HE EM «II HET»
Tweede Blad
Gemeenteraad.
lets over de familie Reepmaker
uit het begin der 19e eeuw.
1.
In het algemeen kan men zeggen,
dat in den ouden tijd ik ga maar
niet verder terug dan tot omstreeks het
midden der 17e eeuw (1650) er nog
al wat liefhebberij onder den min of
meer beschaafden en ontwikkelden
sland hier te lande schijnt te hebben
bestaan, om afbeeldingen te vervaardi
gen van steden en dorpen en hunne
omgeving, inzonderheid wanneer het
beminde geboorte- of woonplaatsen gold.
Ik heb hier natuurlijk niet op het oog
onze beroemde schilders uit de 17de
eeuw, doch enkel die eenvoudige
zielen, die uit liefhebberij iets aan
teekenen hadden gedaan. De meeste
menschen niet het slechtste deel
voorwaarvoelen zich hun leven
lang aangetrokken door de plaats waar
hun wieg eens stondhun bakermat.
En geen wonderwaar men aan moe
ders zachte hand de eerste schuchtere
schreden op den grond heeft gezet
aan de trouwe vaderhand voor het eerst
en daarna herhaaldelijk door zijne
geboorteplaats heeft rondgedwaald; met
zijne makkers, al spelende en ravotten
de, de mooiste en aantrekkelijkste
plekjes uit de omgeving heeft bezocht;
in één woord, waar men een blijde
jeugd heeft gekend, daar blijft men
liefhebbend, met weemoed en stil ver
langen aan terugdenken zijn heele leven
lang 1 Kan het dan wel verwondering
baten, dat dichterlijk gestemde zielen,
zoo hunne hand eenige vaardigheid
daartoe bezit, vaak gepoogd hebben
afbeeldingen te maken van dié plekjes
hunner geboorte- of woonplaats, die hen
vroeger het meest hebben geboeid, en
dat zij op die eenvoudige en kunstelooze
schetsen met innig welbehagen blijven
neerzien, ook al hebben zij al sedert
langen tijd een andere woonstee ge
kozen
Het spreekt haast vanzelf, dat van
de voornaamste plaatsen niet zoo
zeer om hare schilderachtige ligging en
ook niet zoo zeer wijl aldaar de meest
dichterlijke en meest bekwame teeke
naars en schilders werden gevonden,
alswel om hare strategische beteekenis
in de oudheid de meeste afbeeldin
gen zijn vervaardigd. Zonder verder
dan Noord—Brabant te gaan, kunnen
wij gerust beweren, dat van 's Hertogen
bosch, Breda,Bergen op Zoom, Heusden,
Geertruidenberg, Grave e.a. pldie in
vroegere eeuwen door den vesting
oorlog eene voorname rol gespeeld
hebben en moesten spelen, een groot
aantal en een groote verscheidenheid
van meer of minder mooie oude af
beeldingen en plattegronden bestaan
zeker vele tientallen
Kleinere plaatsen of plattelandsge
meenten zijn, wat dat betreft, meer
stiefmoederlijk bedeeld. Het oude Waal
wijk, ondanks het feit dat het eeuwen
lang door zijn geografische ligging (tot
1815) een tamelijk gewichtige plaats is
geweest en door beroemde jaarmarkten,
bierbrouwerijen en drukken korenhan
del veel bezoekers heeft getrokken, is,
jammer genoeg, bijzonder arm aan
afbeeldingen uit den ouden tijd. Mij is
geen enkele afbeelding van waalwijk
bekend van vóór 1800. Noch van het
eertijds beroemde nonnenklooster
Nazareth in de eerste heltt der 18e
eeuw ten ondergang gedoemd noch
van een ander openbaar gebouw of
mooi geveltje uit vervlogen eeuwen
zijn, voor zoover mij bekend, teekenin-
gen over. Wel bestaan er afbeeldingen
en kaarten van Gansoyen en zijn slot
(1745), van de Doverensche sluis, het
Bergsche Veld Cl 788) en den Baard-
wijkschen Overlaat, maar die betreffen
Waalwijk niet. Zelfs van de mooie
zuidelijke omstreken van Baardwijk en
Waalwijk, ik bedoel de Loonsche heide,
die vroeger zeker niet minder schilder
achtig zal geweest zijn dan thans,
schijnen geen oude teekeningen over
te zijn. Wel van het Loonsche Kasteel.
