Buitenland.
Het voorstel van B. en W. hierna
in omvraag gebracht wordt met 6 tegen
5 stemmen verworpen.
Voor het voorstel stemden de heeren
van der Aa, Klijberg Smolders, van
der Geld en de Graaff. Tegen de heeren
van Driel, Timmermans, Jac. Oomens,
Roggeveen, Groenen en Eibers.
c. Verzoek van den heer H. A. W.
Surig om de huur zijner woning nog
met enkele jaren te verlengen
Adressant wijst er in zijn schrijven
op dat hoofden van scholen geen recht
meer hebben op een schoolhuis. In
Limburg zijn deze huizen dan ook al
reeds in huur bij vele andere menschen
zelfs in Elshout woont de burgemeester
in het schoolhuis. Zou hij er uit moeten
dan ve^ralt hij daardoor in zeer groote
kosten omdat hij het huis boven geheel
heeft laten inrichten voor zijn inrich
ting en hij voor zich niet gemakkelijk
een dergelijk ruim huis kan huren.
Vervolgens verzoekt hij om de huur
niet te willen verhoogen.
Voorzitter. Burg. en Weth. stellen
voor om de huur met 4 jaar te ver
lengen.
De heer Van Driel zegt dat afge
vaardigden van het bestuur der Chr.
Schoolvereeniging met Burg. en Weth.
over deze aangelegenheid eene be
spreking hebben gehouden en nu be
vreemdt het hem dat Burg en Weth.
met een dergelijk voorstel komen, want
tijdens de bespreking waren Burg. en
Weth. het eens dat de woning weer
aan haar bestemming moest worden
teruggegeven Doch er is ook nog een
andere zaak waarom het wenschelijk
is dat het schoolhuis aan de school
behoort en dat is, dat de putten van
de privaten zijn gelegen in den tuin
van het schoolhuis, welke door een
muur is afgescheiden van de school
Het komt het bestuur van de school
zeer gewenscht voor. dat daarom ook
zij over het schoolhuis de beschikking
moeten hebben, wijl het anders zou
kunnen voorkomen dat men op groote
bezwaren komt te stuiten. Immers het
kan voorkomen dat de huurder van het
huis onwillig zou zijn om de putten
op tijd te laten ruimen. Tot heden is
dat altijd wel goed gegaan, maar dat
zou anders kunnen worden en dan zat
men voor de moeilijkheden te kijken.
Nu is men altijd aan de goedwillend
heid van een ander overgeleverd. Het
komt hem daarom voor dat de Raad
niet op het voorstel van Burg. en Weth.
mag ingaan, aangezien men anders inde
toekomst zeker voor kosten komt te
staan, wijl men in het door hem aan
gehaalde euvel zal moeten gaan voor
zien
Eibers. Is de gemeente verplicht
om voor de bijzondere scholen een
schoolhuis te geven
Voorzitter. Neen, ook voor de open
bare scholen niet meer.
De heer Eibers kan zich dan goed
vereenigen met het voorstel van Burg.
en Weth om het huis weer voor 4 jaar
aan den heer Surig te verhuren, vooral
ook omdat deze niet vrijwillig van de
school is weggegaan. Thans is hij
Waalwijker en zou men hem de huur
opzeggen, hij zou hier niet gemakkelijk
voor zijn inrichting een woning kunnen
krijgen, zoodat hij gedwongen zou zijn
om de gemeente te gaan verlaten en
dat moet men voorkomen Men moet
meer menschen hier zien te krijgen,
maar niet naar een andere plaats jagen.
Het gaat z.i. niet aan om iemand, die
altijd goed aan zijne verplichtingen
heeft voldaan, zoo maar de huur op
te gaan zeggen.
