I
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VEMH SPEL
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad.
FEÜILLETO
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 100
WOENSDAQ 5 DECEMBER 1923.
M« JAARGANG,
SJnoAva:
WA ALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoom Na. SS, Telegr.-AdreaECHO.
2)it nummer bestaat uit Twee
Bladen
DUSSEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 25 Nov.
des nam ten 3 uur.
Aanwezig alle leden behalve den
heer J Leemans.
Voorzitter Edelachtb. heer J. J H.
Snijders.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen en behoudens een
kleine aanmerking onveranderd goed
gekeurd.
Ingekomen is een schrijven van Ged
Staten houdende goedkeuring tot het
aangaan van een geldleening groot
f 10.000.
Alsvoor, kasopneming Gemeente
ontvanger.
Ingekomen een schrijven van mej 't
Hoen, houdende dankbetuiging voor
hare benoeming.
Een verzoek van M. Pruijssen,
om geen schoolgeld te behoe
ven te betalen, daar zijn vrouw en
ook hij zelf dikwijls onder geneeskun
dige behandeling zijn en hij daardoor
niet bij machte is dit te betalen.
B. en W. stellen voor hierop afwij
zend te beschikken
De Voorzitter licht verder toe dat de
persoon in kwestie is aangeslagen voor
f 900 en nu zullen we eerst eens onder
zoeken of dit niet te hoog is, want
wanneer men hoort dat bedoelde per
soon niet of minder betaalt, komen er
weer meer opdagen.
Ingekomen een schrijven van de R.K
Kweekschool voor Vroedvrouwen te
Heerlen, welke om eenige subsidie
verzoekt, met een uiteenzetting er bij
waarvoor deze school bestaat en het
groote nut hiervan.
B. en W. zijn van oordeel dat dit
gesteund moet worden, daar deze ge
meente het al eens ondervonden heeft,
zoo'n inrichting niet te kunnen missen,
maar dan er aan toevoegen dat ook
58)
andersdenkenden in die inrichting
moeten kunnen worden opgenomen.
W. D. Middelkoop. U leest daar
juist dat die inrichting te Heerlen is
gevestigd doch is die afstand voor
deze gemeente niet te ver.
Voorzitter. Ja, 't is wel ver, doch er
is maar een zoo'n school in Nederland.
Voorstel om subsidie te verleenen
wordt aangenomen.
Ingekomen een aanvrage om subsidie
groot f 100 van de Handelsdagschool
te Waalwijk.
B. en W. zijn van oordeel hiervoor
te moeten betalen, dit heeft men inder
tijd ook moeten doen voor Visser, die
te Gorinchem op school was en naar ik
meen moest men toen f 60 betalen. Nu
heeft deze school hierop wel geen
recht en er is maar een persoon uit
deze gemeente daar op school, doch
wanneer bedoelde leerling op een
openbare school zou gaan zou men
hiervoor f 300 moeten betalen, dus
stellen B. en W. voor de gevraagde
f100 subsidie te verleenen.
M v d. Pluijm. Hoe zou dat in de
toekomst gaan, zouden er op den duur
niet meer die school bezoeken.
Voorzitter. Dat geloof ik niet en dan
het gebeurt toch in het belang van de
gemeente, doch men zal er bij vermel
den dat dit is tot wederopzegging.
M. v. d. Pluijm Nu. ik vind het
nog al erg dat wij subsidie moeten
betalen voor personen die naar een
Hoogere school gaan.
J. van Dijk. Dit is toch zeker maar
zoolang er personen uit deze gemeente
op die school zijn.
Voorzitter, Ja natuurlijk, dat is ook
de bedoeling.
Wordt besloten f 100 subsidie te
verleenen.
Schrijven van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken houdende mede-
deeling van de stemming welke zal
plaats hebben op Woensdag 19 Dec.
a s en of de gemeente dan voor een
stemlokaal wil zorgen.
Voorzitter. Ik zou voorstellen om dan
de Raadzaal hiervoor maar beschikbaar
te stellen, want zoo druk zal 't met
die stemming niet worden en dan is
't toch alleen voor den middag
Aldus wordt besloten.
Ingekomen een verzoek van Ds. de
Bruijn om in den achtersten hoek aan
de brug bij van den Oven een lantaarn
te willen plaatsen, daar hij nog al
dikwijls bij zieken wordt geroepen,
ook des nachts.
