DE ECHO VAN HE :uu IDEN KERSTFEEST. VEBLOREN SPEL. Tweede Blad FEÜILLETOh Gemeenteraad. Numm. 104. Zaterdag 22 Dec. '23 der I Wij staan weer voor het Kerstfeest, dat, met zijn duizendvoudige stemmen, met zijn herinneringen, met zijn heer lijken glans, op ieder godsdienstig hart een diepen indruk maakt. Welk een waarheid verhalen ons de Evange liën. Hoe kon 't Kindje, dat voor ons allen de Christus was, voor geheel het menschdom schooner worden afge beeld dan zoo, dat een hemelbode in stralend gewaad Zijn geboorte ver kondigt Hoe kon de macht der waar heid en der liefde, die de wereld over wint, aangrijpender geschilderd worden dan zoo, dat haat grootste Drager in een donkeren stal, te midden van de diepste armoede en ontbering, Zijn loopbaan begint en toch engelen Hem begroeten en koningen Hem huldigen Ongetwijfeld, zoolang nog het oog vol verlangen uit de diepte staart naar omhoog, zoolang nog ons hart God delijke hulp begeert in zijn zwakheid, Goddelijke genade in zijn schuld, God- delijken troostin zijn leed, zoolang zal ook de Kerstpoëzie haar schoonheid en waarheid van de geboorte van den Godmensch niet verliezen. Doch wat blijft ons over wanneer de gebeurtenissen van Kerstmis weer op den achtergrond treden en verble. ken Wat is Jezus voor ons in het werkelijke leven Hij moet voor ons zijn het overheerlijke goddelijke voorbeeld. Die ons veroot moedigt en opheft, het Voorbeeld, waar op wij trachten te gelijken, de Strijder en Overwinnaar, naar Wiens voorbeeld wij leeren strijden en overwinnen. Zeker, er is veel schoons in Kerstmis gelegen, maar nog schoo ner is het, wanneer wij dat alles in practijk brengen. Daar staan wij voor het dagelijksch leven met zijn verzoe kingen, zijn strijd, zijn teleurstelingen zijn hartstochten, zijn moeiten en zor gen, hier en daar ook met zijn smarte lijke verliezen en bittere tranen. Daar komt het er dan eenvoudig op aan aan de waarheden van ons geloof vast te houden, die Jezus door woord en daad verkondigd heeft en door deze wezenlijke waarheden zich te laten verootmoedigen, sterken, troosten, .Vrede op aarde in menschen wel behagenO, laten wij luisteren naar het woord dat voor de wereld, voor de menschheid bestemd is. Beteekent het niet, dat alle banden van slavernij losgemaakt, alle onderdrukking en ongerechtigheid verwijderd moet wordendat alle standenhaat. rassen haat, volkerenhaat moet verdwijnen Beteekent het niet, dat de gerechtigheid de zelfzucht, de wederzijdsche verach ting, de dienende, opofferende liefde de koude, bekrompen eigenliefde moet vervangen? Beteekent het niet dat wij hier moe ten leven, zoodat ons een heerlijk leven, hiernamaals wacht Maar, helaas! Hoe ver zijn wij nog van dat ideaal verwijderdWanneer was de wereld meer verscheurd dan 64) thans, wanneer was de -grond, waarop de vrede der volkeren berust, meer onvast en wankel meer slechtheid en loosheid. Neen, het is niet voldoende, een oogen- blik vroom en vroolijk te zijn in het licht van het Kerstfeestonze levenstaak is, dat licht te brengen in de ernstige, droevige werkelijkheid, te overwegen wat het Kerstfeest voor ons was en is. Er is geen andere uitkomst voor alle kwalen des tijds, dan de schoone gedachten van het Kerstfeest. Mogen wij elkander opwekken, ver sterken, troosten en bemoedigen Moge de Kerstzon ons bestralen, want waar zij schijnt, daar is het altijd goed Moge de ware Kerstgedachten ons steeds bemoedigen en voeren tot ons en eeuwig einddoel. Aan U allen een recht hartelijk Zalig Kerstfeest. 