Tweede Blad
Ingezonden Stukken
Nam. 6.
Zaterdag 19 jan. 1924
Iets over de familie Reepmaker
uit het begin der 19e eeuw.
11.
Ofschoon ik moet bekennen, dat de
aquarel van den 16-jarigen Hendrik
jacobus Reepmaker niet vrij
is van grove feilen en met name
heel wat perspectivische fouten bevat,
gelijk iedereen kan zien en gelijk ook
de kunstschilder Theo van Delft,
die de moeite nam ze even te komen
bekijken, bevestigde, hecht ik echter
aan die kunstelooze teekening eene vrij
hooge historische waarde, hoofdzakelijk
hierom, wijl ze de eenige afbeelding
is, die ons een kijkje gunt in het
Besoijen van vóór 110 jaren. Ze stelt
voor
a. De met riet gedekte pastorie der
Hervormde gemeente, toen (1812) be
woond door den predikant Ds. Rei
nier van den Broek (geb te
Princenhage 1 Sept. 1769), zijne vrouw
Johanna Maria Brandt (geb.
te Lunteren 21 Nov. 1766), hunne vier
kinderenCornells Jan (geb. te
Princenhage 2 Jan. 1799), Petro-
n e 11a Rutgerdina (geb. te Prin
cenhage 10 October 1800), R e i n i e r
Louwerens (geb. te Besoijen 6
Febr. 1805) en Sophia Anto-
n e 11 a (geb. te Besoijen 26 Oct. 1807),
en hunne dienstmeid Hermina
Klootwijk (geboren te Sprang 12
Juli 1785);
b. Het met roode pannen gedekte
achterhuis of schuurtje achter de
pastorie
c. De kerk met toren;
d. Het aan de noordzijde der kerk
staande achtkantige raadhuis, vóór
1792 grafkapel
e. Het oude met riet gedekte boeren
huis van de familie van Steensel
f. De keistraat met de ouderwetsche
omhoogstekende kantkeien (in 1699
gelegd)
g. Een gedeelte van het langs dé
pastorie loopende Hollandsche steegje,
voerende naar de Hollandsche akkers,
toebehoorende den ambachtsheer;
h. Een gedeelte van de Molensloot
i. Eenige figuren op den weg.
De pastorie en het huis van Ber-
nardus van Steensel en diens
vrouw Maria Boom werden den
3 Maart 1840, zijnde Dinsdagochtend
haii 10, met 5 andere huizen eene
prooi der vlammen, terwijl op de
gedempte Molensloot (in vroegere
eeuwen stond daar de molen) in 1870
het nieuwe raadhuis verrees. Op
dezelfde plaats, waar de afgebrande
pastorie stond, werd in 1841 het
nieuwe thans nog bestaande predi
kantshuis gebouwd.
Ik moet toegeven, dat de figuren op
den voorgrondeen man een koe voort
drijvende, een man een zwavelstokken
mars torsende, een vrouwtje met een
hond en een geit, wel wat popperig
geteekend zijn. De teekenaar schijnt
nog een beginneling geweest te zijn,
niet in de geheimen der perspectief
ingewijd. Sommige onderdeden van
de aquarel, b.v. de boomen, zijn echter
goed geteekend Den jeugdigen maker,
die nimmer zal gedroomd hebben, dat
zijn jeugdwerk na 100 jaren nog met
waardeering zou besproken worden,
vergeven wij evenwel gaarne zijne
fouten
Van wie is nu dat schilderstukje
afkomstig en hoe is het te Besoijen
verzeild geraakt?
Om deze vraag te beantwoorden,
dienen we eenigszins nader bekend te
worden met de genealogie Reep
maker.
De familie Reepmaker, thans
over Holland en andere provinciën
verspreid en vermaagschapt aan de
aanzienlijkste geslachten van ons land,
is oorspronkelijk van Noordbrabantsche
afkomst. Zij vindt hare bakermat in
Eindhoven en omstreken, van waar
sommige leden in de tweede helft der
16de eeuw (plm. 1580) uitweken naar
Noord-Holland (Haarlem). Een der
afstammelingen, n.l. Johannes Ja
cobus Reepmaker, geboren te
Den Haag den 20 April 1673, officier
in het Hollandsche leger en gehuwd
met Maria Catharina Reems,
vertoefde in 1721 tijdelijk te Maastricht,
waar hem den 30 Juli 1721 een zoon
werd geborenHendrik Johan
nes Reepmaker, die later ook in
den krijgsdienst ging. Deze trad den
16 October 1755 te Zutphen voor de
tweede maal in het huwelijk (zijne
eerste vrouw was A1 i d a van
Woeideren) met j ud i t h aco-
ba Marchant, den 4 Augustus
1726 te Heusden geboren uit de echt
verbintenis van Jan Marchant en
Christina van Teckelen
burg, waaruit zeer waarschijnlijk den
9 November 1756 te Waalwijk werd
geboren |an Christiaan Reep
maker. ik zeg „zeer waarschijnlijk",
wijl de oude geboorte- of doop-1
registers aldaar, door den brand van
1824, niet meer zijn te controleeren.