Voorzitter. Ik zou voorstellen een
paar raadsleden te benoemen die ook
eens goed met de kwestie van het
Eiectrische licht op de hoogte komen,
want we hebben op dien dienst toch
al een tekort van f 7500,— en dan
nog al een lantaarn er bij, ik zou wen-
schen dat er tevens ook eens een des
kundige om inlichtingen werd gevraagd.
Dan heb ik hier nog een schrijven van
de „P. N. E M." waarin wordt voor
gesteld om het bedrag der Kilowat-
uren te stellen op 20 cent en dan het
andere moet betaald worden naar het
aantal lichtpunten, dus daarvan moet
dan belasting betaald worden. Doch
daar ik dat schrijven nu niet voor kan
lezen daar het zóó lang is zou ik ook
voorstellen dit dan in handen te stel-
rovrrpJ^WAA LW UK^ frpri^y
DOOR ERVARING STERK.
len van de te benoemen commissie
G. van de Koppel Zoo U daar leest
wat de „P. N. E. M." voorstelt dan
kunnen personen die 20 lichtpunten
hebben het niet meer betalen en kan
men ze er beter uitbreken.
Johs. van Dijk. Maar er is toch fei
telijk stroom gekocht op contract.
Voorzitter licht van Dijk zeer duide
lijk in en zegt dat de P N E M inder
tijd ook had gezegd dat de kosten
zouden komen op f 80.000 doch toen
op het slot kwam men met eene reke
ning van f 110.000 wat dus nog al
wat scheelde
Berm. Maar zou het nu niet mogelijk
zijn van de P,N E.M wat los te komen
en dat hier een eigen beheer komt
Voorzitter. Ik heb daarover al eens
met iemand gesproken welke mij toen
vertelde dat dit ook groote kosten met
zich zou medebrengen daar er dan
weer veel personeel ontslagen zou
moeten worden welke voor een tijdvak
zijn aangenomen doch over 2 jaar zou
dit waarschijnlijk beter kunnen, wat
spreker duidelijk verder toelicht.
Een vraag van Berm wenscht de
Voorzitter in gesloten vergadering te
behandelen.
Na heropening der vergadering
blijkt dat er tevens al eene commissie
is benoemd voor onderzoek betreffende
het Eiectrische licht welke bestaat uit
de heeren Snijders, W. D. Middelkoop
en P J. Herman
Joh. van Dijk vraagt om inlichtin
gen betreffen Je krachtverbruik van
stroom b.v. of men dan niet tegen
verminderden prijs stroom kan leveren.
Voorzitter. Mijnheer Tijken is ook
bij mij geweest betreffende krachtver
bruik doch ik kon bedoelde persoon niet
met zekerheid antwoorden, waarna ik
bedoelden persoon heb verwezen naar
de P.N E M Indertijd zijn we nog
bezig geweest hierover met de N V
Boerenbelang, doch toen kon men den
stroom niet minder leveren, wel kon
de gemeente wat reductie geven, doch
wanneer wij hem nu wat reductie geven
dan komen er spoedig meer opdagen
zooals enkele bakkers en boeren en
dan zou men daar ook niet buiten
kunnen.
Joh. van Dijk. Die heeren van de
P N E. M. zeggen altijd maar direct
van neen.
G. van de Koppel, 't Is zooals de
Voorzitter daar juist heeft gezegd als
mijnheer Tijken reductie krijgt komen
er morgen al meer dat weet ik zeker.
Tijken zal ook nog geen 10 uur per
dag draaien en 't is dan toch ook maar
een motor van 2 P K.
Van Drunen. 't Is anders duur ook
om met stroom te werken.
Voorzitter. Dat zal dan de benoemde
commissie ook wel eens onderzoeken.
Middelkoop, 't Is zeker duur maar
wanneer men dan weer een nieuwen
benzinemotor of zoo moet aanschaf
fen die zijn ook duur en dan zal het
per slot van rekening niet zooveel
meer schelen.
Wederom gaat de raad over in ge
heime zittingna afloop daarvan bleek
dat ook punt 3 der agenda tevens was
afgehandeld n.l. verhuring woonhuis
oude school aan het Rijk tot het onder
brengen van het gezin van den Bri
gade-Commandant zoodat thans punt
4 der agenda n.l. Aanvraag Subsidie
N V. A. L. A. D. wordt behandeld.
