zulke
dingen tegenover iemand te beroemen", ant
woordde Nina kalm. „Uw aanzoek is reeds
weder vergeten, mr. Borne."
Zij waren nu in het bosch en de erfge
name gaf haar paard de sporen en rende in
galop voort. Mr. Borne volgde haar voor
beeld en bleef in hare nabijheid, terwijl de
rijknecht op eenigen afstand volgde.
Geen hunner sprak weder, totdat zij het
bosch achter zich en den landweg bereikt
hadden. Toen de grauwe torens van het
slot zichtbaar werden verminderden zij den
gang hunner rijdieren en Digby Borne sprak
haastig
„Een woord, miss Rokeby. Ik heb uwe
plechtige belofte, dat gij het feit, dat ik u
een huweljjksvoorstel deed, nooit aan
iemand zult verraden?"
Nina knikte trotscli.
„Daar gij geen vertrouwen stelt in mijn
eergevoel," zeide zij„-zal ik u de belofte
doen."
Digby Borne's blikken schitterden als bij
een overwinning. In zjjn binnenste kookte
hij nog steeds van kwaadaardigheid en was
tiij woedendmaar hjj wilde Nina toonen
dat hij in het geheel niet ontmoedigd of ter
neergeslagen was.
„Ik dank u", zeide hij, „op deze belofte
kan ik mij verlaten. De waarheid is, miss
Nina, dat het mij zeer veel leed zou doen,
als mijn geheim werd verraden. Dames ver
geven zelfs de vlugtigste ontrouw, zooals
de mijne, niet. Ik ben ook verloofd, en znl
binnen kort trouwen en mijne bruid is zeer
veeleischeudzij zoude woedend zijn als zij
wist dat ik het gewaagd heb er eene te wil
len beminnen, die zoo veel jaren jonger is,
dan zij."
„Wezenlijk? Ge zult. dus toeli met Luttrel
trouwen?"
„Luttrel?" riep Borne met goed gespeel
de verwondering uit.
..Hoe, ik zou met de gezelschapsjuffrouw
huwen, terwijl ik de meesteres kan hebben?
0 neen, miss Nina ik ben met lady Rokeby
verloofd."
„Met lady Rokeby, de weduwe mijns va
ders?"
Borne knikte toestemmend.
Nina was verstomd door de mogelijkheid
dat lady Rokeby voor de derde maal zou
kunnen trouwen.
Deze gedachte alleen scheen haar een
heiligschennis. Haar vader had zij immer
voor zoo groot, zoo edel gehouden, zoo ver
boven alle mannen staande, dat zij in het
geheel niet kon begrijpen dat eene vrouw,
die hij met zijne liefde had vereerd, na hem
nog met een anderen in den echt kon tre
den.
Haar ongeloóvigheid wos op haar gelaat
zichtbaar.
„Gii gelooft het niet," sprak Borne hoo-
nend lachend.
„Maar ik verzeker u dat het waar is.
Lady Rokeby en ik waren reeds verloofd,
eer gij van het pensionaat, naar huis terug
kwaamt. De volgende maand trouwen wij."
De toon waarop hij sprak, overtuigde
haar dat hij de waarheid zeide.
„En dus, zeide zij, terwijl hare lippen
zich verachtelijk krulden, waagt gij het mij
liefdesverklaringen te doen, terwijl uw
1 trouwdag met een andere reeds bepaald is.
Zijn dat uwe begrippen van eer, mr. Borne?
Foei, gij zijt een erbarmelijk, verachtelijk
i mensch."
Zü schudde trotseh het hoofd en rende
voort.
I Van woede schuimbekkend reed hij haar
achterna.
Bij hare nadering werd de poort geopend
en zij vlogen de laan door, Lady Rokebij
kwam op het terras om hen te ontvangen.
Nina steeg af en ging met een trotschen
groet lady Rokeby voorbij het huis binnen.
