DE
ECHO
VAN
HE
:uu
IDEN
KERSTFEEST.
VEBLOREN SPEL.
Tweede Blad
FEÜILLETOh
Gemeenteraad.
Numm. 104. Zaterdag 22 Dec. '23
der
I
Wij staan weer voor het Kerstfeest,
dat, met zijn duizendvoudige stemmen,
met zijn herinneringen, met zijn heer
lijken glans, op ieder godsdienstig
hart een diepen indruk maakt. Welk
een waarheid verhalen ons de Evange
liën. Hoe kon 't Kindje, dat voor
ons allen de Christus was, voor geheel
het menschdom schooner worden afge
beeld dan zoo, dat een hemelbode in
stralend gewaad Zijn geboorte ver
kondigt Hoe kon de macht der waar
heid en der liefde, die de wereld over
wint, aangrijpender geschilderd worden
dan zoo, dat haat grootste Drager in
een donkeren stal, te midden van de
diepste armoede en ontbering, Zijn
loopbaan begint en toch engelen Hem
begroeten en koningen Hem huldigen
Ongetwijfeld, zoolang nog het oog vol
verlangen uit de diepte staart naar
omhoog, zoolang nog ons hart God
delijke hulp begeert in zijn zwakheid,
Goddelijke genade in zijn schuld, God-
delijken troostin zijn leed, zoolang
zal ook de Kerstpoëzie haar schoonheid
en waarheid van de geboorte van den
Godmensch niet verliezen.
Doch wat blijft ons over wanneer
de gebeurtenissen van Kerstmis weer
op den achtergrond treden en verble.
ken Wat is Jezus voor ons in het
werkelijke leven
Hij moet voor ons zijn het overheerlijke
goddelijke voorbeeld. Die ons veroot
moedigt en opheft, het Voorbeeld, waar
op wij trachten te gelijken, de Strijder
en Overwinnaar, naar Wiens voorbeeld
wij leeren strijden en overwinnen.
Zeker, er is veel schoons in
Kerstmis gelegen, maar nog schoo
ner is het, wanneer wij dat alles in
practijk brengen. Daar staan wij voor
het dagelijksch leven met zijn verzoe
kingen, zijn strijd, zijn teleurstelingen
zijn hartstochten, zijn moeiten en zor
gen, hier en daar ook met zijn smarte
lijke verliezen en bittere tranen. Daar
komt het er dan eenvoudig op aan
aan de waarheden van ons geloof vast
te houden, die Jezus door woord en
daad verkondigd heeft en door deze
wezenlijke waarheden zich te laten
verootmoedigen, sterken, troosten,
.Vrede op aarde in menschen wel
behagenO, laten wij luisteren naar
het woord dat voor de wereld, voor
de menschheid bestemd is. Beteekent
het niet, dat alle banden van slavernij
losgemaakt, alle onderdrukking en
ongerechtigheid verwijderd moet
wordendat alle standenhaat. rassen
haat, volkerenhaat moet verdwijnen
Beteekent het niet, dat de gerechtigheid
de zelfzucht, de wederzijdsche verach
ting, de dienende, opofferende liefde
de koude, bekrompen eigenliefde moet
vervangen?
Beteekent het niet dat wij hier moe
ten leven, zoodat ons een heerlijk leven,
hiernamaals wacht
Maar, helaas! Hoe ver zijn wij nog
van dat ideaal verwijderdWanneer
was de wereld meer verscheurd dan
64)
thans, wanneer was de -grond, waarop
de vrede der volkeren berust, meer
onvast en wankel meer slechtheid en
loosheid.
Neen, het is niet voldoende, een oogen-
blik vroom en vroolijk te zijn in het licht
van het Kerstfeestonze levenstaak is,
dat licht te brengen in de ernstige,
droevige werkelijkheid, te overwegen
wat het Kerstfeest voor ons was en is.
Er is geen andere uitkomst voor
alle kwalen des tijds, dan de schoone
gedachten van het Kerstfeest.
Mogen wij elkander opwekken, ver
sterken, troosten en bemoedigen Moge
de Kerstzon ons bestralen, want waar
zij schijnt, daar is het altijd goed
Moge de ware Kerstgedachten ons
steeds bemoedigen en voeren tot ons
en eeuwig einddoel.
