Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VERLOREN SPEL.
Gemeenteraad.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
„NOORD-BRABAND"
,UMMER 90WOENSDAG 31 OCTOBER 1923.
Uiwutb:
WAALWIJKSOHE STOOMDBUKKEBIJ ANTOON TIELEN.
Telefoom N®. 8». T«legra-Adre«ECHO.
g)it nummer bestaat uit Twee
Bladen
farïTP^WAA LWIJK^ f^T
[door. ERVARING STERK-
49)
De Echo van het Zuiden,
Mw(jksclie en Lanplraalsrhe Courant,
DM MM TtnckUM
WOENSDAG EN ZATEBDAG.
AboanementtiprlJ per mawidea 1.25.
Franco per poet door het geheele rljk 1.40.
Brieven, Ingezonden stakken, gelden ene.,
franco te «enden aan den Uitgever,
Prijs der Advertentie»
M «ent per regel; minimum 1.60.
Reclame» 40 cent per regel,
contract flink rabat.
AdvertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgen» om nlterlljk **r 1* ®na bealt
all*
HAARSTEEG. j
(Vervolg).
Schrijven van den heer Fooi, hoofd der
school, te Haarsteeg, houdende 'Ie mede-
leeling dat alle schoölmeubeion dienen te
worden hernieuwd en dat deze kosten door
hem zijn geraamd op 620.
De Voorzitter merkt op dat door den
ieer Boelaars gedurende de laatste jaren j
aiets meer is aangeschaft en nu alles in
>ens moet worden vernieuwd. Het hoofd
tier school zou gaarne zien dat alles in orde
kwam en voor het onderwijs is het pok
noodzakelijk.
De heer Dobbelstèen is daar niet tegen, j
doch hij geeft in overweging om bij twee
firma's prijsopgaaf te vragen opdat niet
aan een firma 't monopolie wordt gegeven
want daar „wordt de gemeente de dupe van.
Voorzitter. Door het hoofd der school is
ran alle artikelen de prfls opgeg»,i doch
ik geloof dat deze zeer laag zijn.
De heer Van Hemert wil zeker het ge
vraagde bedrag toestaan want leermiddelen
ttjn er op de eerste plaats noodig. Daarop
jezuinigen zou op hetoogenblik verkeerde
taktiek zjjn.
Van Vrede. Men is verplicht het noodige
te geven.
Voorzitter. Men zal een geldleening aan
moeten gaan, want van de gewone inkom
sten kan het niet betaald worden. Voor de
bijzondere R. K. Jongensschool moet ook
nog een bedrag van 800.worden uitge
geven en dat kan dan goed in eens worden
geleend.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
2. Benoeming lid stembureau Haarsteeg
en lid Hoofdstembureau, vacature C. H.
Vugts.
Na eenige stemmingen wordt de heer
Dobbelsteen gekozen.
3. Benoeming van twee personen op de
voordracht tot lid van het college van zet
ters, vacature P. H. Vugts.
Wordt benoemd als no. 1 de heer Dobbel
steen en als no. 2 de heer van Hemert.
4. Voorstel van Burg. en Weth. tot in-
terkking verordening tot regeling van het
ver volgonderwij s.
Conform het voorstel van Burg. en Weth.
wordt besloten.
5. Aangehouden verzoek van het R. K.
Kerkbestuur te Haarsteeg om een crediet
voor verbouwing der R. K. Jongensschool
te Haarsteeg.
De Voorzitter zegt dat door het Kerkbe
stuur een som is gevraagd van 3000 voor
eenige verbouwing noodzakelijk geworden
doordat het vierde lokaal in beslag is ge
nomen.
De heer van den Brand zou eerst willen
weten of deze verbouwing zoo noodzakelijk
noodig is en of niet kan worden nagegaan
of op een minder kostbare wijze aan het
verlangen kan worden voldaan.
De heer Winkel wil eveneens gaarne zien
of deze verbouwing zoo noodzakelijk is.
Z.i. moet niet alles zoo kostbaar worden
ingericht.
Dobbelsteen. Wft leven in een tijd dat
iedereen zich een beetje moet gaan behel
pen en dan kan zoo'n inrichting ook wel
a-i minder kostbaar worden gemaakt.
De heer va»i Hemert zou vooral omdat
men van hoogerhand inziiKe het onderwas
veel wil gaan bezuinigen voorloopig nog
even willen afwachten totdat men weet wat
de Regeering zal doen.