De heer Roggeveen merkt op dat
in het adres van den heer Surig wordt
gezegd dat het hoofd der Bijzondere
School de gelegenheid om in de nabij
heid van de school een huis te huren,
heeft laten voorbijgaan en stelt de
vraag of zulks het geval is. Wat het
andere door den heer Van Driel ge
opperde bezwaar betreft, dat kan
worden voorkomen door in het huur
contract vast te leggen dat hij ver
plicht is daarvoor steeds toegang te
verleenen.
Spreker dacht verder dat de heer
Eibers niet erg veel voelde om huizen
op langen termijn te verhuren althans
bij de bespreking over het verhuren
van de huizen aan de heeren de Vries
en Van Oudenhoven sprak hij zich uit
om van jaar tot jaar te verhuren.
De heer Eibers geeft den heer Rogge
veen gelijk deze opmerking te maken
wijl ze gerechtvaardigd is. Hij wil zich
gaarne aan zijn woord houden maar
omdat het hier betreft een huis waarin
als het ware een zaak, een bedrijf in
wordt uitgeoefend, meende hij een
uitzondering te mogen maken.
De Voorzitter zal eerst de heer van
Driel, die gezegd heeft dat hem het
voorstel van Burg. en Weth heeft
bevreemd, antwoorden Waar is dat bij
de conferentie die Burg. en Weth. met
enkele heeren van het schoolbestuur
hebben gehad, zij een oogenbiik er iets
voor hebben gevoeld om het huis zijne
vroegere bestemming weer terug te
geven. Later echter is de heer Surig
op een vergadering van Burg. en
Weth. geweest om zijne bezwaren
uiteen te komen zetten. Hij heeft er
toen op gewezen dat hij het huis,
omdat hij veel interne leerlingen heeft,
geheel in orde heeft doen maken en
het dus een groote schadepost voor
hem zou zijn als hij het huis moet
verlaten, vooral omdat hij hier niet
gemakkelijk een dergelijk ruim huis
zal kunnen huren. Het is zooals door
den heer Eibers is gezegd, men moet j
de menschen zooveel mogelijk hier
zien te houden en het is vrij zeker dat
de heer Surig de gemeente zou moeten
verlaten omdat hij geen huis hier zou
kunnen huren waarin hij gelegenheid
vindt om een leerling of 10 te plaatsen.
Door den heer van Driel is ook
nog wel gewezen op de kwestie be
treffende de beerputten doch hij meent
dat dit geen groot bezwaar voor de
school kan zijn, wijl de heer Surig er
altijd het grootste belang bij heeft dat
deze op tijd worden geruimd. Boven
dien kan zulks nog in het huurcontract
worden vastgelegd Wat de heer Rog
geveen opmerkt om van jaar tot jaar
te verhuren, daar voelt spr. in andere
gevallen ook wel wat voor, doch omdat
gezegd kan worden dat hier een be
drijf wordt uitgeoefend en men dan
wat meer zekerheid moet hebben, blijft
hij het meest voelen voor het voorstel
van Burg. en Weth.
De gestelde vraag of het hoofd der
school in de gelegenheid is geweest
om nabij de schooi te huren, kan hij
niet beantwoorden.
De heer Groenen kan mededeelen
dat men een oogenbiik in de gelegen
heid is geweest om tegenover de school
het huis van de firma Gebr Meerakker
te huren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
hierna het voorstel van Burg. en Weth.
aangenomen.
d. Schrijven van de firma Wed. A.
M J. van Delft om het voor hare af
gebrande fabriek liggend trottoir, dat
door de firma op eigen rekening is
aangelegd, tegen den kostendeh prijs
over te nemen.
Voorzitter. Burg en Weth stellen
voor op het aanbod in te gaan mits
de gemeente de vrije beschikking krijgt
tot aan de rooilijn.
Smolders. Is het 't gemeentebestuur
bekend dat de aanvrager zich daarmee
kan vereenigen.
