DE ECHI VAN H lET ZUIIII Binnenland. Land- en Tuinbouw Tweede Blad. Ingezonden Stukken, No. 93. Zaterdag 10 Nov. 1923. Begrooting 1923 Waalwijk. Bij herhaling zijn in de publica- es over den toestand bij den postgiro- dienst aanvallen gedaan op de N.V. Mabo" (Bureau voor Mechanisch- Administratieve bedrijfsorganisatie) te Amsterdam. Aangezien daarenboven de laatste mededeelingen van den minister van Waterstaat volgens het inzicht van Mabo, den indruk bjijken te vesti gen, dat deze instelling mede schuldig s aan de ontreddering van den dienst, ïeeft de directie van Mabo zich met een schrijven tot genoemden minister gewend, waarbij zij zich voorgesteld ïeeft hierin aan te toonen le. dat het niet juist is, dat de kiem van de huidige moeilijkheden ligt in het feit dat aan de „Mabo" advies werd gevraagd 2. dat ten onrechte de indruk wordt gevestigd, alsof de „Mabo" wel een heoretisch mooi sluitend plan zou ebben ontworpen, doch met de prac- tijd geen rekening hield 3e dat onder het hoofd „Voor- en nadeelen der Centralisatie" een voor stelling van zaken wordt gegeven, die voor een groot deel fout is 4, dat uw adviseurs zich blijkbaar meeningen hebben gevormd en in ver band daarmede adviezen hebben gege ven, zonder deskundig te zijn op het gebied van het toegepaste administra tief systeem in het algemeen en zon der zich voldoende op de hoogte te hebben gesteld van de bijzonderheden van het te beoordeelen object. Elk dezer punten wordt in het schrijven afzonderlijk behandeld. Naar men aan de „Tel," verze kert, zou de Anti-revolutionnaire Ka merfractie in haar vergadering van Dinsdagmiddag, zich na langdurige besprekingen vereenigd hebben met de zienswijze van den heer Colijn, dat de Anti-revolutionnairen zich voorloopig niet tot deelneming aan de Regeering moeten bereid verklaren ln parlementaire kringen grondt men hierop het vermoeden, dat de crisis een langdurig verloop zal hebben en de Kamers nauwelijks dit jaar met den begrootingsarbeid een aanvang zouden kunnen maken. De Tweede Kamer is thans bijeen geroepen tegen Woensdag 14 dezer des namiddags 1 uur, en in die verga ring zal mededeeling worden gedaan van het besluit der Centrale Sectie, om het door den heer Fieskens ingediende wetsvoorstel tot verlenging van den geldigheidsduur van hetSchoenenwetje, dadelijk na afloop van deze vergade ring in de afdeelingen te doen onder zoeken. Een Reuter-bericht uit Londen meldt, dat er aanwijzingen zijn als zou het vertrek van den ex-kroonprins naar Duitschland niet zoo spoedig geschieden als men aanvankelijk ver moedde. Ofschoon de geallieerden tot dusver officieel geen stappen hebben gedaan, kunnen die volgen wanneer het geval een ernstiger karakter aan neemt. Het is echter twijfelachtig, of de Nederl. Regeering den ex-kroonprins kan weigeren heen te gaan onder zekere voorwaarden. Men meldt uit Praag Het Seniorenconvent uit den Senaat heeft op verlangen van de regeering, de behandeling van het handelsverdrag met Nederland voor onbepaalden tijd van de agenda afgevoerd --- De Centrale meldt, dat de oud minister Van IJselsteyn na de verwer ping van de Vlootwet, zijn functie van ontwerper van een nieuwe salaris regeling heeft neergelegd. De heer H. J. Scholte, hoofdinspec teur van den Arbeid, meldt aan „De Centrale", dat niet 25 technische en 15 administratieve ambtenaren, maar 25 administratieve en 15 controleerende amtenaren werden ontslagen, en dat die ambtenaren niet worden ontslagen als overcompleet, maar als gevolg van een opdracht van boven af om op dezen dienst meer dan f 10,000 te besparen. Er was bij de arbeidsinspectie niemand overbodig. kunstmatige toestand, die door het niet