Gemeenteraad.
de Edelachtb. heer Van Liempt, burge
meester van Elshout, de WelEd.gestr.
heer Kaasjager, luitenant van de maré
chaussee, de WelEd heer C. Q. Verwiel,
oud burgemeester van voormalig Be-
soijen, de WelEd. heer J. A J v. Heijst,
oud-burgemeester van v.m. Baardwijk en
de leden van het bestuur van Waalwijks
Belang.
De oudste wethouder, de heer Jac.
Gragtmans, opende de vergadering en
verzocht den secretaris het schrijven
betreffende de benoeming te willen
voorlezen.
Nadat daaraan gevolg was gegeven,
nam hij het woord en sprak als volgt
EdelAchtbare heer Burgemeester,
Mevrouw, dames en heeren
Toen gij dezen morgen de noodige
eeden had afgelegd, werd hiermede
in uwe handen het burgemeesterschap
van Waalwijk gelegd.
Mijnheer de burgemeester, na eene
verweezing van bijna vier maanden
werd de burgerij alhier meer dan
nieuwsgierig om te weteq, wie zal
onze burgervader worden.
Allerlei namen kwamen te berde,
zoo zelfs dat op het laatst het Dag
Bestuur hetwelk reeds vroeger met U
kennis had gemaakt, begon te twijfelen,
zou de heer Moonen, naar ons inziens
onzen serieusten candidaat, het nog
moeten afleggen Doch neen de be
slissing viel en was zooals wij het ons
direct voorstelden, kapitein Moonen is
onze burgemeester.
Mijnheer de burgemeester, reeds een
paar maal hebt gij onze gemeente be
zocht en ongetwijfeld hebt U, alhoewel
steeds Uw bezoek werd gebracht op
dagen van sneeuw en ijs, toch een
goede indruk van onze gemeente
gekregen.
Waalwijk, alhoewel geen groote stad,
mag, geloof ik, toch onder de dorpen
wei een der eersten genoemd worden.
Gij vindt hier in kleinen vorm al het
geen eene grootere stad U bieden kan.
Eene nijverheid waarop men trotsch is
en waaraan de meeste inwoners zich
wijden, die beroemd is en die wij
gerust de allereerste van ons land
durven noemen. Wanneer deze eenigs-
zins naar behooren marcheert, is de
welvaart van onze gemeente vastgelegd.
Gelukkig is, na een paar jaren van
kommer, toen wij ons afvroegen gaat
de industrie ten onder of zal ze tot
een lamlendig bestaan gedoemd blijven,
eene kentering gekomen. Werkloosheid
voor werkwillige krachten bestaat niet
meer, de fabrieken werken bijna allen
53 uur, laat ons hopen, alhoewel ons
nog eene onzekerheid boven het hoofd
zweeft, dat de oude bloei weder moge
wederkeeren. Hiertoe hebben wij noo-
dig een krachtigen steun, welken wij
zoeken bij U.
Laten wij hopen dat onder Uw be
stuur de gemeente moge floreeren en
dat God Uwe krachten daarin moge
steunen, opdat gij met Mevrouw Uwe
echtgenoote en Uwe lieve kinderen
gelukkig moogt nederzien op den dag
van heden tot in lengte van dagen.
Burgemeester, mag ik hiermede U
omhangen met den ambtsketen en den
voorzittershamer U overhandigen, de
welke ik hoop dat gij met veel
overleg en naar Uwe genoegdoening
zult hanteeren.
Wethouder Gragtmans eindigde met
den wenschLeve de Burgemeester.
Door alle aanwezigen werd deze
wensch geestdriftig herhaald.
Als hierna de eerewijn was rondge
diend, nam de jongste wethouder, de
heer Klijberg het woord en sprak als
volgt
Hooggeachte heer Burgemeester.