In ieder geval is Hendrik Johan
nes Reepmaker de eerste Reep
maker geweest, die te Waalwijk
gewoond heeft en die dus Waalwijks
omstreken zal gekend hebben, hoewel
zijn verblijf aldaar niet van langen
duur zal zijn geweest, wijl krijgslieden
in dien veelbewogen tijd een tamelijk
zwervend leven leidden. In 1792, toen
hij reeds 70 jaren telde, woonde hij
als gepensionneerd luitenant van de
Cavalierie te Bergen-op-Zoom. Het
verblijf aldaar schijnt hem op den duur
niet aangestaan te hebben, weshalve
hij besloot met zijne vrouw in de
omstreken van Waalwijk, waar hij
bekend was, zijne laatste levensjaren
te gaan doorbrengen. Daartoe kocht
hij den 28 Augustus 1792 van den
heer Jacobus Kuymans, wonen
de te Waalwijk, een huis en erf te
Besoijen, staande en gelegen aan de
Noordzijde der straat, begrensd ten
Oosten door de kinderen en erfgena
men van Math ij s van Engelen
en ten Westen door den Z o m e r d ij k.
Dat huis, hetwelk hem f3400 kostte,
stond dus op de plaats, waar zich
thans het Café van Denis van der
Zaken bevindt. Het werd hem den
31 October 1792 getransporteerd, op
welke dag hij het zal betrokken hebben
met zijne vrouw Judith Jacoba
Marchant en zijne drie kinderen
a n Christiaan, Philippina
en Johanna Catharina Reep
maker. Deze drie kinderen waren
den 24 October 1792 met attestatie yan
Halsteren bij Bergen-op Zoom naar
Besoijen gekomen.
Het verblijf van Hendrik Johan
nes Reepmaker te Besoijen, die
aldaar onderscheidene kerkelijke amb
ten heeft bekleed, die, getuige ver
schillende attesten, zeer in aanzien
stond bij zijne superieuren en mede
burgers en met name een goed huis
vriend was van de predikanten F e r-
dinandWilhelm Mörser (1788—
1795)»), Pi eter Willem Lee
mans (1796) Johannes S I o-
te maker (1796—1802) 4) en Rei-
nier van den Broek (1802—
1818)*), duurde ongeveer 25 jaren,
tot den 24 Juli 1816. toen hij in den
ouderdom van bijna 96 jaren overleed
en in de kerk werd begraven.
Die 25 jaren waren een zeer ge
wichtig en veelbewogen tijdvak in
onze geschiedenis en ook in die van
Besoijen. Hij maakte mede de omwen
teling van 1795, zag de nieuwe Staats
regeling van 1798 ingevoerd worden,
was er getuige van dat de Franschen
hier en elders zich aan laakbare stroo-
perijen en dieverijen schuldig maakten,
zag Napoleon keizer der Franschen
worden, beleefde in 1810 de inlijving
van ons land bij Frankrijk en zag
Koning Willem I den troon bestijgen
en de nieuwe grondwet yan 1815 be
krachtigen. Zijne vrouw Judith Ja
coba Marchant was hem den
5 Mei 1813, in den ouderdom van
ruim 86 jaren, in de eeuwige rust
voorgegaanterwijl zijne beide doch
ters Philippina Reepmaker
(geb. te Venlo 3 Febr. 1759) en J o-
h an naCatharin a Reepmaker
(geb. te 's-Hertogenbosch 30 Jan.