De voornaamste en invloedrijkste
families, die van 1650 1800 te
Waalwijk gewoond hebben, waren,
alphabetisch genoemd, de volgende
De Bont, van den Braak, van den Broek
Couwenbergh, Crielaarts, Dallu, Dros-
saarts, van Heyst. Hoeks, Hoffmans
Hoos, Hulshout, de Jongh, van der Lee,
van Miert van Nederveen, Nicols, van
Nieuw kutjk, van Oirschot, Olifiers, van
Ophuysen, Slaats, Smits, Sprengers,
Verlegh, De Visscher, van den Vondel
de Vries, fVerther, de With, e.m.a.
Nu vraag ikHebben leden dier fa
milies of hunne nazaten nimmer pogin
gen aangewend om hunne woonplaats
of gedeelten ervan door eenvoudige
teekeningen te vereeuwigen en die af
beeldingen voor het nageslacht te be
waren En zoo ja, waar mogen die
dan gebleven zijn IJdele vragen
In den nieuweren tijd heeft men
daarvoor betrekkelijk beter gezorgd.
De bekende en kundige Waaiwijker
Adrianus Benedictus van
Lieshout2), in 1801 te Waalwijk
geboren uit het huwelijk van G e r a r-
dus van Lieshout en Dimph
na van Balk om en aldaar den 30
januari 1885 ongehuwd overleden, heeft
o.a. in het midden der 19e eeuw (1857)
het volgende drietal teekeningen betref-
r'Awto ,T
waarvoor wij hem dankbaar mogen
zijn.
1. Eene afbeelding van het in IS24
afgebrande raadhuis met zijn bordes,
vroeger wellicht het een of ander geeste
lijk gebouw geweest.
2. Eene teekening van den mooien
voorgevel van de onlangs afgebroken
Roomsch-Katholieke kerk met de ijzeren
poort er voor.
3 Een fraaie afbeelding der Hervorm
de keik aan de Haven, toen het huis,
thans bewoond door den heer Mortier,
nog niet bestond en men uit zuidoostelijke
richting een prachtig uitzicht had op het
hoogkoor dier kerk
Die afbeeldingen hangen op het
Waalwijksche raadhuis in de burge
meesterskamer. Bovendien berusten in
het gemeente-archief een paar teekenin
gen van de vroegere fransche kostschool
van omstreeks 1850, die in 1825, na
den brand van 1824, werd herbouwd.
Maar van het Waalwijk van vóór
1800 schijnt er, gelijk ik reeds zeide.
niets van dien aard te bestaan. Of
berusten er onder de thans levende
Waalwijksche families wellicht nog
teekeningen, die minder algemeen be
kend zijn? Ware het oud archief der
gemeente in 1824 niet jammerlijk in de
vlammen vergaan, misschien zouden
er dan wel oudere afbeeldingen van
ons „stedeken" overgebleven zijn
Het vroegere dorp Besoijen, niette
genstaande het oudtijds steeds eene
weinig beteekenende en tamelijk armoe
dige plaats mocht genoemd worden,
maakt daarop een betrekkelijk gunstige
uitzondering Omstreeks 1687, nu 235
jaren geleden, verliet zeker Besoijensch
ingezetene zijn woonplaats en vestigde
zich, waarschijnlijk voorgoed te
Rotterdam. Daar kocht hij op Visschers
dijk een huis en liet boven in den
voorgevel van zijn nieuwe woning
ongetwijfeld uit liefde voor zijn vroe
gere woonplaats en om die te vereeuwi
gen een grooten arduinen gevelsteen
inmetselen, waarin was uitgehouwen
een gedeelte van Besoijen de kerk, de
daaraan vaststaande achtkantige graf
kapel der ambachtsheeren 3), de pastorie
eenige bijzonder hooge huizen en den
korenmolen 5). Toen eenige jaren geleden
een gedeelte van Visschersdijk en ook
dat huis, ter verbreeding der straat,
werd afgebroken, werd die gevelsteen
als een aandenken naar een der Rotter-
damsche musea (ik meen het Boijmans-
museum) overgebracht, waar hij thans
nog berust. In het bekende werk van
Van Lennep en Ter Gouw „De uithang-
teekens" komt in deel I blz. 65, een
fraaie afbeelding van dien steen voor,
met het onderschrift:
16 TDORP BES01E 87.
Dit is de oudst bekende albeelding
van Besoijen
Eene veel jongere%afbeelding van een
gedeelte van Besoijen is eene in 1812
vervaardigde waterverfteekening, in mijn
bezit, gepenseeld door een knaap van
16 jaren; Hendrik Jacobus
Reepmaker Omtrent de geschiede
nis van die aquarel en ook aangaande
genoemde familie Reepmaker hoop
ik in het tweede gedeelte van mijn
opstel nadere bijzonderheden mede te
deelen, als wanneer die afbeelding dan
tevens te zien zal zijn voor het uitstal
raam van de firma van Wijck.
Waalwijk. J. van der Hammen N zn.
Aanteekeningen.
De Gragtmansen, KI ij-
bergs, vanSchijndels, Tim
mermansen, Witloxen en an
dere hedendaagsche Waalwijksche
families, hebben zich, behalve de van
L o o n s, pas op het einde van de 18de
of bij het begin der 19de eeuw van
elders (van de omstreken van Eindhoven,
van het land van Heusden, omstreken
van den Bosch, Eindhoven, omstreken
van Oisterwijk) te Waalwijk gevestigd.
2). Jammer, dat zijn portret, geschil
derd door Madiol, zoo achteraf is weg
gehangen (achter de raadzaal),
3) In 1792 werd die grafkapel of
„graftombe", gelijk ze ook genoemd
werd, door den ambachtsheer en am-
bachtsvrouwe van Besoijen Louis
Theodoor Forestier D'Org es
en Paulina Mar ia Constantia
L e L e u d e W i l 'n e m, aan de ge
meente geschonken, met het doel ze
tot een raadhuis in te richten. De lijk
kisten en verdere overblijfselen van de
vroegere Heeren en Vrouwen werden
van onder de kapel verwijderd en op
het kerkhof opnieuw begraven. Van
1792 tot 1870 is dat bekende gebouw
tje het gemeentehuis van Besoijen geweest
In 1870 werd het door de gemeente
aan de Hervormde Kerk verkocht en
deed sedert dienst als consistoriekamer.
4). De pastorie werd in 1687 bewoond
door D s Hermanus Plassius,
zijn vrouw Catharina Verhooff
en hun drie kinderenJohanna
Plassius, geb. 2 Febr. 1674,
Godefridus Plassius. geb. 10
Dec. 1679, en Hermannus Plas
sius, geb. 12 Maart 1684,
De toenmalige korenmolenaar, die
den molen moest pachten van den
ambachtsheer, aan wien hij toebehoor
de, was Jan Couwenberch.
GEERTRUIDENBERG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Maandag 31 Dec.
des middags ten 2 uur.
Voorzitter Edelachtb, heer J. Bianchi.
Eerst te ruim 3 uur de raad was
wordt de vergadering geopend.
De notulen der vorige vergadering,
welker voorlezing ongeveer een half
uur vorderde, werden voorgelezen.
De heer Segeren zegt in een vorige
vergadering te hebben gezegd dat het
hier allemaal vuile politiek is die er
wordt gevoerd. Door den Secretaris is
dit niet in de notulen vermeld.
De heer Timmermans heeft direct
geen aanmerking op de notulen, doch
wil er op wijzen dat besloten is hoe
en op welke wijze de verbetering aan
het boschje zou gebeuren en nu blijkt
dat men geheel is afgeweken van de
afspraak.