Nu gij plechtig door mijn geachten
collega Wethouder Gragtmans zijt ge
ïnstalleerd, nu U door „Waalwijks
Belang" namens de geheele burgerij
hulde is aangeboden en U een welkom
in onze gemeente is toegeroepen, meen
ik als jongste Wethouder ook niet te
mogen achterblijven om U speciaal
namens ons College te begroeten. Op
de eerste plaats dan zij het mij vergund
U nogmaals te feliciteeren met Uwe
benoeming en ik meen daarvan te
mogen zeggen dat dit voor U een
groote onderscheiding is. Immers uit
de vele sollicitanten, waaronder onge
twijfeld ook zeer bekwame mannen
waren, werd U uitverkoren om aan
het hoofd onzer gemeente te staan,
die, wij mogen het met trots zeggen,
een plaats van beteekenis is zoowel
op industrieel, commercieel als cultu
reel gebied, eene gemeente die als de
teekenen ons niet bedriegen nog een
groote toekomst heeft. Gij wordt uit
verkoren om de opvolger te zijn van
wijlen Burgemeester de Surmont de
Bas Smeele die gedurende een tijdperk
van ongeveer 16 jaren op zoo uitste
kende wijze Waalwijk heeft bestierd.
Toen de Raad op 8 Dec. j.l in plechtinge
zitting bijeen was om officieel kennis
te nemen van het overlijden van den
Burgemeester heb ik in een rede gewijd
aan zijn nagedachtenis uiteengezet wat
n.m.m de groote drijfveer was van zijn
werken en streven n.I. zijn groote liefde
voor Waalwijk. Die liefde en toewijding
voor de gemeente waarvan hij het
hoofd was, deed hem van geen moeite
terugschrikken, die spoorde hem aan
al zijn energie te ontwikkelen, en om
te volharden totdat een eenmaal ont
worpen plan tot een goed einde was
gebracht. Ik hoop en vertrouw M. de B.
dat ook gij dezelfde liefde voor Waal
wijk zult gevoelen, dat zal ook U
sterken om U met volle toewijding
aan uw nieuwe taak, aan uw nieuw
ambt te geven. Ontegenzeggelijk is het
ambt van Burgemeester een geheel
ander dan datgene dat U tot heden
met zooveel ernst bekleed hebt maar
de eigenschappen die van de goede
beoefening van het ambt van Comman-
dant-Otficier vereischt worden en die
gij in zoo hooge mate bezit, zijn ook
noodig voor een goed Burgemeester
en dat juist doet ons zooveel van U
hopen en verwachten. Ik hoop dat gij
als Voorzitter van ons College op
degelijke wijze leiding zult geven aan
het bestuur der gemeente en op even
aangename wijze met ons zult samen
werken zooals wij dat onder uwen
voorganger gewoon waren. Wij van
onzen kant willen U de verzekering
geven dat wij naar onze beste krachten
willen medewerken om U in Uwe
wel is waar soms moeilijke maar niet
minder verheven taak te steunen. En
thans M. de B nu gij het bestuur
over onze gemeente gaat aanvaarden
en een nieuwe nog onbeschreven blad
zijde in Uw levensboek maar ook in
het Geschiedboek van Waalwijk wordt
opgeslagen, spreek ik den wensch uit
dat deze en nog zeer vele volgende
bladzijden met roem zullen melding
maken van het vele goede en schoone
dat onder uw wijs beleid in het belang
van Waalwijk zal tot stand gebracht
worden, dat God U schenken moge dat
U nog gedurende vele jaren in goede
gezondheid, omringd van de U dier
baren onze gemeente moogt besturen
tot eer en vreugde van U zelve en
Uwe familie, tot heil van het ons allen
dierbaar Waalwijk.
Leve de Burgemeester.
Ook deze rede werd luide toege
juicht.
Namens de raadsleden sprak het
oudste raadslid, de heer P. Verwiel
als volgt
Weled. Achtbare Heer.
Het zij mij vergund in deze verga
dering een enkel woord tot U te rich
ten en U, mede namens mijne colle
ga's de leden van den Raad onze wel
gemeende gelukwenschen aan te bieden
met Uwe benoeming tot Burgemeester
onzer gemeente. Het heeft H M. de
Koningin behaagd onder de velen die
dit ambt ambieerden, hare keuze op
U te vestigen en wij hebben deze be
noeming met vreugde ontvangen even
als wij U nu met vreugde en bloemen
begroeten
in de toekomst zal het Uwe en
onze plicht zijn, hier in deze Raads
zaal onder Uwe leiding te beraadsla
gen over de belangen onzer plaats
en van deze leiding zal voor een groot
gedeefte het wel en wee van onze
plaats afhangen. Moge deze beraads
slagingen steeds door U in de rechte
banen geleid worden, moge evenals
tot nu toe de goede toon in deze Raads
zaal heerschen, moge God de besluiten
hier zegenen.
