Tweede Blad Ingezonden Stukken Nam. 6. Zaterdag 19 jan. 1924 Iets over de familie Reepmaker uit het begin der 19e eeuw. 11. Ofschoon ik moet bekennen, dat de aquarel van den 16-jarigen Hendrik jacobus Reepmaker niet vrij is van grove feilen en met name heel wat perspectivische fouten bevat, gelijk iedereen kan zien en gelijk ook de kunstschilder Theo van Delft, die de moeite nam ze even te komen bekijken, bevestigde, hecht ik echter aan die kunstelooze teekening eene vrij hooge historische waarde, hoofdzakelijk hierom, wijl ze de eenige afbeelding is, die ons een kijkje gunt in het Besoijen van vóór 110 jaren. Ze stelt voor a. De met riet gedekte pastorie der Hervormde gemeente, toen (1812) be woond door den predikant Ds. Rei nier van den Broek (geb te Princenhage 1 Sept. 1769), zijne vrouw Johanna Maria Brandt (geb. te Lunteren 21 Nov. 1766), hunne vier kinderenCornells Jan (geb. te Princenhage 2 Jan. 1799), Petro- n e 11a Rutgerdina (geb. te Prin cenhage 10 October 1800), R e i n i e r Louwerens (geb. te Besoijen 6 Febr. 1805) en Sophia Anto- n e 11 a (geb. te Besoijen 26 Oct. 1807), en hunne dienstmeid Hermina Klootwijk (geboren te Sprang 12 Juli 1785); b. Het met roode pannen gedekte achterhuis of schuurtje achter de pastorie c. De kerk met toren; d. Het aan de noordzijde der kerk staande achtkantige raadhuis, vóór 1792 grafkapel e. Het oude met riet gedekte boeren huis van de familie van Steensel f. De keistraat met de ouderwetsche omhoogstekende kantkeien (in 1699 gelegd) g. Een gedeelte van het langs dé pastorie loopende Hollandsche steegje, voerende naar de Hollandsche akkers, toebehoorende den ambachtsheer; h. Een gedeelte van de Molensloot i. Eenige figuren op den weg. De pastorie en het huis van Ber- nardus van Steensel en diens vrouw Maria Boom werden den 3 Maart 1840, zijnde Dinsdagochtend haii 10, met 5 andere huizen eene prooi der vlammen, terwijl op de gedempte Molensloot (in vroegere eeuwen stond daar de molen) in 1870 het nieuwe raadhuis verrees. Op dezelfde plaats, waar de afgebrande pastorie stond, werd in 1841 het nieuwe thans nog bestaande predi kantshuis gebouwd. Ik moet toegeven, dat de figuren op den voorgrondeen man een koe voort drijvende, een man een zwavelstokken mars torsende, een vrouwtje met een hond en een geit, wel wat popperig geteekend zijn. De teekenaar schijnt nog een beginneling geweest te zijn, niet in de geheimen der perspectief ingewijd. Sommige onderdeden van de aquarel, b.v. de boomen, zijn echter goed geteekend Den jeugdigen maker, die nimmer zal gedroomd hebben, dat zijn jeugdwerk na 100 jaren nog met waardeering zou besproken worden, vergeven wij evenwel gaarne zijne fouten Van wie is nu dat schilderstukje afkomstig en hoe is het te Besoijen verzeild geraakt? Om deze vraag te beantwoorden, dienen we eenigszins nader bekend te worden met de genealogie Reep maker. De familie Reepmaker, thans over Holland en andere provinciën verspreid en vermaagschapt aan de aanzienlijkste geslachten van ons land, is oorspronkelijk van Noordbrabantsche afkomst. Zij vindt hare bakermat in Eindhoven en omstreken, van waar sommige leden in de tweede helft der 16de eeuw (plm. 1580) uitweken naar Noord-Holland (Haarlem). Een der afstammelingen, n.l. Johannes Ja cobus Reepmaker, geboren te Den Haag den 20 April 1673, officier in het Hollandsche leger en gehuwd met Maria Catharina Reems, vertoefde in 1721 tijdelijk