Voorzitter. Neen, tot heden nog niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van Burg. en Weth. aan
genomen.
e. Verzoek van dezelfde firma om
vergunning voor het oprichten van een
houten bergplaats
Wordt besloten de gevraagde ver
gunning tot wederopzegging en tegen
recognitie te verleenen.
f. Adres van de Kamer van Koop
handel van de Langstraat om adhaesie
te betuigen van hare pogingen om
verbetering van den keiweg Tilburg—
Waalwijk te verkrijgen.
Wordt besloten den gevraagden steun
te verleenen.
g. Schrijven van Ged. Staten hou
dende de goedkeuring van het raads
besluit tot opheffing van den cursus
voor vervolgonderwijs, tot kwijtschel
ding van pacht aan Klijn en van
het besluit tot aankoop van grond van
de Gebr. de Graaff.
h. Schrijven van Ged. Stagen hou
dende de mededeeling dat de beslis
sing inzake het raadsbesluit tot vast
stelling van een rooiiijn wordt ver
daagd.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
i. Verslag der Commissie van Toe
zicht op het Middelbaar Onderwijs over
het jaar 1922.
De heer Roggeveen merkt op dat
dergelijke verslagen wel wat laat binnen
komen.
De Voorzitter zegt toe deze klacht
aan de commissie over te brengen.
j. Verzoek van het gemeentebestuur
van Werkendam om adhaesie te betui
gen aan hare pogingen tot wijziging
der Middelbaar en Hooger Onderwijs
wet, waardoor de kosten ingevolge die
wetten niet voor rekening komen der
plattelandsgemeenten.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
k. Advies van de Gascommissie in
zake het betoog van den heer Smolders
ten aanzien van de voorgestelde wijzi
ging van het tarief voor de levering
van gas.
De Voorzitter zegt dat alle heeren
wel kennis zullen hebben genomen van
het uitvoerige rapport der commissie
en dat de heer Smolders het nu wel
met het voorstel van de gascommissie,
overgenomen door Burg. en Weth
eens zal zijn geworden.
De heer Smolders merkt op dat van
een eens worden direct i iet mag ge
sproken worden Op de derde bladzijde
van het rapport der commissie is dit
juister weergegeven, n.l. daar waar
staat„Als men verlaging der aanvangs
tarieven had kunnen voorstellen", want
dat juist is steeds en nog voor hem
het kardinale punt geweest.
Naar aanleiding van het uitvoerig
rapport der commissie wenscht hij nog
enkele opmerkingen te maken. In de
vergadering van de gascommissie, waar
hij bij de behandeling van zijn betoog
mocht tegenwoordig zijn, heeft hij de
overtuiging gekregen dat de door hem
becijferde verlaging van 3 ct. per M3.
niet mogelijk is, omdat zijn opzet was
berekend op de ramingen der bcdrijfs-
begrooting en deze te onzeker zijn
lntusschen is het hem aangenaam
te vernemen dat èn de commissie èn
Burg. en Weth. zoo spoedig als de
bedrijfsresultaten het toestaan, de aan-
vangstarieven zullen verlagen
Tegen de uiteenzetting die de com
missie geeft over het eerste gedeelte
van zijn betoog, n.l. de onredelijkheid
van het afloopend tarief, heeft hij
zijnerzijds niets ernstigs in te brengen.
Zoo, theoretisch opgezet, is het juist.
Spr zegt zich bij zijne berekening op
den bodem der werkelijkheid te hebben
geplaatst, tengevolge waarvan hij voor
andere verhoudingen is komen te siaan.
In zijn betoog heeft hij vergelijkende
cijfers gegeven over 1922 van munt- en
gewone gasverbruikers.
Door den Secretaris werd in diens
uiteenzetting in de vorige raadsverga
dering de opmerking gemaakt dat vóór
de malaise jaren de mantverbruikers
evenveel afnamen als gewone verbrui
kers.