Deze Vennootschap vraagt aan de
gemeente haar eene subsidie te ver
leenen van f 0.10 per inwoner per
jaar en dan voor 3 jaar,
Voorzitter. B. en W. stellen voor
voorloopig de helft van het gevraagde
te verleenen en dan het volle bedrag
zoodra de dienst zoo is gewijzigd dat
ze over Hank rijden ook, de Polder
heeft er nu nog wel niets aan, doch
dit komt wanneer men ziet dat het
kan blijven bestaan. Doch ik vind dat
gemeentelijke subsidie beslist noodig
is ook om subsidie te krijgen van de
Provincie, want geven wij geen subsidie
dan zullen die Heeren zeggen 't schijnt
wel dat die onderneming geen subsidie
noodig heeft.
Herman. U zegt zooeven, de Polder
heeft er nog niets aan, doch ik heb
het reeds dikwijls meegemaakt dat hij
over den Polder reed, doch dat er zeer
weinig animo voor bestond.
Voorzitter. Dat is hier in het begin
t
De Echo van hef Zuiden,
Waalwpsche en Langstraatsche Courant
Dit Mat vuacMJat
WOlNBDAd SN ZATERDAG.
Abonnementiprfj per 8 maandem 1.26.
Franco per poat door bet geheels rijk 1.40.
Brieves, Ingezonden «takken, gelden mm.,
franco t* eenden aan ten Uitgever.
Prlja ter Atverteatlta
M «ent per regel; minimam LM.
Reclames 40 cent per regel.
Bf contract flink rabat.
AdvertentlSn moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgens om alter lijk 8 aar la eaa bealt
rijn.
van „De Echo van het Zuiden"
Naar het Duitsch door H. Fr.
Lilly herhaalde de vraag.
„Misschien wel van Topper, miss."
„Neen, hij is niet van Topper," antwoord
de Lilly, terwijl zij hare ontroering onder
drukte. 't Is de handschoen van een elegant
heer. Zie eens, hoe fijn en zacht het leder
is. Het is dezelfde kleur die Ralph gaarne
droeg, toen hij nog geld genoeg had om hand
schoenen te koopen", en geparfumeerd met
dezelfde jasmjjngeur, waarvan hij zoo hield.
En hier is een van zijn kleine gouden knoo-
pen, die hij zelfs in onzen grootsten nood
niet wilde verkoopen. Dien kleinen hoekigen
knoop zou ik onder duizenden herkennen.
Brown hij is hier geweest. Ralph is hier
geweest
Mrs. Brown's verward en kleurend gelaat
verried de waarheid.
,!&tj is ons van Londen hierheen gevolgd"
riep Lilly met schitterende oogen uit. „Hij
is mij nagesneld en heeft ons tot hier ge
volgd. Hij bemint mij nog. Hij moet mjj nog
beminnen, Brown. Hij moet mij meer be
minnen dan miss Rokeby
„Dat zeide hij, miss Lilly".
„Ha, het is dus waar
Maar waarom ging hij heen zonder mij
gezien te hebben? Waarom hebt gij mij dan
niet geroepen? Misschien wil hij om mij
al zijne vooruitzichten nog laten varen, daar
hij mij nog steeds even arm waant als hij
zelf is."
„Hij zeide mij dat hij dit doen wilde,
miss Lilly", antwoordde de arme Brown eer
lijk, gedwongen tot eene volle bekentenis.'
Hij houdt mij voor miss World en gelooft
dat gij mrs. Brown, mijne arme gezelschaps
juffrouw zjjt; hij zegt dat hij u bemint en
u wil huwen; maar hij is zoo onstandvastig
en laf, en ik weet dat gij met uw vermogen
en uw schoonheid eene schitterende partij
zult maken, miss Lilly en dus... en dus...
heb ik hem weggezonden, miss Lilly en hij
is teruggekeerd naar Engeland, naar miss
Rokeby."
Met wijd geopende oogen keek Lilly hare
bediende aan. Daarna zeide zij op klagen-
den toon
„O Brown, gewis hebt. gij het goed ge
meend, dat weet ik, maar gij hebt mjj het
hart gebroken!"
En een lichten kreet slakend viel Lilly op
den grond.
Hoofdstuk XL.
TERUGKOMST VAN SIR HENRI.
