5
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
wm
m
Gemeenteraad.
FEUILLETON
JNOO&D-BRABAND"
NUMMER 8
ZATERDAG 26 JANUARI 1924.
WAALWLÏKSOHE STOOMDBUKKEBU ANTOON TIJELEN.
TöJeföca m. *skfre-Adbr«i: ECHO.
©it nummer bestaat uit 3)rie
Bladen
EETHEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 19 fan.
des voormiddags ten 10 uur.
VoorzitterEdelachtb. heer Brune.
Ongeveer kwart over 10 uur opent
de Voorzitter de vergadering; afwezig
zijn de heeren D. van Buuren en H.
van den Heuvel.
De notulen van de vorige vergade
ring worden ongewijzigd goedgekeurd
en vastgesteld.
Aan de orde
1. Opheffing der Openbare Lagere
School te Qenderen.
De Voorzitter deelt mede dat van
eenige Raadsleden een verzoek is in
gekomen om vóór 25 Januari een ver
gadering te willen beleggen aangezien
door Oed. Staten is besloten de open
bare school te Oenderen met ingang
van 9 Januari op te heffen.
't Spijt hem dat de eerste onder
teekenaar van dat verzoek afwezig is.
doch hij wil gaarne het woord geven
aan den heer Smits of Stravers die
het schrijven mede hebben onder
teekend.
Stravers Het gaat er maar om dat
er gelegenheid moet worden gegeven
om bezwaren tegen dat besluit In te
brengen.
Smits. Er zijn vele menschen die
niet accoord gaan met dat besluit en
daarom wil men gelegenheid hebben
om desnoods bij de Kroon in hooger
beroep te gaan.
Voorzitter. U zegt desnoods, de be
doeling zal wel zijn om in ieder geval
bij de Kroon in beroep te gaan.
Smits. Ja, en dan er maar eens bij
schrijven, dat door den Raad besloten
is met 6 van de 7 stemmen om de
school te behouden. Als Qed Staten
dan toch maar doen wat ze willen,
dan kunnen ze ons wel thuis houden,
dan hebben ze ons niet noodig.
Voorzitter. Ged. Staten zullen van
9)
hun recht gebruik maken. Ik mcfet u
ook opmerken, dat er geen raadsbe
sluit is geweest. Ged. Staten hebben
alleen advies gevraagd en toen heeit
de raad gezegd, dat men tegen op-
hetfing van de openbare school te
Genderen bezwaren had en dat is
medegedeeld. Dat is geen besluit. Maar
dat atles neemt niet weg, dat Ged.
Staten thans een beslissing hebben
genomen en de Raad en iedere belang
hebbende kan daarvan bij de kroon in
beroep gaan.
Smits. Ik stel voor om in beroep te
gaan met het oog erop dat hier altijd een
openbare school is geweest. Er kunnen
hier in de toekomst weer zeker zoo
veel kinderen komen als er voor 25
jaar geleden waren.
Voorzitter Kan U er zich mee ver
eenigen dat we hetzelfde aan de Kroon
schrijven als destijds is geschreven aan
Ged. Staten.
Smits. Als er maar in komt te staan,
dat met 6 van de 7 stemmen besloten
is dat de school moet blijven bestaan
en dat zulks ook een groot belang is.
Voorzitter, Ik had verwacht, dat de
heeren die om deze vergadering ver
zocht hebben met iets zouden zijn
gekomen wat moet worden geschreven
Smits. Ik zo» er in willen zetten
dat voor 25 jaar geleden er veel meer
kinderen ter school gingen doch dat
dit in alle dorpen zoo het geval is.
In Meeuwen en Babiloniënbroek is
zulks ook het geval. Voor 20 jaar
geleden gingen er daar eens zooveel
naar school. Maar die tijd kan terug
komen.
Branderhorst. Er moet ook worden
geschreven dat de afstand veel te ver
is en dat vooral In den winter, wan
neer de wegen hier bijna overal slecht
zijn, het voor de kinderen niet te doen
is om zoo'n afstand af te leggen.
Verder moet er ook in vermeld worden
dat het in het belang van het onderwijs
is als de school blijft gehandhaafd.
Voorzitter. U kan de brief lezen
voor hij wordt verzonden.