2)e eeuwig© Kerstnacht van Kaon- WASPIK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 14 Dec., des avonds ten 6 uur. Voorzitter Edelachtb. heer P Dekkers Klokslag 6 uur opent de Voorzitter de vergadering; afwezig is de heer Ruijtenberg, die van zijn verhindering heeft kennis gegeven. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Alvorens met de behandeling van de agenda te beginnen wenscht de Voorzitter er bij de leden nogmaals op aan te dringen om niet allen tege lijk te spreken, doch hem eerst het woord te vragen. Door de pers worden regelmatig en zeer juiste verslagen gegeven. In een vorige vergadering is echter een bedrag van het G.E.B. foutief opgenomen wat het gevolg zal zijn van te veel gelijk spreken, waar door het goed volgen niet doenbaar is. Dat er zeer jHiste en correcte ver slagen worden gegeven moet men waardeeren en ook het publiek, dat zich op een courant abonneert, heeft daarop recht. Vervolgens wenscht hij op eenige in een vorige vergadering gestelde vragen te antwoorden. Op de eerste plaats wil hij den heer Kamp, die gevraagd had om den duiker bij Kuijsten te verwijderen, er op wijzen, dat bij onderzoek gebleken is dat het veel beter is om die voor- loopig te laten zitten, aangezien de kosten van verwijdering hooger zullen zijn dan den duiker waard is. Dan is door Burg èn Weth aan den Minister mededeeling gedaan dat de raad het wenschelijk acht dat de wet op het Middelbaar Onderwijs wordt gewijzigd in dier voege dat door gemeentens waarvan leerlingen een H. B. S. bezoeken, in de kosten daarvan niet behoeven te betalen. Vervolgens is door den heer Ver schuren gewezen op de sluis bij de Kerkpad en naar aanleiding daarvan is een onderzoek ingesteld of de be diening wel altijd naar behooren heeft plaats gehad Spreker kan niet be kennen dat deze steeds onberispelijk is geweest, maar de groote fout zit 'm daar in dat de sluis geheel defect is. Door den opzichter van de Prov. Waterstaat hebben wij een onderzoek laten instellen en in een conferentie, die hij daarna met Burg. en Weth. heeft gehad, heeft hij verklaard dat de sluis totaal stuk was, geheel versleten, zoodat absoluut geen goede resultaten zijn te bereiken Hij heeft toegezegd in Februari een nieuwe sluis te zullen laten maken waardoor de waterloozing dan gemakkelijker zai zijn te regelen Bij den heer Ruijtenberg is een nieuwe Meter geplaatst, welke kosten door hem zijn betaald. Ook is de vraag gesteld of het niet wenschelijk zou zijn om de woningen te verkoopen. De zaak is echter zoo dat de woningen niet van de gemeente zijn maar van de bouwvereeniging en die kan ten allen tijde liquideeren, behoudens toestemming van hoogere autoriteiten, wijl ze door tusschenkomst van de gemeente met Rijksvoorschot heeft gebouwd. Doch ook al heeft de gemeente geen recht, dan durft hij toch adviseeren, thans, gezien de sterke daling der hulzen, niet tot verkoop over te gaan. Nu ontvangt men jaar lijks nog f 1300 en die zai men bij liquidatie moeten missen. Dan hebben Burg. en Weth. van den opzichter der S. S. een schrijven ontvangen dat de boomen, staande ten Zuiden van de Spoorweg, moeten worden verwijderd. Er stonden daar 156 canadaboomen voor vier jaar geleden gepoot. De heer Rijken wenscht even mede te deelen dat de Commissie na de mondelinge toelichting van het Arm bestuur in alle opzichten is bevredigd. Hierna deelt de Voorzitter