Binnenland.
->
opvatten.
Van Ged. Staten is een schrijven
ingekomen waarbij mededeeling wordt
gedaan van de goedkeuring derrekening.
Hierna worden de notulen der vorige
vergadering gelezen.
De heer Roele meent dat in een
vorige vergadering besloten was eene
Commissie te benoemen die het loon
vaststelt wanneer voor de gemeente
werk wordt verricht.
De Voorzitter zegt dat zulks niet
besloten is.
Ook de andere leden herinneren zich
van een dergelijk besluit niets.
De heer Norbart merkt op dat het
besluit betreffende de tegemoetkoming
van schippers bij het naar school zenden
van kinderen niet goed genotuleerd is
In de notulen staat alsof besloten is
dat alleen aan belastingbetalende
schippers die 80 pCt. ten goede zal
komen en dat is niet zoo, de bedoeling
is geweest dat aan alle schippers deze
uitkeering zal worden verleend.
De Voorzitter meent dat alleen aan
belastingbetalenden de vergoeding zal
worden gegeven want armlastigen
worden vanzelf geholpen.
Norbart. De bedoeling was voor
de geheele varende vloot.
Voorzitter. Voor degenen die belasting
betalen en die hun kinderen naar
school willen zenden.
Van der Sluis. Neen, mijnheer de
Voorzitter, u hebt het mis, want ik
zelf ben de voorsteller geweest en toen
heb ik nog gezegd 80 pCt. van de
globale ontvangst voor alle schippers
te samen tot een maximum bedrag.
Norbart. Juist, maar dat staat daar
niet. Zooals het daar staat is het een
groot verschil.
Voorzitter Dan mogen de heeren
er wel op rekenen dat wanneer de
belasting nu geregeld binnenkomt, het
een reuzenbedrag zal worden.
Van der Sluis. Ik heb juist gezegd
dat nu, nu de belasting door het Rijk
wordt geïnd deze beter dan weleer
zal binnenkomen en daarom heb ik
gezegd dat tot een maximum kan
worden gegaan. Verder heb ik er nog
op gewezen dat de schippers heel
weinig van de opbrengst van die be-
lastingcenten profiieeren en juist daar
om is besloten dat 80 pCt. van die
opbrengst gebruikt zal worden als eene
tegemoetkoming in de kosten van het
naar school laten gaan;
De heer Norbart gelooft dat de Voor
zitter de zaak niet goed begrijpt, want
de bedoeling is dat op die wijze de
beter gesitueerden voor de minder ge
situeerde betaalt.
De Voorzitter zou toch willen voor
stellen om eens een proef te nemen
op de wijze als is genotuleerd. Blijkt
het niet goed tot zijn recht te komen,
dan kan nog anders worden besloten.
Van der Sluis, juist omdat de be
lasting nu via het Rijk binnenkomt en
meer zal gaan bedragen, hebben we
gezegd, laten we van dat bedrag tot
een maximum van 80 pCt. besteden
voor kinderen van schippers die anders
verstoken blijven van onderwijs en
zeker voor kinderen wier ouders ab
soluut niets kunnen bekostigen.
Norbart. Juist, zoo is het besluit
genomen.
Voorzitter. Zoo heb ik het niet be
grepen en de Secretaris dan toevallig
ook niet.
De heer Stijnis merkt op dat alles
toch op hetzelfde neerkomt.
2. Adres G. van Reythoven.
De Voorzitter zegt dat dit adres niet
op zegel is geschreven, dus feitelijk
niet in behandeling kan worden ge
nomen. In het belang van de goede
zaak wil hij het adres voorlezen en
laten bespreken.
Uit de voorlezing van het adres blijkt
dat adressant een dochter heeft die is
aangetast door een huidziekte, zoo
verschrikkelijk, dat ze ontoonbaar is.
Het is zelfs zoo erg, dat haar eigen
broers met haar aan tafel niet willen
eten omdat de etter die uit de talrijke
wondjes vloeit, een ondraaglijke stank
verspreidt Vanzelf heeft het kind geen
onderwijs kunnen volgen, waardoor
het achterlijk is. Ook is het vanzelf
sprekend dat adressant's vrouw een
geheelen dag haar werk er mee heeft,
ook al heeft de wijkverpleegster hare
medewerking verleend Wat echter nog
het ergste is, is dat de ziekte niet
geheel vrij is van besmetting, want
met angst ziet de huisdokter steeds
naar zijn vrouws gelaat, als zich daarop
vlekken vertoonen.
