Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
eerste" blad.
Mi
Binnenland.
Buitenland»
FEUILLETON
2)it nummer bestaat uit Twe®
Bladen
Niemand, die de noodzakelijkheid
erkent eener aanzienlijke vermindering
der uitgaven van den Staat, zal tegen
spreken, dat ook het bedrag, dat aan
onderwijs ten koste wordt gelegd,
moet verminderen. De laatste jaren zijn
de uitgaven ten behoeve van het
onderwijs belangrijk gestegen. In 1913
bedroegen zij 34 millioen, in 1918 bijna
49 millioen en voor 1924 zijn zij ge
raamd op 157 millioen. Van de voor
naamste onderdeden der onderwijs
begrooting geven wij de volgende
getallen:
Met deze getallen voor oogen, heeft
bij de behandeling der Onderwijs
begroting, welke deze week in de
Tweede Kamer plaats vond geen der
sprekers zich tegen bezuiniging verzet.
De vraag is gewettigd of niet vroeger
tot beperking der onderwijsuitgaven
had moeten worden overgegaan. Welnu,
het is de moeite van het vermelden
waard, dat reeds in 1920, bij gelegen
heid der interpellatie-Ossendorp, han
delend over de bezoldiging deror.der
wijzers, door den woordvoerder der
R. K. Kamerfractie, Mr. Baron van
Wijnbergen, de bezuiniging op onder
wijsgebied aan de orde is gesteld. Dat
b v. de nieuwe onderwijsopleiding, die
veel duurder zou zijn dan de tegen
woordige, niet is ingevoerd, is zeker
niet op de laatste plaats aan zijn
waarschuwend woord te danken. Deze
maatregel kon intusschen niet verhin
deren, dat de uitgaven voor het onder
wijs, vooral die ten behoeve van het
lager onderwijs, onrustbarend stegen
Niet tengevolge van de gelijkstelling,
zooals men wel hoort verkondigen,
maar wel tengevolge van de wet en
van de uitvoering der wet, die deze
gelijkstelling regelt. Wanneer dan ook
naar bezuiniging wordt gestreefd, moet
dit geenszins geschieden door de
gelijkstelling aan te tasten. Trouwens,
dat zou in strijd zijn met de z.g
pacificatie, het door de politieke par
tijen getroffen accoord tot gelijk making
der kosten voor bijzonder en openbaar
onderwijs.
De bezuinigingsplannen der Regee
ring zullen weldra aan een breed
voeriger bespreking worden onder
worpen dan bij de behandeling der
Onderwijsbegrooting plaats had. Het
is mogelijk, dat deze plannen niet de
instemming hebben van de Kamer.
Maar deze zal toch verplicht zijn,
alvorens de Regeeringsvoorstellen af
te wijzen, een ander plan aan te bieden,
dat beter is en niet minder besparing
brengt. In zulk een plan zal stellig
begrepen moeten zijn een vermindering
der kleine scholen, waarop zoowel van
rechts als van links in de Tweede
(amer werd aangedrongen. Op 1 |an
1924 waren in Nederland niet minder
dan 252 lagere scholen met 1 leer-
kracht, 1120 met 2 leerkrachten en
1284 met 3 leerkrachten en van 1 jan.
1919 tot 1 Jan. 1923 steeg het aantal
lagere scholen met gemiddeld 232
per jaar!
Met groote belangstelling wachten
wij af, welke middelen zullen worden
aanbevolen en meer nog, welke midde
len straks zullen worden toegepast om
de noodzakelijke kostenbesparing te
brengen. Een ding staat thans reeds
vast, dat èn de Regeering, én de
meederheid van de Volksvertegen
woordiging slecht maatregelen willen,
die het onderwijs niet belemmeren in
zijn natuurlijke ontwikkelingen die de
geldelijk gelijkstelling tusschen bijzon
der en openbaar lager onderwijs onaan
getast laten.
De wetenschap, dat van deze be
ginselen wordt uitgegaan, werkt gerust
stellend en kan, hoe zeer ook de be
langstelling gespannen zij, elk wantrou
wen verre doen blijven.
Dr. L. DECKERS.
f 62.196 514 teurggebracht op
f61 698,146.
Te beginnen dit jaar. zullen de
dienstplichtigen, die door hun burger
betrekking en door hun ontwikkeling
daarvoor in aanmerking komen, worden
opgeleid tot dienstplichtig officier- of
onderofficier-administrateur
Spoedig is de regeling te ver
wachten van een wetsontwerp betref
fende een pensioenregeling van den
Vrijwilligen Landstorm.