Aan U allen een recht hartelijk Zalig
Kerstfeest.
2)e eeuwig© Kerstnacht van
Kaon-
WASPIK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 14 Dec.,
des avonds ten 6 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer P Dekkers
Klokslag 6 uur opent de Voorzitter
de vergadering; afwezig is de heer
Ruijtenberg, die van zijn verhindering
heeft kennis gegeven.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Alvorens met de behandeling van
de agenda te beginnen wenscht de
Voorzitter er bij de leden nogmaals
op aan te dringen om niet allen tege
lijk te spreken, doch hem eerst het
woord te vragen. Door de pers worden
regelmatig en zeer juiste verslagen
gegeven. In een vorige vergadering
is echter een bedrag van het G.E.B.
foutief opgenomen wat het gevolg zal
zijn van te veel gelijk spreken, waar
door het goed volgen niet doenbaar
is. Dat er zeer jHiste en correcte ver
slagen worden gegeven moet men
waardeeren en ook het publiek, dat
zich op een courant abonneert, heeft
daarop recht.
Vervolgens wenscht hij op eenige
in een vorige vergadering gestelde
vragen te antwoorden.
Op de eerste plaats wil hij den heer
Kamp, die gevraagd had om den
duiker bij Kuijsten te verwijderen, er
op wijzen, dat bij onderzoek gebleken
is dat het veel beter is om die voor-
loopig te laten zitten, aangezien de
kosten van verwijdering hooger zullen
zijn dan den duiker waard is.
Dan is door Burg èn Weth aan
den Minister mededeeling gedaan dat
de raad het wenschelijk acht dat de
wet op het Middelbaar Onderwijs
wordt gewijzigd in dier voege dat
door gemeentens waarvan leerlingen
een H. B. S. bezoeken, in de kosten
daarvan niet behoeven te betalen.
Vervolgens is door den heer Ver
schuren gewezen op de sluis bij de
Kerkpad en naar aanleiding daarvan
is een onderzoek ingesteld of de be
diening wel altijd naar behooren heeft
plaats gehad Spreker kan niet be
kennen dat deze steeds onberispelijk
is geweest, maar de groote fout zit
'm daar in dat de sluis geheel defect
is. Door den opzichter van de Prov.
Waterstaat hebben wij een onderzoek
laten instellen en in een conferentie,
die hij daarna met Burg. en Weth.
heeft gehad, heeft hij verklaard dat de
sluis totaal stuk was, geheel versleten,
zoodat absoluut geen goede resultaten
zijn te bereiken Hij heeft toegezegd
in Februari een nieuwe sluis te zullen
laten maken waardoor de waterloozing
dan gemakkelijker zai zijn te regelen
Bij den heer Ruijtenberg is een
nieuwe Meter geplaatst, welke kosten
door hem zijn betaald.
Ook is de vraag gesteld of het niet
wenschelijk zou zijn om de woningen
te verkoopen. De zaak is echter zoo
dat de woningen niet van de gemeente
zijn maar van de bouwvereeniging en
die kan ten allen tijde liquideeren,
behoudens toestemming van hoogere
autoriteiten, wijl ze door tusschenkomst
van de gemeente met Rijksvoorschot
heeft gebouwd. Doch ook al heeft de
gemeente geen recht, dan durft hij toch
adviseeren, thans, gezien de sterke
daling der hulzen, niet tot verkoop
over te gaan. Nu ontvangt men jaar
lijks nog f 1300 en die zai men bij
liquidatie moeten missen.
Dan hebben Burg. en Weth. van
den opzichter der S. S. een schrijven
ontvangen dat de boomen, staande
ten Zuiden van de Spoorweg, moeten
worden verwijderd. Er stonden daar
156 canadaboomen voor vier jaar
geleden gepoot.
De heer Rijken wenscht even mede
te deelen dat de Commissie na de
mondelinge toelichting van het Arm
bestuur in alle opzichten is bevredigd.
Hierna deelt de Voorzitter mede
dat een inschrijving is geopend voor
een geldleening groot f 6500 Op f 3000
na is deze inschrijving volteekend,
doch dit bedrag kan nog wel worden
verwacht.
