HE EM «II HET» Tweede Blad Gemeenteraad. lets over de familie Reepmaker uit het begin der 19e eeuw. 1. In het algemeen kan men zeggen, dat in den ouden tijd ik ga maar niet verder terug dan tot omstreeks het midden der 17e eeuw (1650) er nog al wat liefhebberij onder den min of meer beschaafden en ontwikkelden sland hier te lande schijnt te hebben bestaan, om afbeeldingen te vervaardi gen van steden en dorpen en hunne omgeving, inzonderheid wanneer het beminde geboorte- of woonplaatsen gold. Ik heb hier natuurlijk niet op het oog onze beroemde schilders uit de 17de eeuw, doch enkel die eenvoudige zielen, die uit liefhebberij iets aan teekenen hadden gedaan. De meeste menschen niet het slechtste deel voorwaarvoelen zich hun leven lang aangetrokken door de plaats waar hun wieg eens stondhun bakermat. En geen wonderwaar men aan moe ders zachte hand de eerste schuchtere schreden op den grond heeft gezet aan de trouwe vaderhand voor het eerst en daarna herhaaldelijk door zijne geboorteplaats heeft rondgedwaald; met zijne makkers, al spelende en ravotten de, de mooiste en aantrekkelijkste plekjes uit de omgeving heeft bezocht; in één woord, waar men een blijde jeugd heeft gekend, daar blijft men liefhebbend, met weemoed en stil ver langen aan terugdenken zijn heele leven lang 1 Kan het dan wel verwondering baten, dat dichterlijk gestemde zielen, zoo hunne hand eenige vaardigheid daartoe bezit, vaak gepoogd hebben afbeeldingen te maken van dié plekjes hunner geboorte- of woonplaats, die hen vroeger het meest hebben geboeid, en dat zij op die eenvoudige en kunstelooze schetsen met innig welbehagen blijven neerzien, ook al hebben zij al sedert langen tijd een andere woonstee ge kozen Het spreekt haast vanzelf, dat van de voornaamste plaatsen niet zoo zeer om hare schilderachtige ligging en ook niet zoo zeer wijl aldaar de meest dichterlijke en meest bekwame teeke naars en schilders werden gevonden, alswel om hare strategische beteekenis in de oudheid de meeste afbeeldin gen zijn vervaardigd. Zonder verder dan Noord—Brabant te gaan, kunnen wij gerust beweren, dat van 's Hertogen bosch, Breda,Bergen op Zoom, Heusden, Geertruidenberg, Grave e.a. pldie in vroegere eeuwen door den vesting oorlog eene voorname rol gespeeld hebben en moesten spelen, een groot aantal en een groote verscheidenheid van meer of minder mooie oude af beeldingen en plattegronden bestaan zeker vele tientallen Kleinere plaatsen of plattelandsge meenten zijn, wat dat betreft, meer stiefmoederlijk bedeeld. Het oude Waal wijk, ondanks het feit dat het eeuwen lang door zijn geografische ligging (tot 1815) een tamelijk gewichtige plaats is geweest en door beroemde jaarmarkten, bierbrouwerijen en drukken korenhan del veel bezoekers heeft getrokken, is, jammer genoeg, bijzonder arm aan afbeeldingen uit den ouden tijd. Mij is geen enkele afbeelding van waalwijk bekend van vóór 1800. Noch van het eertijds beroemde nonnenklooster Nazareth in de eerste heltt der 18e eeuw ten ondergang gedoemd noch van een ander openbaar gebouw of mooi geveltje uit vervlogen eeuwen zijn, voor zoover mij bekend, teekenin- gen over. Wel bestaan er afbeeldingen en kaarten van Gansoyen en zijn slot (1745), van de Doverensche sluis, het Bergsche Veld Cl 788) en den Baard- wijkschen Overlaat, maar die betreffen Waalwijk niet. Zelfs van de mooie zuidelijke omstreken van Baardwijk en Waalwijk, ik bedoel de Loonsche heide, die vroeger zeker niet minder schilder achtig zal geweest zijn dan thans, schijnen geen oude teekeningen over te zijn. Wel van het Loonsche Kasteel. De voornaamste en invloedrijkste families, die van 1650 1800 te Waalwijk gewoond hebben, waren, alphabetisch genoemd, de volgende De Bont, van den Braak, van den Broek Couwenbergh, Crielaarts, Dallu, Dros- saarts, van Heyst. Hoeks, Hoffmans Hoos, Hulshout, de Jongh, van der Lee, van Miert van Nederveen, Nicols, van Nieuw kutjk, van Oirschot, Olifiers, van