De heer Dobbelsteen zou daarom eens
een jaar willen afzien. Een bedrag van 3000
gulden is voor de gemeente, waar de belas
ting reeds hoog genoeg is een heele uitgaaf
waarover eerst wel eens goed mag worden
nagedacht.
Voorzitter. Ik heb ook al eens gedacht
als men voor 1500 de boel in orde laat
maken.
Winkel. Daar ben ik ook voor als er ten
minste dpn de noodzakelijke veranderin
gen voor aangebracht kunnen worden.
Voorzitter. De opzet van den schoolopzie
ner is altijd geweest om alles heel netjes in
orde te laten maken.
Dobbelsteen. Ik stel voor om afwijzend
op het verzoek te beschikken en dan een
nieuwe begrooting van de onkosten te laten
maken.
Voorzitter. Dat was mijn voorstel ook.
Met algemeene stemmen wordt daartoe
besloten.
6. Wijziging verordening op de heffing
en invordering van gemeentelijke inkomsten
belasting.
Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor
aan art. 4 een tweede alinea bij te voegen
n.l.Van belastingplichtigen die te samen
wonen en een gezin vormen, wordt slechts-
200.afgetrokken voor noodzakelijk
levensonderhoud.
Burg. en Weth. meenen dit uit een billijk-
heidsoogpunt te moeten voorstellen. Boven
dien heeft de Rijksontvanger ook in over
weging gegeven deze aanvulling toe te pas
sen.
De heer Winkel zegt dat hét, wat zijn
persoon betreft, nadeelig is doch hij erkent
de billijkheid ervan en daarom was hij het
aanstonds met den Voorzitter en den heer
Van Engelen eens.
Met algemeene stemmen wordt het voor
stel van Burg. en Weth. aangenomen.
Vervolgens wordt nog besloten de veror
dening op de heffing van schoolgeld te
wijzigen en in overeenstemming te brengen
met de bjj de wet van 19 Februari gewijzig
de art. 62 en 66 der L.O. wet 1920 en werd
tevens op voorstel van Burg. en Weth. en
van „De Echo van het Zuiden
Naar het Duitsch door H. Fr.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERiNG OP HET LEVEN
ImmTtnTTm.
op verlangen van Ged. Staten het getal
klassen tot 10 uitgebreid en in dit verband
tevens het progressief tarief verhoogd.
8. Voorstel van Burg. en Weth. tot ver
haal van 3i pensioensbijdrage op de ge
meente-ambtenaren overeenkomstig schrij
ven van Ged. Staten.
De heer Dobbelsteen geeft in overweging
om 8-è te verhalen.
Voorzitter. Dit beteekent een groote ver
mindering van salaris voor dé ambtenaren.
Dobbelsteen. Dat is wel zoo maar ieder
een heeft een belangrijk mindere inkomst
gekreegn. Bovendien, het Rijk gaat er mee
voor.
Voorzitter. De raad kan er toe besluiten,
maar ik geloof niet dat het wordt goedge
keurd.
Dobbelsteen. Dan kunnen we nog naar de
Kroon.
Van Vrede. Ged. Staten kunnen doen wat
ze willen, maar betalen doen ze er maar
niet aan.
Voorzitter. We zullen er maar niet veel
over praten, doch het maar in omvraag
brengen.
Het voorstel van den beer Dobbelsteen
wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen.
Voor stemden de heeren Dobbelsteen, van
Hemert, van den Brand en van Vrede.
Tegen de heeren van der Heijden, van
Engelen en Winkel.
Van der Heijden. Wat neeft ïtc uu aan
zoo'n spiegelgevecht. Het levert toch nr,-'«.
op.
Van Hemert. Het moet dan nu maar
eens in hoogste instantie worden uitgevoch
ten.
9. Aanbieding gemeente-begrooting voor
het dienstjaar 1924.
De ontvangsten en uitgaven zijn geraamd
voor de gewone diensten op 29732.49 en
voor de kapitale diensten op 15046.87
Voorzitter. Ik stel voor om de commissie
van onderzoek uit te breiden met het lid
Van Hemert.
Daartoe wordt besloten.
10. Aanbieding begrooting G.E.B. voor 't
dienstjaar 1924.
De inkomsten en uitgaven daarvan zpn
geraamd op een bedrag van 6456.80.
Wordt eveneens in handen van de Comm.
gesteld.
Aanbieding Armenbegrooting 1924.
Voorzitter. Deze sluit met een bedrag aan
ontvangsten en uitgaven van 1918.98. Ik
stel echter voor deze begrooting in geheim
Comité te behandelen.