1758) kort na zijn dood, den 3 Novem
ber 1816, naar Oosterhout vertrokken
Zoo bleef zijn eenige zoon, de bo
vengenoemde Jan Christiaan
Reepmaker, alleen in Besoijen
over. Deze was inmiddels den 26 Mei
1793, op 36 jarigen leeftijd, te St Omer
in het huwelijk getreden met Maria
Johanna Schuttelaere, in
1773 te Rousbrugge aan den Yzer uit
het huwelijk van Franciscus
Schuttelaere en Isabella de
Koot geboren. Niet minder dan zijn
vader heeft deze Jan Christiaan
R e e p m ak e r, als kapitein, een veel
bewogen en zwervend leven geleid,
wat blijkt uit de geboorteplaatsen zijner
elf kinderen, verwekt bij zijne voor
noemde vrouw
a. MargarethaPetronella
Reepmaker, geboren den 29 Mctart
1794 te Ardre fn Frankrijk;
b. Hendrik Jacobus Reep
maker, geboren te Zwolle den 18
Juni 1796;
c. Johanna Philippina
Reepmaker, geboren te Alkmaar
den 19 Juli 1798;
d. Jan Francois Reepma
k e r, geboren te Zutphen den 23 Jan.
1800;
e. Qeertruida IsabellaCon-
stance Reepmaker, geb. te Den
Haag den 2 Jan. 1802;
f. Frederik Christiaan
Reepmaker, geb. 21 November
1804 te Den Haag
g. Pieter LodewijkReep-
m a k er, geb. te Besoijen den 28 Febr.
1806;
h. Gijsbertus Philip pus
Reepmaker, geb te Besoijen den
11 Maart 1808;
i. Jacoba Jeannette Reep
maker, geb. te Besoijen 30 Maar
1810;
k. Karei Reepmaker, jeb. te
Besoijen den 9 November 1811;
1. Hendrika Sophia Reep
maker, geb. te Besoijen den 23
Sept. 1814
Omstreeks 1801 had J a n C h r i s t i-
aan Reepmaker zich laten pen-
sionneeren en zich in 1802, als gepen
sionneerd kapitein, voor tijd en wijle
te Besoijen gevestigd, waar hij tot 1830
woonde naast het dorpsschoolhuis op de
olaats waar ik thans woon (no. A 236).
Van 1819 tot 1826 was hij de boezem
vriend van den talentvollen, fijngevoe-
ligen en edelaardigen Besoijenschen
predikant Andries Adrianus
vanSchilfgaarde, die gedurende
8 jaren op de meest eervolle en uit
nemende wijze het Evangelie aldaar
heeft verkondigd. Zijn tweede,
derde en vijfde zoon, n.l J a n F ra n-
cois, Frederik Christiaan
en G ij s b e r t u s P h i 1 i p p u s, be
gaven zich later in den militairen
dienst en overleden achtereenvolgens
ongehuwd in Indië in 1826, 1832 en
1836. Ook zijn vierde zoon, Pieter
Lodewijk Reepmaker, trad in
den krijgsdienst, werd le luitenant bij
de Infanterie en later burgemeester van
Aardenburg, waar hij den 3 Januari
1888 overleed, van zijne 4 vrouwen
(Petronella Sara Herny f
1837; Maria Antonetta Cal
I e n f e 1 s f 1853Johanna
Gerarda Diderica van Nie-
ver vaart f 21 Juni 18727)
Akke Cornelia van Oppen)
eenige kinderen nalatende. Zijn jongste
zoon, Karei Reepmaker, is
eenigen tijd 2e luitenant bij de Schut
terij geweest en overleed op jeugdigen
ieeftijd in 1832 te Gorinchem. terwijl
zijn OHdste zoon, Hendrik Jaco
bus Reepmaker, onze amateur-
schilder (over wien hierachter meer),
in 1814 als 17-jarige knaap te Haarlem
kwam te overlijden.
Inmiddels was zijne oudste dochter
op één na, r. 1. J o h a n n a Philip
pine Reepmaker, den 31 Octo
ber 1823 te Besoijen in het huwelijk
getreden met haren naamgenoot en
verren bloedverwant Jacob Chris
tiaan Reepmaker van Belle,
geboren te Rotterdam den 2 Maart
1784 uit de echtverbintenis van Mr.
Jacob Reepmaker, ambachts
heer van Waddinxveen, en E m m e-
rentia Christina van Rees.
