Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ""eerste blad. Gemeenteraad. Aannemer. FEUILLETON „NOO&D-BRABAND" Waalwijk. mm i HHHH i NUMMER 106 ZATERDAG 29 DECEMBER 1923. 4fte JAARGANG, Uiwqayi: WAA LWIJKSCHB STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon Ne. IS, Telefrs-Adre«ECHO. 2)it nummer bestaat§uit 2)rie Bladen VLIJMEN. (Vervolg.) Aangehouden voorstel van Burg en Weth tot b. Heffing van 80 opcenten op de vermogensbelasting. De heer v Heesbeen zegt vorige maal het voorstel te hebben gedaan om deze belasting met 50 pCt. te ver- hoogen, dus te brengen^van 40 op 60 opcenten. De Voorzitter zegt reeds vroeger te hebben betoogd, dat men de vermogens belasting niet oplden spits moet gaan drijven. De heeren Daelmans, v. d. Udenhout en v. Buul steunen het voorstel van den heer v. Wagenberg om de opcenten op de vermogensbelasting van 40 op 60 te brengen, hetgeen in omvraag gebracht wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren v, d. Griendt, v. Sprang en v. Helvoirt. c. Heffing van 130 opcenten op de personeele belasting Zonder verdere beraadslaging wordt besloten„het genomen besluit te hand haven. d. Intrekking van de verordeningen op de heffing van opcenten op de Rijksinkomstenbelasting. Door aanneming van de heffing van 'n progressieven Hoofdei. Omslag, is de heffing van opcenten op de Rijks inkomstenbelasting komen te vervallen. 4. Vaststelling van de begrootingen van het G. E. B. en van de gemeente over 1924. Besloten wordt aan B. en W. op te dragen de begrootingen in overeen stemming te brengen met de genomen raadsbesluiten. De begrooting van het G. E. B. geeft voor 1924 een verlies van f4360, waarbij het verlies van de jaren 1921 en 1922 te zamen f 3000 1) moet worden bijgeteld. Het gezamenlijk verlies ad f7360 is reeds ten laste van de gemeente- begrooting 1924 gebracht. Bij het in stemming brengen der begrooting zegt de heer v. Heesbeen dat hij er tegen stemmen zal zoolang niet op afdoende wijze is bezuinigd. De begrooting wordt hierna met op 2 na algemeene stemmen goedgekeurd. De heeren v. Heesbeen en v. Wagen berg stemden tegen. De heer v. Sprang komt krachtig op tegen de handelwijze van den heer v. Heesbeen die telkens maar met z'n bezuiniging voor den dag komt, zonder er eenig motief voor te hebben, zonder dat hij kan aanwijzen waarop bezuinigd kan worden. En zoolang hij dat niet kan, zal spr- voor goedkeuring der begrooting stemmen. Nog meer leden willen thans hun stem motiveeren, doch de Voorzitter staat zulks niet toe en sluit de dis cussies. De Voorzitter stelt thans aan de orde het verzoek van de kasteleins om de belasting op het dansen te brengen van f 0.2r f 0.12'/, per M2. vloer oppervlakte per dag. De Voorzitter zegt persoonlijk tegen wijziging der verordening te zijn. Z.i. wordt deze belasting door de muziek- gevers betaalddie geven geld aan den kastelein om muziek te mogen geven en kunnen deze belasting ge makkelijk op het publiek verhalen. Dat danst toch even goed ai moet het t cent per dans meer betalen. De heer v. d. Griendt voelt wel iets voor het verzoek van de kasteleins, ln de wintermaanden verdienen die menschen 's avonds het vuur en licht niet eens, dus mogen ze in den zomer met kermis wel een extratje hebben. Hij zou er wel voor zijn om van vreemden die belasting te heffen, zoo die hier dansgelegenheid kwamen geven. De Voorzitter merkt op dat dit laatste geen doel heeft, daar slechts aan in gezeten kasteleins eene vergunning verleend wordt. Het voorstel van den heer v d. Griendt wordt slechts door den heer v. Sprang gesteund zoodat het niet in omvraag kan komen en dus het voorstel van B. en W. tot handhaving van het ge nomen besluit is aangenomen. Aan het siot der begrootingsdebatten dankt de Voorzitter de raadsleden die zooveel studie hebben gemaakt van deze zaak. Bij de rondvraag brengt de heer Prinsen de verpachtingen in het Ven ter sprake. Hij zou het wenschelijk achten zoo de verpachtingen eerst volgend jaar Juni werden gehouden inplaats van thans, daar het momenteel een slechte tijd is, er zit weinig geld. De heer Boom is het er niet mee eens. Ook vroeger is ingezien dat het een verkeerden weg was om in Juni de verpachtingen te houden. Hij acht de bestaande regeling het beste zoowel voor de gemeente ais voor de pachters, vooral voor den wisselbouw. De heer Daelmans is het ook met den heer Boom eens. De heer v. Halder vindt het thans eveneens de beste tijd. Het vee is thans DOOR ERVARING STERK. SPECIAAL ADRES VOOR: Qranietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten, Gootsteen, Dorpels enz. INRICHTING VOOR HOUTGRANIET-VLOEREN. Allies met volle garantie. 