De heer van Beek meent te mogen
concludeeren dat men in beroep bij
de Kroon wenscht te gaan in hoofd-
zaak omdat in de toekomst de mogelijk
heid kan bestaan dai dan weer even
veel kinderen naar school zullen gaan
dan voor 25 jaar geleden is dat nu
eigenlijk bijzaak of hoofdzaak. Men
legt er, zegt spr., z<yó herhaaldelijk den
nadruk op.
Smits. Het is omdat het voor alles
wenschelijk is dat de school blijft
bestaan
Branderhorst. Het gaat in hoofdzaak
voor het belang van het onderwijs.
Een goede eenmansschool is veel beter
dan dat de kinderen meer dan een
half uur ver moeten loopen, vooral
als ze nog met een builtje met brood
naar Eethen gestuurd moeten worden.
Men weet heel goed hoe het gaat.
Ais het wat al ie slecht weer is wordt
er gezegd maar eens thuis te moeten
blijven vandaag omdat het geen weer
is. Ik weet wei dat men de kinderen
naar school moet sturen maar men
weet hoe het in de werkelijkheid gaat.
Kinderen, als het nog kinderen zijn,
moeten niet buiten de plaats naar
DOOP. ERVARING STERK.
school behoeven te gaan,
Voorzitter. Dan is de zaak genoeg
besproken en zal ik het in omvraag
brengen.
Met drie tegen twee stemmen wordt
besloten bij de Kroon in hooger be
roep te gaan.
2. Voorstel ontslag Hoofd der School
te Genderen.
Van Beek. Ik wil nog even vragen
aangaande het eerste punt of nu aan
de Kroon bekend wordt gemaakt dat
met drie tegen twee stemmen daartoe
is besloten.
Branderhorst. Er is gezegd dat ge
schreven zou worden dat in een vorige
vergadering met 6 van de 7 stemmen
besloten was de openbare school te
handhaven.
Voorzitter. Wij zullen zonder melding
van het aantal stemmen zulks ver
melden.
Smits. Men kan het gerust eens
zeggen.
Branderhorst. Er is daar straks ge
zegd dat vermeld zal worden dat in
vorige vergadering met 6 van de 7
stemmen besloten is om de school te
handhaven. Men moet het schrijven
met dit feit aandikken.
Maar afin. er is ook gezegd dat ik
het schrijven, alvorens het wordt ver
zonden, mag inzien.
Van der Schans. Dan is het 't beste
dat ook de uitslag van heden in het
schrijven wordt vermeld.
Voorzitter. De school is nu opge
heven en zoolang de Kroon niet
anders heeft beslist moeten wij er ons
naar gedragen en daarom is het 't
beste om aan het hoofd der school
eervol ontslag te verieenen. Nu is
echter de mogelijkheid ook niet uit
gesloten dat de Kroon anders beslist
dan Ged. Staten en daarom is het
goed te bepalen dat het ontslag ingaat
op den datum als de Kroon heeit
beslist.
Smits. Ik zou wachten met het
geven van ontslag totdat de Kroon
heeft beslist.
Voorzitter. Dat is mij ook goed,
maar ik zoo het in het belang van het
hoofd der school doen.
t Branderhorst. Er is geen bezwaar
om dan nog eens een expresse ver
gadering te houden.
Voorzitter. Zoo men het doet is het
altijd goed.
Stravers Het Is de Kroon vooruit
loopen en dat zou ik niet doen.
Smits. Daarom moeten wij nu nog
geen ontslag geven. Als de school
eens niet wordt opgeheven wat dan
Voorzitter Dan heeft hij geen ontslag
want wij bepalen toch dat het ontslag
ingaat op den dag dat de Kroon
besluit tot opheffing van de school.
Het laat mij heelcmaal koud hoe de
raad in deze beschikt want ik zie het
verschil er niet van in.
Smits. Wij loopen de Kroon vooruit
en dat is m.i. de boel atbreken.
Voorzitter. Dan begrijpt ge me ver
keerd. Willen de heeren liever nog
geen ontslag verieenen, dan wil ik het
gaarne van de agenda afvoeren.
Van der Schans. Het gevaar kan
bestaan dat de Kroon beschikt op 30
Maart, dan is het hoofd reeds den
volgenden dag uit zijn betrekking
Voorzitter Ja, zoo is het, en dan
moet de raad expres een spoedeischen-
de vergadering bijeen roepen om een
besluit tot ontslag te nemen. Maar als
Smits denkt dat hier voetangels of
klemmen zijn gelegen, dan wil ik gaarne
dit voorstel aanhouden tot een vol
gende vergadering.