De Voorzitter zegt Leijs als een des
kundige over deze zaak te hebben ge
sproken en deze was van meening dat
het beter was om alles te laten afkappen
en dan weer vanaf den stam laten op
groeien. Bij eiken boom krijgt men
anders geen resultaat. Om deze redenen
is afgeweken van het eerst besproken
plan Overigens heeft men zich zooveel
mogelijk aan de bespreking gehouden.
De heer Timmermans had liever
gezien dat men zich aan de afspraak
had gehouden, dan zou men vroeger
groengewas hebben verkregen.
De Voorzitter zegt het tuinmansad
vies te hebben gevolgd, ook omdat hij
van meening was dat zoo de zienswijze
van de meerderheid is geweest.
De heer Timmermans meent zeker
te weten dat bij de meerderheid heeft
voorgezeten dat de boel niet geheel
I kaal mag worden gemaakt.
I Spr. zet vervolgens uiteen hoe men
het boschje het beste had kunnen
bewerken.
De Voorzitter merkt nogmaals op
dat deskundigen dit hebben afgeraden
en daarom heeft hij gezegd het zoo
maar in orde te maken.
Jansen. Laat er nu maar een woon
wagenplein van maken, want 't lijkt
nergens op. Het is besloten zooals de
heer Timmermans zegt, Is het niet
genotuleerd
Voorzitter. Neen.
Jansen. Dat is jammer, anders zou
U gezien hebben dat afgesproken was
dat er heel anders gekapt had moeten
worden. Nu is alles weggehakt en
gedaan op de oude vroegere Bergsche
manier. Er loopen een paar oude
wolven rond en die zeggen maar, 't
gebeurt zooals wij willen, ook al besluit
de raad anders. Met dat boschje hebben
ze nu weer succes gehad, dat geef ik
toe, maar ik verzeker je dat dit voor
mij een proefkonijn is geweest en in
de toekomst zal ik waken dat zoo iets
niet meer kan voorkomen, tenminste
niet meer zoo makkelijk Dat smoezen
is niet in den haak. Dat moet uit zijn.
Met kattenoogen zal ik vanaf nu op
dergelijke menschen gaan letten, want
j t zijn menschen die afiijd in het nadeel
I van de gemeente gewerkt hebben.
Allard. Uit het goedkeuren van de
notulen door de heeren moet ik afleiden
dat zij bevestigen de uitingen van den
heer Segeren ten mijnen opzichte. Hij
toch heeft mij vergeleken met iemand
die door het insteken van een lucifer
in een meter, deze daardoor stilzet en
alzoo van de gemeente voor niets
stroom ziet te krijgen. Ik wil hier nog
eenmaal zeggen dat ik slechts gebruik
gemaakt heb van een bepaling van de
verordening, eene verordening die tot
stand is gekomen op advies van de
P.N.E.M. Herhaaldelijk heb ik zulks
uiteengezet en desniettegenstaande blijft
de heer Segeren met zijn verdacht
makingen doorgaan. Nu dat alles in
de notulen is opgenomen, zou men de
conclusie kunnen trekken dat men
daarvan overtuigd is. Deze kwestie is
ook nog eens ter sprake geweest in
een vergadering onder voorzitterschap
van den heer Scherp. Ook toen is de
heele kwestie uiteengezet en ik heb
toen afgewacht of de heeren er nog
iets over in het midden zouden brengen.
Ik heb alleen kunnen constateeren dat
de heer Sassen zat te knikken en dat
de heer Jansen zei: nu hebt ge het
uitgelegd, en verder heeft toen niemand
eenig bezwaar meer gemaakt. Uit dat
alles mag ik constateeren dat het hun
alleen te doen is om iemand grovelijk
te beleedigen en alles slechts alleen
te doen is om een persoon te treffen,
ik verzoek de heeren in hun geheugen
te willen houden dat dit nu voor de
tweede maal is gezegd.
U, mijnheer de Voorzitter, stel ik de
vraag: wat is Uwe meening. Heb ik
als houder van een dubbele tariefmeter
de belangen van de gemeente geschaad
of heb ik hem gehouden om veeleer
de belangen van de gemeente te be
vorderen
Voorzitter. U stelt me die vraag.