Bij de schriftelijke indiening van zijn
betoog had hij een staatje gevoegd
over de jaren 1918, '19,'20,'21 en'22
ontleend aan de jaarverslagen van het
bedrijf, en daar bleek uit dat de af
name over die vijf jaren gemiddeld
9 M3 per maand beneden de gewone
afnemers bleef en in doorsnee slechts
26 Ms per maand bedroeg
In het rapport der gascommissie
wordt nu gewezen op de voor-oorlog-
sche jaren 1913 en 1914 waarin het
muntgasverbruik 30en 31 M3 per
maand zou hebben bedragen.
Volgens spr. moeten deze cijfers
beslist op een vergissing berusten daar
uit de verslagen blijkt dat de afname
25 en 26 M3. hebben bedragen in die
jaren. En dan staat daar tegenover
spr. heeft het nog eens nagerekend
vanaf 1912 dat de gewone ver
bruikers aanmerkelijk meer hebben
afgenomen o.a. in 1912 48, in 1913 50
in 1914 53, in 1915 49 en in 1916
50 M3. per maand. Uit de cijfers van
meer dan 10 jaar blijkt dat de munt-
gasverbruikers steeds een aanmerkelijk
lagere afname hebben gehad dan de
gewone verbruikers,
Spr. zegt dat het hier niet gaat om
aan groote afnemers reductie te geven,
want daar voelt hij alles voor, maar
men staat hier voor zeer hooge gas
prijzen, dat is een feit en een feit is
ook dat door iedereen rijkhalzend naar
verlaging daarvan wordt uit?ezien.
Voor de massa-verbruikers geeft het
afloopend tarief maar een zeer miniem
voordeel omdat juist door de geboden
uiterste zuinigheid bij deze menschen
de afname zoo gering is
Alleen daarop heeft spr. de volle
aandacht willen leggen.
Hij zal thans geen voorstel doen om
wijziging in het voorgestelde aan te
brengen, maar wel wil hij een dringend
verzoek doen, om wanneer deze tarieven
een halfjaar in werking zijn, dan de
resultaten daarvan mee te deelen, op
dat aan de hand daarvan beoordeeld
kan worden of het mogelijk is het
aanvangstarief flink te verlagen.
De heer Eibers is ook de meening
toegedaan dat van het afloopend tarief
iets meer af moet. Bij het gasbedrijf
heeft men op de loonen bezuinigd en
nu is het billijk dat iedere gasverbruiker
daarvan profiteert. Hij meent dat dit
toen in de commissievergadering ge
houden met Burg en Weth., is toe
gezegd, dat er iets af zou gaan en
men daardoor de goede werking van
dien maatregel zou zien. Groot en klein
moet daarvan nu profiteeren en niet
aan enkele moet dit ten goede komen.
De heer Roggeveen zegt dat winke
liers, caféhouders en dergelijke nering
doenden altijd de grootste verbruikers
zijn geweest. Thans zijn velen
daarvan electrisch licht gaan gebruiken
en nu zal het verbruik met deze
categorie van personen en de houders
van muntmeters niet veel uiteenloopen.
Men wil nu in concurrentie met de
petroleum gaan treden en van bedrijfs
standpunt bekeken moet men de zaak
rendabel houden, moet men zekerheid
hebben dat wat men doet ook kan
worden gedaan Men moet de zekerheid
hebben dat men op iets kan voort
bouwen. Nu is het wel waar dat de
loonen zijn verlaagd, maar daarmee
weet men nog niet hoe het dit jaar
zal loopen, nu kan direct maar niet
worden gezegdwij verlagen de prijzen
maar moet men de zaak eerst eens
een half jaar laten marcheeren en dan
zien wat men doet.
De heer Eibers wijst er op dat het
toch een feit is dat door de bezuiniging
minder loon wordt uitbetaald en het
nu logisch is dat de kostprijs minder
is en daarvan moeten allen, ook
de houders van muntmeters kunnen
profiteeren. Hij wil niet zeggen dat
men een greep in de lucht moet doen,
in hoofdzaak wil hij maar wijzen dat
hef pad der billijkheid moet bewandeld
worden.