Van den heer J. C. v. d Rijken is
een schrijven ingekomen, houdende
de mededeeling^ dat hij ais lid van de
reclame-commissie ontslag neemt.
De Voorzitter wil, alhoewel de heer
v. d. Rijken nog betrekkelijk zeer kort
lid van deze Commissie is geweest,
hem gaarne dank brengen voor de
door hem daarin verrichtte werkzaam
heden. Het spijt hem dat de heer v. d.
Rijken gemeend heeft zoo spoedig
ontslag te moeten nemen.
De heer v. Rijken dankt voor deze
woorden en zegt dat hij zijn motieven
liever voor zich wenscht te houden,
aangezien het geen nut heeft deze hier
mede te deelen.
Goedkeuring van Ged. Staten, be
treffende de vaststelling van het
salaris van den Gemeente ontvanger
op een aanvangsjaarwedde van f 1015
tot een maximum van f 1240.
Eveneens hebben Ged. Staten goed
gekeurd het raadsbesluit om f 2500
uit te trekken voor de verbetering van
wegen, waarvoor eene geldleening zal
moeten worden aangegaan. Het ligt
in de bedoeling van Burg. en Weth.
om te onderzoeken of er flinke per
sonen te vinden zijn, rqannen met het
vak bekend, die willen inschrijven om
de Diepstraat en Parallelweg tejver-
beteren.
De heer Brokx zou gaarne zien dat
daarvoor zooveel mogelijk Waspiksche
krachten zullen worden genomen.
Voorzitter. Mochten die er zijn, dan
zullen wij daar zeker rekening mede
houden.
2. Wijziging verordening plaatselijke
inkomstenbelasting
Wordt besloten deze in overeen
stemming te brengen met de Rijkswet.
3. Schrijven van den heer Mr.
Zinnicq Bergman, advocaat te 's Bosch,
houdende het bericht dat door de
gemeente van den heer A. Rijken te
Loonschendijk boomen zijn gerooid.
Wenscht de gemeente niet te beta
len, dan zal tot gerechtelijke vervolging
worden overgegaan, indien binnen 14
dagen niets is gehoord.
Voorzitter. Van den heer Rijken zijn
8 boomen gevorderd, waarvoor hem
toen f2.50 per boom is vergoed. De
boomen zijn geschat door Wethouder
Rubbens.
Dè heer Verschure vraagt of bij de
schatting wel rekening is gehouden
met het plantrecht. Dat toch heeft
ook waarde en daarom mag bij der
gelijke gelegenheden niet alleen naar
de boomen worden gekeken, is zulks
gedaan, dan heeft de schating geen
va* Echo va» het Zuiden".
Naar het Duitsch door H. Fr.
Bij de woorden van Lilly, „wie zal ons nu
nog scheiden", dacht Ralph met ontzetting
aan zijn vader en een koude huivering be
ving hem. Wat een smart had die reeds
over hen gebracht en wat stond hen nog te
wachten
Maar thans zou hij zich niet meer zoo
gemakkelijk doen scheiden van zün jonge
echtgenoote.. Waar zou zijn vader zijn? Hij
wist het niet, sinds het vertrek van Digby
Borne uit Rookham had Ralph niets meer
0 van hem vernomen. Ralph was nu meer
der jarig en morgen zou hij voor de Schot-
sche wet opnieuw met Lilly vereenigd wor
gden. Nog slechts enkele uren en hij was
voorgoed uit de macht van zijn vader, zoo
peinsde Ralph.
Lilly schudde Ralph uit zijn overpeinzing
weg door den uitroep„Zie Brown komt
ons reeds' tegemoet".
Mrs. Brown begreep reeds alles en op
hartelijke wijze wenschte zfl het jonge paar
geluk.
Bfl het diner ging het reeds feestelijk toe
en maar al te spoedig naar Ralphs zin was
het uur van vetrek voor hem aangebroken
en nam hij den terugweg naar Inverness
aan na een hartelijk afscheid van Lilly ge
nomen te hebben.