Zij vertrokken, gelijk wij hier achter
zien zullen, in 1826 naar Waalwijk
Vier jaren later, n 1. den 30 Juni
1830, waren ook de overige kinderen
van Jan Christiaan Reepma
ker en Maria Johanna Schut
telaere: Margar fha Petro-
neila, Qeertruida Isabella
Constance.JacobaJeannette
en Hendrika Sophia Reep
maker, met hunne ouders naar
Waalwijk gaan wonen en betrokken
het huis, thans bewoond door den heer
C h ar 1 e s F i c q, waar genoemde
ouders achtereenvolgens overleden den
21 December 1846 en 29 September
1867, hij oud 90 en zij 94 jaren
Geertruida Isabella Con
stance Reepmaker was onder
tusschen den 13 Maart 1834 te Waal
wijk gehuwd met JohannesLeyer,
ontvanger der registratie, den 18 Febr
1805 geboren te Bergen-op-Zoom uit
het huwelijk van Mathias Leyer
en Johanna Verdonk. Deze
echtverbintenis bleef kinderloos
Leyer stierf te Waalwijk den 23 Febr.
1846, terwijl zijne vrouw, de w e d u we
L e ij e r, die vele Waalwijkers nog
gekend hebben, aldaar den 6 Juli 1894
in den ouderdom van bijna 93 jaren
overleed. Zij was de laatste Reepmaker,
die te Waalwijk heeft gewoond. Toen
kort na haar overlijden haren inboedel
werd verkocht, kwam de aquarel van
haren vroeg overleden, veelbelovenden
broeder Hendrik jacobus Reepmaker,
die bij haar berustte, in mijne han
den. Hare zusters Margaretha
Pieternella en Hendrika
Sophia, die bij haar inwoon
den en in de wandeling juffrouwen
Pietje en Hientje werden genoemd,
overleden ongehuwd, ook in het pane
waar nu Charles Ficq woont, den 18
November 1872 en den 21 April 1882,
terwijl de jongste zuster op één na,
n.l. Jacoba Jeannette, reeds den
II November 1850 was gestorven.
Uit het huwelijk van bovengenoem
den Jacob Christiaan Reep
maker van Bell een Johanna
Philippina Reepmaker, die,
gelijk wij boven zagen, in 1826 zich
te Waalwijk vestigden, sproten de vol
gende vier kinderen:
1. Jacob, geboren te Besoijen
den 23 October 1825 en te 's-Herto
genbosch in 1835 op tienjarigen leef
tijd overleden
2. JanChristiaanMatheus
Willem, geb. te Waalwijk den 14
Oct, 1827le luitenant bij de Schutteri
te Waalwijk, later candidaat-notaris
gehuwd met Anna Henriette
Wilhelmina Roosenburg,
f te Den Haag 2 Juni 1900;
3. Johanna Emmerentia
Christina, geb. te W. den 12
Maart 1830; gehuwd te Waalwijk den
12 Nov. 1853 met Leonardus
Roosenburg, den 21 Sept. 1830
Schoonhoven geboren uit den echt van
Jan G,overt Roosenburg en
felena Aletta Meurs (Zie hier
achter)
4. Emmerentia Adriana
C h r i s ti n a, geb. te W. 26 Nov. 1831,
overleden aldaar 15 Sept. 1835.
De vader dezer 4 kinderen n.l.
Jacob Christiaan Reepmaker
van Belle, kwam reeds den 11 Juni
1836 te 's Hertogenbosch te overlijden,
waarna zijne weduwe, Johanna
Philippina Reepmaker, een
jaar later, n.l. den 28 Juni 1837, te
Nijmegen hertrouwde met T e u n i s
Wilhelmus van der Min. le
luitenant bij de Infanterie, in 1806 te
Rotterdam geboren uit het huwelijk
van Petrus van der Min en
Elisabeth Verhardt. Dit echt
paar, dat kinderloos bleef, vestigde
zich kort daarna te Waalwijk, waar
de heer van der Min, die rijk met
aardsche goederen was gezegend, in
1844 het aanzienlijke pand kocht,
staande en gelegen naast en ten
Westen van het tegenwoordige „hotel
Ver wiel", dat deed afbreken en op
dezelfde plaats een nieuw fraai gebouw,
met koetshuis, remise en stalling, deed
verrijzen, alles voor de toen aanzien
lijke som van 15000 gulden. Tien
jaren mocht hij hier, als kapitein van
de Waalwijksche schutterij, blijven
wonen, tot hij den 4 Mei 1854 kwam
te overlijden Zijn huis en zeer aan
zienlijk vermogen vervielen aan zijne
weduwe met hare twee kinderen. Een
dezer twee kinderen n.l. Johanna
Emmerentia Christina Reep
maker van Belle, was onder-
tusschen den 12 November 1853 te
Waalwijk gehuwd met bovengenoem-
den Leonardus Roosenburg,
eerst ontvanger, daarna inspecteur van
de registratie, die het gemelde huis
tot 1862 bewoonde, als wanneer hij
naar elders vertrok. Hij overleed in
1898 te Baarn en zijne vrouw den 21
Juli 1896 te Bennekom*). Hunne
moeder, Johanna .Philippina
Reepmaker, was den 24 Mei 1857
te Waalwijk overleden.