te Maastricht, waar hem den 30 Juli 1721 een zoon werd geborenHendrik Johan nes Reepmaker, die later ook in den krijgsdienst ging. Deze trad den 16 October 1755 te Zutphen voor de tweede maal in het huwelijk (zijne eerste vrouw was A1 i d a van Woeideren) met j ud i t h aco- ba Marchant, den 4 Augustus 1726 te Heusden geboren uit de echt verbintenis van Jan Marchant en Christina van Teckelen burg, waaruit zeer waarschijnlijk den 9 November 1756 te Waalwijk werd geboren |an Christiaan Reep maker. ik zeg „zeer waarschijnlijk", wijl de oude geboorte- of doop-1 registers aldaar, door den brand van 1824, niet meer zijn te controleeren. In ieder geval is Hendrik Johan nes Reepmaker de eerste Reep maker geweest, die te Waalwijk gewoond heeft en die dus Waalwijks omstreken zal gekend hebben, hoewel zijn verblijf aldaar niet van langen duur zal zijn geweest, wijl krijgslieden in dien veelbewogen tijd een tamelijk zwervend leven leidden. In 1792, toen hij reeds 70 jaren telde, woonde hij als gepensionneerd luitenant van de Cavalierie te Bergen-op-Zoom. Het verblijf aldaar schijnt hem op den duur niet aangestaan te hebben, weshalve hij besloot met zijne vrouw in de omstreken van Waalwijk, waar hij bekend was, zijne laatste levensjaren te gaan doorbrengen. Daartoe kocht hij den 28 Augustus 1792 van den heer Jacobus Kuymans, wonen de te Waalwijk, een huis en erf te Besoijen, staande en gelegen aan de Noordzijde der straat, begrensd ten Oosten door de kinderen en erfgena men van Math ij s van Engelen en ten Westen door den Z o m e r d ij k. Dat huis, hetwelk hem f3400 kostte, stond dus op de plaats, waar zich thans het Café van Denis van der Zaken bevindt. Het werd hem den 31 October 1792 getransporteerd, op welke dag hij het zal betrokken hebben met zijne vrouw Judith Jacoba Marchant en zijne drie kinderen a n Christiaan, Philippina en Johanna Catharina Reep maker. Deze drie kinderen waren den 24 October 1792 met attestatie yan Halsteren bij Bergen-op Zoom naar Besoijen gekomen. Het verblijf van Hendrik Johan nes Reepmaker te Besoijen, die aldaar onderscheidene kerkelijke amb ten heeft bekleed, die, getuige ver schillende attesten, zeer in aanzien stond bij zijne superieuren en mede burgers en met name een goed huis vriend was van de predikanten F e r- dinandWilhelm Mörser (1788— 1795)»), Pi eter Willem Lee mans (1796) Johannes S I o- te maker (1796—1802) 4) en Rei- nier van den Broek (1802— 1818)*), duurde ongeveer 25 jaren, tot den 24 Juli 1816. toen hij in den ouderdom van bijna 96 jaren overleed en in de kerk werd begraven. Die 25 jaren waren een zeer ge wichtig en veelbewogen tijdvak in onze geschiedenis en ook in die van Besoijen. Hij maakte mede de omwen teling van 1795, zag de nieuwe Staats regeling van 1798 ingevoerd worden, was er getuige van dat de Franschen hier en elders zich aan laakbare stroo- perijen en dieverijen schuldig maakten, zag Napoleon keizer der Franschen worden, beleefde in 1810 de inlijving van ons land bij Frankrijk en zag Koning Willem I den troon bestijgen en de nieuwe grondwet yan 1815 be krachtigen. Zijne vrouw Judith Ja coba Marchant was hem den 5 Mei 1813, in den ouderdom van ruim 86 jaren, in de eeuwige rust voorgegaanterwijl zijne beide doch ters Philippina Reepmaker (geb. te Venlo 3 Febr. 1759) en J o- h an naCatharin a Reepmaker (geb. te 's-Hertogenbosch 30 Jan. 1758) kort na zijn dood, den 3 Novem ber 1816, naar