Adressant heeft steeds van de ge
meente steun gehad en is het kind in
het ziekenhuis te Breda opgenomen
geweest, alwaar ze zich gelukkig ge
voelde. Plotseling is dit echter opge
houden, waarom weet hij niet, doch
met het oog op den toestand van zijn
huisgezin en het gevaar daaraan ver
bonden, vraagt hij weder opname in
het gasthuis te Breda.
De Voorzitter zegt over deze zaak
het een en ander te willen zeggen.
Vroeger is het meisje al eens in het
gasthuis te Breda ter verpleging opge
nomen doch toen de rekeningen van
het armbestuur werden nagezien en
men tot de ontdekking kwam dat de
kosten door dit lichaam niet meer
konden worden betaald, toen is ze daar
weggehaald. De kosten. later is dat
nog eens gevraagd, bedragen f 500
f 600, dus voor de gemeente niet om
te betalen. Toen heeft die zaak zoo
eenigen tijd gehangen. Op eens echter
verscheen de vader met het kind in
de vergadering van Burg. en Weth en
het moet worden gezegd, het kind zag
er erg uit. Mer. heeft zich toen weer
de vraag gesteld wat er mee gedaan
moet worden en het besluit is geweest
dat naar een goedkooper gesticht zou
worden geinformeerd. Zoo'n gesticht
werd gevonden, doch toen bleek dat
de moeder daar niet van in kwam. Het
zou en moest naar Breda. In Breda
waar ik zelf ter informatie ben geweest
bleek mij, dat de moeder leelijk van
het kind had gedaan, iets waarover ik
verstomd heb gestaan.
Later kwam de dokter er aan te pas
en de inspecteur van de Volksgezond
heid. Deze kwam hier over een en
ander spreken en ging toen met ons
voorstel accoord Later kwam deze weer
en toen bleek hij door de vrouw geheel
te zijn geïnfluenceerd, want ineens was
het toch noodzakelijk dat het kind naar
Breda moest gaan. lntusschen was haar
beddengoed, enz. verstrekt en daarom
kwam het ons voor dat het nu een
soort dwingelandij werd en aangezien
van Reythoven niet armlastig is kan
zoo maar niet worden gezegd vooruit
maar, de gemeente is er goed voor.
Wij geven toe dat het voor van Reyt
hoven niet aangaat om alles te betalen
en daarom zijn we geneigd te helpen
maar daarbij hebben we de belangen
van de gemeente in acht te nemen.
Het is niet de bedoeling om het kind
niet te helpen, volstrekt niet en dat de
moeder het zoo druk heeft is ook
onze schuld niet, want in de gemeente
heeft men gelukkig een Wit Gele Kruis
en beschikt men over een verpleegster
die ze zeker zoo goed kan helpen als
in een Gasthuis. Het slot is geweest
dat men enkele raadsleden geïnfluen
ceerd heeft en men thans met dit
adres gekomen is
Heel veel is er over deze aangelegen
heid met den inspecteur geschreven
en al deze stukken zijn nu naar Ged.
Staten opgezonden welke om bericht
en advies hebben gevraagd en nu rest
ons niets anders dan het antwoord van
Ged. Staten af te wachten.
De heer Ligtvoet vraagt of het zoo
wel juist is als de Voorzitter heeft
verteld, Hij weet niet dat er iets meer
is gedaan dan aan Winsum gevraagd
wat de kosten zullen zijn. Overigens heeft
Wethouder van der Veeken een ledikant
met toebehooren laten brengen, doch
daar is van Reythoven niet mee gered,
want dat heeft hij zelf nog wel.
Het kind, dat beslist een monster is,
moet weg, want het is niet alleen een
gevaar voor de huisgenooten maar ook
voor de omgeving de buurvrouwen,
ook. Als men de deur daar open doet
komt de stank je al tegen en een der
gelijke toestand meent sprmag niet
bestendigd blijven. Daar waar de huis
dokter en inspecteur van de Volksge
zondheid adviseeren om het kind weg
te doen, zou hij er niet langer meer
mee willen wachten.