Den heer Smolders is het aangenaam
dat door den heer Eibers wordt aan
gedrongen op wat hij in een vorige
vergadering heeft gedaan. Hij wil nu
wel zeggen dat hij is afgestapt van
zijn voorstel om de prijs met 3 c. per
M3 te verlagen.
De heer Timmermans merkt op dat
het gasbedrijf niet heeft een reservekas
waaruit een eventueel nadeelig saldo
kan worden gehaald. Dat is een groote
fout waarin men zoo spoedig mogelijk
moet voorzien, want waar is dat nu
de overschotten in de gemeentekas
vloeien, maar evenzeer is het een feit
dat eventueele nadeelige saldo's ook
daaruit moeten worden betaald. Overi
gens vindt hij het van de commissie
een goed beleid dat men eerst eens
ziet hoe de zaken loopen alvorens tot
verlaging van prijzen over te gaan. Hij
zou geen sprong in den blinde willen
doen en de prijs b v. met 1 ct. per
M3 verlagen en dan na een half jaar
misschien te moeten zeggen dat de
prijs weer met een cent moet
worden verhoogd. Hij acht het veel
beter te wachten tot over een half jaar
als men weet hoe de zaken een verloop
hebben gehad.
Na nog eenige discussie, waarin
geen nieuwe gezichtspunten worden
geopend, zegt de Voorzitter dat het
hem spijt dat de heer Smolders niet
ten volle is bevredigd aangezien de
zaak zeer minitieus is behandeld. Wat
kan. wordt ter bevordering van het
bedrijf gedaan, maar het kan niet
anders dan eerst na verbruik van 20 M3
de prijs van 15 op 9 cent te brengen.
Het bedrijf wil zoover gaan als maar
kan en de concurrentie met de petro
leum aangaan zoodat de armsten onder
de armen nog van gaslicht kunnen
profiteeren. De heer Fibers zal hem
ten goede houden als hij zegt dat de
plannen van de gascommissie zijn
bestudeerd en zijn neergeschreven na
een rijp beraad.
De heer Smolders zal afwachten
totdat de resultaten na een half jaar
bekend zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
hierna het voorstel van Burg en
Weth. aangenomen.
2 Benoeming van leeraren aan de
Gemeentelijke Teekenschool.
a. vaste aanstelling L P, Versteeg.
b tijdelijke aanstelling van een
leeraar (vacature Frankefort).
Door Burg. en Weth is de volgende
voordracht opgemaakt
1. K. L. Chr. Bouman, civiel-
ingenieur te 's Bosch.
2. A. Aronsohn, civiel ingenieur
te 's Bosch
3. H. F. Hermans te Vught
4 E. A. Bossaerts te 's Bosch thans
te Waalwijk.
Timmermans. Waarom moet tot
vaste aanstelling worden overgegaan.
Voorzitter Omdat Versteeg thans de
volle bevoegdheid tot het geven van
lessen bezit.
Oomens Is het dan verplichtend.
Voorzitter. Ais hij de volle bevoegd
heid heeft wel.
Bij stemming verwierf de heer
Bouman 9 en de heer Hermans 2
stemmen, zoodat de heer Bouman is
benoemd.
De Voorzitter zegt verder dat in
verband met de toeneming van het
aantal leerlingen, het noodig is dat de
heer Van Gestel opnieuw voor een
jaar wordt aangesteld in de afdeeling
bouwkunde.
De heer Van Gestel wordt daarna
opnieuw benoemd
3. Voorstel tot belegging der waar
borgsommen, gestort door de besturen
der bijzondere scholen.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. wordt besloten
4. Besluit van Ged. Staten tot ver
nietiging van het raadsbestuit van 27
juli 1923, waarbij aan het verzoek van
het Departement Langstraat der Mij.
tot Nut van 't Algemeen tot het be
schikbaar stellen van een schoolgebouw
werd afgewezen
De heer Van der Geld vraagt of deze
vraag rechtstreeks aan het Departement
Langstraat der Mij. tot Nut van 't Al
gemeen is gericht of aan de president
daarvan.