Van Hemert. Tengevolge van eene ern
stige ziekte heb ik mijn eed in een vorige
vergadering niet kunnen afleggen en heb
dit dan ook pas bij het begin van deze ver
gadering gedaan. Op de eerste plaats dank
ik de kiezeressen en kiezers voor het in mij
gestelde vertrouwen. Vooraf wil ik zeggen
dat ik het baantje van raadslid als een seni-
cure beschouw. Maar men heeft het zoo
willen hebben en daarom heb ik 't dan ook
maar aangenomen.
Toen ik in het ziekenhuis lag heeft het
mij pijnlijk getroffen dat de wethouders-
verkiezing zoo is afgeloopen. Het wil mij
voorkomen dat 't een heel wat beter beleid
van den Voorzitter zou zijn geweest als lijj
van te voren eene bespreking had gehouden
om tot een compromis te komen. Overal
waar men twee partijen heeft en dan nog
wel zooals het hier is, een partij van 4 en
een partij van 3 leden, treft men maatrege
len en dat heeft mij zeer onaangenaam ge
troffen.
Voorzitter. Daar is niets meer aan te
doen.
Van Hemert. Dat weet ik wel en-daarom
zeg ik dat het mij pijnlijk heeft getroffen
eene dergelijke handelwijze. Volgens de wet
is alles in orde maar met een meerderheid
jan 4 had men wel eenige, rekening mogen
i.." '-mi en yooraf cenig oveHeg moeten ple-
Voorzitter. U spreekt'van partijen en dat
begrijp ik niet goed, want er zitten hier 6
katholieken en 1 andersdenkende.
Van Hemert. Het gaat hier over het alge
meen belang en dat moet hier juist meer in
het oog worden gehouden en niet worden
gekeken naar Jan of Piet en dat is hier
altijd een beetje te veel gebeurd. Er werd
altijd gekeken wie of er wat zei en dat
moet niet want anders krijgt men een gehar
rewar. De menschen waren daarom altijd
even nieuwsgierig en als het raadsvergade
ring was geweest dan werd altijd om „De
Echo" geroepen.
Voorzitter. Dat zijn zaken die hier ml
niets hebben te beteekenen.
Van Hemert. Door deze wethoudersbe-
noeming komen twee groepen weer verder
De oude vrouw was oogenschijnlijk heel
wel, maar hare handelwijze was wel iets
vreemd geweestBrown bleef daarom bij
haar waken.
„Als zij wakker wordt, zal zij mij aan
hare zijde vinden," dacht Brown. „Wat
slaapt zij zacht
Tegen den morgen viel de trouwe dienst
bode in slaap. Bij het aanbreken van den
dag sprong zij plotseling verschrikt op. Zij
boog zich over liare meesteres heen. Wat
waren de magere, scherp uitkomende trek
ken bleek. Een lange grijze haarlok lag
over de gerimpelde wang. De beenderige
handen waren over de borst samengevou
wen, neus en kin raakten elkander bijna,
maar om den mond speelde een zalige
glimlach.
Verschrokken legde Brown hare hand op
het hart der slapende.
Het stond stil.
Reeds uren geleden had het opgehouden
te slaan en mts. World was uit haren slaap
in eene andere wereld ontwaakt.
Lilly's grootmoedige edele vriendin en
beschermster was dood
Hoofdstuk XXXII.
Eene verrassing voor Miss Rokeby.
Toen miss Nina zich aan de deur van mr.
Borne's eenzame bergwoning plotseling
tegenover mrs. Luttrel bevond, begreep zij
onmiddellijk, dat zfl door bare vijanden
verraden en in een valstrik gelokt was, met
J één woord, dat zij in den letterlijken zin
eene gevangene was.
Maar na den eersten schrik, na den eer
sten vragenden blik op hare vijanden on
derdrukte zij met geweld ieder teeken van
angst of verrassing, en, hoewel haar fier
gezicht bleeker was dan gewoonlijk, verried
het toch in 't minst geen vrees.
„Mrs. Luttrel hier?" zeide zij. „Dat is
eene verrassing. Gij zeidet toch dat zij zich
bij vrienden te Londen bevond, niet waar
mrs. Borne?"
Een booze lach speelde om de volle, zin
nelijke lippen van mrs. Borne en zij keek
Nina doordringend aan terwijl zij met de
geveinsde onverschilligheid antwoordde
„Ik geloof dat ik het gezegd hebmaar 't
was mijn plan u te verrassen. Gij bebt zulk
eene voorliefde voor mrs. Luttrel, Nina,
dat ik wenschte dat zij .ons gezelschap hield.