De Voorzitter zegt dat naar het be
stuur van het gesticht is geschre
ven. Toen weer was het daar niet
goed, toen moest en zou het kind naar
Breda. Het bestuur kan zich toch niet
laten dwingen. Ged. Staten zullen
echter uitspraak doen en nu stelt hij
voor het schrijven van Ged. Staten af
te wachten, dan ook is een ieder voor
zijn geweten vrij.
Ligtvoet. Ik denk dat de zaak dan
weer op de lange baan wordt ge
schoven.
Voorzitter. Absoluut niet, dat kan
nog maar enkele dagen meer duren.
Ligtvoet. De menschen hebben er al
7 jaar mee getobd, dat wil voor een
huishouden nogal wat zeggen.
Voorzitter. Zeker is het een leelijke
soort van ziekte, maar toch wordt
hier de zaak nogal erg overdreven.
Vroeger kwam ik voor zaken wel in
een huishouden waar de vrouw was
aangetast door die ziekte en zeker zoo
erg, want haar oogen hingen als het
ware uit haar hoofd. Die vrouw had
10 kinderen en ik moet eerlijk zeggen
dat ik er nooit viesch ben geweest.
Ligtvoet. De dokter verklaart zelf
dat het ongeneeslijk is, dus moet men
toch eens gaan bedenken wat het zeg
gen wil.
Voorzitter. Dat is 't 'm juist want
als er beterschap te krijgen was zou
ik zeggen laat ons oogenblikkelijk 600
gulden of nog meer voteeren om het
kind beter te maken maar nu beter
schap is uitgesloten, nu alleen maar
gezien moet worden naar middelen om
het kind van straat af te houden, nu
moet de gemeente zich afvragen of
met een inrichting waar niet zooveel
wordt gevraagd, niet kan worden vol
staan. De zaak is nu een beetje dwin-
gerij geworden en daar mag de ge
meente niet op ingaan.
Ligtvoet, De zuster heeft het kind
ook al opgegeven.
Voorzitter. Ik heb alle respect voor
de zuster, maar ik verklaar u dat ze
moet helpen en dat ze dat ook doet.
De heer v. d Veeken weet zeker
dat de Wijkverpleegster het kind altijd
met liefde en plezier heeft behandeld
en dat nog zou doen, maar haar is door
de moeder van het kind gezegd dat ze
niet meer behoefde te komen
Dat kwam zoo De moeder wensch
te dat de zuster steeds tusschen 8—9
uur zou komen en dat kan deze niet
toezeggen, wel zou ze zooveel mogelijk
aan dat verlangen voldoen. Dat beviel
de vrouw van Van Reijthoven toen
niet en toen zei ze de hulp van de
zuster voortaan wel te kunnen missen
Ook is de vrouw ooit geld toegezegd
als ze zelf voor de verpleging van haar
kind zou zorg dragen.
De heer Ligtvoet was met dat feit
bekend doch was de meening toegedaan
dat zulks onder den dekmantel moest
blijven, dat daar niet in het openbaar
over mocht worden gesproken.
Van der Veeken. De som niet te
noemen. Het ging van het R.K. Arm
bestuur uit.
Voorzitter. Het is alles dwingelandij
De zuster is ook door de vrouw
weggezonden. Ik zeg ook dat het erg
is maar men mag hier niet alleen de
taal van zijn hart laten spreken want
deed ik dat, dan zou ik misschien de
eerste zijn die zou ingaan op het
verzoek, maar men heeft te bedenken
dat men zit voor de belangen van heel
de gemeente. Ik zou nog eens even
afwachten wat Ged. Staten doen
Roele Daar voel ik niet veel voor,
Wat hebben wij van de correspondentie
gezien. Men kan wel advies geven,
maar men weet van te voren hoe dit
zijn zal.
Voorzitter. Verbeeld je dat eerst eens
al die correspondentie door de leden
van den raad moet worden nagegaan
en dat dan nog gevraagd moet worden
in welken geest geantwoord zal wor
den. Dat zou een onbegonnen werk
zijn Ook moet men niet denken dat
Ged. Staten zoo maar ingaan op wat wij
zeggen, die onderzoeken de zaak ook
terdege en komen ze moeilijkheden
tegen dan laten ze iemand komen of
sturen er zelf iemand op uit. Al die
zaken worden heel eerlijk behandeld
De heer Roele zou in een dergelijke
zaak de raad uitspraak willen laten
doen. In Winssen behoort het meisje
niet thuis, dat is een soort krank
zinnigengesticht.