De Voorzitter zegt dat deze vraag
nog moet worden gesteld omdat de
raad eerst moet besluiten of ze zal
worden gesteld.
Van der Aa Zal dan de tijd dat bij
de Kroon in beroep kan worden gegaan,
niet zijn verstreken.
De Voorzitter zegt dat deze termijn
20 Januari al vervalt. Burg en Weth.
raden niet aan om in hooger beroep
te gaan. Ook de Inspecteur van het
Onderwijs geeft in overweging zulks
niet te doen, omdat er reeds een uit
spraak is gevallen en men nu vooraf
weet dat men er niets mee opschiet.
De heer Smolders meent dat de heer
Roggeveen Voorzitter is van het Nut
althans dat hij zitting heeft in de Com
missie tot voorbereiding van die school
en waar hij reeds eenige dagen het
prae advies heeft ontvangen zal hij met
zijn medeleden daarover al wel eens
van gedachten hebben gewisseld. Mis
schien kan de heer Roggeveen mede
deelen hoe de houding van de Com
missie is aangaande deze door B. en
W. gerichtte vraag.
Den heer Roggeveen verwondertdeze
vraag want, hij heeft nog nooit geweten
dat in zulke zaken een persoon een
besluit neemt. Regel is dat dergelijke
besluiten worden genomen door een
vergadering. Er is tusschen hem en
wie of wat ook, niets gebeurd en daar
om zal afgewacht moeten worden wat
de algemeene vergadering in deze
besluit.
De Voorzitter merkt op dat de heer
Roggeveen hier zit als raadslid zonder
meer.
De heer van der Aa wenscht stem
ming om bij den Kroon in hooger be
roep te gaan.
Den heer Smolders komt het voor dat
zulks geen vergeefsche moeite zal zijn
De uitspraak van de Kroon waarop
door den inspecteur van het onderwijs
is gewezen, is reeds een half jaar ge
leden gedaan en het is best mogelijk
nu alles zoo is gewijzigd, dat de Kroon
er een andere meening er op na kan
houden. Laat men den tijd voorbijgaan,
dan wordt niets bereikt terwijl toch
uit het praeadvies is te zien dat de
inspecteur doet uitkomen dat het
onderwijs nooit zoo goed zal zijn, dat
het niet bevordelijk is voor het onder
wijs en men de openbare school af
breuk zou doen.
Als een voorzichtigheidsmaatregel
zou hij het voorstel van den heer van
der Aa willen steunen en ons zou dan
later nooit eenig verwijt kunnen treffen.
De heer Roggeveen gaat het schrijven
van den Hoofdinspecteur uit Roermond
na en wijst er dan verder op dat Ged
Staten in welks college zitting hebben
de heeren Mr. van Dam en Van der
Biesen, twee rechtskundigen wel weten
wat ze doen. Hij had durven verwachten
dat de geest die in een vorige verga
dering onder enkele leden heerschte,
zou zijn weggevaagd en men meer zou
voelen voor zakelijk overleg dan voor
elkaar in het harnas jagen. Verder
wijst hij er nog op dat de heer Smoi
ders het schrijven van den Inspecteur
verkeerd heeft gelezen en leest daarna
het desbetreffend schrijven voor.
Uit de uitspraak van Ged. Staten
blijkt dat alles rechtsgeldig is.
De heer Van der Geld wijst er op
dat door zoo te werken de raad zich
het recht ontzegd om bij den Kroon in
beroep te gaan.
De Voorzitter moet dat verwijt af
wijzen
De heer Van der Geld zal het dan
anders zeggen. De rollen zijn nu om
gekeerd. Men vraagt eerst of de Ver-
eeniging op het verzoek wil ingaan,
dóet ze dat niet, dan kan kan de raad
niets meer doen, dan is de zaak beslist.
De Voorzitter zegt dat men door op
het voorstel van Burg. en Weth. in te
gaan niets in zijn plichten tekort schiet.