Na het vertrek van den inspecteur
Roosenburg kwam bedoeld huis,
dat thans 80 jaren oud is. aan burge
meester van der Klokken,daarna
aan Dr. van Gils en eindelijk aan
Dr. L a n g e m e ij e rB).
De meergemelde waterverfteekenlng,
welke nu te zien is bij de firma van
Wijk, is geteekend„H. I. Reepmaker
1812". Nu woonden, gelijk wij boven
zagen, in 1812 te Besoijen twee per
sonen, die H. Reepmaker heetten,
n.l. Hendrik Johannes Reep
maker en Hendrik Jacobus
Reepmaker: grootvader en klein
zoon, toen oud 91 en 16 jaar. Ik
meende vroeger, toen ik van het be
staan van den kleinzoon nog niets af
wist, dat de maker zou zijn Hendrik
Johannes Reepmaker, maar
thans ben ik tot de overtuiging ge
komen, dat niet de 91-jarige groot
vader, maar de 16 jarige kleinzoon de
vervaardiger moet zijn. Hoewel in
1814 als 17-jarige knaap te Haarlem
overleden, heeft Hendrik Jaco
bus Reepmaker zijn meeste
kinderjaren (van 1802—1812) te
Besoijen doorgebracht, ën daar ont
stond de liefde en rijpte het voor
nemen, om zijne woonplaats, al was
het dan op gebrekkige wijze, door
eene teekening te vereeuwigen. Hulde
den jeugdigen maker
J. van der Hammen Nicz.
Waalwijk.
Roosenburg, was in 1907 Officier van
justitie te Assen.
De huizen van Dr. Langemeijer
en den heer Wiesman, die in bouw
trant veel op elkander gelijken, zfln
ongeveer van denzelfden tijd."Datvan
Wiesman zal eenige jaren ouder zijn.
Het werd omstreeks 1830, zeker uit
eene ruime beurs, gebouwd door den
gepensionneerden kapitein Jean Baptist
Harduin,l in 1756 te Arras in
Frankrijk geboren uit het huwelijk van
Alphonse Norbert Harduin en Guil-
laume Louise Julie Rouget. Zijne eerste
vrouw was Catharina Hoefnagel
(f 1 Oct. 1819), zijne tweede Baren-
dina Godfrida Carolina Rauws. Hij
overleed 31 Mei 1840 en zij 10 jan.
1864. (Begraven te Besoijen onder een
prachtigen grafzerk) Hunne beide
dochters Carolina Helena Sebastiana
Harduin (geb. 30 Sept. 1829) en
Albertina Sophia jeannette Harduin
(geb. 29 Oct. 1827) huwden den 1
April 1852 en den 26 Juli 1860 met
Coenraad Leonard Wilhelm Treussart
ridder van Rappard, ontvanger der
registratie te Enkhuizen, en met Pieter
Car el Jan van Galen, Notaris te
Bergeik. Hun eenige zoon Willem
Karei Norbert Harduin bleef onge
huwd.
Aanteekeningen
Hij komt ook voor als kapitein
van de Infanterie.
Hij was als proponent van Den
Haag gekomen en vertrok in 1795
naar Rijsoort. Zijne vrouw heette
Agnes Faassen (t te B 18 Mei 1790).
3) Reeds yan 1771 tot 1787 was
hij predikant te Besoijen geweest,
maar. „patriot" zijnde, werd hij in
1787 ontzet, tot hij in 1796 nog eenige
maanden alhier den predikdienst ver
vulde.
4) Johannes .Slotemaker, gehuwd
met Maria Martina Wijnoxbergen,
kwam als predikant van Moerkapelle
en vertrok naar Fijnaart.
Gekomen van Princenhage en
vertrokken naar Zevenbergen.