Ja, de verordening liet eene dergelijke
meter toe, dus U hebt absoluut niet
in strijd met welke verordening ook,
gehandeld. Betreffende de dubbele
tariefmeters zijn de technische menschen
het nog niet eens, daaromtrent zijn de
opinies verdeeld. Men heeft gemeenten
genoeg waar uitsluitend van die meters
zijn geplaatst, o.a. Delft, daar staan
bijna geen andere en heeft ten doel
om het verbruik van stroom buiten
den spertijd te bevorderen door elec-
triciteit te gebruiken voor strijken,
koken enz. enz. Particulieren die voor
dergelijke zaken electriciteit gebruiken,
nemen daarom een dubbele tarief meter,
want voor stroom die ze overdag af
nemen, betalen ze dan 20 cent en
's avonds 50 cent.
Volgens mijn meening zou eene
algeheele invoering ten goede komen
waar men daarvoor de bevolking heeft.
In eene gemeente met eene overwe
gende boerenbevolking zou dal4 natuur
lijk van geen nut zijn. 't Hangt alles
van de plaatselijke omstandigheden af
lk zou zeggen dat eene dergelijke
meter eer voor- dan nadeelig is voor
een bedrijf.
Segeren. Zoo, waarvoor dient het
dan dat anderen eene dergelijke meter
niet kunnen krijgen, dat ze zelfs niet
meer in den handel te verkrijgen zijn.'
U zelf, Mijnheer de Voorzitter, hebt
gezegd toen er sprake was over het
verzetten van den spertijd dat die
meters in het nadeel van de gemeente
zijn en dit nog te ondervangen zou
zijn door het verzetten van den spertijd
In het voordeel van de gemeente Wat
moois. De heeren zaten van 9-12 uur
volop in het licht voor 25 cent en
daar heb ik jaren op gewezen. Ik heb
gezegd dat het een vuile, eene rotte
verordening was en nu deugt ze nog
niet. 't Lijkt nog nergens op.
De Voorzitter geeft toe dat het niet
in het belang van de gemeente is
indien de spertijd niet goed is geregeld
doch met ingang van 1 Januari is dit
nu ook anders geworden.
Segeren. Men had direct een boete
stelsel moeten toepassen bij Mr. Allard
of hem af moeten sluiten van licht
Mijn God nog toe, waar blijft toch
de macht. Voor dat kwarije, is dat een
voorbeeld geven. Is dat als burge
meester dan een voorbeeld zijn voor
anderen. Ja, goed voorgaan, doet goed
volgen. Het is alles in het nadeel van
de gemeente geweest wat hij deed.
Vanaf 9 uur in het volle licht en dan
voor een kwartje. Die kwestie is nu
gedeeltelijk opgelost, maar toen ik
telkens op die verordening wees, moest
er geen andere komen want deze
smaakte mijnheer Allard het beste.
lansen. Het mooiste van alles is nog
dat Allard de schuld van alles wil
gooien op de leden van den raad
Als toehoorder heb ik den heer Segeren
meermalen hooren aandringen op wijzi
ging van die verordening maar er
werd altijd met hem gelachen. Er zijn
menschen geweest die ook om een
dergelijken meter hebben gevraagd maar
nooit eenig antwoord hebben gekregen
Aan wien daarvan de schuld moet
worden gegeven weet ik niet, maar
niemand kreeg een dubbele tariefmeter
dan de twee gewezen burgemeesters
Allard en Reiniers. Segeren zei meer
malen dat er geen recht bestond hier
in Den Berg of men moest het met
groote knoopen er overheen zoeken.
Maar met Jansen zal je niet lachen
hoor
Allard. Ik kan je niet verstaan.
Jansen, lk brul toch hard genoeg, U
man van veel geld, had je moeten
schamen zoo te handelen. U had Se
geren zijn zin moeten doen en direct
de verordening hebben gewijzigd maar
daar kwamen de twee gewezen bur
gemeesters van Geertruidenberg Allard
en Reiniers niet van in, maar bij be
stellen hou maar. Is dat nu recht Moet
zulk een onrecht gehandhaafd blijven
En moet zoo iemand dan nog de
schuld op een ander schuiven De
verordening moet gewijzigd worden en
goed.