De directie der Oranje Nassau-
mijnen heeft een schrijven gericht tot
de contact commissie voor het mijn
bedrijf, waarin zij verklaart, van eiken
vorm van overleg met den Nederl.
Mijnwerkersbond af te zien.
Naar verluidt zijn door de directie
der Ned Spoorwegen de zgn. „Karenz
dagen" ingetrokken, hetgeen een be-
zuiniging oplevert van circa f 900.000.
Het sneltrein-verkeer Holland
Zwitserland zal binnen enkele weken
weer worden heropend.
Het ligt in het voornemen in
1924 de volgende herhalingsoefeningen
te doen houden
Infanterie (I en 111 divisie) lichtingen
1918, 1919, 1920 en 1921 gedurende
13: de onderolficieren 4 dagen langer
Wielrijders (ie en 2e schoolcom-
pagnie) lichtingen 1918 1919,1920 en
1921 als voren
Hospitaalsoldaten (3e en 4e com
pagnie) lichtingen 1918, 1919 1920
Naar zeer groote waarschijnlijk
heid is dr. H. Th. Jacob, lid der Pro
vinciale Staten van Utrecht en oud
burgemeester van Bussum, wonende
te Zeist, bestemd voor het ambt van
commissaris der Koningin in de pro
vincie Utrecht, ter vervanging van mr.
F. A C. graaf van Lijnden van San-
denburg.
Verschenen is de Memorie van
Antwoord op het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer inzake de Oorlogs-
begrooting 1924.
Het eindcijfer der begrootiug is van
1
„NOO&D-BRABAND"
LW U K
21)
DOOR ERVARING STERK.
en 1921, gedurende 13 dagen;
Vesting-artillerie, genie, pontonniers,
motordienst, intendance-troepen, lich
tingen 1918 en 1921 gedurende 13
dagen, de onderofficieren der Vesting
en luchtdoel-artillerie 6 dagen langer,
de onderofficieren der kustartillerie,
genie en pontonniers 4 dagen langer
Cavalerie en bereden artillerie, lich
tingen 1920 en 1921 gedurende 13
dagende onderofficieren 4 dagen
langer.
De Amsterdamsche briefschrijver
van de „Gooi- en Eemlander" verhaalt:
In een der vier groote gemeenten
van ons vaderland, had de Koningin,
bij een onofficieel bezoek, aan den
ongehuwden voorzitter van een huur-
commissie te kennen gegeven eenige
nieuwe gebouwde arbeiderswoningen
te willen zien.
De man ging te voren hier en daar
op bezoek zei niets van de komst van
H. M.. doch zag waar hij haar 't best
kon brengen.
't Ging goed.
Drie, vier woningen werden door
H M. bezichtigd en een genoeglijk
praatje gemaakt met de bewoners, om
daarna den tocht voort te zetten.
Bij een der huisjes aanschellende,
kreeg hij geen gehoor.
Koningin en voorzitter stonden op
de stoep, ze bleven er een poosje staan,
want de bewoners waren vertrokken
De president brak het angstzweet
uit, want de vorstin fronste de wenk
brauwen.
Toen kwam hij op een goed idéé:
eenige huizen verder woonde één zijner
kennissen, dien hij wel geruimen tijd
niet had bezocht, doch waar hij altijd
welkom was.
Hij vroeg onderdanig of het H.M
behaagde naar een andere woning te
gaan, waar de menschen ongetwijfeld
zouden thuis zijn,- de Koningin vond
het goed.
Jawel, daar werd opengedaan
De voorzitter trad binnen, de be
woner ging onmiddellijk op hem toe
greep zijn hand en zei.Zoo Jacobus,
dat doet me pleizier
In denzelfden adem ging hij voort
„Wat zie ik, een dame in je gezelschap
Ik begrijp het al, eindelijk getrouwd I
Dag mevrouw 1"
„Nou. Jacobus, die mag er wezen
hoor, gefeliciteerd kerel, van harte....
H.M. had blijkbaar schik in het ge
val, stelde eenige vragen, vertrok onder
geleide van Jacobus en heeft het later
in het hofrijtuig .uitgeproest van het
lachen.
De president vond het heel erg,
maakte den geheelen terugweg excu
ses. doch de Koningin bleef hem ver
ontschuldigen.
En tóch
Nog altijd verwijt |acobus zich, dat
dit juist hèm moest overkomen
Theunis zou zich, na van de
desiderata der Viaamsche katholieken
te hebben kennis genomen, bereid
hebben verklaard, een nieuw ministerie
samen te stellen.