mede dat een inschrijving is geopend voor een geldleening groot f 6500 Op f 3000 na is deze inschrijving volteekend, doch dit bedrag kan nog wel worden verwacht. Van den heer J. C. v. d Rijken is een schrijven ingekomen, houdende de mededeeling^ dat hij ais lid van de reclame-commissie ontslag neemt. De Voorzitter wil, alhoewel de heer v. d. Rijken nog betrekkelijk zeer kort lid van deze Commissie is geweest, hem gaarne dank brengen voor de door hem daarin verrichtte werkzaam heden. Het spijt hem dat de heer v. d. Rijken gemeend heeft zoo spoedig ontslag te moeten nemen. De heer v. Rijken dankt voor deze woorden en zegt dat hij zijn motieven liever voor zich wenscht te houden, aangezien het geen nut heeft deze hier mede te deelen. Goedkeuring van Ged. Staten, be treffende de vaststelling van het salaris van den Gemeente ontvanger op een aanvangsjaarwedde van f 1015 tot een maximum van f 1240. Eveneens hebben Ged. Staten goed gekeurd het raadsbesluit om f 2500 uit te trekken voor de verbetering van wegen, waarvoor eene geldleening zal moeten worden aangegaan. Het ligt in de bedoeling van Burg. en Weth. om te onderzoeken of er flinke per sonen te vinden zijn, rqannen met het vak bekend, die willen inschrijven om de Diepstraat en Parallelweg tejver- beteren. De heer Brokx zou gaarne zien dat daarvoor zooveel mogelijk Waspiksche krachten zullen worden genomen. Voorzitter. Mochten die er zijn, dan zullen wij daar zeker rekening mede houden. 2. Wijziging verordening plaatselijke inkomstenbelasting Wordt besloten deze in overeen stemming te brengen met de Rijkswet. 3. Schrijven van den heer Mr. Zinnicq Bergman, advocaat te 's Bosch, houdende het bericht dat door de gemeente van den heer A. Rijken te Loonschendijk boomen zijn gerooid. Wenscht de gemeente niet te beta len, dan zal tot gerechtelijke vervolging worden overgegaan, indien binnen 14 dagen niets is gehoord. Voorzitter. Van den heer Rijken zijn 8 boomen gevorderd, waarvoor hem toen f2.50 per boom is vergoed. De boomen zijn geschat door Wethouder Rubbens. Dè heer Verschure vraagt of bij de schatting wel rekening is gehouden met het plantrecht. Dat toch heeft ook waarde en daarom mag bij der gelijke gelegenheden niet alleen naar de boomen worden gekeken, is zulks gedaan, dan heeft de schating geen va* Echo va» het Zuiden". Naar het Duitsch door H. Fr. Bij de woorden van Lilly, „wie zal ons nu nog scheiden", dacht Ralph met ontzetting aan zijn vader en een koude huivering be ving hem. Wat een smart had die reeds over hen gebracht en wat stond hen nog te wachten Maar thans zou hij zich niet meer zoo gemakkelijk doen scheiden van zün jonge echtgenoote.. Waar zou zijn vader zijn? Hij wist het niet, sinds het vertrek van Digby Borne uit Rookham had Ralph niets meer 0 van hem vernomen. Ralph was nu meer der jarig en morgen zou hij voor de Schot- sche wet opnieuw met Lilly vereenigd wor gden. Nog slechts enkele uren en hij was voorgoed uit de macht van zijn vader, zoo peinsde Ralph. Lilly schudde Ralph uit zijn overpeinzing weg door den uitroep„Zie Brown komt ons reeds' tegemoet". Mrs. Brown begreep reeds alles en op hartelijke wijze wenschte zfl het jonge paar geluk. Bfl het diner ging het reeds feestelijk toe en maar al te spoedig naar Ralphs zin was het uur van vetrek voor hem aangebroken en nam hij den terugweg naar Inverness aan na een hartelijk afscheid van Lilly ge nomen te hebben. Reeds vroegtijdig den