6) Ds. van Schilfgaarde was in
1787 te Rotterdan geboren uit den
echt van Dirk van Schilfgaarde en
Cornelia Kraaij. Hij was gehuwd met
Johanna van der Eist, was eerst
predikant te Maasdam (dus voorganger
van Ds. van Koetsveld) en daarna te
Besoijen, waar hij den 10 Febr. 1826
overleed. Zijne redevoering, in 1822
te Waalwijk gehouden, bij gelegenheid
van het een-jarige bestaan van de afd.
der Maatschappij „Tot Nut van het
Algemeen", tintelde van godsdienstige
overtuiging, waarheidsliefde en men
schenmin.
7) Zij was den 5 Jan. 1824 te
Besoijen geboren uit het huwelijk van
Hendrik van Nievervaart en Maria
Wilhelmina Carolina Quérin.
Een zijner kinderen Mr. J. C.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Mijnheer de Redacteur,
Mogen wij U nogmaals beleefd
vragen om opname van onderstaande
stukken in Uw veelgelezen blad, bij
voorbaat dank vobr de opname.
Ons is in antwoord op ons verzoek
om intrekking van de navordering 1921
door Heeren Gedeputeerden mede
gedeeld
„Dat bezwaren tegen navorderings-
„aanslagen over 1921 behooren te
„worden ingediend op de wijze, voor
beschreven bij artikel 265 (oud) der
„gemeentewet, n.l. binnen drie maanden
„na de uitreiking van het aanslagbiljet
„bij den gemeenteraad, tegen wiens
„beslissing, binnen dertig dagen na de
„mededeeling ervan, beroep kan wor-
„den ingesteld bij ons College.
„Daar de desbetreffende verordening,
„zooals die vroeger door den gemeente-
„raad van Besoijen is vastgesteld, na-
„vordering van te weinig geheven
„belasting voorschrijft, kunnen wij niet
„voldoen aan Uw verzoek om intrek-
„king der navordering te bevorderen.
„De Gedeputeerde Staten
van Noordbrabant."
Zooals onze mede-adressanten zien
lijden wij voorshands de nederlaag.
Daar wij de billijkheid van dezen
aanslag echter niet kunnen aanvoelen,
hebben wij gemeend in laatste instantie
dit zakelijk verschil van meening aan
hangig te moeten maken bij de Kroon.
Mochten wij ook met dit laatste
betoog de zege niet wegdragen, dan
hopen wij toch dat het de Heeren
Leden van onzen Raad ertoe mag nopen
om een bizondere tegemoetkomende
houding aan te nemen tegenover de
verschillende gemotiveerde aanvragen
aan den Raad gericht om geheele of
gedeeltelijke ontheffing dezer navorde
ring.
Ten laatste rest ons nog een woord
van warmen dank aan „De Echo van
het Zuiden" voor de opname der ver
schillende stukken rakende deze aan
gelegenheid.
HET COMITÉ.
Waalwijk, 18 januari 1924.
Aan Hare Majesteit Wilhelmina,
Koningin der Nederlanden.
Mevrouw,
Hierbij nemen ondergeteekenden,
namens een pl.m. honderdtal mede
belanghebbenden, eerbiedig de vrijheid,
de volgende aangelegenheid onder Uwe
welwillende aandacht te brengen.
Ons is 1 October 1923 toegezonden
door den Raad onzer gemeente Waal
wijk een navorderingsbiljet H O. dienst
jaar 1921, in welk jaar wij nog inge
zetenen van Besoijen waren.
Wij kunnen de billijkheid van deze
navordering niet inzien om de volgende
redenen en mogen U dit met een voor
beeld toelichten.
Een onzer, werkzaam in Waalwijk,
werd in 1921 en 1 October 1923 als
volgt over dit jaar(1921)aangeslagen:
1. Besoijen.
Geraamd inkomen f 1000.—
Belastbaar inkomen f 600.—
2. Waalwijk. (Forensen aanslag.)
Geschat inkomen f1469.—
Aftrek levensonderhoud f 650.—
Belastbaar inkomen f 819.
3. Rijksinkomstenbelasting.
Zuiver inkomen f 1569.—
4. Navordering H.O. 1921.
Geschat inkomen f 1569.
Aftrek f 400.-
Belastbaar inkomen f 1169.
Nu is ons medegedeeld, dat, wan
neer de toenmalige Raad van Besoijen
de Inkomens vastgesteld voor de Rijks-
rotan »tni«
I