Ophuysen, Slaats, Smits, Sprengers, Verlegh, De Visscher, van den Vondel de Vries, fVerther, de With, e.m.a. Nu vraag ikHebben leden dier fa milies of hunne nazaten nimmer pogin gen aangewend om hunne woonplaats of gedeelten ervan door eenvoudige teekeningen te vereeuwigen en die af beeldingen voor het nageslacht te be waren En zoo ja, waar mogen die dan gebleven zijn IJdele vragen In den nieuweren tijd heeft men daarvoor betrekkelijk beter gezorgd. De bekende en kundige Waaiwijker Adrianus Benedictus van Lieshout2), in 1801 te Waalwijk geboren uit het huwelijk van G e r a r- dus van Lieshout en Dimph na van Balk om en aldaar den 30 januari 1885 ongehuwd overleden, heeft o.a. in het midden der 19e eeuw (1857) het volgende drietal teekeningen betref- r'Awto ,T waarvoor wij hem dankbaar mogen zijn. 1. Eene afbeelding van het in IS24 afgebrande raadhuis met zijn bordes, vroeger wellicht het een of ander geeste lijk gebouw geweest. 2. Eene teekening van den mooien voorgevel van de onlangs afgebroken Roomsch-Katholieke kerk met de ijzeren poort er voor. 3 Een fraaie afbeelding der Hervorm de keik aan de Haven, toen het huis, thans bewoond door den heer Mortier, nog niet bestond en men uit zuidoostelijke richting een prachtig uitzicht had op het hoogkoor dier kerk Die afbeeldingen hangen op het Waalwijksche raadhuis in de burge meesterskamer. Bovendien berusten in het gemeente-archief een paar teekenin gen van de vroegere fransche kostschool van omstreeks 1850, die in 1825, na den brand van 1824, werd herbouwd. Maar van het Waalwijk van vóór 1800 schijnt er, gelijk ik reeds zeide. niets van dien aard te bestaan. Of berusten er onder de thans levende Waalwijksche families wellicht nog teekeningen, die minder algemeen be kend zijn? Ware het oud archief der gemeente in 1824 niet jammerlijk in de vlammen vergaan, misschien zouden er dan wel oudere afbeeldingen van ons „stedeken" overgebleven zijn Het vroegere dorp Besoijen, niette genstaande het oudtijds steeds eene weinig beteekenende en tamelijk armoe dige plaats mocht genoemd worden, maakt daarop een betrekkelijk gunstige uitzondering Omstreeks 1687, nu 235 jaren geleden, verliet zeker Besoijensch ingezetene zijn woonplaats en vestigde zich, waarschijnlijk voorgoed te Rotterdam. Daar kocht hij op Visschers dijk een huis en liet boven in den voorgevel van zijn nieuwe woning ongetwijfeld uit liefde voor zijn vroe gere woonplaats en om die te vereeuwi gen een grooten arduinen gevelsteen inmetselen, waarin was uitgehouwen een gedeelte van Besoijen de kerk, de daaraan vaststaande achtkantige graf kapel der ambachtsheeren 3), de pastorie eenige bijzonder hooge huizen en den korenmolen 5). Toen eenige jaren geleden een gedeelte van Visschersdijk en ook dat huis, ter verbreeding der straat, werd afgebroken, werd die gevelsteen als een aandenken naar een der Rotter- damsche musea (ik meen het Boijmans- museum) overgebracht, waar hij thans nog berust. In het bekende werk van Van Lennep en Ter Gouw „De uithang- teekens" komt in deel I blz. 65, een fraaie afbeelding van dien steen voor, met het onderschrift: 16 TDORP BES01E 87. Dit is de oudst bekende albeelding van Besoijen Eene veel jongere%afbeelding van een gedeelte van Besoijen is eene in 1812 vervaardigde waterverfteekening, in mijn bezit, gepenseeld door een knaap van 16 jaren; Hendrik Jacobus Reepmaker Omtrent de geschiede nis van die aquarel en ook aangaande genoemde familie Reepmaker hoop ik in het tweede gedeelte van mijn opstel nadere bijzonderheden mede te deelen, als wanneer die afbeelding dan tevens te zien zal zijn voor het uitstal raam van de firma van Wijck. Waalwijk. J. van der Hammen N zn. Aanteekeningen. De Gragtmansen, KI ij- bergs, vanSchijndels, Tim mermansen, Witloxen en an dere hedendaagsche Waalwijksche families, hebben zich, behalve de van L o o n s, pas op het einde van de 18de of bij het begin der 19de eeuw van elders (van de omstreken van Eindhoven, van het land van Heusden, omstreken van den Bosch, Eindhoven, omstreken van Oisterwijk) te Waalwijk gevestigd. 