volgenden morgen reed Ralph weer naar de Bergheiden om zfln bruidje te halen. De rentmeester van - het landgoed en diens vrouw waren mede getuigen van hun huwelijk in de kerk te Inverness en dadelijk na de korte plechtig heid keerde men weer naar de Bergheiden terug. Mrs. Brown had in korten tijd een waar bruiloftsmaal aangericht. De rent meester en diens echtgenoote bleven de gas ten van Lilly en Ralph. Ook in de koude, donkere kerk van Naon was de heilige Kerstnacht neergestreken. Een klein dennetje, hier en daar nog be strooid met blinkende natuursneenwvlok- ken, stond op het hoogaltaar. Als eenig sieraad brandden twee kleine kaarsen aan het boompje. Hun onzeker licht ging omhaag naar het groote metalen kruis, dat heel alleen op het leege altaar was achtergebleven. Sprakeloos strekte de Zaligmaker de goe dige Verlossershanden uit en zijn Goddelijke Mik ging diep in het zwarte schip der kerk. Daar lagen in het donker de gewonde soldaten. De zachte lichtschijn van de twee kleine Kerstkaarsjes drong in hun wijd geopende oogen. Geen hunner had nog ooit met twee sim pele kaarsjes den Kerstnacht gevierd. En toch wierpen deze twee kleine lichtjes zoo veel vreugdevonken in de soldatenharten en ontstaken zooveel vreugde-paarlen in hun oogen, dat de smart op jlit oogenblk geen macht op de gemartelde lichamen scheen te hebben. In de middengang van de kerk ging de ziekenzuster heen en weer. Telkens als zij voorbij bet altaar kwam wierp zij een lan gen blik op het flikkerende boompje en op het Kruisbeeld daarachter en even gleed er dan een glimlach over haar moe gegroefd gelaat. Met hernieuwde kracht richtte de in elkaar gedoken gestalte zich dan weer op en ging dapper de lange gang door. Toen zij midden onder db gewonden stond, die droomend in de Kerstlichtjes keken, hief ze met haar zachte stem het heilige lied van Kerstmis aan en nu juichte en ju belde het omhoog trots leed en pijn, naar de donkere gewelven der kerk„Stille Nadht, heilige Nacht!" De eerste strofe van het lied was juist ten einde. Daar drong van voren een kreet tot het oor der zuster door. In het schijnsel der kerstkaarsjes lag een nog zeer jong soldaat in doodsstrijd. Een granaat had hem beide beenen weg gerukt. Zijn half gebroken blik ging naar het kerstboompje en vandaar omhoog naar het kruis. Het was, als straalde er licht uit de oogen van den Godmensch, Goddelijk licht, dat de ziel van den'soldaat doordringt, tot in de meest verborgen hoeken, „Zuster, Zus ter", prevelt de gewonde, nn zij bij hem komt, „is dat waar met het Kerstkind en met Hem daar boven aan hef kruis?" Hoofdstuk XLIIJ. ZELDZAME SAMENLOOP. Het huwelijk van Ralph was nauwelijks enkele uren voltrokken toen Mr Henry, mr. Harpe en lord Stonefield te Inverness aan kwamen in het hotel dat hen door detec tive Beer als plaats van samenkomst was opgegeven. De detective gaf en omstandig verhaal van zijn reis en achtervolging van Ralph Borne ook van diens huwelijk dien morgen waarvan hij toeschouwer was geweest, doch moest tot zijn teleurstelling verklaren het spoor nu hijster te zijn. Hij had verwacht dat Ralph zich naar zijn vader zou begeven en in plaats daarvan was hij dezen morgen in het huwelijk getreden met een zekere Lilly World zooals de detective had hooren voorlezen in de kerk. Men begrijpt de verbazing en teleurstel ling van lord Stonefield en sir Henry. Mr. Harpe slaakte de verzuchting dat men nu mogelijk verder van de ontdekking