verleenea van machtigingen thans in het leven Is geroepen, niet bestendigd moet blijven. Oeconomisch is het verder zeer te betreuren, dat een product, door bepaalde omstandigheden niet tot zijn waarde gebracht kan worden, wat door het niet verleenea van vervoer- vergunniagea, dat de noodzakelijke consequentie is van het niet vcrleenen der vangvergunningen, het geval is. Aan den anderen kant mag echter niet uit bet oog verloren worden, dat de mol, die ongetwijfeld veel regen wormen ee", ook allerlei andere in wei- en bouwlanden voorkomende dieren eet, waaronder zeer vele voor onze gewassen schadelijk zijn en dat de mol op veie gronden de eenige of bijna de eenige factor is, die vermeer dering dezer dieren (meestal insecten) tegengaat. Op weilanden zijn het behalve de mol, de op den grond levende vogels, die zich ook met deze dieren voeden en aangezien het aantal dezer vogels niet toeneemt, moet een toename der schadelijke dieren gevreesd worden, als de mol als tegenfactor practisch wordt uitgeschakeld. Op weilanden vooral, waar de ver meerdering van schadelijke invloeden geheel door natuurlijke oorzaken moet worden tegengegaan, Is het behoud van een natuurlijk evenwicht tusschen de insecten ca de insecten-vretende dieren noodzakelijk. Dat een verstoring van dit evenwicht eerst op den duur bemerkt zou worden, stemt te meer tot voorzichtigheid. Zeer aaogenanm zou het mij zijn, als U voor Uwe omgeving zoo nauwkeurig mogelijk de toe- of afname van den mollenstand zoudt willen vaststellen en mij verder zoudt willen mededeelen lo. of door de landbouwers zelf ot door hun personeel mollen wotdea ge vangen, uitsluitend met de bedoeling een door hen schadelijk gezicht dier te verwijderen d. w. z. of die landbou wers de schadelijkheid of lastigheid van de mol zee groot achten, dat zij de moeite en kosten zich willen getroosten dit dier te vangen lo. of door anderen op gronden van derden (zonder vetgunning) mollen worden gevangen; 3o. Of U gevallen bekend zijn dat de afwezigheid van de mol schadelijke gevolgen had voor de gewassen (»pe- ciaal weiden) of dat daarvan nog niets is bemerkt 4o. Of U gevallen bekend zijn van duidelijk nut van de aanwezigheid van mollen 5o. Alle verdere gegevens, die U ter beoordeeling van deze aangelegen heid van belang acht. Voor iczending van Uw antwoord vóór 12 November houdt ik mij zeer aanbevolen*. Wanneer er lezers van dit blad zijn, die mij over bovenstaande 5 vragen eenige inlichtingen kunnen geven, dan houd ik mij daarvoor ten zeerste aan bevolen en betnig hun bij voorbaat mijn dank. De Rijkslaedbouwconsulent H. E. HUIZENGA. Breda 711—'23. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Over 'I vangen van Mollen. Van den heer I.spec'eur, Hoofd van den Plantenzlektekundigen dienst ont ving ik een schrijven van den navol genden inhoud >Zeer aangenaam zou het mij zijn, indien U mij wederom mededeeling zoudt willen doen van den mollenstand in Uw omgeving of mij mededeelingen over dien stand, die U van betrouw bare personen op andere plaatsen kunt verkrijgen, zoudt willen toezenden. Zeer gaarne zou ik, iodien dit maar even mogelijk is, aan de Commissarissen der Koningin in de verschillende pro vlncies advlseeren, wederom algemeene machtigingen tot het vangen van mollen etf vergunning tot het vervoeren van mollenvellen te verleenen, omdat de 't Loopt naar November, terwijl ik dit schrijf En nog is er volop werk op den akker. Nu meer dan anders om dat alles laat is. De oogst der halm gewassen was laat, en het rooien der aardappelen kon daardoor ook later worden aangevangen. Het regenachtige weer heeft bovendien veel belemmering gegeven. De groeikracht der