Voorzitter. Waarachtig niet, dat is
een soort gesticht zooals hier.
Roele. Dan is het ook zoo. Hier
zijn ook wel eeps krankzinnigen ver
pleegd.
Voorzitter. Het gaat er maar over of de
verpleging goed is en die is daar goed
Breda is ook goed, buiten twijfel, maar
Winssen kost f 400 en Breda f 600 en
als men dan voor de belangen van de
gemeente zit, vraag ik me af wat moet
worden gedaan.
De heer Diepstraten heeft zoo'n
voorgevoel dat de uitspraak van Ged
Staten wel zal zijn ten gunste van B.
en W.
De Voorzitter zegt dat dit lang niet
zeker is.
De heer Norbart heeft zich betref
fende deze zaak ook op de hoogte
gesteld en heeft zich daarvoor gewend
tot dr. Haap (?J. Immers men mag
verwachten dat we voor de wetenschap
de noodige eerbied zal hebben. De
dokter dan heeft hem verklaart dat
deze ziekte een bijzondere soort ziekte
is welke ook een bijzondere behande
ling en toewijding vereischt.
Ook heeft de dokter hem onomwon
den verklaard dat het kind absoluut
niet meer te herstellen is en nu meent
de dokter dat hij eene speciale behan
deling zooals zij die Breda geniet,
hare levensdagen nog dragelijk voor
haar zullen zijn. Doch dit niet alleen
het is ook noodig voor de omgeving
dat ze weg gaat. De dokter wist ook
dat de kosten bezwaar opleveren, doch
hij wist ook mede te deelen dat van
Reijthoven wel genegen was om eene
bijdrage per week te geven van f 2.50
zoolang hem zulks maar eenigszins
mogelijk is. Waar het hier toch een
menschenleven geldt zou hij gaarne
de helpende hand wilien uitsteken.
Doch zooals al eerder is gezegd, het
is niet alleen voor het kind alleen
maar ook voor het buisgezin en de
omgeving noodig dat het kind wordt
weggedaan, denkt maar eens aan
vrouwen die in positie zijn. Als de
dokter het zegt. moeten wij, zoo zegt
spr., het toch aannemen.
Voorzitter. Dokters falen ook wel
eens.
De heer Norbart zou toch over het
dwingen, als men het zoo wil noemen,
heen willen stappen want hoofdzaak
is of het in het belang van de ge
meente noodig is dat het kind de ge
meente wordt uitgedaan Hij zou niet
wachten totdat Ged. Staten een uit
spraak doen, want het geweten zegt
dat wij verplichl zijn het kind weg te
doen, verplicht tegenover het kind en
huisgezin en verplicht tegenover de
gemeenschap en daarom zou hij uit
eigen beweging nog heden besluiten
het kind in het Gasthuis te Breda te
doen opnemen. Alleen daar kunnen
haar laatste levensjaren nog wat ver
licht worden
Voorzitter. Men moet alle omstan
digheden in aanmerking nemen.
Norbart. U hebt gezegd dat de moe
der niet veel sympathie voor het kind
heeft, maar wat voor een leven heeft
het kind dan. Veel, aanhoudende en
groote pijnen en niet die behoorlijke
verzorging die ze noodig heeft. Ik
weet nu heel goed hoe men in deze
heeft te handelen en daarom zie ik
niet in waarom de uitspraak van Ged.
Staten moet worden afgewacht.
Voorzitter. Ik heb het al meer gezegd
u laat de taal van uw hart spreken en
als ik dat deed zou ik ook beslist de
eerste zijn die zou helpen, maar men
heeft daar niet naar te kijken mag dat
zelfs niet omdat men voor de belangen
van de geheele gemeente zit. Zelfs
heeft de dokter verklaard dat het kind
ongeneeslijk is, dus nu gaat het er
maar om waar het natuurlijk goed is
en wat voor de gemeente het voordee-
ligste is. In Winssen kost het f 400
en in Breda zeker f600. Was het nu
een buitengewone ziekte dan kon het
gratis in Utrecht worden opgenomen
maar ook dat is niet het geval. Ik wil
niets afdingen op den dokter zijn be
kwaamheid maar men zal toch wel
weten dat dokters ook wel eens falen.
Een dokter uit Breda die het kind zelf
behandeld heeft, heeft verklaart dat
het thuis goed kan worden verzorgd.