Dan zal ons Waalwijk onder Uw
bestuur bloeien en groeien, dan zal
zijne industrie zich ontwikkelen, dan
zal Waalwijk U van dag tot dag dier
baarder worden even als het ons zoo
dierbaar is, dan zal de toekomst van
Waalwijk Uw levensdoel en streven
zijn en Waalwijk met zijne geheele
burgerij U dankbaar zijn tot in lengte
van dagen.
Leve de Burgemeester
Vanzelf spreekt het dat deze kreet
luide driewerf werd herhaald.
Als laatste spreker in deze vergade
ring verkreeg de heer W. Eibers het
woord en sprak als volgt
Geachte heer Burgemeester.
Vergun mij op dit plechtig oogen-
blik van Uwe installatie, ook een
enkel woord te spreken waardoor ik
mijne welgemeende gevoelens vertolk.
Ik heet U, geachte Burgemeeste van
harte welkom in onze dierbare ge
meente.
Ik hoop dat de goede God U krach
ten geven zal om de zware taak welke
UEd.Achtb op U genomen heeft, met
moed te dragen, want waarlijk, ge
achte Burgemeester, daar zal moed en
kracht voor noodig zijn.
Ik hoop dat U voor ons geliefd
Waalwijk zult zijn een Burgemeester
waaraan wij al onze zorgen kunnen
toevertrouwen en dat onder Uw wijs
beheer onze Gemeente zal groeien en
bloeien.
Ik hoop tevens dat UEdachtb. voor
de bloem van Waalwijk ik bedoel
hiermede de jeugd zal zijn een
Vader, onder wiens vaderlijke bescher
ming wij ouders gerust kunnen zijn
en na jaren met vreugde mogen terug
denken aan den dag waarop het Hare
Majesteit, onze geëerbiedigde Konin
gin, behaagde UEdachtbare te benoe
men tot Burgemeester van Waalwijk.
Ik roep UEdachtb. en familie een
hartelijk welkom toe in onze gemeente.
Luide bravo's beklonken ook deze
rede waarna door den heer.Gragtmans
't woord werd gegeven aan den Bur
gemeester, die als volgt sprak
Mijnheer de Voorzitter
Mijne heeren
Toen ik hedenmorgen in handen
van den waarnemend commissaris der
Koningin den eed als Burgemeester
van Waalwijk aflegde, werd ik ander
maal herinnerd aan de groote vet-
antwoordelijkheid, welke op mijne
schouders is gelegd.
Was het tot heden mijne taak de
Nederlandsche jongelingschap op te
voeden tot mannen aan wie in de
uren des gevaars met vertrouwen de
verdediging van den vaderlandschen
bodem kon worden toevertrouwd, eene
taak derhalve, waarvan het nuttig
rendement eerstlinbange oorlogsdagen
tot uiting komt, thans sta ik, door het
vertrouwen dat Hare Majesteit onze
geëerbiedigde Koningin in mij heeft
gesteld, voor een volle vredestaak. Van
heden af zal mijne taak zijn, mij geheel
te wijden aan de economische en
cultureele belangen dezer schoone ge
meente.
Gezworen heb ik hedenmorgen de
belangen van de gemeente Waalwijk
met al mijn vermogen te zullen voor
staan en bevorderen
Van dit plechtig oogenblik af zal ik
dus voor Waalwijk's belangen hebben
te werkenvan heden af wordt van
mij verwacht ja onder eede geëischt,
dat de belangen van Uwe, thans ook
mijne gemeente in mi> een bevordenaar
een verdediger en een vertolker zullen
vinden Het wel en wee der gemeente
Waalwijk zal met mijn persoon worden
vereenzelvigdhaar vooruitgang zal
mij tot eere, haar verval tót schande
strekken.
Zal ik aan die hooge verwachtingen
beantwoorden
Mijn eed zal ik gestand doen, zoo
als ik gestand heb gedaan den eed,
dien ik onder het vaandel heb afgelegd,
bij het aanvaarden van mijn loopbaan
als officier.
Naar vermogen zal ik de belangen
der gemeente voorstaan en bevorderen
Maar zal ik in vermogen niet te kort
schieten?