Reeds vroegtijdig den volgenden morgen
reed Ralph weer naar de Bergheiden om
zfln bruidje te halen. De rentmeester van
- het landgoed en diens vrouw waren mede
getuigen van hun huwelijk in de kerk te
Inverness en dadelijk na de korte plechtig
heid keerde men weer naar de Bergheiden
terug. Mrs. Brown had in korten tijd een
waar bruiloftsmaal aangericht. De rent
meester en diens echtgenoote bleven de gas
ten van Lilly en Ralph.
Ook in de koude, donkere kerk van Naon
was de heilige Kerstnacht neergestreken.
Een klein dennetje, hier en daar nog be
strooid met blinkende natuursneenwvlok-
ken, stond op het hoogaltaar.
Als eenig sieraad brandden twee kleine
kaarsen aan het boompje. Hun onzeker
licht ging omhaag naar het groote metalen
kruis, dat heel alleen op het leege altaar
was achtergebleven.
Sprakeloos strekte de Zaligmaker de goe
dige Verlossershanden uit en zijn Goddelijke
Mik ging diep in het zwarte schip der kerk.
Daar lagen in het donker de gewonde
soldaten.
De zachte lichtschijn van de twee kleine
Kerstkaarsjes drong in hun wijd geopende
oogen.
Geen hunner had nog ooit met twee sim
pele kaarsjes den Kerstnacht gevierd. En
toch wierpen deze twee kleine lichtjes zoo
veel vreugdevonken in de soldatenharten
en ontstaken zooveel vreugde-paarlen in hun
oogen, dat de smart op jlit oogenblk geen
macht op de gemartelde lichamen scheen te
hebben.
In de middengang van de kerk ging de
ziekenzuster heen en weer. Telkens als zij
voorbij bet altaar kwam wierp zij een lan
gen blik op het flikkerende boompje en op
het Kruisbeeld daarachter en even gleed er
dan een glimlach over haar moe gegroefd
gelaat. Met hernieuwde kracht richtte de
in elkaar gedoken gestalte zich dan weer
op en ging dapper de lange gang door.
Toen zij midden onder db gewonden stond,
die droomend in de Kerstlichtjes keken,
hief ze met haar zachte stem het heilige
lied van Kerstmis aan en nu juichte en ju
belde het omhoog trots leed en pijn, naar
de donkere gewelven der kerk„Stille
Nadht, heilige Nacht!"
De eerste strofe van het lied was juist
ten einde. Daar drong van voren een kreet
tot het oor der zuster door.
In het schijnsel der kerstkaarsjes lag een
nog zeer jong soldaat in doodsstrijd.
Een granaat had hem beide beenen weg
gerukt.
Zijn half gebroken blik ging naar het
kerstboompje en vandaar omhoog naar het
kruis.
Het was, als straalde er licht uit de
oogen van den Godmensch, Goddelijk licht,
dat de ziel van den'soldaat doordringt, tot
in de meest verborgen hoeken, „Zuster, Zus
ter", prevelt de gewonde, nn zij bij hem
komt, „is dat waar met het Kerstkind en
met Hem daar boven aan hef kruis?"
Hoofdstuk XLIIJ.
ZELDZAME SAMENLOOP.
Het huwelijk van Ralph was nauwelijks
enkele uren voltrokken toen Mr Henry, mr.
Harpe en lord Stonefield te Inverness aan
kwamen in het hotel dat hen door detec
tive Beer als plaats van samenkomst was
opgegeven.
De detective gaf en omstandig verhaal
van zijn reis en achtervolging van Ralph
Borne ook van diens huwelijk dien morgen
waarvan hij toeschouwer was geweest, doch
moest tot zijn teleurstelling verklaren het
spoor nu hijster te zijn. Hij had verwacht
dat Ralph zich naar zijn vader zou begeven
en in plaats daarvan was hij dezen morgen
in het huwelijk getreden met een zekere
Lilly World zooals de detective had hooren
voorlezen in de kerk.
Men begrijpt de verbazing en teleurstel
ling van lord Stonefield en sir Henry. Mr.
Harpe slaakte de verzuchting dat men nu
mogelijk verder van de ontdekking van miss
Nina verwijderd was dan ooit.