De heele zaak is dat men wil dwin
gen en dat laten B. en W. zich niet
doen.
Norbart. Dat dwingen moest men nu
eens weglaten.
De Voorzitter zet nogmaals het
verloop van de heele geschiedenis
uiteen en doet uitkomen dat de ver
pleging in Winssen zeker voor het kind
zoo goed is dan in Breda, doch dat
de moeder dwingt het in Breda te
krijgen en daartoe de dokters heeft
geirifluenceerd.
De heer van der Sluis meent dat
een dergelijke zaak het eerst thuis be
hoort bij het Kerkelijk en Algemeen
armbestuur. Dit zijn de eerst aange
wezen lichamen, kunnen die niet vol
doende helpen eerst dan moet de ge
meente pas bijspringen en zooals door
den heer van der Veeken zelf al is
gezegd is het bestuur van het R K
Armbestuur niet ongenegen is om mede
te helpen.lBetreffende de werkloozen
steun heeft hij in een vorige vergade
ring dezelfde theorie verkondigd.
De Voorzitter is het geheel met deze
zienswijze eens.
De heer Norbart meent dat alles
precies hetzelfde is Kan het Armbe
stuur niet rondkomen dan moet toch
de gemeente in dat tekort bijdragen.
Een bezwaar is het z.i. nog wijl de
heer van Reythoven niet armlastig is
en het armbestuur zich niet met dat
soort menschen inlaat
Voorzitter In bijzondere gevallen wil
dat lichaam ook wel hulp verleenen.
Ligtvoet. Bij het Armbestuur is er al
eens over gesproken en toen werd er
gezegd dat ze daar niets aan mochten
doen, omdat die zaak bij B. en W
aanhangig is
Voorzitter. Nu is dat anders, want
nu gaat dat een einde nemen
De heer Stijnis zou ook gaarne zien
dat deze aangelegenheid door het
Katholieke en Algemeen armbestuur
wordt opgelost.
De Voorzitter geeft in overweging
om alles nog even aan B. en W. over
te laten, Men zal zien dat de geheele
kwestie in een paar dagen is opgelost
en dat allen daarover tevreden zullen
zijn.
De heer Ligtvoet zou toch liever
heden de zaak in stemming brengen
Roele. Gezegd is dat het Katholiek
Armbestuur thans genegen is bij te
dragen, maar men moet zien vast te
leggen dat dit is voor zoolang het
meisje in het Gasthuis moet zijn want
dat kan wel voor jaren zijn.
De Voorzitter denkt ook dat het
lang kan duren, 't Zou best een jaar
of dertig daar moeten blijven vertoeven
De heer van der Veeken zegt dat hij
niet bevoegd is om zich daarover uit
te spreken. Dat moet hij met zijn
mede-bestuursleden overleggen.
Men moet wel begrijpen dat zorg
gedragen moet worden dat er nog wat
in kas overblijft want geen grooter ge
not bestaat er als bij winter om steu^
wordt aangeklopt en men wat kan geven
en hij zou het bejammeren als men
arme menschen eenigen steun zou
moeten weigeren omdat er geen geid
is. 's Winters moeten er nogal eens
aardappelen en steenkolen worden ge
geven en daarom moet het R K. Arm
bestuur rijpelijk overwegen met welk
een bedrag zij ten goede zal komen.
Zes honderd gulden kost de verple
ging in Breda en voor welk een be
drag nu door het Armbestuur kan
worden tegemoet gekomen, kan nu
door hem niet worden gezegd.
De heer Roele vreest als door samen
werking het kind weg moet gaan, er
dan niet veel van zal komen.
Van der Sluis. Laat dan het parti
culier inittatief eens wat doen.
Voorzitter. Dan ben ik de eerste die
mee zal helpen
Norbart Ik zou het maar in omvraag
brengen dan kan aanstonds, als wordt
besloten het naar Breda te brengen,
handelend worden opgetreden
Roele. Dat van particulier initiatief
uitgaan is heel mooi, maar men staat
hier voor een geval dat jaren kan
duren en wie zegt ons dat men een
volgend of overvolgend jaar zal slaags
komen.
Voorzitter. Laat het nu maar aan
ons over. Ge zult zien dat het in orde
komt.