2). Jammer, dat zijn portret, geschil derd door Madiol, zoo achteraf is weg gehangen (achter de raadzaal), 3) In 1792 werd die grafkapel of „graftombe", gelijk ze ook genoemd werd, door den ambachtsheer en am- bachtsvrouwe van Besoijen Louis Theodoor Forestier D'Org es en Paulina Mar ia Constantia L e L e u d e W i l 'n e m, aan de ge meente geschonken, met het doel ze tot een raadhuis in te richten. De lijk kisten en verdere overblijfselen van de vroegere Heeren en Vrouwen werden van onder de kapel verwijderd en op het kerkhof opnieuw begraven. Van 1792 tot 1870 is dat bekende gebouw tje het gemeentehuis van Besoijen geweest In 1870 werd het door de gemeente aan de Hervormde Kerk verkocht en deed sedert dienst als consistoriekamer. 4). De pastorie werd in 1687 bewoond door D s Hermanus Plassius, zijn vrouw Catharina Verhooff en hun drie kinderenJohanna Plassius, geb. 2 Febr. 1674, Godefridus Plassius. geb. 10 Dec. 1679, en Hermannus Plas sius, geb. 12 Maart 1684, De toenmalige korenmolenaar, die den molen moest pachten van den ambachtsheer, aan wien hij toebehoor de, was Jan Couwenberch. GEERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Maandag 31 Dec. des middags ten 2 uur. Voorzitter Edelachtb, heer J. Bianchi. Eerst te ruim 3 uur de raad was wordt de vergadering geopend. De notulen der vorige vergadering, welker voorlezing ongeveer een half uur vorderde, werden voorgelezen. De heer Segeren zegt in een vorige vergadering te hebben gezegd dat het hier allemaal vuile politiek is die er wordt gevoerd. Door den Secretaris is dit niet in de notulen vermeld. De heer Timmermans heeft direct geen aanmerking op de notulen, doch wil er op wijzen dat besloten is hoe en op welke wijze de verbetering aan het boschje zou gebeuren en nu blijkt dat men geheel is afgeweken van de afspraak. De Voorzitter zegt Leijs als een des kundige over deze zaak te hebben ge sproken en deze was van meening dat het beter was om alles te laten afkappen en dan weer vanaf den stam laten op groeien. Bij eiken boom krijgt men anders geen resultaat. Om deze redenen is afgeweken van het eerst besproken plan Overigens heeft men zich zooveel mogelijk aan de bespreking gehouden. De heer Timmermans had liever gezien dat men zich aan de afspraak had gehouden, dan zou men vroeger groengewas hebben verkregen. De Voorzitter zegt het tuinmansad vies te hebben gevolgd, ook omdat hij van meening was dat zoo de zienswijze van de meerderheid is geweest. De heer Timmermans meent zeker te weten dat bij de meerderheid heeft voorgezeten dat de boel niet geheel I kaal mag worden gemaakt. I Spr. zet vervolgens uiteen hoe men het boschje het beste had kunnen bewerken. De Voorzitter merkt nogmaals op dat deskundigen dit hebben afgeraden en daarom heeft hij gezegd het zoo maar in orde te maken. Jansen. Laat er nu maar een woon wagenplein van maken, want 't lijkt nergens op. Het is besloten zooals de heer Timmermans zegt, Is het niet genotuleerd Voorzitter. Neen. Jansen. Dat is jammer, anders zou U gezien hebben dat afgesproken was dat er heel anders gekapt had moeten worden. Nu is alles weggehakt en gedaan op de oude vroegere Bergsche manier. Er loopen een paar oude wolven rond en die zeggen maar, 't gebeurt zooals wij willen, ook al besluit de raad anders. Met dat boschje hebben ze nu weer succes gehad, dat geef ik toe, maar ik verzeker je dat dit voor mij een proefkonijn is geweest en in de toekomst zal ik waken dat zoo iets niet meer kan voorkomen, tenminste niet meer zoo makkelijk Dat smoezen is niet in den haak. Dat moet uit zijn. Met kattenoogen zal ik vanaf nu op dergelijke menschen gaan letten, want j t zijn menschen die afiijd in het nadeel I van de gemeente gewerkt hebben. Allard. Uit het goedkeuren van de notulen door de heeren moet ik afleiden