natuur, welke sedert de hitteperiode sterker zich openbaarde dan ooit, ging tot he den zelfs door. Van de stamboonen heeft men de scheeden lang groen kun nen eten. de kleinste andijvieplanten zetten zich tot kroppen en worden goudgeel; gisteren at ik nog spinazie, en heden smulden we nog van een heerlijk malsch sla-gerecht van volie, vaste kroppen. Ja, 't is een eenige nazomer en voorherfst geweest Maar nu loopt het toch ten einde. De beesten krijgen het te kwaad in de wei met al die nattigheid, de melkgift nam al af. Het is nu zaak zorg te dragen voor een geleidelijken overgang van groen naar droog voeder; te snelle afwisseling zou ziek maken. Dus passé de stalvoe- ding zich zooveel mogelijk aan bij die in de wei, ook wat gehalte en voedingsverhouding aangaat. Een uitstekend voeder zijn de mangels en de voederbieten. Deze worden geoogst als de suikerbieten Er bestaat tusschen deze beiden geen belangrijk verschil, de suikerbiet is in 't algemeen rijker aan suiker en minder waterrijk. Bij het rooien der bieten worden de koppen afgesneden echter veel kleiner dan bij de suikerbiet, 't Is het voor- deeligst om loof met koppen zooveel mogelijk versch te voederenhet overige worde in verschen staat inge kuild. De bieten moeten na het rooien I Aan het rapport der Commissie van onderzoek der gemeente-begrooting 1923 ontleenen wij een en ander, met daaronder het antwoord van B; en W. Algemeene Beschouwmgen. 1. De algemeene beschouwingen geven ons geen aanleiding tot het maken van bij zondere opmerkingen, alleen willen wtj wijzen op het volgende: B. en W. stellen voor het vermenigvuldig gingscijfer voor de gemeentelijke Inkom stenbelasting nader vast te stellen, zoodra aan de hand van de aangifte biljetten der Rijksinkomstenbelasting 1923/1924 een ra ming voor het vermoedelijk-belastbaar inko men is te maken. Hiertegen bestaan geen bezwaren, doch wij stellen voor alsdan tevens te behandelen, de in overweging ge geven extra-aflossing der crisisschuld. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat door 't ongunstige jaar 1922, het vermenigvuldi- gingscijfer zoo hoog zou moeten worden ge steld dat bestemming van het overschot der vorige jaren, voor den gewonen dienst nood zakelijk wordt. Antwoord van Burgemeester en Weth. Behalve door de Commissie voor de Be grooting 1923 zijn ook door de Bezuinigings- Commissie de cijfers der ontwerp-begroo- ting 1923 onder het oog gezien. Waar dit het geval was en door beide voorstellen zijn gedaan met betrekking tot die begrooting, is de behandeling aanmerkelijk vertraagd. In hoofdzaak is die vertraging veroorzaakt omdat de voorstellen der Bezuinigings-Com- missie met betrekking tot de dienstvoor- waarden van het gemeente-personeel, aan hangig moesten worden gemaakt bij de in middels ingestelde Commissie voor Georga niseerd Overleg. Dit overleg heeft plaats geliad en werd dezer dagen het verslag daarvan aan ons uitgebracht. Een exem plaar daarvan wordt U toegezonden. Aan verschillende door de Commissie voor de Begrooting gemaakte bemerkingen is reeds tegemoet gekomen. Voorzoover dit niet het geval is, vinden de opmerkingen hierna beantwoording. Algemeene beschouwingen. Bij het voorstel tot, vaststelling van het vermenigvuldigingseijfer zal de door de Commissie gemaakte opmerking onder het oog worden gezien. BEGROOTING 1923. Hoofdstuk I. Ontvangsten. Artikel 1. Geven de rekeningen 1921 van Waalwijk en Baardwijk een overschot te zien van respectievelijk 37.856.93 (waar van reeds is verbruikt voor '22 28.142.69) en 565.01, Besoijen sluit met een nadeelig saldo van 18.502.99 waartoe de marken rekening bijdroeg voor 11.483.92. Over dit laatste