Ik verheug mij u zoo aangenaam verrast te
I zien."
I Nina antwoordde niets, maar zij richtte
hare slanke gestalte plotseling trotsch op
I en haar bleek gelaat nam eene strenge uit-
i drukking aan; die eigenlijk mrs. Borne
schrik had moeten inboezemen; Victoria
echter lachte slechts en naar het Nina voor
kwam, bijna hoonend.
j „Kom nu in het salon, mijne liefsten,"
riep Luttrel uit.
„Ik heb het huis bewoonbaar gemaakt
1 en wenscli door u om mijne bemoeiingen
geprezen te worden."
Mrs. Borne ging vooruit de kamer binnen.
Nina volgde haar en Digby Borne kwam
achteraan.
I Nina had een onbehagelijk gevoel alsof
zij eene gevangene was. Het zoogenaamde
salon was een langwerpige kamer, met Wit
gekalkte wanden, waaraan eenige staalgra
vures hingen. De meubels waren oud, maar
goed onderhouden; voor'de vensters hingen
verschoten damasten gordijnen en in een
hoek stond een oud modische boekenkast,
met een kleine maar uitgelezen verzameling
boeken.
Nadat dit vertrek bezichtigd was werd
Nina door Luttrel naar hare kamer geleid.
„Gij hebt hierneven een kleine kleedka
mer, miss Rokeby," zeide mrs. Luttrel, ter
wijl Nina zonder iets te zeggen het voor
haar bestemde vertrek in oogenschouw nam.
„Dit is eene bekoorlijke van de wereld af
gescheiden plaats niet waar?"
Nina onderzocht nauwkeurig de kleine
kleedkamer.
„Ik zie aan deze kamer nergens een uit
gang als door de voorkamer," zeide zij
plotseling.
„Er is ook geen andere. Deze oude huizen
zijn zoo komiek gebouwd maar eene voor
kamer is toch ook voldoende, mijne liefste.
Met een trotsch gebaar sneed Nina de
vertrouwelijkheid van mrs. Luttrel af.
Zij had die vrouw nooit mogen lijden,
zoolang zij lady Rokeby's stille, bescheidene,
in het grijs gekleede gezelschapsjuffrouw
geweest wasthans nu zij in een modepop
veranderd was en een vertrouwelijke» be
schermenden toon aansloeg, had zij er een
bepaalde afkeer van.
,,'t Valt mij op, mrs; Luttrel", zeide zp
kalm, „dat bet huwelijk van lady Rokeby
met mr. Borne, u volkomen veranderd heeft
gij lijkt in 't geheel niet meer dezelfde per
soon."
„En ik ben het ook niet," verklaarde mrs.
Luttrel. ,,'t Dient nergens voor nog langer
geheim te houden, dat ik de nicht ben van
Digby Borne en daardoor ook aan zijne
vrouw verwant. Het volgende seizoen zal
ik met Digby Borne's vrouw gezelschappen
bezoeken en 't is zeer wel mogelijk dat ik
eene even schitterende partij maak als Vic
toria Leeds, toen zij met sir Henry Rokeby
trouwde".
Nina verschrok.
Deze los daar heen geworpen woorden
wekten in hare ziel nieuwen argwaan en
achterdocht. Zij herinnerde zich thans dat
mrs. Luttrel reeds bij Victoria Leeds ge
zelschapsjuffrouw geweest was eer deze met
sir Henry trouwde en zij was de nicht
van Digby Borne.
Misschien was Digby Borne door bemid
deling van mrs. Luttrel met lady Rokeby
bekend geworden na sir Henry's dood. Of
had Digby Borne Victoria Leeds reeds ge
kend voor haar huwelijk met sir Henry?
Deze gedachte, deze twijfel, was voor haar
eene marteling.
„Ik had geen vermoeden van uwe ver
wantschap met mr. Borne," zeide zij koel;
„maar onmiddellijk zag ik, daags na het
huwelijk van mrs. Borne, dat uwe verhou
ding tegenover haar veranderd was".
Heel gaarne had zij haar gevraagd hoe
lang Victoria Digby Borne gekend had;
maar hare trots hield haar daarvan terug.
Hoogmoedig wendde zij zich van Luttrel
af en gaf haar te verstaan dat zij alleen
wenschte te zijn.
Het gelaat dier vrouw gloeide en met kwa
lijk verholen ergernis keerde zij zich om.