Oosterhout vertrokken Zoo bleef zijn eenige zoon, de bo vengenoemde Jan Christiaan Reepmaker, alleen in Besoijen over. Deze was inmiddels den 26 Mei 1793, op 36 jarigen leeftijd, te St Omer in het huwelijk getreden met Maria Johanna Schuttelaere, in 1773 te Rousbrugge aan den Yzer uit het huwelijk van Franciscus Schuttelaere en Isabella de Koot geboren. Niet minder dan zijn vader heeft deze Jan Christiaan R e e p m ak e r, als kapitein, een veel bewogen en zwervend leven geleid, wat blijkt uit de geboorteplaatsen zijner elf kinderen, verwekt bij zijne voor noemde vrouw a. MargarethaPetronella Reepmaker, geboren den 29 Mctart 1794 te Ardre fn Frankrijk; b. Hendrik Jacobus Reep maker, geboren te Zwolle den 18 Juni 1796; c. Johanna Philippina Reepmaker, geboren te Alkmaar den 19 Juli 1798; d. Jan Francois Reepma k e r, geboren te Zutphen den 23 Jan. 1800; e. Qeertruida IsabellaCon- stance Reepmaker, geb. te Den Haag den 2 Jan. 1802; f. Frederik Christiaan Reepmaker, geb. 21 November 1804 te Den Haag g. Pieter LodewijkReep- m a k er, geb. te Besoijen den 28 Febr. 1806; h. Gijsbertus Philip pus Reepmaker, geb te Besoijen den 11 Maart 1808; i. Jacoba Jeannette Reep maker, geb. te Besoijen 30 Maar 1810; k. Karei Reepmaker, jeb. te Besoijen den 9 November 1811; 1. Hendrika Sophia Reep maker, geb. te Besoijen den 23 Sept. 1814 Omstreeks 1801 had J a n C h r i s t i- aan Reepmaker zich laten pen- sionneeren en zich in 1802, als gepen sionneerd kapitein, voor tijd en wijle te Besoijen gevestigd, waar hij tot 1830 woonde naast het dorpsschoolhuis op de olaats waar ik thans woon (no. A 236). Van 1819 tot 1826 was hij de boezem vriend van den talentvollen, fijngevoe- ligen en edelaardigen Besoijenschen predikant Andries Adrianus vanSchilfgaarde, die gedurende 8 jaren op de meest eervolle en uit nemende wijze het Evangelie aldaar heeft verkondigd. Zijn tweede, derde en vijfde zoon, n.l J a n F ra n- cois, Frederik Christiaan en G ij s b e r t u s P h i 1 i p p u s, be gaven zich later in den militairen dienst en overleden achtereenvolgens ongehuwd in Indië in 1826, 1832 en 1836. Ook zijn vierde zoon, Pieter Lodewijk Reepmaker, trad in den krijgsdienst, werd le luitenant bij de Infanterie en later burgemeester van Aardenburg, waar hij den 3 Januari 1888 overleed, van zijne 4 vrouwen (Petronella Sara Herny f 1837; Maria Antonetta Cal I e n f e 1 s f 1853Johanna Gerarda Diderica van Nie- ver vaart f 21 Juni 18727) Akke Cornelia van Oppen) eenige kinderen nalatende. Zijn jongste zoon, Karei Reepmaker, is eenigen tijd 2e luitenant bij de Schut terij geweest en overleed op jeugdigen ieeftijd in 1832 te Gorinchem. terwijl zijn OHdste zoon, Hendrik Jaco bus Reepmaker, onze amateur- schilder (over wien hierachter meer), in 1814 als 17-jarige knaap te Haarlem kwam te overlijden. Inmiddels was zijne oudste dochter op één na, r. 1. J o h a n n a Philip pine Reepmaker, den 31 Octo ber 1823 te Besoijen in het huwelijk getreden met haren naamgenoot en verren bloedverwant Jacob Chris tiaan Reepmaker van Belle, geboren te Rotterdam den 2 Maart 1784 uit de echtverbintenis van Mr. Jacob Reepmaker, ambachts heer van Waddinxveen, en E m m e- rentia Christina van Rees. Zij vertrokken, gelijk wij hier achter zien zullen, in 1826 naar Waalwijk Vier jaren later, n 1. den 30 Juni 1830, waren ook de overige kinderen van Jan Christiaan Reepma ker en Maria Johanna Schut telaere: Margar fha Petro- neila, Qeertruida Isabella Constance.JacobaJeannette en Hendrika Sophia Reep maker, met hunne ouders naar Waalwijk gaan wonen en betrokken het huis, thans bewoond door den heer C h ar 1 e s F i c q, waar genoemde ouders achtereenvolgens overleden den 21 December 1846 en 29 September 1867, hij oud 90 en zij 94 jaren Geertruida Isabella Con stance Reepmaker was onder tusschen den 13 Maart 1834 te Waal wijk gehuwd met JohannesLeyer, ontvanger der registratie, den 18 Febr 1805 geboren te Bergen-op-Zoom uit het huwelijk van Mathias Leyer en Johanna Verdonk. Deze echtverbintenis bleef kinderloos Leyer stierf te Waalwijk den 23 Febr. 1846, terwijl zijne vrouw, de w e d u we L e ij e r, die vele Waalwijkers nog gekend hebben, aldaar den 6 Juli 1894 in den ouderdom van bijna 93 jaren overleed. Zij was de laatste Reepmaker, die te Waalwijk heeft gewoond. Toen kort na haar overlijden haren inboedel werd verkocht, kwam de aquarel van haren vroeg overleden, veelbelovenden broeder Hendrik jacobus Reepmaker, die bij haar berustte, in mijne han den. Hare zusters Margaretha Pieternella en Hendrika Sophia, die bij haar inwoon den en in de wandeling juffrouwen Pietje en Hientje werden genoemd, overleden ongehuwd, ook in het pane waar nu Charles Ficq woont, den 18 November 1872 en den 21 April 1882, terwijl de jongste zuster op één na, n.l. Jacoba Jeannette, reeds den II November 1850 was gestorven. Uit het huwelijk van bovengenoem den Jacob Christiaan Reep maker van Bell een Johanna Philippina Reepmaker, die, gelijk wij boven zagen, in 1826 zich te Waalwijk vestigden, sproten de vol gende vier kinderen: 1. Jacob, geboren te Besoijen den 23 October 1825 en te 's-Herto genbosch in 1835 op tienjarigen leef tijd overleden 2. JanChristiaanMatheus Willem, geb. te Waalwijk den 14 Oct, 1827le luitenant bij de Schutteri te Waalwijk, later candidaat-notaris gehuwd met Anna Henriette Wilhelmina Roosenburg, f te Den Haag 2 Juni 1900; 3. Johanna Emmerentia Christina, geb. te W. den 12 Maart 1830; gehuwd te Waalwijk den 12 Nov. 1853 met Leonardus Roosenburg, den 21 Sept. 1830 Schoonhoven geboren uit den echt van Jan G,overt Roosenburg en felena Aletta Meurs (Zie hier achter) 4. Emmerentia Adriana C h r i s ti n a, geb. te W. 26 Nov. 1831, overleden aldaar 15 Sept. 1835. De vader dezer 4 kinderen n.l. Jacob Christiaan Reepmaker van Belle, kwam reeds den 11 Juni 1836 te 's Hertogenbosch te overlijden, waarna zijne weduwe, Johanna Philippina Reepmaker, een jaar later, n.l. den 28 Juni 1837, te Nijmegen hertrouwde met T e u n i s Wilhelmus van der Min. le luitenant bij de Infanterie, in 1806 te Rotterdam geboren uit het huwelijk van Petrus van der Min en Elisabeth Verhardt. Dit echt paar, dat kinderloos bleef, vestigde zich kort daarna te Waalwijk, waar de heer van der Min, die rijk met aardsche goederen was gezegend, in 1844 het aanzienlijke pand kocht, staande en gelegen naast en ten Westen van het tegenwoordige „hotel Ver wiel", dat deed afbreken en op dezelfde plaats een nieuw fraai gebouw, met koetshuis, remise en stalling, deed verrijzen, alles voor de toen aanzien lijke som van 15000 gulden. Tien jaren mocht hij hier, als kapitein van de Waalwijksche schutterij, blijven wonen, tot hij den 4 Mei 1854 kwam te overlijden Zijn huis en zeer aan zienlijk vermogen vervielen aan zijne weduwe met hare twee kinderen. Een dezer twee kinderen n.l. Johanna