van miss Nina verwijderd was dan ooit. Men kwam echter na bespreking tot het besluit bij Ralph pogingen in het werk te stellen of men van hem kon vernemen waar zijn vader verbleef. Lord Stonefield ging naar de Bergheiden terwijl mr. Harpe sir Henry gezelschap hield. Ralph was ten hoogste verwonderd toen men lord Stonefield bfl hem aandiende. Zfln verwondering ging echter over in ontsteltenis toen hfl van lord Stonefield alles omtrent de ontvoering van miss Nina vernam. Ralph en zfln jonge echtgenoote vertelden aan lord Stonefield ook hun wedervaren met den ouden Borne, doch konden ook geen enkele aanwijzing geven omtrent het verblflf van Ralph's vader.' Ontmoedigd nam lord Stonefield afscheid van het jonge paar. Een troost strekte hem het zou Digby Borne en zflne vrouw nu niet meer kunnen gelukken om Nina met Ralph te doen huwen. Sir Henry en mr. Harpe die te Inverness waren achtergebleven verlangden vurig naar de terugkomst van lord Stonefield. Hun eenige bezigheid was het gadeslaan van de bedrijvigheid in de baai waar een menigte booten lagen waarop visschers hun De zuster buigt zich tot hem neer. „Het is waar", zegt zfl eenvoudig. „Dan is Hfl ook voor rnfl gestorven", fluistert hfl bewogen en bedekt met beide handen zfln vaal gezicht. Opeens slaat hfl zfln handen terug, zfln brekende blik gaat; doordringend omhoog naar het kruis. Dan strekt hfl de beide armen er naar uit. „Ik wil Hem liefhebben", zegt hfl met nitdoovende stem. De gewonden achter in het schip van de kerk weten niet wat daar voor geschiedt. Vol geluk zingen ze de tweede strofe van 't Kerstlied. En er straalt iets van den glans van het hemelsch Kerstfeest rondom de zuster enden doode, die bfl de woorden van het lied„Christus, de Redder is daar" is heengegaan. Nauwelijks is de tweede strofe weggestor ven, of plotseling snerpt een sissend geluid door de lucht, een ontzettend gekraak! Glassplinters, gebroken pannen, kalk en steenen vliegen wild door de kerk. De lichtjes aan den Kerstboom zfln uit gedoofd. Voor het altaar is alles donker. Men ziet den Kerstboom en het kruis niet meer. Wie even kan, vlucht naar bulten. De anderen kermen en kreunen en schreeuwen. „Zuster, er wordt geschoten op ons, naar bnitenWe willen naar buiten!" Maar deze antwoord niet Zfl gaat op den tast naar het Altaar en met bevende hand ontsteekt ze opnieuw de kaarsjes aan den Kerstboom. Angstig kflken de soldaten haar aan. Zfl maakt een onnavolgbaar gebaar naar het kruis, dat door den schemer der kaarsen weer opglanzend zich hoog in het donker gewelf verheft en glimlachend legt ze den wflsvinger op de lippen. En de gewonden worden rustig. Vooraan naast het kruis in het schflnsel der kerstkaarsen blflft de zus ter staan. Vandaar geeft zfl de toegesnelde artsen kalm haar wenken om de gewonden uit het bedreigde Godshuis te brengen. Zfl Overziet en leidt alles. Bange doodsangst drukt een ieder. Nu branden de kaarsjes zoo droevig, het den netje en het kruis er achter kflken zoo ern stig het donkere middenschip in. En alweer dat sissen en snerpen in de luchtEen ge kraak. Het gewelf in het koor is doorgeslagen. Een zware steen bonst neer op de zuster, die zwaar gewond bfl het altaar ligt. Zfl werkt zich op. Moeizaam met helden handen, zet zfl het kruis en het dennetje op het altaar, en steekt de Kerstkaarsjes nogmaals aan. En naast het kruis staat rechtop de zuster. Zfl bemerkt dat het bloed haar langs den rug afdruppelt. Maar dat