wenschen wij niets te zeggen, daar de bedoeling heeft voorgezeten, door de dek king, de Gemeente te bevoordeelen of al thans niet te benadeelen. Wij kunnen echter niet nalaten mede te deelen, dat er uitga ven zijn geschied welke niet goed zijn te keuren. Uit de bevelschriften der rekening over 1921 van Besoijen is gebleken, dat het aan leggen van het parkje bij het Gemeentehuis, het opknappen van dat gebouw, heeft ge kost in dat jaar 6262.waaronder be grepen een hek van 1222.De subsidie van de Vereeniging Koninginnedag van 1800 gulden werd in dat zelfde jaar ook nog eens verhoogd met 250.Wij spreken ver der niet over de te betalen rente der buiten gewone uitgaven vooi* bestrating en trot toir-aanleg, boombeplanting, kostbare uri noirs enz. Waar met de finantiën op een dusdanige manier is omgesprongen en ten slotte de gemeentenaren van Waalwijk en Baardwijk hebben bij te dragen voor sommen welke door den raad van oud-Besoijen zijn gevo teerd, zonder dat ontvangsten daartegen over stonden, vragen wij aan B. en W- of niet de mogelijkheid bestaat nog een gedeel te te verhalen op voormalig Besoijen. Hoofdstuk II. Art. 1. Kunnen B. en W. reeds mededee- len hoever zij zijn gevorderd met de plannen tot 't geven van een bestemming aan de ge meentehuizen van voormalig Baardwijk en Besoijen? De Commissie vermeent dat de huizen be- hoorende bij de Normaalschool verhuurd zijn voor een termijn van tien jaren, doch dat de destijds bepaalde huursom alleen geldt zoolang de huurder aan genoemde school verbonden is. Waar dit sedert ge ruimen tijd met een der huurders niet meer het geval is, wordt gevraagd of de huur niet kan worden verhoogd en meer in over eenstemming gebracht met de tegenwoor dige huurprijzen. Antwoord van Burgemeester en Weth, Wij hebben voor de gemeentehuizen in de voormalige gemeenten Baardwijk en Be soijen geen bestemming kunnen vinden. Op onze aanvankelijke plannen om dat van voormalig Besoijen te verbouwen tot woning zijn wij teruggekomen omdat ons gebleken is dat de te maken kosten niet evenredig zijn aan het voordeel dat het pand na de verbouwing zal opleveren, hetgeen mede verband houdt met de weinige geschiktheid om het tot woonhuis te veranderen. Hoofdstuk III. Afdeeling I. Art. 6 A. In verband met de vacanties der school kinderen wordt beter geoordeeld de kermis te doen plaats hebben in de tweede week van Augustus. Gaarne zal worden vernomen of de mogelijkheid hiertoe bestaat of dat overwegende bezwaren dit beletten. Hoe staan B. en W. met de herziening van de tarieven voor het marktgeld, welke herziening reeds werd toegezegd bij de memorie van antwoord op de begrooting 1922, van 1 December 1922? Antwoord van Burgemeester en Weth. Wij stemmen in met den, ook van andere zijde te kennen gegeven wensch, om de ker mis zooveel later te houden om ze te kun nen doen samenvallen met den vacantie- tfld der schoolkinderen. Wij zfln ter nadere bestudeering van deze aangelegenheid in overleg getreden met de Ned. Vereeniging van Kermisvakgenooten „Ons Belang". Dat overleg is nog niet beëindigd. Wij stellen ons echter voor U binnenkort een voorstel te kunnen doen. Artikel 9. Geklaagd wordt over het be zwaar dat de schoolgelden niet maandelijks kunnen voldaan worden, doch steeds meer dere maanden op één aanslagbiljet voor komen. Zou het ook mogelijk zijn de invor dering dezer gelden door ophaling te doen geschieden? Uitbreiding van personeel mag natuurlijk niet plaats hebben. Antwoord van Burgemeester en Weth. Wij zijn overtuigd van het bezwaar, dat de schoolgelden over betrekkelijk lange ter mijnen moeten worden betaald. Ook maan- delijksche betalingen schijnt voor velen nog