Emmerentia Christina Reep maker van Belle, was onder- tusschen den 12 November 1853 te Waalwijk gehuwd met bovengenoem- den Leonardus Roosenburg, eerst ontvanger, daarna inspecteur van de registratie, die het gemelde huis tot 1862 bewoonde, als wanneer hij naar elders vertrok. Hij overleed in 1898 te Baarn en zijne vrouw den 21 Juli 1896 te Bennekom*). Hunne moeder, Johanna .Philippina Reepmaker, was den 24 Mei 1857 te Waalwijk overleden. Na het vertrek van den inspecteur Roosenburg kwam bedoeld huis, dat thans 80 jaren oud is. aan burge meester van der Klokken,daarna aan Dr. van Gils en eindelijk aan Dr. L a n g e m e ij e rB). De meergemelde waterverfteekenlng, welke nu te zien is bij de firma van Wijk, is geteekend„H. I. Reepmaker 1812". Nu woonden, gelijk wij boven zagen, in 1812 te Besoijen twee per sonen, die H. Reepmaker heetten, n.l. Hendrik Johannes Reep maker en Hendrik Jacobus Reepmaker: grootvader en klein zoon, toen oud 91 en 16 jaar. Ik meende vroeger, toen ik van het be staan van den kleinzoon nog niets af wist, dat de maker zou zijn Hendrik Johannes Reepmaker, maar thans ben ik tot de overtuiging ge komen, dat niet de 91-jarige groot vader, maar de 16 jarige kleinzoon de vervaardiger moet zijn. Hoewel in 1814 als 17-jarige knaap te Haarlem overleden, heeft Hendrik Jaco bus Reepmaker zijn meeste kinderjaren (van 1802—1812) te Besoijen doorgebracht, ën daar ont stond de liefde en rijpte het voor nemen, om zijne woonplaats, al was het dan op gebrekkige wijze, door eene teekening te vereeuwigen. Hulde den jeugdigen maker J. van der Hammen Nicz. Waalwijk. Roosenburg, was in 1907 Officier van justitie te Assen. De huizen van Dr. Langemeijer en den heer Wiesman, die in bouw trant veel op elkander gelijken, zfln ongeveer van denzelfden tijd."Datvan Wiesman zal eenige jaren ouder zijn. Het werd omstreeks 1830, zeker uit eene ruime beurs, gebouwd door den gepensionneerden kapitein Jean Baptist Harduin,l in 1756 te Arras in Frankrijk geboren uit het huwelijk van Alphonse Norbert Harduin en Guil- laume Louise Julie Rouget. Zijne eerste vrouw was Catharina Hoefnagel (f 1 Oct. 1819), zijne tweede Baren- dina Godfrida Carolina Rauws. Hij overleed 31 Mei 1840 en zij 10 jan. 1864. (Begraven te Besoijen onder een prachtigen grafzerk) Hunne beide dochters Carolina Helena Sebastiana Harduin (geb. 30 Sept. 1829) en Albertina Sophia jeannette Harduin (geb. 29 Oct. 1827) huwden den 1 April 1852 en den 26 Juli 1860 met Coenraad Leonard Wilhelm Treussart ridder van Rappard, ontvanger der registratie te Enkhuizen, en met Pieter Car el Jan van Galen, Notaris te Bergeik. Hun eenige zoon Willem Karei Norbert Harduin bleef onge huwd. Aanteekeningen Hij komt ook voor als kapitein van de Infanterie. Hij was als proponent van Den Haag gekomen en vertrok in 1795 naar Rijsoort. Zijne vrouw heette Agnes Faassen (t te B 18 Mei 1790). 3) Reeds yan 1771 tot 1787 was hij predikant te Besoijen geweest, maar. „patriot" zijnde, werd hij in 1787 ontzet, tot hij in 1796 nog eenige maanden alhier den predikdienst ver vulde. 4) Johannes .Slotemaker, gehuwd met Maria Martina Wijnoxbergen, kwam als predikant van Moerkapelle en vertrok naar Fijnaart. Gekomen van Princenhage en vertrokken naar Zevenbergen. 