Door Münchencr katholieken Is
is een manifest openbaar gemaakt,
waarin tegen de bekende aanvallen,
door Ludendorff tijdens het Hitier-
proces tegen het vaticaan gericht wordt
geprotesteerd.
De gezanlenraad zond een
nieuwe nota aan de Duitsche regeering
over de hervatting der militaire con-
tróle in Duitschland.
Het regeeringsbesluit om de hef
fing bepaald bij de wet betreffende de
Duitsche schadeloosstelling van 26
pCt. op 5 pCt. te verlagen maakt heden
in het Lagerhuis een punt van beraad
slaging uit.
De Times verneemt, dat de conser
vatieven, hoewel zij misschien zullen
toegeven dat Duitschland op het oogen
blik niet in een toestand is om de
volle 26 pCt te betalen, als hun
meening zullen te kennen geven dat
een verlaging tot twaalf of tien percent
voldoende zou zijn geweest om de
moeilijkheden van den toestand te
boven te komen.
De nota van den gezantenraad
wordt heden aan den Duitschen gezant
te Parijs overhandigd. De inhoud is
reeds gedeeltelijk uit Parijs meegedeeld.
Van Duitschland wordt verlangd dat
het bevredigende verklaringen aflegt
inzake de volgende vijf punten
Reorganisatie van de politie.
Hervorming van een zeker aantal
fabrieken.
Uitlevering van het nog overgebleven
verboden materiaal
Opgave van de statistieken over de
Duitsche militaire strijdkrachten en van
ingezonden Mededeelingen.
Rheumatlek en splerpifn
I spoedige verlichting van de pijnen en
weldra genezen door Sanaplrin-Tabletten
(Mijnhardt). Koker 75 ct. Bij Apoth.
en drogisten.
De Echo van het Zuiden,
Waaiwpsche en Langstraatsche Courant
Dit Wad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Aijres: ECHO.
1918 1924
Hooeer Onderwijs 16.262 000 f 11.391.000
Middelb. Onderwijs f3.746.000 f 8.510.000
Nijverheids- en
Handelsonderwijs f 2.872.000 f 15.202,000
Lager Onderwijs 35 millioen 102 millioen
Prüs der Advertentiën
20 cent per regelminimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
vu* „De Echo va» het Zuiden".
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LIVEN
Uit het verhaal van kapitein Barillet weet
de lezer, welke misdaad aan Robert ten las
te werd gelegd.
Deze verandering van naam had aan Ber
nard heel wat verdriet gekost. Hoofdzake
lijk had hij het gedaan om zijn zuster
Blanche, een edel en zachtzinnig meisje,
wier toekomst werd verwoest door de mis
daad van haar broeder Robert.
Wellicht zou door het verdwijnen van den
naam ook de misdaad spoedig vergeten wor
den.
Als hoofd der familie had Bernard wijs
en voorzichtig gehandeld, maar niettemin
verweet hij zich zfln eigen zwakheid en hjj
schaamde zich over het onrecht, dat hij der
nagedachtenis zijns vaders meende te heb
ben aangedaan.
Robert, die drie jaar jonger was dan Ber
nard, verschilde hemelsbreed in karakter
met hem: hij was heftig, opvliegend, weer
spannig. HU kon zich dan ook niet goed
onderwerpen aan het soms wel wat ruwe
gezag van zijn vader een werkman, die
dank zij zijn onverdroten werkzaamheid en
zijn vermetelen ondernemingsgeest fabri
kant geworden was en bracht het groot
ste gedeelte van zijn jeugd eerst te Lyon en
daarna te Parijs door op kostscholen. Ook
met de onderwijzers leefde hij voortdurend
In tweedracht, maar ondanks dat was hij
een goede leerling, steeds no. 1 van de klas
en verbaasde zijn leeraren door zijn helder
heid van geest en zijn onverzadelijke weet
gierigheid. In den grond van zijn hart was
hü echter goed, edel en rechtschapen.
Robert was zeker tot groote daden be
stemd, wanneer een vrouw hem niet in het
verderf gestort had. Zün noodlottig gesternte
deed hem een beeldschoon meisje ontmoeten,
waar hü aanstonds vurig verliefd op werd
en dat een onbegrensde macht over hem
uitoefende.
Zü heette Georgette Lacassagne, had geen
vermogen en was van zeer duistere afkomst.