bezwaarlijk. Wij hebben een poging aangewend om te verkrijgen dat het personeel der Bijzondere Scholen zich evenals vroeger zou willen be lasten met de invordering van het school geld, niet om den administratieven omslag voor ons te verminderen, doch uitsluitend om tegemoet te komen aan de gegronde be zwaren van de belastingplichtigen. Tot onze spijt heeft deze poging geen resultaat opgeleverd. Het ophalen van schoolgeld, dat, omdat de heffing als belasting is geregeld, zijn eigenaardige bezwaren zou hebben, zal moeilijk uitvoerbaar zijn zonder uitbreiding van personeel. Sinds de vereeniging der drie gemeenten is het grondgebied vrij uit gestrekt en het aantal schoolgaande kin deren gestegen tot 1330. Het maandelijks op naam stellen van de belastingplichtigen, het opmaken van looplijsten de afrekening met den looper en de vervolging van den nala tige, waarvoor dan toch het verloop van een gewone belastingheffing moet worden gevolgd als aanslagbiljet, waarschuwing, aanmaning enz. veroorzaakt veel omslag, terwijl met het ophalen zelf zooveel tijd gemoeid is dat zonder personeeluitbreiding daaraan bezwaarlijk kan worden gedacht. Hoofdstuk IV. Afdeelmg II. Artikel 4. Het Noorder trottoir der Grootestraat van de gemeente voormalig Besoijen is op sommige plaatsen niet door gelegd. Het is niet gewenscht dezen toestand te bestendigen. In overweging wordt ge geven in overleg te treden .met belangheb benden en het trottoir alsnog op die plaat sen door te trekken. Waar nu toch de Stationsstraat van tegeltrottoirs voorzien wordt, is het moge lijk spoedig op te geven voor hoeveel de ontbrekende gedeelten kunnen worden ge maakt. Antwoord van Burgemeester en Weth. De kosten van het vervangen der klinker bestrating in het Noordertrottoir in voor malig Besoijen zijn geraamd op 500 Waar de klinkerbestrating nog in goeden toestand verkeert, vinden wij geen vrijheid U voor te stellen dit bedrag uit te trekken. Hoofdstuk V. Afdeelmg II. Artikel 5. Onder de ontvangsten komen geen vervolgingskosten voor. Waar zijn deze verantwoord? Komen sedert de laatste wij ziging der Lager-onderwijswet 1920 de kos ten voor het vervolgonderwijs niet geheel ten laste van de gemeente? Antwoord van Burgemeester en Weth. De kosten van vervolgingen zijn steeds gekomen aan de ambtenaren die met de uit reiking van waarschuwingen en aanmanin gen waren belast. Waar de invordering van den Hoofdelijken Omslag thans afloopt, stellen wij voor daarin geen verandering meer te brengen. Uitgekeerd worden alleen de vervolgingskosten van die belasting die binnenkomt. Artikel 24C. De Oommissie vermeent, dat dat bij den opzet tot het plaatsen eener manege een berekening is gemaakt dat voor de Gemeente hieraan geen kosten waren verbonden, daar de ontvangsten ruim schoots zouden opwegen tegen de uitgaven. Een bedrag van 100.-— is niet voldoende voor rente, afschrijving en onderhoud. Na dere inlichtingen zijn daarom gewenscht Hebben mogelijk een minder aantal keurin gen plaats dan waarop was gerekend? Antwoord van Burgemeester en Weth. Bij ons voorstel tot het bouwen eener manege hebben wij de verwachting uitge sproken, dat de ontvangsten uit vergoeding voor de beschikbaarstelling daarvan, de stichtin-gs- en onderhoudskosten ruimschoots zouden dekken. Tot heden worden nog niet die keuringen gehouden waaromtrent wij goede verwachtingen hadden. Wij stellen nog steeds pogingen in het werk zekere keuringen tot ons te trekken en wij hopen hierin te eeniger tijd te zullen slagen. Thans ontvangen wij eene jaarlijksehe vergoeding van 75.Wij blijven intusschen van oor deel, dat, ook al kunnen de uitgaven voor de manege niet geheel uit deze opbrengst