Hij zou veel liever willen onderhan
delen. want daarmee kan nog iets
bereikt worden, terwijl men met bij den
Kroon in hooger beroep te gaan niets
opschiet, terwijl hij nu durft vertrou
wen dat de Vereeniging in het belang
van het onderwijs van haar voornemen
zal afzien. Hij zou het verkeerd vinden
de zaak tot op den spits te gaan drijven.
De heer Timmermans kan zich goed
vereenigen met het voorstel van Burg
en Weth Op de eerste plaats zal men
door in hooger beroep te gaan niets
opschieten en op de tweede plaats
worden de gemoederen onnoodig ge
prikkeld en dat moet worden voor
komen. In hel verzoek zit wel iets in.
De heer Van der Aa handhaaft zijn
voorstel, hetwelk echter niet wordt
ondersteund, zoodat het niet in omvraag
kan worden gebracht.
Hierna wordt het voorstel van Burg.
en Weth. zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
5. Ruiling van grond aan de bouw
hoeve Felienoord
Conform het voorstel van Burg. en
Weth wordt besloten
Hierna schorst de Voorzitter de
openbare vergadering om over te gaan
in geheim comité ter behandeling van
een schrijven van Mevr. Verkade om
het huurcontract van het winkelhuis
aan de Markt te vernietigen en de heer
Rethans daarin te laten gaan wonen.
Na heropening der openbare ver
gadering wordt met algemeene stemmen
besloten afwijzend op het adres te
beschikken.
Op voorstel van den heer Rogge
veen wordt besloten dat de voorlezing
van de notulen voortaan achterwege
blijft en dat deze bij de stukken ter
lezing zullen worden nedergelegd.
Vervolgens wijst de heer Roggeveen
er nog op dat de verordening op de
invordering moet worden gewijzigd.
De Voorzitter zegt zulks toe.
De heer Oomens zegt dat de heer
F v. d. Broek, die voor het eerst in
de veldtent gaat wonen, gaarne etn
stukje land daar gelegen, zou willen
huren.
De Voorzitter geeft in overweging
dat van den Broek daarover bij Burg.
en Weth. komt spreken
Daarna gaat de Raad over in ge
heim comité ter behandeling van
7. Reclames Hoofd. Omslag.
Een Woiff-telegram uit Darnstadt
d.d. 21 dezer meldt
Hedenmorgen is op het hoofdstation
een van Metz komende regie-personen
trein op de zware machine van een
personentrein uit Aschaffenburg gere
den, die op een zijlijn stond.
Drie personen werden zwaar. 14
licht gewond.
De zwaargewonden moesten eerst
met behulp van autogene laschappara-
ten uit de ijzer ruïnes „uitgesneden"
worden.
Het ongeluk had daarom zulke ern
stige gevolgen, wijl bij de Fransche
regie treinen niet achter de locomotief
een leege „Schutzwagen" gekoppeld is.
In een nota naar aanleiding van
het verslag over het ontwerp tot rege
ling van de inkomsten en uitgaven van
het staatsmuntbedrijf over 1924 wordt
meegedeeld, dat bereids maatregelen
zijn genomen, om de in voorraad zijnde
nikkelen 5 cent stukken in circulatie
te brengen. Daar aan 's Rijks munt
nog een voldoende hoeveelheid (pi m.
f500.000) van deze muntstukken aan
wezig is, is een verdere aanmaak op
dit oogenbiik niet noodig.
De eerste dag van de Engelsche
spoorwegstaking werd het verkeer,
hoewel natuurlijk beperkt, vrij goed
underhouden Den tweeden dag was
het niet veel beter. Onderhandelingen
der stakende spoorwegmannen met de
directies zijn intusschen gaande
Het Engelsche Lagerhuis heeft
de Baldwin-regeering met een meerder
heid van liO stemmen naar huis
gezonden. Mac Donald Ramsoy der