Men kwam echter na bespreking tot het
besluit bij Ralph pogingen in het werk te
stellen of men van hem kon vernemen waar
zijn vader verbleef.
Lord Stonefield ging naar de Bergheiden
terwijl mr. Harpe sir Henry gezelschap
hield.
Ralph was ten hoogste verwonderd toen
men lord Stonefield bfl hem aandiende.
Zfln verwondering ging echter over in
ontsteltenis toen hfl van lord Stonefield
alles omtrent de ontvoering van miss Nina
vernam.
Ralph en zfln jonge echtgenoote vertelden
aan lord Stonefield ook hun wedervaren
met den ouden Borne, doch konden ook
geen enkele aanwijzing geven omtrent het
verblflf van Ralph's vader.'
Ontmoedigd nam lord Stonefield afscheid
van het jonge paar. Een troost strekte hem
het zou Digby Borne en zflne vrouw nu niet
meer kunnen gelukken om Nina met Ralph
te doen huwen.
Sir Henry en mr. Harpe die te Inverness
waren achtergebleven verlangden vurig
naar de terugkomst van lord Stonefield.
Hun eenige bezigheid was het gadeslaan
van de bedrijvigheid in de baai waar een
menigte booten lagen waarop visschers hun
De zuster buigt zich tot hem neer.
„Het is waar", zegt zfl eenvoudig.
„Dan is Hfl ook voor rnfl gestorven",
fluistert hfl bewogen en bedekt met beide
handen zfln vaal gezicht.
Opeens slaat hfl zfln handen terug, zfln
brekende blik gaat; doordringend omhoog
naar het kruis. Dan strekt hfl de beide
armen er naar uit. „Ik wil Hem liefhebben",
zegt hfl met nitdoovende stem.
De gewonden achter in het schip van de
kerk weten niet wat daar voor geschiedt.
Vol geluk zingen ze de tweede strofe van 't
Kerstlied. En er straalt iets van den glans
van het hemelsch Kerstfeest rondom de
zuster enden doode, die bfl de woorden
van het lied„Christus, de Redder is daar"
is heengegaan.
Nauwelijks is de tweede strofe weggestor
ven, of plotseling snerpt een sissend geluid
door de lucht, een ontzettend gekraak!
Glassplinters, gebroken pannen, kalk en
steenen vliegen wild door de kerk.
De lichtjes aan den Kerstboom zfln uit
gedoofd.
Voor het altaar is alles donker. Men ziet
den Kerstboom en het kruis niet meer. Wie
even kan, vlucht naar bulten. De anderen
kermen en kreunen en schreeuwen.
„Zuster, er wordt geschoten op ons, naar
bnitenWe willen naar buiten!"
Maar deze antwoord niet Zfl gaat op den
tast naar het Altaar en met bevende hand
ontsteekt ze opnieuw de kaarsjes aan den
Kerstboom.
Angstig kflken de soldaten haar aan. Zfl
maakt een onnavolgbaar gebaar naar het
kruis, dat door den schemer der kaarsen
weer opglanzend zich hoog in het donker
gewelf verheft en glimlachend legt ze den
wflsvinger op de lippen. En de gewonden
worden rustig. Vooraan naast het kruis in
het schflnsel der kerstkaarsen blflft de zus
ter staan. Vandaar geeft zfl de toegesnelde
artsen kalm haar wenken om de gewonden
uit het bedreigde Godshuis te brengen.
Zfl Overziet en leidt alles.
Bange doodsangst drukt een ieder. Nu
branden de kaarsjes zoo droevig, het den
netje en het kruis er achter kflken zoo ern
stig het donkere middenschip in. En alweer
dat sissen en snerpen in de luchtEen ge
kraak.
Het gewelf in het koor is doorgeslagen.
Een zware steen bonst neer op de zuster,
die zwaar gewond bfl het altaar ligt.
Zfl werkt zich op. Moeizaam met helden
handen, zet zfl het kruis en het dennetje
op het altaar, en steekt de Kerstkaarsjes
nogmaals aan. En naast het kruis staat
rechtop de zuster. Zfl bemerkt dat het bloed
haar langs den rug afdruppelt. Maar dat
deert haar niet.