6) Ds. van Schilfgaarde was in 1787 te Rotterdan geboren uit den echt van Dirk van Schilfgaarde en Cornelia Kraaij. Hij was gehuwd met Johanna van der Eist, was eerst predikant te Maasdam (dus voorganger van Ds. van Koetsveld) en daarna te Besoijen, waar hij den 10 Febr. 1826 overleed. Zijne redevoering, in 1822 te Waalwijk gehouden, bij gelegenheid van het een-jarige bestaan van de afd. der Maatschappij „Tot Nut van het Algemeen", tintelde van godsdienstige overtuiging, waarheidsliefde en men schenmin. 7) Zij was den 5 Jan. 1824 te Besoijen geboren uit het huwelijk van Hendrik van Nievervaart en Maria Wilhelmina Carolina Quérin. Een zijner kinderen Mr. J. C. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Mijnheer de Redacteur, Mogen wij U nogmaals beleefd vragen om opname van onderstaande stukken in Uw veelgelezen blad, bij voorbaat dank vobr de opname. Ons is in antwoord op ons verzoek om intrekking van de navordering 1921 door Heeren Gedeputeerden mede gedeeld „Dat bezwaren tegen navorderings- „aanslagen over 1921 behooren te „worden ingediend op de wijze, voor beschreven bij artikel 265 (oud) der „gemeentewet, n.l. binnen drie maanden „na de uitreiking van het aanslagbiljet „bij den gemeenteraad, tegen wiens „beslissing, binnen dertig dagen na de „mededeeling ervan, beroep kan wor- „den ingesteld bij ons College. „Daar de desbetreffende verordening, „zooals die vroeger door den gemeente- „raad van Besoijen is vastgesteld, na- „vordering van te weinig geheven „belasting voorschrijft, kunnen wij niet „voldoen aan Uw verzoek om intrek- „king der navordering te bevorderen. „De Gedeputeerde Staten van Noordbrabant." Zooals onze mede-adressanten zien lijden wij voorshands de nederlaag. Daar wij de billijkheid van dezen aanslag echter niet kunnen aanvoelen, hebben wij gemeend in laatste instantie dit zakelijk verschil van meening aan hangig te moeten maken bij de Kroon. Mochten wij ook met dit laatste betoog de zege niet wegdragen, dan hopen wij toch dat het de Heeren Leden van onzen Raad ertoe mag nopen om een bizondere tegemoetkomende houding aan te nemen tegenover de verschillende gemotiveerde aanvragen aan den Raad gericht om geheele of gedeeltelijke ontheffing dezer navorde ring. Ten laatste rest ons nog een woord van warmen dank aan „De Echo van het Zuiden" voor de opname der ver schillende stukken rakende deze aan gelegenheid. HET COMITÉ. Waalwijk, 18 januari 1924. Aan Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden. Mevrouw, Hierbij nemen ondergeteekenden, namens een pl.m. honderdtal mede belanghebbenden, eerbiedig de vrijheid, de volgende aangelegenheid onder Uwe welwillende aandacht te brengen. Ons is 1 October 1923 toegezonden door den Raad onzer gemeente Waal wijk een navorderingsbiljet H O. dienst jaar 1921, in welk jaar wij nog inge zetenen van Besoijen waren. Wij kunnen de billijkheid van deze navordering niet inzien om de volgende redenen en mogen U dit met een voor beeld toelichten. Een onzer, werkzaam in Waalwijk, werd in 1921 en 1 October 1923 als volgt over dit jaar(1921)aangeslagen: 1. Besoijen. Geraamd inkomen f 1000.— Belastbaar inkomen f 600.— 2. Waalwijk. (Forensen aanslag.) Geschat inkomen f1469.— Aftrek levensonderhoud f 650.— Belastbaar inkomen f 819. 3. Rijksinkomstenbelasting. Zuiver inkomen f 1569.— 4. Navordering H.O. 1921. Geschat inkomen f 1569. Aftrek f 400.- Belastbaar inkomen f 1169. Nu is ons medegedeeld, dat, wan neer de toenmalige Raad van Besoijen de Inkomens vastgesteld voor de Rijks- rotan »tni« I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 5