Borne steeg insgelijks af ep gaf zijn paard
over aan den rijknecht, die dat van Nina
reeds vast had genomen, en trad daarna
minste 70 millioen gulden per janr op ande
re uitgaven gevonden worden.
Het practiseh resultaat op bezuinigings-
gebied van totale afschaffing van leger en
vloot, is lang niet zoo groot, als de heeren
wel willen doen voorkomen. Er moet ook op
de andere uitgaven gesnoeid worden.
„De Voorwaarts" meent nog een beter
middel voor bezuiniging gevonden te heb
ben. Blijkbaar erkennende, dat de staats
uitgaven toch wel een stuk naar beneden
moeten en ook het bedrag van 120 millioen
ulden desnoods daarvoor aanvaardende,
prijst de hoofdredactie in een artikel van
11 Juli jl. een recept aan, dat een bezuini
ging zal geven van ruim twee maal dit be
drag, namelijk 2-50 millioen per jaar, zonder
dat iets op de sociale uitgaven gekort be
hoeft te worden.
Het sommetje gaat helaas niet op. Men
begint ook hier met de bezuiniging van 150
millioen voor leger en vloot, waarvoor zoo
als boven bleek, maar 100 millioen wordt
uitgegeven en waarop slechts 50 millioen
te bezuinigen valt, als het principe geen
man en geen schip wordt doorgevoerd.
Dan wil „De Voorwaarts" een heffing in
eens van niet meer dan 24 milliard guldens,
juist voldoende om de geconsolideerde Ne
derlandsche staatsschuld, die zij op dit be
drag stelt, geheel te delgen. Dit bespaart
100 millioen gulden aan rente en aflossing.
De redactie baseert zich hierbij op de cij
fers van de Statistiek der Rijksinkomsten,
die over 1913 als nationaal vermogen naar
de aanslagen in de vermogensbelasting, een
bedrag berekent van ongeveer 74 milliard,
terwijl dit bedrag voor 1921/22 is gestegen
tot 134 milliard.
Wij "laten de waarde van deze statistiek
nu op het oogenblik voor "wat zij is. Het
cijfer van het vermogen is volgens de sta
tistiek inderdaad 6 milliard gestegen, (de
juiste bedragen zijn voor 1913-14 7,6 milli
ard voor 1921-22 13,3 milliard, stijging dus:
5,7 milliard) maar daarvan is ten minste
de helft een gevolg van beter aantoonen
voor de vermogensbelasting, dank zti beter
outillage van den belastingdienst. Dit is dus
geen werkelijke stijging van vermogen.
Daarnaast denke men aan de groote stü-
ging in de belastbare waarde, die een ge
volg is van de nieuwe regeling van de waar-
de-bepaling van grondbezit, dat thans naar
de verkoopwaarde wordt aangeslagen.
Rekent men verder met de zeer belang-
ï'Üke verliezen, die sinds Mei 1921 (op dien
datum immers had de laatste statistiek be
trekking) geleden zyn, door de daling van
grondwaarde, hulzen, effecten, goederen,
enz. dan biü'ft er van de vest zeker niet veel
over. Integendeel 1
Laat men ook even denken aan de index-
cüfers, waaraan „De Voorwaarts" toch
zeker niet alleen waarde zal hechten bü de
loonsbepaling. Op het vermogen toegepast
zou de geldswaarde van 74 milliard in 1913
zeker gestegen moeten zgn tot een gelds
waarde van 12 a 13 milliard in 1921, om
met zpn verloofde op de glazen deur toe, die
naar het salon geleidde.
..Wat is er toch tusschen u en Nina voor
gevallen Digby," vroeg lady Rokeby ja-
loersch. „Gü kükt recht donker en zü ziet
er uit als een beleedigde koningin. Wat hebt
gü haar gezegd?"