Ik ontveins mij geenszins, dat mijn
taak zwaar zal zijnzwaar, omdat
blijkens de mij bereide ontvangst en
blijkens de vriendelijke woorden, welke
gij en uwe mede-wethouder wel tot mij
hebt willen richten, gij het gezag, dat
door mij in deze gemeente wordt ver
tegenwoordigd, in zijn vollen omvang
tot gelding hebt willen brengen zwaar
ook, omdat ik het vertrouwen, dat uit
Uw beider woorden tot uiting kwam,
door daden zal hebben in te lossen
en dubbel zwaar, omdat ik ben ge
roepen de opvolger te zijn van den
helaas te vroeg ontslapen Burgemeester
de Surmont de Bas Smeele, die in
dankbare herinnering in Uwe harten
voortleeft, omdat hij is geweest een
Burgemeester voor allen, omdat hij
geheel voor Uwe gemeente heeft ge
leefd en een groot aandeel heeft gehad
in haar bloei.
Ik zal trachten de voetsporen van
mijnen iambtsvoorganger te drukken.
Als hij zal ik trachten te zijn Uw
Burgemeester in de beste beteekenis
van het woord, Uw voorganger, Uw
steun en Uw raadgever; als hij zal
ik dat zijn zonder aanzien des persoons,
zonder onderscheid te maken tusschen
rang en stand.
Mijn eenig streven zal gericht zijn
op de bevordering van den bloei dezer
schoone gemeente in al haar geledin
gen.
Dit zijn beloften, die naar ik hoop
geen holle klanken zullen zijn, maar
om die beloften in daden te kunnen
omzetten, behoef ik Uwen steun, dien
van Uwen mede-wethouder, van U
mijne Heeren Leden van den Raad.
Door eendrachtig samenwerken, ver
trouw ik gedane beloften te kunnen
inlossen.
Ten slotte roep ik de medewerking
in van den Secretaris, die zijn taak
op zulk een loffelijke wijze vervult en
voorts van de hoofden van diensten
en van al degenen die in den dienst
der Gemeente werkzaam zijn.
Wanneer gij mij die medewerking
en steun niet zult onthouden, dan hoop
ik, dat ik, werkende onder het waak
zame oog van hem, die zooveel voor
den bloei onzer gemeente heeft gedaan,
van mijnen eminenten voorganger, ook
het mijne zal mogen bijdragen tot be
vordering van het welzijn der gemeente
aan wier hoofd ik ben gesteld. In dat
vertrouwen, mijnheer de Voorzitter,
aanvaard ik gaarne het teeken mijner
waardigheid en onder Gods Zegen
hoop ik, dat het mij gegeven moge
zijn als Voorzitter van Uw college en
van Uwen Raad de vergaderingen tot
vruchtdragende samenwerking te mogen
leiden.
Zoo zij het
Deze sympathieke, van ernst en goede
voornemens getuigende, met kracht
uitgesproken woorden, werden met
luide bravo's begroet.
De Voorzitter sloot daarna deze
plechtige vergadering.
Direct daarop begaf zich de Burge
meester met zijn familie, het Dag.
Bestuur en de raadsleden, naar het
bordes om de ontelbare menigte met
forsche stem toe te spreken.
De Burgemeester zeide om
Inwoners van Waalwijk.
De feestelijke ontvangst, welke gij
mij en de mijnen hebt bereid, heeft
ons diep getroffen Het was een spon
tane uiting van vriendelijkheid en
hartelijkheid gesproten eensdeels uit
de alom bekende Noord Brabantsche
jovialiteit en tegemoetkomendheid,
maar anderdeels ook, naar ik waag te
veronderstellen, uit het vertrouwen,
waarmede gij mijn bestuur over Uwe
gemeente tegemoet ziet. Ik hoop, dat
het mij gegeven moge zijn, U te be
wijzen, dat dat vertrouwen niet ijdel
is geweest en dat gedurende den tijd,
dat ik burgemeester van Waalwijk zal
zijn, Uwe gemeente in welvaart moge
toenemen. Dit vertrouwen wil ik be
zegelen met den uitroep
„Leve Waalwijk".
Het volk juichte op deze korle maar
gloedvol ui/gesproken rede onbedaar
lijk. Wel tienmaal klonk het uit de
duizenden kelen „Leve de Burgemees
ter".