Smits. Dat is de zaak vooruit ioopen
en daar kan ik niet mee accoord gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten dit voorstel van de agenda
af te voeren.
Verzoek van J. v. d. Mooren om een
stukje grond te kunnen koopen.
Voorzitter. Daartegen is geen bezwaar
maar volgens gebruik moeten er eerst
een paar schatters worden benoemd,
lk stel voor daarvoor aan te wijzen
de heeren W. v. Wijk, Scheurders en
Van- der Zaken, menschen die dat ai
meer hebben gedaan.
Aldus wordt besloten.
5. Voorstel ontslag onderwijzeres
Babiloniënbroek.
Wordt besloten hierover eerst in
geheime vergadering te gaan.
i
«7* JAABOAWÖ
Waalwpsciie en Ungst-natsehe Courant,
Dtt UU wuUM
WOINSDAO «N 8AID8PAÖ.
AbcmnementjprtJ» per B maande* 1.2S.
franco per peat door het geheel* rlji f LéO.
Brieve*, lagwewlen stakkea, f eider. *8*.,
franco te aesd«& au don UMgavw.
Prijs de? AdvertwitiCx:
28 ««ut per regel; minimam f UN,
Seelamee 40 cent per regel,
Bf contract flink rabat
AdvertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag
des morgesa om uiterlijk I mar 1» eaa beatt
siSs,
•ww» ,JDe Echo van het Zuiden".
wtj zetten onzen tocht voort, maar twee
dingen hinderden mflvooreerst dat het
zoo donker was en ten tweede dat onze
voetstappen zoo hol weerklonken. Maar de
maan ging weldra op en konden wij tame
lijk ver voor ons uit zien over den weg, die
langs het gebergte liep en aan weerszijden
met dicht kreupelhout begroeid was.
Van dit licht maakte ik gebruik om mijn
kleiden troep aan den kant van den weg te
doen marcheeren, waar het geluid der voet
stappen door het mos gedempt werd.
Een half uur liepen wij zoo zwijgend
voort.
Eensklaps riep de boekhouder Masson,
die zich hi) ons had aangesloten en die zeer
scherpe oogen scheen te hebben:
Wachtmeester, Ik zie iets donkers mid
den op den weg.
Ver?
Een honrd pas of vijf, denk ik, bij
het dwarspad, dat naar de pannenbakkerfl
des Oseraies leidt. Wanneer wi) ons haas
ten dan kunnen wij hen, zoo zij het zijn,
nog Inhalen voor zij aan de brug over de
Oouae komen.
Ge kunt begrijpen hoe dit onzen ijver aan
vuurde. Ik meende al zoo goed als zeker te
zijn, dat ik den moordenaar van mijnheer
Barley In handen had. En hij was het ook.
Wfl konden nu allen het troepje vluchte
lingen onderscheiden. Wel konden wij hen
op dien afstand nog niet herkennen, maar
door een bocht van den weg wonnen wij
veld genoeg op hen dat wij de personen
konden tellen.
Ik kende het terrein zoo goed of ik mfln
leven lang nergens anders was geweest
eerst steeg de weg, dan daalde hij plotse
ling af in san vallei, liep een eindver langs
de rivier de Couze en eindelijk kwam men
aan de metalen brug over dat water.
Het had eenige dagen te voren sterk ge
regend, zoodat de rivier zeer hoog stond en
vrt) onstuimig was.
Wfl bereikten het dwarspad naar de pan-
nenbakkerfl en wonnen voortdurend veld
op onze tegenstanders.
Men zou zeggen dat er slechts één
was! riep de boekhouder.
Inderdaad, hoewel wfl zooeven gemeend
hadden drie personen te tellen, zagen wfl er
nu slechts één, een man van hooge gestalte-
Hfl had ons ook gezien en gehoord én hfl
sloeg den weg in naar de brug over de
Couze. Owfl zouden hem toch wel inhalen,
wfl waren al zeker van onze prooi.
Ik was destflds zes-en-twintig jaar en
mfln bergbewonersbeenen hadden spieren
van staal.