Allard. Door Jansen is wel eens aan
den technischen ambtenaar te kennen
gegeven dat hij een dergelijken meter
wenschte te hebben maar een officieel
verzoek heeft hij nooit gedaan, lk heb
den technischen ambtenaar er destijds
ook op gewezen dat hij de menschen
die om een dubbelen tariefmeter vroe
gen moest zeggen dat deze alleen voor
groote verbruikers van eenig nut zijn,
dat die er voordeel bij hebben en niet
de kléinverbruikers
Jansen. |e bedoeling was zeker
groot kapitalisten.
De heer Allard zegt altijd er opge
wezen te hebben dat als men geen
groot-verbruiker was, een dubbele ta
riefmeter zoowel voor den eigenaar
als voor de gemeente schadelijk is.
De Voorzitter zegt ook niet te heb
ben willen beweren dat voor deze ge
meente een dubbele tariefmeter voor
het bedrijf voordeeliger zou zijn. Dui
delijk heeft hij er bij gevoegd dat het
aan plaatselijke omstandigheden ligt,
aan den aard der bevolking. Voor een
klein huis zou de leiding met meter
duurder zijn dan dat ooit de afname
zou zijn. De spertijd moet natuurlijk
ook niet zijn in den avond.
Jansen. Waarom heeft Segeren daarop
jaren moeten wijzen zonder eenig
succes.
Allard. Vraag den administrateur
maar wat Jansen zou hebben moeten
betalen als hij een dubbele tariefmeter
had gehad en wat het hem scheelt nu
hij die niet heeft gehad.
Jansen. Dat alles is geen bewijs en
verschoont je handelingen niet.
Segeren. Liefde-instellingen liet men
het volle geld betalen en hij zelf
Schei toch uit er mee, 'tis verschrik*
kelijk. Ik ben zelf ooit boven geweest
om te vragen naar de verordening
maar ik kreeg ze niet van den secre
tarls. Onze verordening deugt niet, ze
lijkt nergens op. Er moeten wel tien
klassen komen, want hoe meer men
verbruikt, hoe goedkooper men de
stroom moet kunnen betrékken Maar
'tis hier allemaal politiek en kritiek
Het is een rotzakke:rij maar ik beloof
je, ik zal ze aan d'jr tikketak komen
(Gelach)
Voorzitter. Wil U rekening houden
met uwe uitdrukkingen.
stellen en dat is wanneer deze veror
dening is gemaakt.
Voorzitter. Bij de oprichting van het
bedrijf
Sassen. Dus onder de oude leden.
Welnu als er een fout begaan is, dan
geldt dit in het algemeen voor alle
oude leden en dan moeten die de zaak
in het reine brengen. Naar het schijnt
heeft men zich niet gehouden aan af
spraken en dat mag niet, men mag
geen fiasco lijden.
Ieder lid moet zonder blaam door
de stad kunnen loopen en daarom
moet aan al dat geharrewar een einde
komen. Wij zijn nu aan het einde van
1923 gekomen bijna is dat weer achter
den rug. Laten wij onze taak christen
lijk opvatten en recht handelen en
elkaar in vrede omhelzen, anders zal
924 weer ingaan als het vorige en
dat mag niet.
Jansen. Goed, als de rechtvaardig
heid maar boven alles gaat.
Voorzitter Wij krijgen nu eene
nieuwe verordening.
Blijkt deze in de practijk nog niet
te voldoen, dan kan later nog tot wij
ziging worden overgegaan.
Daarna worden de notulen goedge
keurd en wordt aan de orde gesteld
Wijziging begrooting 1923.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. wordt daartoe besloten-
2. Verkoop gemeente-terrein, Aan
vragers de heeren J. Dupont, J. v. d.
Elshout en ,J. Klerks alhier.