Eerst toen Z.Edelachtb. zich had
teruggetrokken bedaarden de juich
kreten van het opgetogen publiek.
Terwijl de raadzaal voor de receptie
in orde werd gebracht begaf zich het
gezelschap naar het Hotel Verwiel om
daar de thee te gebruiken.
Door de goede leiding van den ge
meente-opzichter, den heer G. van
Huiten, was een en ander spoedig in
gereedheid gebracht zoodat de vele
menschen die ter receptie wenschten
te gaan, niet lang behoefden te wachten.
Door velen werd daarvan gebruik
gemaakt en iedereen, zonder uitzonde
ring, was aanstonds geheel in
genomen met den benoemden burger
vader. Voor iedereen had hij een woord
en gaf vaak blijk van zeer vele zaken
en toestanden op de hoogte te zijn.
Door Waalwijks Belang werd hem
't eere Voorzitterschap aangeboden wat
ZBdelachtb gaarne accepteerde
Eveneens werd hem aangeboden het
eere-voorzitterschap van het Festival-
Comité.
Na deze drukbezochte receptie werd
met eenige auto's een tocht door de
gemeente gemaakt
Bij den bloemist, dhr. F. v.Bladel werd
door diens dochtertje een bouquet
aangeboden wat door Mevrouw onder
hartelijke dankzegging werd aangeno
men.
Bij Wethouder Klijberg werd door
diens kleindochter een mooi bouquet
aangeboden en bij den heer J. B. Tim
mermans werd door een dochtertje
van den heer Smolders, namens mej.
P. Timmermans Presidente van den
R. K. Vrouwenbond, een bloemstuk
aangeboden,
In de Minister Loeffstraat werd we
derom even halt gehouden bij de wo
ning van het gemeenteraadslid, de
heer Jac Oomens, waar door mej. v.
Bijnen bloemen aangeboden werden.
Het raadslid de heer Jac. Oomens
sprak hier een woord tot den burge
meester, om vooral de belangen van
voormalig Baardwijk aan te bevelen.
Vandaar werd tot aan de Overlaat
gereden en zoo terug door de Nieuw-
straat, Grootestraat, de Stationsstr in
Bij de gasfabriek was het een
dochtertje van den opzichter, den heer
Bank, dat namens het personeel van
de Licht- en Waterleidingbedrijven
bloemen aanbood.
In de St. Antonius-parochie werd
namens deze buurtbewoners door het
dochtertje van den heer F. Smolders,
lid van den Gemeenteraad, een mooi
bouquet aangeboden.
Van hier werd langs de Burgemeester
van der Klokkenlaan gereden en zoo
door de Besoijensche Steeg naar de
Grootestraat. Aldaar werd door een
zoontje van het gemeenteraadslid den
heer M. van Driel, namens dit gedeelte
van de gemeente een bloemstuk aan
geboden.
Bij de woning van Wethouder
Gragtmans was het een kleinzoontje
van den waarnemenden burgemeester,
die eenige mooie bloemen als bewijs
van groote ingenomenheid met deze
benoeming ofireerde, terwijl men bij den
heer C. Witlox de laatste bloemen
hulde in ontvangst had te nemen.
Daar werd door diens dochtertje een
prachtig bouquet namens het Wit Gele
Kruis aangeboden.
En hiermede was het officieel feest
betoon afgeloopen. Wel was des avonds
de gasverlichting aan 't stadhuis ont
stoken, maar die kwam door den
hevigen wind niet tot z'n recht. Ver
gissen we ons niet, dan heeft ze nu
ongeveer 20 jaar dienst gedaan en
mocht ze o.i. wel eens hernieuwd of
in eene andere herschapen worden.
In de café's, vooral die met een strijkje,
was het nog laat druk en heerschte
een vroolijke stemming
De huldiging wegens het jaargetijde
zoo beperkt mogelijk opgezet, moest
door het zeer slechte weer nog worden
ingekrompen. Wat er gebeuren kon,
is in de beste orde en met alle harte
lijkheid geschied De burgemeester
moge daarin een bewijs zien dat hij
ons van harte welkom is en ook de
eerste indruk die hij op z'n ingezetenen
gemaakt heeft, z'n rede in de raads
zaal, z'n woorden tot het publiek,
hebben bij ons en bij allen den indruk
bevestigd dat wij een goed, welwillend
en voortvarend burgemeester hebben
gekregen, die er trotsch op zal gaan
de belangen van Waalwijk zoo krachtig
mogelijk te bevorderen. Dat hopen we
gaarne en vertrouwen we volkomen.