Zfl zingt.
De laatste strofe van het liedStille
Nacht, heilige Nacht!
De soldaten hooren haar zachte stem.
Zfl worden stil, ademloos stil. Zfl zien,
hoe de zuster stralend als een profetes om
hoog wflst naar het kruis.
En het kruis licht op in bovenaardschen
glans. En weer nadert het in de lucht als
een verderfbrengend onweer.
Maar de zuster zingt door en als betoo-
verd luisteren de gewonden en staren als
verrnkt naar het kruis, dat hnn tegenstraalt
in zfln eeuwig licht
Opeenseen ontzettende slag!#
Nog een zachte toeroep der zuster„We
gaan naar het eeuwig Kerstfeest!"
Donderend stort het gewelf neer.
Als van verre klinkt een laatste kreet.
Dan doodsche stilte.
Dat is de eeuwige Kerstnacht van/ Naon.
H.
netten gereed maakten voor de vischvangst.
Hun oog werd plotseling getrokken door
een aanzeilend jacht dat de baai in kwam.
Nog een poosje en het ranke vaartuig had
ligplaats gekozen aan den steiger vlak voor
het hotel waar sir Henri en mr. Harpe ver
bleven.
Na eenigen tfld stapte een heer van het
jacht aan wal.
Plotseling slaakte mr. Harpe een kreet,
hfl had Digby Borne herkend.
Deze was het inderdaad. Het vaartuig
was „de Pfll" waarmede'Borne naar Inver
ness gekomen was om inkoopen te doen voor
den a.s. winter, welke Digby op de „Wilder
nis" <}acht door te brengen.
Groot was de ontroering van sir Henry
en mr. Harpe had alle moeite om te beletten
dat sir Henry geen overfllde stappen zott
doen.
Detective Beer was spoedig op de hoogte
gebracht met de aanwezigheid van Digby
Borne te Inverness. Men was van meening
lord Stonefield te moeten waarschuwen om
dadelflk van de Bergheiden terug te komen.
Detective Beer ging de stad in om Digby
Borne niet uit het oog te verliezen.
Na een half uurtje kwam lord Stonefield
in het hotel terug en vernam wat er was
voorgevallen.
Men besprak de kansen en lord Stone
field was van meening dat men iemand van
de bemanning moest trachten om te koopen
om de ware schuilplaats van Digby Borne
te leeren kennen.
Lord Stonefield nam op zich om naar „de
Pfll" te gaan. En hfl had succes. Hfl had
het genoegen den kapitein alleen aan boord
te treffen.
Aanvankelflk was de kapitein niet ge
neigd iets aangaande Digby Home's verblflf
te verraden; maar eene belooning van hon
derd pond maakte zflne tong los, en na ver
loop van een half uur verliet lord 8tonefield
het jacht, nauwkeurig ingelicht welken weg
hfl moest inslaan, om Nina eindelflk uit de
macht harer vflanden te verlossen.
Nu moest hfl nog een schip zoeken, om
's anderen daags ongemerkt „de Pfll" te
kunnen volgen en dan kon Nina misschien
reeds binnen vier en twintig uren gered
zfln.
Hfl vroeg den schipper of hfl geen vaar
tuig wist, dat hfl voor verscheidene dagen
kon huren, en toevallig wist deze er een.
't Was een visschersboot. De'jonge graaf
liet zich er heen roeien en zfl vonden de
eigenaars aan boord.
De graaf nam de boot in oogenschouw,
vond ze zeer net en rein en volkomen ge
schikt voor het doel.
De eigenaars twee broeders waren
bereid den graai het vaartuig voor meerdere
dagen te verhuren en het zeiven te bestu
ren en lord Stonefield betaalde het dubbele
van den door de schippers gevraagden prfls.
Vervolgens nam lord Stonefield een der
eigenaars mede naar Inverness, kocht daar
warme dekens, kussens en mondvoorraad,
om voor de reis van alles voorzien te zfln.
Dit alles werd op het schip gebracht en
de jonge graaf beloofde den eigenaars dat
zfl alles mochten behouden, wat hfl en zflne
vrienden niet zouden noodig hebben.