Papa Duhesme wilde niets van dit meisje
hooren en weigerde beslist zün toestemming
tot het huwelük, dat Robert zich voorgeno
men had. Deze weigering verbrak voor al-
tüd den vrede tusschen vader en zoon.
In het volgende jaar kwam de vader om
het leven bü gelegenheid van een overstroo
ming. Zün testament, dat volkomen in orde
werd bevonden, vermaakte zoo weinig moge-
lük aan den weerspannigen zoon.
Bernard was echter te edel om zich aan
de bepalingen van dit testament te houden;
hü verdeelde de vaderlüke nalatenschap in
drie gelüke deelen en bood Robert een daar
van aan. Op koelen, bitsen toon weigerde
deze en verklaarde niets te zullen aannemen
dan hetgeen de wet hem toekende.
Bernard drong evenwel aan.
Kom, zeide hü, laten wü tezamen wer
ken en de zaken van onzen vader uitbreiden.
Er zün millioenen te verdienen zonder eenige
risico, alleen door de bosschen te exploitee-
ren en de fabrieken te drüven.
Robert antwoordde kortaf
Neen.
Wat houdt u dan terug? herna Ber
nard. Waarom stemt ge niet toe in mün
voorstel? Ge weet hoeveel onze zuster van
n houdt, ge weet ook hoeveel ik
Ja, ik weet het, zeide Robert, gü bei
den züt goed en edel en wü zouden gelukkig
met elkaar zün
Neem het dan aan!
Robert schudde treurig het hoofd.
Neen.
Ik begrüp wat u er van weerhoudt;
uw vrouw, die onze vader niet heeft willen
erkennen, die wü nooit gezien hebben, en
die nw hart heeft ontstolen. Welnu, breng
haar hier, wü zullen haar beschouwen als
onze schoonzuster, haar erkennen als een
lid der familie Duhesme en wie ze ook zün
mag, ik beloof n dat Blanche en ik haar zul
len liefhebben, zooals wü u zelf liefhebben.
Een oogenblik voelde Robert zich ver-
teederd.
Bernard, zoudt ge dat willen doen?
riep hü uit.
Ja.
Robert drukte zün broeder de hand, maar
terstond daarop verzonk hü in diep gepeins,
vervolgens kwam er een bittere glimlach om
zün lippen en op koelen, eenigszins hoog
hartlgen toon hernam hü
Ik dank u. Dit eentonige bestaan te
midden der fabrieksarbeiders in een uithoek
van het land kan mü niet bekoren, ik streef
naar een woeliger leven, zooal niet winst
gevender, dan toch, naar ik hoop. met on
eindig veel meer roem. Ge zult het zien
Bernard, ik heb grootsche plannen in porte
feuille. prachtige uitvindingen, die de we
reld zullen verbazen, die binnenkort een ge
heele omwenteling te weeg zullen brengen.
Behoud het vermogen van onzen vader voor
onze zuster en voor u, beheer het verstan
dig, het kan aan geen betere handen worden
toevertrouwd. Ik zal mün eigen weg wel
banen en ik zal de stamboom worden van
een nieuwe familie..
Robert ge doet me verdriet.
Owees maar niet ongerust, evenmin
als ik.
Met een trotsche beweging tikte hü tegen
het voorhoofd.
Ik heb hier genoeg, hernam hü, om aan
alle luimen en onrechtvaardigheden van de
fortuin weerstand te kunnen bieden
De hemel geve het.
O! de hemel zal het geven. Vaarwel.
Beleedigd over de al te trotsche woorden
van zün broeder, mompelde Bernard nu ook
iets koeler
Goed dan, vaarwel, wanneer zal ik u
terug zien?
Dat weet ik niet, later, wanneer ik als
overwinnaar met roem beladen ben.
Hoelang zal dat nog duren?
O I misschien korter dan ge wel denkt.
Tot weerziens dus, broer, en laten we elkaar
de hand drukken.
Door dezen hartelüken toon weer over
wonnen drukte Bernard krachtig de hand,
die zün broeder hem toestak en deze zeide
glimlachend
Zoo is het goed, tusschen ons is toch
niets wat ons scheidt
Integendeel, antwoordde Bernard met
warmte, alles verbindt ons en beveelt dat
wü ons zullen vereenigen.
Robert haalde even de schouders op, hü
drukte zün broeder nogmaals de hand en
ging heen zonder hem aan te zien.
Bernard had heni niet weergezien dan
voor het hof van assises van Puy-de Döme.
Slechts twee jaren waren er tusschen die
beide data verloopen.