HaltHaltriep ik hem van verre
toe. Maar jawel, hfl begon nog veel harder
te hollen.
Eensklaps nadat een kreupelboscbje ons
menschelflk wild drie of vier minuten aan
ons oog onttrokken had, zagen wfl niets
meer op den weg.
Wfl liepen nog een honderd pas voort,
maar toen bleven allen tegelflk staan en
zagen vol teleurstelling rond. Kreten van
woede en verbazing kwamen van ieders lip
pen.
Verduiveld! riep ik uit, de schelm moet
van den weg afgeweken en dwars door het
veld gegaan zfln!
Mfln besluit was spoedig genomen.
Loop in dezelfde richting door met de
mannen naar het station van Issolre, zeide
Ik tegen den brigadier, waarschuw daar de
overheden, den procureur des keizers, de
gendarmerie. De hoofdzaak is dat wfl den
moordenaar beletten deze streek te verla
ten. Hier, al was de duivel ook zfln bond
genoot, moeten wfl hem vandaag of morgen
toch vatten.
De brigadier zette met de gendarmen den
tocht voort, terwfll ik achterbleef met een
tiental werklieden, die deel uitmaakten van
onze, sedert het begin reeds zoo ongeluk
kige onderneming.
De mannen waren afgemat, ik schuim
bekte van woede. Het raakte mfln eerzucht
als deze misdadiger mfl ontsnapte en lk
wild* hemel en aarde kewegen om toch nog
MAATSCHAPP'J VAM VERZEKERING OP MET LEVEN
ÜIU lép
de hand te kunnen leggen op Robert Duhés-
me. Het leed geen twijfel meer dat deze
ons 'n trek gespeeld had. Hfl had zich langs
den grooten weg laten vervolgen om aan
zfln vrouw en haar broeder den tfld te
geven, zich met het kind te verwijderen en
een vooraf bepaald punt te bereiken, waar
hfl sdch bfl hen zou voegen. Thans was hfl
op weg daarheen, maar waar?
De pont van de pannenbakkerfl riep
tk eensklaps uit, door een denkbeeld getrof
fen.
Ja, ja, de pont van de pannenbakkerfl
schreeuwden de werklieden, daarmee zfln zfl
de Couze overgestoken.
Ik begreep nog niet goed met welk doel
de vluchtelingen de rivier zouden zfln over
gestoken op deze plaats, waar zfl zich juist
van een spoorweg verwflderden en midden
in het gebergte zouden uitkomen, maar om
het even. In zulke omstandigheden rede
neert men niet lang men volgt zfln Ingeving,
gaat op de lucht af als 't ware, dat is alles.
Aan het erf van de pannenbakkerfl lag
de veerpont meestal onder de wilgen. Over
de rivier, van den eenen oever naar den an
deren, was een ketting gespannen, waaraan
men het vaartuig kon voorttrekken.
Nu en dan zette de portier van de pannen
bakkerfl op die wflze de menschen uit het
dorp over, die naar het gebergte moesten
om in hun wijngaarden te werken of om in
de bosschen hout te hakken. Bovendien
werd de pont gebruikt om de klei over te
brengen, die op den rechteroever werd afge
stoken en op den linkeroever verwerkt.
Naar de pannenbakkerfl, zoo spoedig
mogelflkriep ik uit.
Wfl moesten dwars door het veld loopen,
de helling afdalen, die naar de rivier liep
waarschflnlflk had de uitvinder dat ook
gedaan want wanneer men den gebaan-
den weg volgde, dan had men driemaal zoo
ver te loopen. Wfl sprongen dus eerst over
de sloot en liepen toen over den ongelflken
grond.
Hier konden de werklieden bfl na niet
vooruit komen, zfl raakten in de wortels
verward, struikelden over de aardkluiten,
gleden uit op de bevroren klei; lk daaren
tegen, die uitmuntend op de hoogte was
met het terrein, had terstond een smal
gangpad ontdekt, dat recht op de pannen-
i bakkerij uitliep en op die wflae kwam lk
mfln troep een flink eind voor.
Ik was dan ook spoedig op de pannen
bakkerfl, waar in dit jaargetflde niet ge
werkt werd, en begaf mfl naar de veerpont.
Eensklaps hoor ik kreten, die met ge
dempte stem geuit worden, ik blflf staan en
luister.