Aan het slot willen we nog even
nuededeelen dat de uitwendige ver
sieringen aan 't raadhuis was aange
bracht door de firma N. van Dongen
Zn., de versiering der raadzaal door
de fa. L. van Bladel Znterwijl de
heer W. Hens voor 'i baldakijn en de
drapeering zorg droeg.
We mogen tevens onze bevreemding
er wel even uiten dat redevoeringen door
eenige bladen werden gepubliceerd
voor ze waren uitgesproken, terwijl een
blad zelfs een verslag publiceerde van
den stoet van vereenigingen, van de
uitvoering der zangvereenigingen enz.,
terwijl een en ander 's morgens ten
10 uur was afgelast, zooals overal ge
publiceerd was Wat al te ijverig zou
den we zeggen en 't geeft zoo'n malle
indruk
N1EUWKU1JK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 1 Maart,
des voormiddags 10'/a uur.
Voorzitter de heer C van den Broek,
Burgemeester, Secretaris de heer W.
van der Leede.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent ruim 10'/2 uur
de vergadering met den Christelijken
groet, waarna door den Secretaris de
notulen der vorige vergadering worden
voorgelezen, welke ongewijzigd wor
den goedgekeurd.
Voorzitter. Alvorens over te gaan
tot behandeling van de punten der
agenda acht ik me verplicht den raad
bij de eerste vergadering van 't jaar
1924 voor hen en hunne gezinnen een
gelukkig Nieuwjaar toe te wenschen.
Aan de orde punt 1 van de agenda:
Ingekomen stukken.
Eenige missives van Ged. Staten,
houdende bericht van goedkeuring van
diverse raadsbesluiten.
Voor kennisgeving aangenomen.
Mededeeling kasopneming bij ge
meente-ontvanger door B. en W. op
29 Dec. 1923.
Ontvangsten f 39722 065, uitgaven
f33896.655. In kas f5825 41.
Verder is zoo juist nog ingekomen
een verzoekschrift van J. Wilgers,
administrateur van het GE.B, hou
dende het verzoek zijn salaris te willen
verhoogen met f 30 en alzoo vast te
stellen op f 200, zulks in verband met
de meerdere aansluitingen en de
werkzaamheden die hierdoor grooter
worden.
Voorzitter. Mij dunkt dat het beste
is hierover eerst in B. en W. eene
bespreking te houden alvorens met
een voorstel hieromtrent te komen. Op
een volgende vergadering kan dit
dan behandeld worden.
Wordt aangenomen.
Nog is ingekomen een schrijven van
de Rijks Verzekeringsbank, betreffende
A Coppens, telefoonhouder alhier,
waarin de gemeente wordt medege
deeld voor genoemden Coppens, een
bedrag van f 1585.925 te moeten be
talen. We hebben hierop eerstens eens
tot onderzoek uitstel van betaling
gevraagd, waarop werd medegedeeld,
dat van genoemd bedrag binnen 14
dagen de storting moet geschieden.
Naar aanleiding van een mededeeling
der gemeente Hedikhuizen waarmede we
ons in verbinding hadden gesteld hebben
we gemeend de zaak in overweging
te moeten geven aan de Vereen. Nederl.
Gemeenten.
We zullen dan de zaak eerst maar
eens afwachten en trachten dan zoo
mogelijk vrij van betaling te komen.
Volgens ingekomen inlichtingen zal er
echter niets aan te doen zijn. Op 17
Sept. 1907 was Coppens in dienst van
de gemeente, waarvan hij in Aug. 1920
in rijksdienst overging. In Augustus
1923 is hij uit rijksdienst getreden en
op wachtgeld gesteld waarvoor als
gevolg betaling van genoemd bedrag.
Mostermans A. H. In 1907 bestond
die wet toch nog niet.
Voorzitter, 't Is en blijft een treurige
geschiedenis en 't is te hopen dat het een
goed einde neemt.
Van Mierlo. En ze zijn nog streng