Hfl hielp zelf de kleine hut behoorlflk in-
ricthen, en eerst toen zflne voorbereidselen
afgeloopen waren liet hfl zich aan land
brengen, en keerde naar het hotel terug.
De dag was snel omgevlogen en hfl zag
dat het reeds vflf uur in den namiddag was
en de straatlantaarns reeds waren aange
stoken, toen hfl het hotel bereikte en met
vroolflke sprongen de trappen besteeg, die
naar de zitkamer geleidden, waar hfl door
zflne reisgenooten verwacht werd.
Hoofdstuk XLIV.
HOE HET EINDE KWAM.
Lord Stonefield deelde zfln reeds angstig
wachtende vrienden en den vader zflner
geliefde Nina alle zflne ontdekkingen mede
en den volgenden morgen braken zfl tfldig
op en volgden in het door den jongen graaf
gehuurde vaartuig het jacht „de Pfll" zon
der ontdekt te worden.
Gedurende de geheele vaart waren zfl
met angst en ontroering vervuld.
„De Pfll" was even voor het vallen van
den avond den inham aan den voet van de
„Wildernis"" biunengeloopen.
Digby Borne was onmiddellijk aan land
gegaan en in weerwil van nevel en duister
nis het slechte rotspad ingeslagen naar zfln
tfldelflke woning. De vensters van het huis
waren alle ongesloten en een bleeke licht
straal drong door dezelve naar buiten.
De bel der honden werd niet gehoord en
de hpersehei)de stilte deed Borne onaange-
naam aan. De huisdeur stond wfld open,
maar niemand was in het voorhuis aanwe
zig.
Hfl trad het huis binnen en keek in het
salon.
Daar zat mrs. Luttrel met een bleek en
onrustig gelaat en een vreemde flikkering
in hare aschgrauwe oogen. Zfl stiet een gil
uit, toen zfl Borne zag, en fllde op hem toe,
uitroepend
„Wat ben ik blfl dat gfl eindelflk geko
men zflt, DigbyHebt gfl medicijnen voor
Victoria medegebracht?"
„.Ta, hoe gaat het met haar?"
„Ik kan dienaangaande niets bepaalds
zeggen. Ik ben zeer bezorgd over haar. Zfl
ziet er uit als een doode en haar ademha
ling is moeilflk. Zfl wil niet gaan liggen en
loopt als een rustelooze geest het huis rond.
Ik geloof dat hare longen zfln aangedaan en
dat zfl in groot gevaar verkeert. Gfl moest
haar naar Inverness brengen en door een
geneeskundige laten behandelen. Wat zou 't
zfln, als zfl hier kwam te sterven?"
„Zfl zal niet steryen zoolang zfl nog in
huis kan rondwandelen," antwoordde Dig
by Borne luchtig. Personen die ernstig ziek
zfln, gaan naar bed. Waarom zfln de hon
den opgesloten?"
„Victoria heeft het bevolen; zfl kan hnn
geblaf niet verdragen; zfl zeide dat. dit
haar hinderde."
„Hm! zfl is dus zenuwachtig; dan zal
hare verkoudheid wel binnen eenige dagen
genezen zfln. Hoe staat het met miss Nina?"
„Zfl is nog steeds halstarrig, Digby en
klaagt met geen enkel woord dat we haar
honger laten lflden. Ik vrees, dat wfl ons ge
weldig hebben misrekend. Zfl is van een
zeldzaam vast karakter, zfl zal liever ster
ven dan toegeven. Ik wenschte dat wfl ons
niet met haar hadden bemoeid en haar had
den laten trouwen als zfl gewild had. Haar
poging tot ontvluchting in de bergen kan
Victoria het leven kosten en ik zal weder
gezelschapsjuffrouw of gouvernante moeten
worden en een vreeselflk afhankelflk leven
moeten slflten; en gfl zult uw vroeger kom
mervol bestaan weder moeten opnemen."
„Gfl hebt een aangename manier van
troosten," izeide Digby Borne ongeduldig.
„Al die vrees bestaat echter slechts in uwe
verbeelding. Victoria zal ons allen over
leven. Waar is zfl?"
(Wordt vervolgd)