Den avond, waarop Ralph Borne naar de
berheiden kwam en door mrs. Brown
weder werd weggezonden, woedde een hevi
ge storm op de gansche kust van Groot Brit-
tanië.
Mr. Harpe, de rechtsgeleerde van Oanter-
burry, zat 's avonds nog laat op zjjn kan
toor. Zijn huis lag in een stille, voorname
straat; het kantoor was gelijkvloers, de
vertrekken van zjjn huisgezin in de hoogere
verdiepingen. Van de straat kon men direct
in het kantoor komen, zonder de huisdeur
noodig te hebben.
De advocaat was eenigszins veranderd
sedert wjj hem aan onze lezers hebben voor
gesteld.
Zijn eerljjk gezicht was mager en bleek
geworden en een zorgvolle uitdrukking lag
om zjjnen mond en sprak uit zjjne oogen.
„Een vreesdij ke nacht," zeide de rechts
geleerde. „Ik heb een vreemd gevoel, alsof
mij iets moet overkomen."
Onrustig draaide hij in zjjn stoel op en
neer, boog zich voorover, en wierp nieuwe
kolen op het vuur. Vervolgens leunde hij
weer achterover en verzonk in gepeins.
Plotseling sprong lijj half verschrikt op,
toen de kantoorklok elf uur sloeg. Eer de
laatste slag was weggestorven, hoorde hij
daarbuiten onzekere schreden, alsof iemand
met den storm worstelde en slechts moeilijk
vooruit kon komen.
„Zeker een arm mensch," dacht mr. Har
pe. Hij moet zeker geen onderkomen heb
ben, om zoo laat en bij zulk een weder nog
MAAtSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
buiten rond te loopen".
De schreden kwamen echter al nader en
nader, hielden stil voor den trap, die naar
het kantoor voerde en bestegen dezen.
„Wie kan dat zoo laat zijn," mompelde
mr. Harpe. Zeker een landlooper, die bij
mij op de trappen wil slapen, of is het een
wandelaar zonder huis, die het licht door de
gordijnen ziet en bij mij komt bedelen.
Het laatste scheen het geval te zijn, want
zacht en schuchter werd thans aan de deur
geklopt.
Mr. Harpe aarzelde. Hij was niet vrees
achtig, maar hij had geen klanten, die het
noodig moesten achten hem in dien duiste
ren avond te komen bezoeken en mogelijk
kon de nachtelijke bezoeker wel een dief
zijn.
Nogmaals werd er zacht, maar thans
dringender geklopt, 't Kwam den advocaat
voor alsof in de wijze van kloppen iets ge
heimzinnigs lag. Hij stond op en nam een
geladen pistool uit een kast en stak het in
den borstzak. Toen ging hij naar de deur,
draaide het slot om, opende haar half en
keek naar buiten.
Een in een langen mantel gehuld man,
met den kraag toog over de ooren getrok
ken, stond op de drempel. Zijn hoed was
zoo diep op zijn gezicht gedrukt, dat mr.
Harpe zijne trekken niet kon onderscheiden.
„Wie daar?" riep de rechtsgeleerde, met
de hand het pistool grijpend.
„Een oud vriend," was het antwoord.
„Ik moet u spreken. Laat mij binnen, mr.
Harpe."
Met een bijna gebiedend gebaar, dat mr.
Harpe verraste, trad hij vooruit, en de advo
caat liet hem binnenkomen.
Kalm draaide de vreemde den sleutel in
het slot om en Harpe hield, nog steeds op
zijne hoede, het pistool vast.
„Wie zijt gij?" vroeg hij, „en wat ver
langt gij?"
De vreemde zette zijn hoed af, langzaam
sloeg hij vervolgens den breeden kraag om
laag en plaatste zich voor Harpe, met een
edel en deftig gezicht, doordringende oogen,
gebruind gelaat en vollen grijzen baard.
Harpe's hand zakte langs het lichaam.
Met een woesten, onderdrukten kreet zonk
hij, den vreemdeling onafgewend aansta
rend, op een stoel neder.
„O hemel," schreeuwde hij, als een ljjk
zoo bleek, „Sir Henri Rokeby."
Sir Henry want deze was het werke
lijk, die heden na een lange zeereis van
Indië teruggekeerd was reikte hem de
hand.
„Sir Henry Rokeby," herhaalde Harpe,
de hem toegestoken hand niet aannemend,
„die die overleden is!"