De hoogmoedige uitvinder had zün wet
tig aandeel ontvangen van de nalatenschap
züns vaders, omstreeks tachtigduizend fres.
een vierde gedeelte van hetgeen hem te beurt
gevallen zou zü», wanneer hü niet onterfd
was, en deze geheele som had hü gestoken
in de uitvinding, waarmede hü een geheele
omwenteling wilde te weeg brengen.
Die uitvinding was inderdaad prachtig,
maar dertig jaren te vroeg in toepassing ge
bracht.
Op de hoogte, die de wetenschap des tüds
bereikt had, kon de onderneming zeer moei
lijk slagen, maar Robert werd gesteund
door eenige financiers, mannen van de
beurs, voor wie de val eener maatschappü
soms even winstgevend is als haar welsla
gen. Zü richtten met Robert een vennoot
schap op, maar toen deze failleerde, wisten
zü zich behendig terug te trekken, redden
hun aandeelen en lieten Robert Duhesme
alleen tegenover de schuldeischers. Niet
slechts dat zün vaderlük erfdeel van tach
tig-duizend francs geheel verzwolgen werd
maar de ongelukkige uitvinder stond boven
dien nog voor een passief van twee-honderd
duizend francs.
De schuldeischers van de maatschappü
bleven niet in gebreke inlichtingen in te win
nen omtrent de familie van Robert en kwa
men zoodoende in aanraking met het hoofd
dier familie, Bernard Duhesme. Zü vonden
ln hem een man die in zaken zeer eenvoudige
begrippen hadRobert had schulden, die
i moesten betaald worden.
Hü betaalde zonder aanmerking, zoodra
men hem de deugdelükheid der vordering
bewees en hieraan werd al het geld besteed,
dat Robert geweigerd had, Bernard moest
er zelfs nog vele duizenden francs uit zün
kas büvoegen.
Toen Robert deze edele daad vernam was
hü woedend en schreef een brief aan zün
broeder, waarin hü dezen verzocht zich
nooit meer met zün zaken in te laten.
Beleedigd over deze bitsheid en ondank
baarheid, beschouwde Bernard zün broeder
voortaan als verloren en schreef hem nooit
meer, ook vroeg hü geen berichten meer om
trent hem aan zün handelsvrienden en cor
respondenten. Hü verbond zich met een jon
gen ingenieur, den heer Celestin Puybarrau,
die juist van de academie was gekomen, en
beiden begonnen langzaam en omzichtig het
belangrüke werk, dat Bernard te vergeefs
getracht had met den avontuurlüken Robert
op touw te zetten.
De misdaad te Miramont-la-Montagne, de
beschuldiging tegen zün broeder uitgebracht,
het pünlüke rechtsgeding voor het hof van
assises, besloten met de veroordeeling van
den beschuldigde, brachten Bernard een
zwaren slag toe
Robert een moordenaar, Robert een dief,
Robert een galeiboef.
Bernard Duhesme boog het hoofd zoo diep
onder het gewicht van de schande, alsof hü
zelf de schuldige was, hü trok zich terug ia
de eenzaamheid en veranderde van naam.
Hiermede kreeg hü evenwel zün kalmte,
zün tevredenheid en zün levenslust van vroe
ger niet terug. Hü werkte onverpoosd en
nam de gewoonte aan elk jaar een groote
buitenlandsclie reis te doen.
Ongeveer twee jaren zün er sedert de ver
oordeeling van Robert verloopen als wü hem
in Schotland terugvinden, aan het venster
van een hotel te Glasgow, waar hü opgeto
gen van bewondering naar een meisje zat
te küken, dat, in het wit gekleed, zich be-
haaglük in een hangmat wiegde.
Bernard verdiepte zich zoodanig in de
beschouwing van deze blonde schoonheid,
dat hü alles om zich heen vergat. Voor het
eerst van zün leven voelde hü een bekoring
in hem opkomen, een gevoel waaraan hü
geen naam kon geven, dat hem ongerust en
tevens onbeschrüfelük gelukkig maakte.
Hoelang had hü daar vol verrukking en
bevend van ontroering aan het venster ge
zeten.
Hü meende slechts een paar minuten, in
werkelükheid meer dan een uur.
Zün betoovering werd verbroken door de
komst van een man. Ook deze was nog jong,
zeer blond en naar den laatsten smaak
gekleed.
Hü naderde de hangmat, sprak een paar
woorden tot de jonge vrouw; deze kwam
langzaam op, steunde op den schouder van
den man en liet zich zoo op den grond zak
ken.
(Wordt vervolgd'