deert haar niet. Zfl zingt. De laatste strofe van het liedStille Nacht, heilige Nacht! De soldaten hooren haar zachte stem. Zfl worden stil, ademloos stil. Zfl zien, hoe de zuster stralend als een profetes om hoog wflst naar het kruis. En het kruis licht op in bovenaardschen glans. En weer nadert het in de lucht als een verderfbrengend onweer. Maar de zuster zingt door en als betoo- verd luisteren de gewonden en staren als verrnkt naar het kruis, dat hnn tegenstraalt in zfln eeuwig licht Opeenseen ontzettende slag!# Nog een zachte toeroep der zuster„We gaan naar het eeuwig Kerstfeest!" Donderend stort het gewelf neer. Als van verre klinkt een laatste kreet. Dan doodsche stilte. Dat is de eeuwige Kerstnacht van/ Naon. H. netten gereed maakten voor de vischvangst. Hun oog werd plotseling getrokken door een aanzeilend jacht dat de baai in kwam. Nog een poosje en het ranke vaartuig had ligplaats gekozen aan den steiger vlak voor het hotel waar sir Henri en mr. Harpe ver bleven. Na eenigen tfld stapte een heer van het jacht aan wal. Plotseling slaakte mr. Harpe een kreet, hfl had Digby Borne herkend. Deze was het inderdaad. Het vaartuig was „de Pfll" waarmede'Borne naar Inver ness gekomen was om inkoopen te doen voor den a.s. winter, welke Digby op de „Wilder nis" <}acht door te brengen. Groot was de ontroering van sir Henry en mr. Harpe had alle moeite om te beletten dat sir Henry geen overfllde stappen zott doen. Detective Beer was spoedig op de hoogte gebracht met de aanwezigheid van Digby Borne te Inverness. Men was van meening lord Stonefield te moeten waarschuwen om dadelflk van de Bergheiden terug te komen. Detective Beer ging de stad in om Digby Borne niet uit het oog te verliezen. Na een half uurtje kwam lord Stonefield in het hotel terug en vernam wat er was voorgevallen. Men besprak de kansen en lord Stone field was van meening dat men iemand van de bemanning moest trachten om te koopen om de ware schuilplaats van Digby Borne te leeren kennen. Lord Stonefield nam op zich om naar „de Pfll" te gaan. En hfl had succes. Hfl had het genoegen den kapitein alleen aan boord te treffen. Aanvankelflk was de kapitein niet ge neigd iets aangaande Digby Home's verblflf te verraden; maar eene belooning van hon derd pond maakte zflne tong los, en na ver loop van een half uur verliet lord 8tonefield het jacht, nauwkeurig ingelicht welken weg hfl moest inslaan, om Nina eindelflk uit de macht harer vflanden te verlossen. Nu moest hfl nog een schip zoeken, om 's anderen daags ongemerkt „de Pfll" te kunnen volgen en dan kon Nina misschien reeds binnen vier en twintig uren gered zfln. Hfl vroeg den schipper of hfl geen vaar tuig wist, dat hfl voor verscheidene dagen kon huren, en toevallig wist deze er een. 't Was een visschersboot. De'jonge graaf liet zich er heen roeien en zfl vonden de eigenaars aan boord. De graaf nam de boot in oogenschouw, vond ze zeer net en rein en volkomen ge schikt voor het doel. De eigenaars twee broeders waren bereid den graai het vaartuig voor meerdere dagen te verhuren en het zeiven te bestu ren en lord Stonefield betaalde het dubbele van den door de schippers gevraagden prfls. Vervolgens nam lord Stonefield een der eigenaars mede naar Inverness, kocht daar warme dekens, kussens en mondvoorraad, om voor de reis van alles voorzien te zfln. Dit alles werd op het schip gebracht en de jonge graaf beloofde den eigenaars dat zfl alles mochten