„Ik kan u de beste bewijzen leveren, Har
pe, dat ik in Indië niet gestorven ben," zei
de de baronet vroolijk lachend.
„Gij ziet mij aan als ware ik een geest!
Neem mijne hand toch Is die niet werkelijk
vleesch en bloed? Ik werd door tijgers in
menschengedaante gevangen gehouden, tot
dat het mij eindelijk gelukte te ontsnappen.
Gij herkent mij toch nu en komt tot de over
tuiging dat ik geen geest ben."
Bleek en nog steeds sidderend stond mr.
Harpe op, maar met onuitsprekelijke vol
doening in het gelaat.
,,'t Is sir HMry," levend en gezond!" riep
hij uit. „Sir-vRwiry, dien wij als dood be
treurden. Dat is een wonder
Hij greep de hand van den baronet en
weende en lachte van vreugde; hij was ge
heel buiten zich zelve.
Eenige minuten lang hield de baronet de
hand van zijn vriend vast, zonder dat een
van hen beiden een woord sprak. Hunne
harten waren te vol, om onmiddellijk woor
den te vinden.
„Ik ben van avond niet zooals gewoon
lijk, sir Henry," zeide Harpe met gebroken
stem. „Ik ben sedert eenigen tijd voortdu
rend zeer opgewonden."
Hij trok sir Henry naar den flikkerenden
haard, schoof een stoel nader en vroeg sid
derend
„ZiJt gij reeds op Rookhurst geweest, sir
Henry?"
„Neeneen uur geleden ben ik in Can
terbury aangekomen en begaf mij direct
naar u. Ik verlang dat gij met mij naar
Rookhurst gaat, om mijne vrouw en mijne
dochter de tijding te brengen, dat ik nog
leef. Hoe heb ik om dit uur gebidIk ben
nu bijna bij u, mijn tehuis mijne vrouw,
mijn kindKom Harpe, laat ons spoed
maken
Mr. Harpe, bedekte sidderend zijn gezicht
met zijne handen.
„Ik... ik kan van avond niet gaan, sir
Henry," zeide hij zacht.
Iets in zijnen toon beangstigde den baro
net.
„Waarom niet? Spreek!" zeide hij.
Harpe stond op en sloeg zijne handen ver
twijfelend in elkanderzijne bleekheid
deed sir Henry schrikken, die insgelijks op
stond.
„Wat is er?" fluisterde hij„zij zijn toch
niet dood?"
„Neen, sir Henry, neen
„Wat is er dan toch? Spreek, de onzeker
heid doodt mij".
„Ik heb slechte tijding voor u, sir Henry,"
zeide Harpe. „Lady Rokeby, ach hoe kan ik
het u zeggen, aan u, die haar bemint?
Lady Rokeby is hertrouwd
Alle spoor van kleur week uit het gelaat
van den baronet en machteloos zonk hij op
zijn stoel neder.
Harpe liep om water en brandewijn. Met
tranen in de oogen waschte hij sir Henry
de slapen met koud water en goot hem wat
brandewijn in den mond. Langzamerhand
sloeg sir Henry de oogen op en keek als
bedwelmd en verward rond.
„Herhaal dat nog eens Harpe," zeide hij
zwak. „Ik versta u niet goed."
„Ik zeide u, sir Henry," en ieder woord
deed den rechtsgeleerde zelf zeer aan het
hart, „dat lady Rokeby hertrouwd is.'"
„Sir Henry slaakte een onderdrukten
kreet en sloeg de handen voor het gelaat.
„Trek het u niet zoo aan, sir Henry,"
riep Harpe hit. ,,'t Is een geluk dat gij van
haar af zijt. Zij is een hartelooze, slechte
vrouw."
Sir Henry maakte een afwerende bewe
ging met de hand.
„Spreek niet zoo, Harpe," zeide hij smee-
kend. „Gij doet mij zeer, zij hield mjj voor
dood, mijne arme Victoria. Wien heeft zij
getrouwd?"
„Een speler, een gelukzoeker, Digby Bor
ne genaamd. In den loop der vorige maand
heb ik ijverige nasporingen gedaan omtrent
het vroeger leven van mr. Borne, sir Henry.
Vergeef mij, sir Henry, maar in dit uur
moet gij de geheele waarheid vernemen.
(W««4t vervelt*)-