dat zij bevestigen de uitingen van den heer Segeren ten mijnen opzichte. Hij toch heeft mij vergeleken met iemand die door het insteken van een lucifer in een meter, deze daardoor stilzet en alzoo van de gemeente voor niets stroom ziet te krijgen. Ik wil hier nog eenmaal zeggen dat ik slechts gebruik gemaakt heb van een bepaling van de verordening, eene verordening die tot stand is gekomen op advies van de P.N.E.M. Herhaaldelijk heb ik zulks uiteengezet en desniettegenstaande blijft de heer Segeren met zijn verdacht makingen doorgaan. Nu dat alles in de notulen is opgenomen, zou men de conclusie kunnen trekken dat men daarvan overtuigd is. Deze kwestie is ook nog eens ter sprake geweest in een vergadering onder voorzitterschap van den heer Scherp. Ook toen is de heele kwestie uiteengezet en ik heb toen afgewacht of de heeren er nog iets over in het midden zouden brengen. Ik heb alleen kunnen constateeren dat de heer Sassen zat te knikken en dat de heer Jansen zei: nu hebt ge het uitgelegd, en verder heeft toen niemand eenig bezwaar meer gemaakt. Uit dat alles mag ik constateeren dat het hun alleen te doen is om iemand grovelijk te beleedigen en alles slechts alleen te doen is om een persoon te treffen, ik verzoek de heeren in hun geheugen te willen houden dat dit nu voor de tweede maal is gezegd. U, mijnheer de Voorzitter, stel ik de vraag: wat is Uwe meening. Heb ik als houder van een dubbele tariefmeter de belangen van de gemeente geschaad of heb ik hem gehouden om veeleer de belangen van de gemeente te be vorderen Voorzitter. U stelt me die vraag. Ja, de verordening liet eene dergelijke meter toe, dus U hebt absoluut niet in strijd met welke verordening ook, gehandeld. Betreffende de dubbele tariefmeters zijn de technische menschen het nog niet eens, daaromtrent zijn de opinies verdeeld. Men heeft gemeenten genoeg waar uitsluitend van die meters zijn geplaatst, o.a. Delft, daar staan bijna geen andere en heeft ten doel om het verbruik van stroom buiten den spertijd te bevorderen door elec- triciteit te gebruiken voor strijken, koken enz. enz. Particulieren die voor dergelijke zaken electriciteit gebruiken, nemen daarom een dubbele tarief meter, want voor stroom die ze overdag af nemen, betalen ze dan 20 cent en 's avonds 50 cent. Volgens mijn meening zou eene algeheele invoering ten goede komen waar men daarvoor de bevolking heeft. In eene gemeente met eene overwe gende boerenbevolking zou dal4 natuur lijk van geen nut zijn. 't Hangt alles van de plaatselijke omstandigheden af lk zou zeggen dat eene dergelijke meter eer voor- dan nadeelig is voor een bedrijf. Segeren. Zoo, waarvoor dient het dan dat anderen eene dergelijke meter niet kunnen krijgen, dat ze zelfs niet meer in den handel te verkrijgen zijn.' U zelf, Mijnheer de Voorzitter, hebt gezegd toen er sprake was over het verzetten van den spertijd dat die meters in het nadeel van de gemeente zijn en dit nog te ondervangen zou zijn door het verzetten van den spertijd In het voordeel van de gemeente Wat moois. De heeren zaten van 9-12 uur volop in het licht voor 25 cent en daar heb ik jaren op gewezen. Ik heb gezegd dat het een vuile, eene rotte verordening was en nu deugt ze nog niet. 't Lijkt nog nergens op. De Voorzitter geeft toe dat het niet in het belang van de gemeente is indien de spertijd niet goed is geregeld doch met ingang van 1 Januari is dit nu ook anders geworden. Segeren. Men had direct een boete stelsel moeten toepassen bij Mr. Allard of hem af moeten sluiten van licht Mijn God nog toe, waar blijft toch de macht. Voor dat kwarije, is dat een voorbeeld geven. Is dat als burge meester dan een voorbeeld zijn voor anderen. Ja, goed voorgaan, doet goed volgen. Het is alles in het nadeel van de gemeente geweest wat hij deed. Vanaf 9 uur in het volle licht en dan voor een kwartje. Die kwestie is nu gedeeltelijk opgelost, maar toen ik telkens op die verordening wees, moest er