„Er is geen klok in deze kamer, miss Ro
keby", zeide zij, „maar gij zult de bel voor
het eten hier ook Wel kunnen hooren. Er
zal een bediende in het voorhuis zijn, om u
in de eetkamer te brengen."
Zij ging naar buiten en sloot de deur
achter zich.
„Ik weet, dat ik van vijanden omringd
ben", zeide Nina, zoodra zij alleen was. ,,'t
Dient tot niets de oogen voor de waarheid
te sluiten. Heden avond is mij alles duide
lijk geworden. Ik moet mij argeloos aanstel
len om mijne vijanden te misleiden. Hoe
vreemd dat ik, die niemand haat, vijanden
moet hebben."
Zij stond op, want zij waagde het niet de
vrees die haar vervulde, langer voedsel te
geven, maar zij waschte zich aangezicht en
banden en bracht haar glanzend haar in
orde.
Vervolgens nam zij een schoonen boord en
manchetten en juist was zij daarmee ge
reed toen het luiden der bel verkondigde
dat het eten opgediend was.
Zij ging door de voorkamer naar het
voorhuis en vond daar de Fransche kame
nier Celeste, die haar opwachtte om haar
naar de eetzaal te brengen.
„Wacht een oogenblik," zeide Nina in 't
Fransch, het meisje een goudstuk in de
hand stoppend. „Hoever is 't naaste post
kantoor hier vandaan, Celeste?"
„Vijftien mijlen door het gebergte, miss,"
antwoordde de kamenier, het goudstuk snel
opstekend. „Er ligt, ongeveer vijftien mijlen
van hier, in een dal, een klein dorp; maar
om dat te bereiken heeft men een heelen
dag noodig. Tot Inverness zijn twintig mij
len, maar daar kan men te water komen
en dat duurt bij gunstig weder maar een
halven dag, maar in Inverness is een groot
postkantoor, miss."
De moed ontzonk Nina.
„Gelooft gij, dat ik eenen brief naar In-
verness zou kunnen zenden?" vroeg zij.
„O ja, miss. De matrozen kunnen in een
boot daarheen varen, sir Borne zal hen er
been zenden, als gij dat verlangt, miss."
„Ik geef de voorkeur aan een vluggere
bezorging," zeide Nina, die in het geheel
niet zeker was dat mr. Borne aan zulk een
verzoek van haar zijde zou voldoen. „Ik zou
aan een oud vriend van mijn vader, een dei'
beheerders van mijn vermogen, sir George
Markham, willen schrijven. Is er hier nie
mand in huis, die in het geheim en snel
voor mij naar Inverness zou willen gaan?
Als gij mij zoo iemand kunt bezorgen, zal
ik hem vijf pond geven en gij zult evenveel
krijgen, Celeste," voegde zij er bij.
„Ik zal bet doen missriep Celeste opge
wonden. „Beneden in de keuken is eien
jongmensch, een bloedverwant der keuken
meid, dien zal ik zenden. Schrijf van avond
uwen brief, miss Rokeby en ik zal zorgen,
dat bij op de post komt."
Nina drukte hare tevredenheid uit over
déze overeenkomst, en ging de trappen af,
zonder het eigenaardig fonkelen in de
oogen der Fraingaise op te merken, noch het
verraderlijk lachje, dat om haren monil
speelde.
Celeste geleide haar naar de eetzaal, een
groot eenvoudig vertrek, waar mr. en mrs.
Borne en Luttrel zich reeds bevonden.
Alle drie begroetten Nina hoffelijk en
Digby Borne ging haar tegemoet om haar
naar hare plaats te brengen.
Nina was, niet alleen gedurende den
maaltijd, maar ook daarna, zoolang zij met
hare vijanden in het salon bleef, zeer weinig
spraakzaam en vol gedachtenzij trok zich
zeer vroeg terug in hare kamer.
Na rip beraad besloot zij liever aan haar
verloofde te schrijven dan aan sir George
Markham.
Zjj gaf hem nauwkeurig verslag van den
toestand, waarin zij zich bevond, van den
argwaan die zij koesterde, en verzocht hem
onmiddellijk tot haar te komen. Zij verze
gelde en adresseerde den brief en gaf hem
daarop aan Celeste, met de opdracht het
stilzwijgen te bewaren; zij stelde haar de
toegezegde belooning ter hand en beloofde
haar deze te verdubbelen, zoodra het ant
woord zou gekomen zijn.
(Wordt vervolgd)
V 13