3037 hoog in prijs evenals de'witte wortelen, voor welke teelt het land zich buiten gewoon leent. De heer v. Wagenberg is'het om verschillende motieven met den heer Prinsen eens, dat het thans geen ge schikte tijd is en men de verpachtingen beter tot \het volgend ,jaar Juni kan aanhouden. De Voorzitter doet hierna mede- deeling van de schatting door de commissie opgemaakt van 100 per- ceelen in het Ven. Als de verpachtingen niet meer als schatting zouden op brengen, zou de gemeente op deze 100 perceelen alleen reeds een verlies van f4194.— hebben. Spr. meent echier dat dit land gerust wat hooger mocht worden geschat, daar het z.i. meer waarde heeft dan in het binnenland. Hij is van meering dat deze kwestie nog wel eens goed onder het oog mag worden gezien en is het ook met de heeren Prinsen en v. Wagenberg eens dat men verstandig doet de verpachting nog niet te doen houden. Er komt nog dit bezwaar bij datj, het land thans onder water komt en dus de boeren bezwaarlijk het land kunnen gaan be zichtigen. Hij stelt voor dat B. en W. met de landcommissie deze zaak nog eens goed onder oogen zullen zien. Zoo noodig kan de raad nog spoed- eischend worden bijeengeroepen Na nog eenige discussie gaat de raad hiermede accoord. De heer Prinsen vroeg en-verkreeg het woord voor een persoonlijk feit, naar aanleiding van de aanvallen tegen zijn persoon van; den heer v. Sprang, die gemeend [heeft hem hier voor de publieke tribune eene afstraffing te moeten toedienen voor zijne houding inzake de subsidie voor het Lyceum. Hij stelde er| prijs op zijne houding te verklaren. Het is waar dat hij in een vorige vergadering tegen de subsidie stemde, maar later kwam het scrhijven van 't Lyceum aan de ouders en spreker berekende dat, als de ouders hun kinderen nu naar de H. B. S. zouden zenden, dit voor de gemeente een uit gaaf zou zijn van f 1200.—. Ook aan de H. B. S. kan Godsdienstonderwijs worden genoten en spr. vreesde terecht dat de ouders thans van deze instelling zouden gaan profiteeren. Zelfs weet hij het van 3 kinderen definitief dat zij naar de H. B. S. zullen vertrekken en daarom had hij gemeend de gemeente een voordeel te bezorgen door het verzoekschrift der ouders mede te onderteekenen. De heer v. Sprang heeft met genoegen geconstateerd, dat de heer Prinsen nog al niet erg persoonlijk is geworden. Hij heeft daar straks zoo gesproken omdat hij de lasten van het bijzonder onderwijs voor de gemeente al te zwaar ging vinden. Hij hoopt maar dat ze in de toekomst in den Haag wat ver standiger zullen worden, om zulke Waalwijksclie en Lansstraatsrhe Courant, Dit Mud rwieWJin WOENSDAG IN ZATI3DAG. AbonnementepriJ» per 8 maande» 1.20. SVhdco per poat door het geheele rijk 1.40, Brieven, Ingezonden «tukken, gelden es*., franco te «enden aan den Uitgever. Prl]« der Adverteatlta 39 cent per regel; minimum 1.80. Reclame» 40 cent per regel. B4 contract flink rabat. AdvertentlOn moeten Woensdag en Vrijdag de» morgen* om nlterlijk 9 mnr ln «na beidt van „De Echo van het Zuiden". GERECHTIGHEID EERSTE DEEL. Toen luitenant Filip Dormelles, van het 4e regiment genietroepen, in den hollen weg des Villards kwam, hadden de manschappen zijner compagnie juist de laatste kruitmijn gelegd, waardoor een enorm rotsblok zou moeten springen en neerploffen in den berg stroom, welks bedding moest verlegd wor den. De sergeants in overhemd en witte broek overtuigden zich, dat de electrische draden juist gelegd waren, terwijl de sappeurs boven op de rots bezig waren vlaggen en bloemversiering aan te brengen. Het werk was geëindigd en alles beloofde, dat het door succes zou worden bekroond, vreugde en trots deed de oogen schitteren der brave soldaten, die