Elshout wil 100 M2 grond koopen
gelegen ten Westen van Dupont om
daarop een pakhuis te gaan bouwen
en Dupont wil 100 Mz grond koopen
om daarop een timmermanswerkplaats
te bouwen.
De Voorzitter Iaat onder de leden
een teekening circuleeren.
Segeren. Dat is een teekening van
niets.
Voorzitter. Ik geef ze zooals deze
zijn ingezonden. Men kan de zaak nu
toch behandelen. Dupont wil aan een
kant voor zijn werkplaats licht hebben
en daarom vraagt hij daar te kunnen
bouwen.
De heer Tak zegt dat, geeft men
aanvragers den gevraagden grond, men
achter dan nog een diepte van 18 M.
overhoudt. Komen er meerdere aan
vragers, dan mag wel eens anders op
die zaak worden gekeken.
De heer Segeren wil zorgen dat het
middelschip, de ziel, niet waardeloos
wordt.
De Voorzitter merkt op, dat het
grootste deel daarvan aan detankfabriek
is verkocht.
Segeren. lk had toch gaarne een
teekening van die gronden gezien. Nou
wordt er maar gezegd van dit en dat
en niets kan goed genoteerd worden,
Het is treurig nu dat er geen schets
is, want nu is het maar een blindelings
tasten in het duister.
Voorzitter. De teekening is van een
der aanvragers. Hij had deze niét eens
er bij over behoeven te leggen maar
is zoo goed geweest het te doen.
Segeren U moet het mij niet-ten
kwade duiden, mijnheer de Voorzitter,
maar zonder teekening kan ik mijn
stem niet geven. Nu gaat alles maar
20 dik en 30 breed, straks kan wel hét
geheele terrein verkocht zijn.
Voorzitter. Ik heb deze aanvragen
aan de orde gesteld om de meening
van den raad te hooren Wenscht U
buiten stemming te blijven dan is dat
mij goed Als u denkt door niets té
doen de gemeente van dienst te zijn,
dan moet u dat zeif weten.
Den heer Timmermans doet het ge
noegen dat er een 3 tal aanvragers om
grond komen, want dat mag worden
beschouwd als een inleiding van een
nieuwen tijd. Bij de behandeling van
de begrooting heeft hij er nog op aan
gedrongen om de aanvragers zooveel
mogelijk ter wille te zijn, d.w z. zoover
als de belangen van de gemeente zulks
toelaten. Hier vreest hij reeds dat de
belangen van de gemeente worden ge
schaad, wijl het achter gelegen terrein
dan te zeer in waarde zal gaan dalen
De Voorzitter vraagt of de Raad
thans een prijs wil bepalen opdat hij
met de aanvragers verder kan handelen.
In een volgende te houden vergadering
kan dan over een definitieve verkoop
worden gesproken.
De heer Tak zou met de tankfabriek
over dien grond willen onderhandelen,
hetgeen den heer Jansen ook als de
aangewezen weg voorkomt aangezien
men dan de waardelooze grond ook
kwijt raakt.
De heer Allard wijst er op dat het
geval zich kan voordoen dat iemand
komt koopen die graag een diep terrein
heeft. Spr. zou den grond in verschil
lende deelen willen verkoopen.
Segeren. Zooals mijnheer Allard zegt
is beter, want anders zal de tijd' het
leeren dat die andere grond waardeloos
wordt. Laat het maar notuleeren dat
ik den grond zoo niet wil verkoopen.
Niet dat ik iets tegen de aanvragers
heb, maar om de manier waarop nu
de grond wordt verkocht.
Voorzitter. Ik stel voor deze aan
vragen in handen te stellen van Burg.
en Weth opdat deze met de aanvragers
kunnen onderhandelen.
De heer Tak wijst nog op de zijlijn
van 't spoor.
De heer Allard merkt op dat volgens
een overeenkomst met de S S. daar
niet gelost mag worden, alhoewel het
oogluikend wordt toegestaan Dat men
die bepaling heeft gemaakt zal ver-
tmmimmmimmmimmmmimaKmmmmmmm