GeorgetteGeorgettezeide de stem
en haar toon drukte een vreeselflke angst
uit Waar zflt ge? Ik ben het, ik. Er Is nn
geen gevaar meer. Ik heb hen van het spoor
gebracht, kom nu te voorschijn.
Er viel niet aan te twijfelen, dat was de
stem van Robert Duhesme, maar wat ge
beurde er?
Zacht, met de grootste omzichtigheid,
deed ik nog eenige schreden voorwaarts en
nu kon ik hem zien, tusschen de kale tak
ken van een kreupelboschje door.
Aan den waterkant op de plaats waar de
pont gewoonlijk lag, bukte een man zich over
de rivier heen, keek naar den tegenover
gestelden oever en maakte wanhopige geba
ren.
De pont was er niet meer, men kon, hoe
wel onduidelijk, zien dat zfl aan den over
kant lag.
Mfln God, mfln God, zuchtte Robert,
wat is er toch gebeurd? Zou zfl met 't kind
de rivier overgestoken hebben? Zouden haar
teere handen met voldoende kracht de ket
ting hebben kunnen inhalen?
Waarom is zfl zonder mfl naar den over
kant gegaan? Mfln hoofd loopt om, het is
me of ik 'krankzinnig word
En hfl riep opnieuw, ditmaal iets luider
en met wat meer ongeduld:
Georgette! Georgette!
Eensklaps hoorden hfl en ik gelflktfldig
het klagend geschrei van een kind. Het ge
luid kwam uit het riet en 't lange gras, dat
aan den oever groeide.
Robert sprong toe, zocht angstig in dat
gewas en kwam terug met 'n klein lichaam
ln dekens gewikkeld, die hfl voorzichtig los
maakte. Ik hoorde zfln tanden klapperen van
ontsteltenis. Zfln hoed was afgevallen en zfln
haar fladderde in den wind. Hfl stak het
hoofd ln de dekens en ik hoorde hoe hfl
vurige kussen drukte op het gelaat van den
kleine, die niet meer weende.
Mfln zoon! mfln kind! snikte hfl, als
een pak vodden aan den kant van den weg
geworpen. Verlaten, verraden. O! die ellen-
dige. En dan te weten dat het voor haar
was, voor haar alleen.
Huiverend liet hfl er op volgen:
Het is mfln straf. OGod, een vreese
lflke straf.
Zfln gelaat was thans naar den hemel ge
keerd en ik kon op zfln trekken lezen, welk
een zieleleed dien man moest folteren, lk
zag de tranen, die overvloedig langs zfln
wangen vloeiden.
Vader, ik ben bang, zeide 't kind met
zwakke stem.
Ik ben niet erg teer van gemoed, maar ik
moet toch erkeunen dat ik door dit onver
wachte, roerende tooneel dieper getroffen
was dan ik u kan zeggen. Ik stond een
oogenbllk als aan den grond genageld, onbe
weeglijk als een steenen beeld en wist niet.
wat ik doen zou, maar ik wist mfln ontroe
ring te bedwingen en mfln plichtbesef kwam
weer boven.
Langzaam kwam ik uit mfln schuilhoek,
ik liep op mfln teenen, opdat mfln sporen
niet rinkelen zoudenzoo naderde lk Robert
Duhesme en toen tk dicht genoeg bfl hem
was, riep ik
In naam der wet neem ik u gevangen.
Tegelflk snelde ik op hem toe en greep
hem bfl den schouder.
Met een heftig gebaar rukte hfl zich los
en week eenige schreden terug. Het kind
drukte hfl tegen zfln borst en zfln woeste
oogen keken mfl dreigend aan.
Geen verzet! raadde ik hem aan, uw
toestand is buitendien reeds ernstig genoeg.
Geef u over. Hfl schudde het hoofd.
Neen, niet voordat ik dien armen
kleine heb gered, daarna kunt ge met mfl
doen wat ge wilt.
Hfl sprak die woorden op kloeken, vastbe
raden toon.
Ik snelde op. hem toe.
Geen dwaasheid, wees verstandig, gfl
zflt aan alle kanten ingesloten, hoort gfl
daarginds mfln mannen niet naderen? Geef
u over.
Maar naarmate lk naderde, week hfl
terug, totdat hfl op den oever stond,'toen
keerde hfl zich om en sprong te water.
(Wordt vervolgd).
i