,Ik hield den tü'd voor gekomen haar ons
geheim mede te deelen, mijn liefste," zeide
Digby huichelend. Onze trouwdag is zoo
nabü, dat het mü 't beste scheen haar er
mede in kennis te stellen. Ik ontmoette haar
op haren morgenrit en maakte van die ge
legenheid gebruik om baar op de hoogte te
brengen,"
„Eli wat zeide zij."
„O, zij heeft mij met hoon en smaad over
laden; zü beval mü aan met Luttrel te
trouwen en scheen mün huwelük met de
weduwe haars vaders voor een heiligschen
nis te houden. O, ik haat haar 1" siste hü
tusschen de tanden.
„En ik haat haar eveneens," verklaarde
zij openhartig. „Maar het is in ons belang
haar vriendschap te huichelen. Eens zullen
wü haren trots diep in het stof doen bui
gen."
„Wat zullen wü doen als zij mocht weige
ren Ralph te huwen."
„Wij zullen spoedig gehuwd ziju Digby,
en in onze vereeniging ligt onze kracht. Zeg
Ralph aan Nina te schrüven, dat hij haar
nog eene maand tüd geeft om zijn aanzoek
te overwegen. Na verloop van dien tüd zul
len wü wel een middeltje weten te vinden
om haar tot gehoorzaamheid te dwingen. Ik
j ben hare stiefmoeder en persoonlüke hoed-
I ster, en ik bezit eeue macht over haar,
waarvan ik, in gval van nood. gebruik zal
maken. Ik beloof u, Digby, dat wü van
Nina's vermogen jaarlüks onze tienduizend
pond zullen hebben en dat wü haar zullen
dwingen uwen zoon te huwen. Wacht maar
en zie toe.
Hoofdstuk XX.
NINA'S KEUS.
Overeenkomstig den raad züns vaders
schreef Ralph Borne aan Nina Rokeby een
brief, waarin hü haar verzocht zün aan
zoek langer in overweging te houden en
I
1
liever eene maand of zes weken te laten
verstrijken alvorens een besluit te nemen.
Dankbaar nam Nina dit uitstel aan.
Nu Nina er toch eenmaal mede bekend
was, werd de verloving van lady Rokeby en
Digby Borne ook niet langer meer voor de
wereld geheim gehouden.
Men kan zich licht voorstellen dat de tü-
ding van lady Rokeby's ophanden zünd
huwelük algemeen opzien baarde. De drie
beheerders van Nina's vermogen zagen in
't geheel niet gaarne dat Digby Borne, ge
durende hare minderjarigheid als heer en
meester op Rookhurst zou gebieden, zü be
gaven zich daarom te zamen naar het slot,
om een onderhoud met lady Rokeby en Nina
te hebben.
Miss Rokeby kwam het eerst in het salon,
maar voordat Nina tüd gehad had met de
heeren te spreken, trad lady Rokeby binnen
en groette de bezoekers levendig.
„Dat is onverwacht genoegen, müne hee
ren," zeide lady Rokeby, hare zwarte oogen
op den een na den andere vestigende. „Gij
züt zeker gekomen om mü geluk te weri-
schen. Ik heb de laatste weken tallooze be
zoeken gehad."
De drie heeren waren gekomen met het
doel om met lady Rokeby en Nina het ver
der verblüf der jonge dame te bespreken,
maar de kalme driestheid in toon en hou
ding der sehoone weduwe bracht hen eeni-
ger mate van de wü's.
Sir George Markham, de oudste van hen,
nam eindelü'k het woord.
„Ik was een oude vriend van sir Henry,
lady Rokeby," zeide hü eenigszins stjjf. Ik
was reeds een man, toen sir Henry nog een
knaap was, maar ik kende hem goed en
hield van hem. Als de meest vertrouwde
vriend van uw overleden echtgenoot, zü het
mü vergunt u te vragen of gü den stap.
dien gü doen wilt, wel hebt overwogen?"
Lady Rokeby knikte koel toestemmend.
(Wordt vervolgd;.