geen andere komen want deze smaakte mijnheer Allard het beste. lansen. Het mooiste van alles is nog dat Allard de schuld van alles wil gooien op de leden van den raad Als toehoorder heb ik den heer Segeren meermalen hooren aandringen op wijzi ging van die verordening maar er werd altijd met hem gelachen. Er zijn menschen geweest die ook om een dergelijken meter hebben gevraagd maar nooit eenig antwoord hebben gekregen Aan wien daarvan de schuld moet worden gegeven weet ik niet, maar niemand kreeg een dubbele tariefmeter dan de twee gewezen burgemeesters Allard en Reiniers. Segeren zei meer malen dat er geen recht bestond hier in Den Berg of men moest het met groote knoopen er overheen zoeken. Maar met Jansen zal je niet lachen hoor Allard. Ik kan je niet verstaan. Jansen, lk brul toch hard genoeg, U man van veel geld, had je moeten schamen zoo te handelen. U had Se geren zijn zin moeten doen en direct de verordening hebben gewijzigd maar daar kwamen de twee gewezen bur gemeesters van Geertruidenberg Allard en Reiniers niet van in, maar bij be stellen hou maar. Is dat nu recht Moet zulk een onrecht gehandhaafd blijven En moet zoo iemand dan nog de schuld op een ander schuiven De verordening moet gewijzigd worden en goed. Allard. Door Jansen is wel eens aan den technischen ambtenaar te kennen gegeven dat hij een dergelijken meter wenschte te hebben maar een officieel verzoek heeft hij nooit gedaan, lk heb den technischen ambtenaar er destijds ook op gewezen dat hij de menschen die om een dubbelen tariefmeter vroe gen moest zeggen dat deze alleen voor groote verbruikers van eenig nut zijn, dat die er voordeel bij hebben en niet de kléinverbruikers Jansen. |e bedoeling was zeker groot kapitalisten. De heer Allard zegt altijd er opge wezen te hebben dat als men geen groot-verbruiker was, een dubbele ta riefmeter zoowel voor den eigenaar als voor de gemeente schadelijk is. De Voorzitter zegt ook niet te heb ben willen beweren dat voor deze ge meente een dubbele tariefmeter voor het bedrijf voordeeliger zou zijn. Dui delijk heeft hij er bij gevoegd dat het aan plaatselijke omstandigheden ligt, aan den aard der bevolking. Voor een klein huis zou de leiding met meter duurder zijn dan dat ooit de afname zou zijn. De spertijd moet natuurlijk ook niet zijn in den avond. Jansen. Waarom heeft Segeren daarop jaren moeten wijzen zonder eenig succes. Allard. Vraag den administrateur maar wat Jansen zou hebben moeten betalen als hij een dubbele tariefmeter had gehad en wat het hem scheelt nu hij die niet heeft gehad. Jansen. Dat alles is geen bewijs en verschoont je handelingen niet. Segeren. Liefde-instellingen liet men het volle geld betalen en hij zelf Schei toch uit er mee, 'tis verschrik* kelijk. Ik ben zelf ooit boven geweest om te vragen naar de verordening maar ik kreeg ze niet van den secre tarls. Onze verordening deugt niet, ze lijkt nergens op. Er moeten wel tien klassen komen, want hoe meer men verbruikt, hoe goedkooper men de stroom moet kunnen betrékken Maar 'tis hier allemaal politiek en kritiek Het is een rotzakke:rij maar ik beloof je, ik zal ze aan d'jr tikketak komen (Gelach) Voorzitter. Wil U rekening houden met uwe uitdrukkingen. stellen en dat is wanneer deze veror dening is gemaakt. Voorzitter. Bij de oprichting van het bedrijf Sassen. Dus onder de oude leden. Welnu als er een fout begaan is, dan geldt dit in het algemeen voor alle oude leden en dan moeten die de zaak in het reine brengen. Naar het schijnt heeft men zich niet gehouden aan af spraken en dat mag niet, men mag geen fiasco lijden. Ieder lid moet zonder blaam door de stad kunnen loopen en daarom moet aan al dat geharrewar een einde komen. Wij zijn nu aan het einde van 1923 gekomen bijna is dat weer achter den rug. Laten wij onze taak christen lijk opvatten en recht handelen en elkaar in vrede omhelzen, anders zal 924 weer ingaan als het vorige en dat mag niet. Jansen. Goed, als de rechtvaardig heid maar boven alles gaat. Voorzitter Wij krijgen nu eene nieuwe verordening. Blijkt deze in de practijk nog niet te voldoen, dan kan later nog tot wij ziging worden overgegaan. Daarna worden de notulen goedge keurd en wordt aan de orde gesteld Wijziging begrooting 1923. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt daartoe besloten- 2. Verkoop gemeente-terrein, Aan vragers de heeren J. Dupont, J. v. d. Elshout en ,J. Klerks alhier. Elshout wil 100 M2 grond koopen gelegen ten Westen van Dupont om daarop een pakhuis te gaan bouwen en Dupont wil 100 Mz grond koopen om daarop een timmermanswerkplaats te bouwen. De Voorzitter Iaat onder de leden een teekening circuleeren. Segeren. Dat is een teekening van niets. Voorzitter. Ik geef ze zooals deze zijn ingezonden. Men kan de zaak nu toch behandelen. Dupont wil aan een kant voor zijn werkplaats licht hebben en daarom vraagt hij daar te kunnen bouwen. De heer Tak zegt dat, geeft men aanvragers den gevraagden grond, men achter dan nog een diepte van 18 M. overhoudt. Komen er meerdere aan vragers, dan mag wel eens anders op die zaak worden gekeken. De heer Segeren wil zorgen dat het middelschip, de ziel, niet waardeloos wordt. De Voorzitter merkt op, dat het grootste deel daarvan aan detankfabriek is verkocht. Segeren. lk had toch gaarne een teekening van die gronden gezien. Nou wordt er maar gezegd van dit en dat en niets kan goed genoteerd worden, Het is treurig nu dat er geen schets is, want nu is het maar een blindelings tasten in het duister. Voorzitter. De teekening is van een der aanvragers. Hij had deze niét eens er bij over behoeven te leggen maar is zoo goed geweest het te doen. Segeren U moet het mij niet-ten kwade duiden, mijnheer de Voorzitter, maar zonder teekening kan ik mijn stem niet geven. Nu gaat alles maar 20 dik en 30 breed, straks kan wel hét geheele terrein verkocht zijn. Voorzitter. Ik heb deze aanvragen aan de orde gesteld om de meening van den raad te hooren Wenscht U buiten stemming te blijven dan is dat mij goed Als u denkt door niets té doen de gemeente van dienst te zijn, dan moet u dat zeif weten. Den heer Timmermans doet het ge noegen dat er een 3 tal aanvragers om grond komen, want dat mag worden beschouwd als een inleiding van een nieuwen tijd. Bij de behandeling van de begrooting heeft hij er nog op aan gedrongen om de aanvragers zooveel mogelijk ter wille te zijn, d.w z. zoover als de belangen van de gemeente zulks toelaten. Hier vreest hij reeds dat de belangen van de gemeente worden ge schaad, wijl het achter gelegen terrein dan te zeer in waarde zal gaan dalen De Voorzitter vraagt of de Raad thans een prijs wil bepalen opdat hij met de aanvragers verder kan handelen. In een volgende te houden vergadering kan dan over een definitieve verkoop worden gesproken. De heer Tak zou met de tankfabriek over dien grond willen onderhandelen, hetgeen den heer Jansen ook als de aangewezen weg voorkomt aangezien men dan de waardelooze grond ook kwijt raakt. De heer Allard wijst er op dat het geval zich kan voordoen dat iemand komt koopen die graag een diep terrein heeft. Spr. zou den grond in verschil lende deelen willen verkoopen. Segeren. Zooals mijnheer Allard zegt is beter, want anders zal de tijd' het leeren dat die andere grond waardeloos wordt. Laat het maar notuleeren dat ik den grond zoo niet wil verkoopen. Niet dat ik iets tegen de aanvragers heb, maar om de manier waarop nu de grond wordt verkocht. Voorzitter. Ik stel voor deze aan vragen in handen te stellen van Burg. en Weth opdat deze met de aanvragers kunnen onderhandelen. De heer Tak wijst nog op de zijlijn van 't spoor. De heer Allard merkt op dat volgens een overeenkomst met de S S. daar niet gelost mag worden, alhoewel het oogluikend wordt toegestaan Dat men die bepaling heeft gemaakt zal ver- tmmimmmimmmimmmmimaKmmmmmmm

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 5