wor den bestreden, het bezit der manege voor ons toch van groot belang is. Artikel 34. Reeds eenmaal is door een der leden van Uwen Raad gevraagd of op heffing van het Waterschap „De Binnen- polder van Waalwijk" ook mogelijk zou zijn, met overgang der ontvangsten en uitgaven van dat lichaam aan de Gemeente. Een volledig onderzoek naar die mogelijk heid is voor zoover bekend door B. en W niet ingesteld. De Commissie neemt aan dat de Gemeenteraad het met haar eens'zal zijn, dat opheffing van genoemd waterschap voor de belangen der Gemeente niet anders dan bevorderlijk kan zijn en acht daarom een prae-advies in deze van B. en W. nood zakelijk. Antwoord van Burgemeester en Weth. Op verzoek van den Raad is tot Gedepu teerde Staten het formeel verzoek gericht, het Waterschap op te heffen. Aan dat ver zoek kon niet worden voldaan. De, met be trekking tot deze aangelegenheid gevoerde correspondentie ligt ter visie. UITGAVEN. Hoofdstuk II. Afdeelmg I. Artikel 6. De Commissie vindt geen vrij heid voor te stellen op het door den Raad genomen besluit terug te komen. Het is noodzakelijk dat van voormalig Besoijen en Baardwijk vernummering plaats vindt. Thans bezitten deze beide ge deelten der Gemeente eene wijk A. en B. wat tot verwarring aanleiding geeft. Tevens zal daarbij het geven van straatnamen moe ten worden afgewerkt. Antwoord van Burgemeester en Weth. De Commissie deelt niet ons standpunt, uiteengezet in de Memorie van Toelichting. Waar nadere motiveering ontbreekt, moeten i wij ook ons standpunt handhaven. Wij zien in de verwarping van ons voorstel niet an ders dan een incidenteele verlaging van de bezoldiging van één ambtenaar, welke be zoldiging nauwelijks een jaar geleden is vastgesteld. Wij achten dit in hooge mate onbillijk. Hoofdstuk III. Artikel 4. Hoe wordt deze belooning ge regeld? De daarvoor te verrichten werk zaamheden kunnen in den gewonen dienst tijd worden verricht, waarom afzonderlijke bezoldiging overbodig wordt geacht, en wordt voorgesteld deze te doen vervallen. Hetzelfde geldt voor de belooning van den deurwaarder en de marktgaarders. Antwoord van Burgemeester en Weth. De, door den Raad vastgestelde belooning van den Schatter der Dranklocaliteiten be draagt 1.30 per schatting. Zooals wij bij art. 6, Afd. I van Hoofdstuk II reeds te kennen gaven, achten wij beslissingen als door de Commissie ook hier weer worden voorgesteld, onjuist en strijdig met de bil lijkheid. Zoowel de Schatter der Drankloca liteiten als de Gemeente-Deurwaarder en de Marktgaarders zijn «llen regelmatig aan gesteld op eene, door den Raad vastgestelde bezoldiging. Wij kunnen ons de bezwaren, die de Commissie heeft indenken, maar de oplossing die zij tot het wegnemen dier be zwaren aan de hand doet, is naar ons oor deel strijdig met het Rechtsgevoel. Iets an ders is het bij wisseling van personeel in de instructie van den nieuw aan te stellen ambtenaar de gewenschte bepaling op te nemen, of bij eene salarisherziening over de geheele lijn te compenseeren hetgeen uit anderen hoofde reeds werd genoten. De, steeds genoten, bezoldiging zonder meer te ontnemen achten wij onbillijk en strijdig met de rechtszekerheid die de ambtenaar aan zijne aanstelling en de condities, waaronder die plaats vond, behoort te ontleenen. Wij zijn bereid tot oplossing der bezwaren van de Commissie mede te werken, doch alleen in de door ons aangegeven richting. Hoofdstuk IV. Afdeeling I. Door het steeds toenemend verkeer is het wenschelijk dat begrafenissen door de poli tie worden begeleid. Hoe denkt het Hoofd der politie hierover en kan daartoe worden besloten? Het is gewenscht op de drukste punten der gemeente