zes maanden onaf gebroken gewerkt hadden om dwars door het rotsgebergte een weg van 3 kilometer lengte te banen, ten einde een spoorwegver binding te krijgen door het dal van Vil lards in de Alpen van Pelvoux. Zij hadden de overwinning behaald en wachtten thans met ongeduld op 't groote „slot-vuurwerk," waardoor de laatste hinderpaal zou vallen en de woeste bergstroom zich zou moeten onderwerpen aan den menscheljjken wil. Veertien mijnen, met melinite gevuld, zou den het rotsgevaarte van zijn plaats ruk ken en het daarbeneden in het bruisende water doen terechtkomen. Luitenant Filip Dormelles werd met ge juich begroet. Houweelen eu spaden werden omhoog ge stoken en het gebergte daverde van de kre ten: -Leve de luitenant Zacht-aan, jongens, juicht niet te vroeg, ge zoudt er misschien straks spijt van hebben. Wij zijn er nog niet zeker van dat wij slagen zullen. Jawel, wij zullen slagen, wij weten het zekerriepen de manschappen. Filip haalde even zijn schouders op, hjj twijfelde. Vervolgens wenkte hij den oudsten ser geant en zeide op gedempten toon Guichard, er is een ongeluk gebeurd aan ons electrisch toestel. Een ongeluk, luitenant? herhaalde Guichard. Ja, weer door een stommiteit van mijn oppasser, dien ezel van een Martineau. Hij wilde het toestel gisteravond van den oever van den stroom weghalen, waar wij het gebruikt hadden om eenige rotsblokken te laten springen, die ons in den weg stonden en door zijn onhandigheid liet hij de ma chine in het water vallen, waar zij terstond werd meegesleurd. 't Is toch een ongeluksvogel die Mar tineau. Ja, zoo iets kan ook alleen hem over komen. Hij is een goede jongen, maar er zit niets bij. Tweehonderd meter verder ge lukte het hem de machine weer op te vis- schen maar in welk een toestand. Ik ben den geheelen morgen bezig geweest om het in orde te brengen, maar vruchteloos, ze is totaal onbruikbaar. Wat denkt ge nu te doen, luitenant? vroeg Guichard. Wanneer ik naar Grenoble zend om een andere machine, dan gaan er vier dagen nutteloos verloren, want men moet vijf mij len door het gebergte afleggen, voordat men het eerste spoorwegstation bereikt. En gij staat er nog altijd op, dat het werk den eersten October, namelijk over acht dagen, gereed is, nietwaar luitenant? Ik stel daar mfln eer in, mijn beste Guichard. Wat denkt gij dan te doen, luitenant? Vooreerst ben ik besloten Martineau naar de compagnie terug te sturen en ik heb hem verboden, mij den geheelen dag onder de oogen te komen. Daar komen we niet veel verder mee, bromde Guichard. Na een oogenhlik bedenkens vroeg de lui- MAATSCHAPPIJ VAN VESSUCERIHG OP HET LEVEN (qwtpT^waa lw u k roTTTf) den Teuling-de Leijer. tenant Guichard, zfjt ge er zeker van dat de pyrotechnische methode om de mijn te laten springen nauwkeurig werkt? Luitenant gij hebt uw maatregelen daaromtrent zoo zorgvuldig genomen, dat wij zeker zullen slagen, ook zonder het elec trische toestel. Filip Dormelles dacht nog eenige secon den na, vervolgens ging hij, zonder een woord meer te spreken de verschillende toe bereidselen tot de ontploffing mspecteeren, vergat daarbij niet het geringste onderdeel, vond overal dat zijn bevelen stipt ten uit voer werden gebracht en dat alles gereed was. Dit alles boezemde hem vertrouwen in en hp beval den sergeant Vooruit dan, laat den aftocht slaan uit geheel den hollen weg, plaats vervol gens schildwachten op vijf meter af stands van de toegangen met order niemand door te laten; zij moeten hun geweer meenemen en zoodra zij op hun post zijn een schot lossen om ons te waarschuwen. Goed, luitenant. Zoodra de sergeant het bevel gegeven had snelden de tamboers naar hun trommen en weldra klonk het vroolijk geroffel, dat door de echo van de bergen tot in het oneindige werd herhaald. Tien minuten later knalde een schot, ten. teeken dat een der schildwachten zQn post had ingenomen. Het tweede schot liet zich wat langer wachten, maar deze schildwacht moest ook een omweg maken om de hem aangewezen plaat» te bereiken, daar een gedeelte van den hollen weg door rotsblokken was ver sperd tien minuten waren echter reeds na het eerste schot verloopen en nog hoorde men hem niet losbranden. Filip