De heer Roele zou zich daar wel
mee* kunnen vereenigen maar hij l is
bang dai de zaak dan nog te lang
blijft hangen. De menschen hebben al
zoolang moeten tobben, al 7 jaarlang
en daarbij veel onkosten gehad omdat
ze ook te Rotterdam gedokterd hebben.
De heer Segeren is er ook voor om
te helpen, doch hij zou dat willen
doen op de wijze als door den heer
Van der Sluis aangegeven Als het
voor f 4r0 kan mag de gemeente geen
f 600 uitgeven.
Na nog eenige discussie gaat de
raad accoord met het voorstel van den
Voorzitter om de uitspraak van Ged.
Staten af te wachten.
Roele. En dan zal aan de deskun
digen worden overgelaten waar het
heen moet worden gebracht.
3. Adres van den Elshout. onder
wijzer alhier om eervol ontslag.
Voorzitter. Hij is benoemd te Ouden
bosch en vraagt ontslag met ingang
van 18 Maart of zooveel eerder als in
zijn plaats zal zijn voorzien.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten het gevraagde te verleenen.
(Wordt vervolgdj.
H M. de Koningin heeftop den
27en October 1923 gedaan verzoek
van heeren ministers om ontheffing
uit hun ambt, geantwoord Zich ge
noodzaakt te zien, dit niet in te wil
ligen.
Het Nederlandsche Correspon
dentiebureau in Den Haag meldt:
Naar aanleiding van vragen, van
verschillende zijden gesteld, omtrent
het al dan niet aanblijven van enkele
ministers, meenen wij te kunnen mede-
deelen, dat het kabinet zijn werkzaam
heden zal blijven voortzetten in de
samenstelling, zooals die was op het
tijdstip, waarop de ministersontheffing
uit hun ambt verzochten.
Er is indertijd gemeld, dat de
poging van den heer Beelaerts van
Blokland tot vorming van een kabinet
mislukt is, omdat de heer Beelaerts
niet erin geslaagd was, een minister
van financiën te vinden Deze voor
stelling geeft echter, volgens de „N.
R. Ct, een onvolledig beeld van het
gebeurde. In werkelijkheid had mr. R.
J. H. Patijn. na ettelijke conferenties,
zich principieel bereid verklaard, die
taak te aanvaarden. Hij had echter één
voorwaarde daaraan verbonden. De
heer Patijn meende, het ambt in geen
geval op zich te mogen nemen, zoo
lang niet een poging was gedaan, om
een man ervoor te winnen, dien hij
meer dan alle anderen daarvoor ge
schikt achtte. Die man was prof. Treub.
Mocht de heer Treub weigeren, dan
zou mr. Patijn zich niet langer princi
pieel tegen de aanvaarding van de
portefeuille van financiën verzetten.
De heer Beelaerts van Blokland
heeft blijkbaar niet de mogelijkheid
gezien, een kabinet te vormen met
prof. Treub als minister van financiën,
en heeft dezen bij slot van rekening
niet aangezocht, Nadat de heer Bee
laerts van den heer Patijn nog eens
de schriftelijke bevestiging had ont
vangen dat deze vasthield aan zijn
voorwaarde, heeft hij aan de Koningin
verzocht, van de opdracht te worden
ontslagen.
De Nederl. Hanze verneemt, dat
minister Aalberse in de hoofdredactie
van „Het Centrum" zal worden opge
nomen.
Het Bemiddelingsbureau voor
Trans Atlantische Emigratie, den Haag
verzoekt ons het volgende bericht op
te nemen
Door een misverstand is, door het
artikel over landverhuizing, bij velen
de voorstelling gewekt, als zoude dit
Bureau reisgeld voorschieten aan on-
bemiddelden. Dit is niet het geval Zij,
die zelf geen geld hebben, kunnen van
de diensten van dit Bureau alleen dan
gebruik maken, als hun gemeentebe
stuur de reiskosten wil voorschieten.
Het is volkomen overbodig zich tot
de Directie te wanden, alvorens zich
te hebben vergewist, dat men dit
voorschot krijgen kan.
De Directie ziet zich tot haar leed
wezen genoodzaakt brieven van werk-
Iooze candidaat- land verhuizers, die geen
geld of geen toezegging van gemeen
telijken steun hebben, onbeantwoord te
laten.
Met emigratie van particulieren, die
zelf hun reis zouden willen bekostigen
I