op sommige uren het verkeer door de politie te doen leiden. Antwoord van Burgemeester en Weth. De begrafenissen werden en worden nog steeds door de politie begeleid. Van elke begrafenis wordt door den Secretaris ken nis gegeven aan de Politie. Ofschoon dit niet aan het Hoofd der Politie bekend is, is hét mogelijk dat door een misverstand of anderszins begeleiding is verzuimd. Met de regeling van het verkeer op de drukste punten in de Gemeente worden proeven genomen. Artikel 17. Is voor 't Groene Kruis nog niet te behandelen een door den heer van Driel gedaan voorstel tot verhooging van de subsidie 1922? Op advies van een der Commissieleden is deze zaak aangehouden totdat de rekening 1922 van deze vereeni ging zou zijn binnengekomen. Waar dit in middels is geschied, zal die zaak thans stel lig aanhangig kunnen worden gemaakt. Antwoord van Burgemeester en Weth. Het Wit-Gele-Kruis werd in 1922 een subsidie toegekend van 2000.terwijl door den Heer van Driel werd voorgesteld het voor het Groene Kruis uitgetrokken subsidiebedrag ad 400.te verhoogen tot 1000.Uit het finantieel verslag dezer laatste vereeniging bljjkt dat het ledental ongeveer de helft bedraagt van dat van eerstgenoemde vereeniging, terwijl de totale uitgaven zich ongeveer verhouden als 7 11. Waar het subsidie voor het Wit-Gele-Kruis, in afwijking van ons voorstel werd ver hoogd meenen wij dat er aanleiding bestaat het voorstel van den Heer van Driel te aan vaarden en aan het Groene Kruis alsnog uit te keeren 600.wegens aanvulling van het subsidie over 1922. Hoofdstuk VI. Art. 3A. Gewezen werd meermalen op den gevaarlijken toestand aan het Hoek- einde en aangedrongen op plaatsing van een duidelijk waarschuwingsbord. Uit deze post heeft vernieuwing der waarschuwingsbor den plaats en geeft de Commissie in over weging onverwijld tot de gevraagde betere aanwijzing aan genoemd Hoekeinde over te gaan. Antwoord van Burgemeester en Weth. Ten aanzien van het plaatsen van een waarschuwingsbord aan het Hoekeinde zijn wij in onderhandeling met den Algemeenen Nederl. WTielrjjdersbond. Eene beslissing is nog niet genomen. Hoofdstuk XII. Artikel 6. De voor het Gemeentelijk woningbedrijf te betalen rente wegens ver strekt kasgeld, behoort door dat bedrijf aan de gemeente te worden terubetaald en dient daarom tegenover deze uitgaaf, een ont- vangstpost te worden geboekt. Hoe is de kassiersrekening ingericht? Staat elk bedrijf, en de gemeente afzon derlijk, of loopt alles over één rekening? Het laatste verdient aanbeveling omdat daardoor wordt voorkomen het gevaar, dat bij vóór .zijn van een der rekeningen hier voor ongeveer geen rente wordt vergoed terwijl bij achter zijn, het volle percentage van wellicht 64 pCt. zal moeten worden be taald. Antwoord van Burgemeester en Weth. De uitgetrokken post is bedoeld als reke ning-courant rente voor de gelden, die voor de gemeentelijke huishouding noodig zijn. De rente van de aan de bedrijven tijdelijk verstrekte gelden worden aan de gemeente vergoed. Een raming van die rente is niet goed mogelijk. Zij belast effectief niet onze begrooting, omdat hetgeen de Gemeente aan rente verschuldigd is (voorzoover het be treft geldverstrekkingen aan de bedrijven) door de bedrijven aan de Gemeente wordt voldaan. De Kassiersrekening loopt afzonderlijk voor de Gemeente en voor elk der bedrijven de saldi worden echter als die van één rekening beschouwd, zoodat het ten aan zien van de renteverrekening niet mogelijk is dat een rekening een debetsaldo heeft en een andere een creditsaldo. Wit iedere maaed te dosa geeft, (le helft November.) N druk VHbodeu,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 5