werd ongeduldig en snelde weg om te zien wat de schildwacht deed en toen hij de bewuste plaats naderde, hoorde hij een zware stem zeggen: Jawel, mijn jongen, jawel, Ik verzeker u nogmaals, dat de luitenant u niet zal straffen. Ik ben de eenige schuldige en ik neem de heele verantwoordelijkheid voor mij. Hij zal het ons zeker niet kwalijk nemen. Filip. die den spreker nog niet kon zien, maakte bij het hooren van dez» woorden een beweging van misnoegen. Het schijnt dat alles moet tegenloopen, bromde hij, daar komen weer nieuwsgie rige lastposten, die ons bij het werk zul len hinderen. Maar zijn gelaat helderde als door een tooverslag op, toen de zware mannenstem voortging En al zou de luitenant, hetgeen niet waarschijnlijk is, zich ook boos op u maken, wees er dan toch maar gerust op, kameraad, dat ge de politiekamer zult ont- loopen, want hier is iemand, die dan een goed woord voor u zal doen en dat zeker invloed zal hebben, nietwaar Marguérite? Ja, ja antwoordde hierop een zachte, melodieuse meisjesstem. Nauw had Filip dit geluid gehoord of een blos steeg naar zpn wangen en met een paar sprongen had hij den toegang van den hollen weg bereikt, waar hij een klein gezel schap met den schildwacht in gesprek zag. De spreker met de zware stem was een kapitein der gendarmerie in uniform, naast hem stond een bekoorlijk, slank, beeld schoon meisje, in bevallige houding geleund op een grooten bergstok met stalen punt en wat meer achteraf bevonden zich twee hee ren en een dame. De kapitein had nauwelijks Filip in hst oog gekregen, of hij kwam met uitgestoken hand hem tegemoet Dag luitenant Dormelles Filip drukte de hem aangeboden hand en antwoordde Goeden morgen, kapitein Barillet. Oef! hjjgde de zwaarlijvige kapitein, laat me een oogenblik bij adem komen, is me dat een klauterpartij. Ik wed dat ik wel een half kilo aan gewicht heb verloren, maar dat betreur ik volstrekt niet, in tegen deel. Inderdaad, de gendarme met zijn respec tabelen omvang, zijn vollemaansgezicht, nu hoogrood gekleurd en dat door een geweldi gen, zwarten knevel in tweeën verdeeld werd, had zeer goed een vierde van zijn gewicht kunnen missen. Stel u voor, mijn waarde ingenieur, hernam hjj, dat mevrouw Prabert op het denkbeeld is gekomen, uw groote vuurwerk van nabij te gaan zien en u weet wel, wan neer die goede Félicienne zich wat ln het hoofd heeft gezet, dan zou de drommel zelf het er niet uit kunnen krijgen. Zij dacht dat uw schildwacht ons wei zou doorlaten, om dat ik mijn uniform aan heb, maar de brave kerel heeft zijn orders en laat zich door niets daarvan afbrengen. Dat respecteer ik, hij toont daarmee dat hij een flink militair is, die de bevelen van zijn meerdere... Maar ge luistert niet naar mij Inderdaad, Filip luisterde niet naar de ophelderingen van kapitein Barillet, hij snelde naar het meisje, stak haar de hand toe en hielp haar over het zeer hobbelige gedeelte van den hollen weg klimmen. Haar fijn gevormde hand beefde eenigszins toen z(j in die van den officier lag, maar met zijn hulp was zij in een oogwenk over de hinder nissen heengewipt, waarna zij hem met een allerliefst glimlachje toeknikte en zeide Ik dank 11 wel, luitenant. Zacht voegde zij er bfl Mijn tante wilde met kracht en geweld hier heengaan. Ik vrees dat wij u zullen hinderen, maar heusch, het is mijn schuld niet. Ik neem het 11 in 't minst niet kwalijk, integendeel, ik ben overgelukkig met uw bezoek. Waarlijk? Gij weet wel dat ik geen grooter geluk ken, dan u te zien. Weder plooide een bekoorlijk lachje haar fijn besneden mond. Zij stonden nog altijd hand in hand, totdat een vrouwenstem zich uit de verte deed hooren Kom mij toch eens ter hulp, luitenant Dormelles, deze heeren kunnen niet meer Haastig liet hij de hand los van het meis je dat hem toefluisterde: Mevrouw de Prabert roept u, ga er spoedig heen. Ja, zeker, antwoordde Filip en wat zachter en eenigszins spottend voegde hij er bijomdat het niet anders kan. Beide jongelieden snelden nu naar de dame, die hunne hulp ingeroepen had, vat ten haar elk bij een hand en hielpen haar over de moeilijkheden heen. (Werdt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1