behouden, wat hfl en zflne vrienden niet zouden noodig hebben. Hfl hielp zelf de kleine hut behoorlflk in- ricthen, en eerst toen zflne voorbereidselen afgeloopen waren liet hfl zich aan land brengen, en keerde naar het hotel terug. De dag was snel omgevlogen en hfl zag dat het reeds vflf uur in den namiddag was en de straatlantaarns reeds waren aange stoken, toen hfl het hotel bereikte en met vroolflke sprongen de trappen besteeg, die naar de zitkamer geleidden, waar hfl door zflne reisgenooten verwacht werd. Hoofdstuk XLIV. HOE HET EINDE KWAM. Lord Stonefield deelde zfln reeds angstig wachtende vrienden en den vader zflner geliefde Nina alle zflne ontdekkingen mede en den volgenden morgen braken zfl tfldig op en volgden in het door den jongen graaf gehuurde vaartuig het jacht „de Pfll" zon der ontdekt te worden. Gedurende de geheele vaart waren zfl met angst en ontroering vervuld. „De Pfll" was even voor het vallen van den avond den inham aan den voet van de „Wildernis"" biunengeloopen. Digby Borne was onmiddellijk aan land gegaan en in weerwil van nevel en duister nis het slechte rotspad ingeslagen naar zfln tfldelflke woning. De vensters van het huis waren alle ongesloten en een bleeke licht straal drong door dezelve naar buiten. De bel der honden werd niet gehoord en de hpersehei)de stilte deed Borne onaange- naam aan. De huisdeur stond wfld open, maar niemand was in het voorhuis aanwe zig. Hfl trad het huis binnen en keek in het salon. Daar zat mrs. Luttrel met een bleek en onrustig gelaat en een vreemde flikkering in hare aschgrauwe oogen. Zfl stiet een gil uit, toen zfl Borne zag, en fllde op hem toe, uitroepend „Wat ben ik blfl dat gfl eindelflk geko men zflt, DigbyHebt gfl medicijnen voor Victoria medegebracht?" „.Ta, hoe gaat het met haar?" „Ik kan dienaangaande niets bepaalds zeggen. Ik ben zeer bezorgd over haar. Zfl ziet er uit als een doode en haar ademha ling is moeilflk. Zfl wil niet gaan liggen en loopt als een rustelooze geest het huis rond. Ik geloof dat hare longen zfln aangedaan en dat zfl in groot gevaar verkeert. Gfl moest haar naar Inverness brengen en door een geneeskundige laten behandelen. Wat zou 't zfln, als zfl hier kwam te sterven?" „Zfl zal niet steryen zoolang zfl nog in huis kan rondwandelen," antwoordde Dig by Borne luchtig. Personen die ernstig ziek zfln, gaan naar bed. Waarom zfln de hon den opgesloten?" „Victoria heeft het bevolen; zfl kan hnn geblaf niet verdragen; zfl zeide dat. dit haar hinderde." „Hm! zfl is dus zenuwachtig; dan zal hare verkoudheid wel binnen eenige dagen genezen zfln. Hoe staat het met miss Nina?" „Zfl is nog steeds halstarrig, Digby en klaagt met geen enkel woord dat we haar honger laten lflden. Ik vrees, dat wfl ons ge weldig hebben misrekend. Zfl is van een zeldzaam vast karakter, zfl zal liever ster ven dan toegeven. Ik wenschte dat wfl ons niet met haar hadden bemoeid en haar had den laten trouwen als zfl gewild had. Haar poging tot ontvluchting in de bergen kan Victoria het leven kosten en ik zal weder gezelschapsjuffrouw of gouvernante moeten worden en een vreeselflk afhankelflk leven moeten slflten; en gfl zult uw vroeger kom mervol bestaan weder moeten opnemen." „Gfl hebt een aangename manier van troosten," izeide Digby Borne ongeduldig. „Al die vrees bestaat echter slechts in uwe verbeelding. Victoria zal ons allen over leven. Waar is zfl?" (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 5