i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
J
vl SI 1 VII 'Ml 11
EERSTE BLAD.
Buitenland.
Binnenland.
FEÖiLLETOfl
Land- en Tuinbouw
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 22
ZATERDAQ 15 MAART 1924
en
m
3>it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
De Daily Expres meldt onder
voorbehoud dat het geschil tusschen
het Vaticaan en de Italiaansche regee
ring, dat sedert 1870 heeft bestaan,
thans inderdaad zoo goed als geregeld
is. De Paus zal, zoodra de oplossing
haar beslag krijgt, zichzelf niet langer
als gevangene in het Vaticaan be
schouwen.
De voorwaarden van de schikking
zijn de volgende
le. De Italiaansche regeering zal
aan het Vaticaan den geheelen Vati-
caanschen heuvel (waarvan het thans
slechts een gedeelte heeft) afstaan.
2e. De Italiaansche regeering zal op
haar kosten een paleis of een reeks
gebouwen voor het college van kardi
nalen laten bouwen. Op het oogenblik
zijn de kardinalen gehuisvest in over
de stad verspreide gebouwen, die de
H. S. aan de Italiaansche regeering
zal afstaan.
3e. De onafhankelijkheid van den
Paus zal door den Volkenbond worden
gewaarborgd.
Dr. Luther, de minister van
financiën in Duitschland, heeft gisteien
in den Rijksdag meegedeeld dat sedert
1 Dec. 1923 de belastingopbrengst als
volgt is verdeeld58 pCt, op het
bezit, 14 pCt. op arbeidsloonen, 4 pCt.
op genotmiddelen, 24 pCt. op den
omzet.
Hoe zwaar industrieele ondernemin
gen worden belast lichtte de minister
met dit voorbeeld toeeen onder
neming met een maatschappelijk kapi
taal van zes millioen goudmark moet
bijna 5 pCt. van dat kapitaal aan den
fiscus betalen, Deze belasting is te
zwaarder, aangezien de meeste onder
nemingen op het oogenblik weinig
winst afwerpen.
Naar de Engelsche onderminister
van oorlog in het Lagerhuis heeft
meegedeeld heeft een subcommissie
van de geallieerde militaire controle
commissie, die vier jaar lang voort
durend toezicht heeft gehouden in de
fabrieken van Krupp, geconstateerd dat
daar alle machines die voor het ver
vaardigen van oorlogstuig bestemd
waren, zijn vernietigd en vervangen
door machines tot vervaardiging van
vredeswaar.
De Tweede Kamer heeft gisteren
het wetsontwerp tot verhooging van
den accijns op bier en van het invoer
recht op bier en op thee aangenomen
met 48 tegen 30 stemmen (rechts tegen
links).
De Nederlandsche gezant te
Madrid, jhr. P. R. A. Melvill van
Carnbee, heeft, naar Havas seint,
gisteren ter eere van den Prins der
Nederlanden een maaltijd gegeven,
waaraan ook de koning en de koningin
van Spanje waren genoodigd.
Gelijk is gemeld, is Hr. Ms. Heems-
kerck, welke oorlogsbodem den Prins
naar Spanje heeft gebracht, thans op
weg is van Barcelona naar Passajes
Het ligt in de bedoeling, dat de
Prins in die havenplaats, aan de Noord
kust van Spanje, even beoosten San
Sebastian, weer aan boord van de
Heemskerck zal gaan ter aanvaarding
van de terugreis naar Nederland Het
vertrek naar IJmuiden zal den 22sten
dezer plaats hebben
- Men meldt dat men om goederen
uit België te kunnen uitvoeren, thans
een bewijs moet overleggen, dat men
zijn Nederlandsch geld voor den aan-
coop op een Belgische bank heeft
ngewisseld, en een bewijs van de
winkeliers, voor welk bedrag bij hen
is gekocht De bedragen, waarvoor is
»ekocht, mogen niet hooger zijn, dan
iet bedrag, dat bij een bank is inge
wisseld.
Op Zon- en feestdagen is alle uitvoer
verboden.
De Tweede Kamer heeft gister
middag het voorstel van de heeren
3raat en de Boer tot afschaffing van
den zomertijd verworpen met 68 tegen
9 stemmen.
Het voorstel van den heer Staalman
werd op verzoek van den voorsteller
van de agenda afgevoerd, in verband
met hel schrijven van de Spoorweg
direction,
Aangenomen werd met 45 tegen 32
stemmen een motie van den Heuvel
waarin de regeering wordt uitgenoodigd
de wet, regelende den zomertijd, in te
irekken.
Men meldt uit Den Haag aan de
rov Nbr. '&H Ct. dat met ingang
van 17 dezer de hoofdingenieur der
telegrafie in Den Bosch, de heer S J.
J H van Emden, tijdelijk wordt be
last met de waarneming van het hoofd-
nspecteurschap der telefonie, en dat
in verband met het aftreden van den
heer Koning op 1 April, de tegen
woordige hoofdinspecteur der telefonie,
de heer W. D. Nolting, tijdelijk wordt
belast met de waarneming van de
functie van directeur-generaal der pos
terijen en telegrafie. Een en ander in
afwachting van een ingrijpende reor-
23)
ganisatie van den dienst, welke in
voorbereiding is.
Omtrent den toestand van den
heer De Savornin Lohman meldt .De
Nederl., dat de patiënt dermate is
vooruitgegaan, dat er niet langer reden
bestaat, daaromtrent geregeld bericht
te geven.
DOOP. ERVARING STERK.
47b JAARGANG.
De Echo van het Zuiden,
en
Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum f 1.50
Reclames 40 cent per regel.
Bjj contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des ^morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit
zijn.
van De Echo van het Zuiden
Daniël stemde er dus in toe de functie
van bankier te blij ven bekleeden en Ber
nard tevreden over zijn zoo goed geslaagde
kennismaking, zette zich achter hem, min
der om den loop van het spel te volgen dan
wel om het vertrouwen van den broeder
van miss Felicia te winnen.
Het spel werd met afwisselende kansen
voortgezet en werd aldoor belangrijker, en
vuriger. Thans vielen er meer en meer pon
den sterling en banknoten op het groene
kleed. De verliezen werden door Bernard
zonder aanmerking betaald, vervolgens
keerde bet geluk zich naar de zijde van de
bank, er behoefden geen verliezen meer be
taald te worden, men had slechts winsten
op te strijken en deze klommen tot twee
honderd vijftig pond.
Het was één uur na middernacht.
Bernard de Prabert was uitgeput van
vermoeienis, liad vreeselijke hoofdpijn en
besloot daarom naar huis te gaan. Hij deelde
de winst met den broeder van miss Felicia
wiens oogen van vreugde schitterden en nam
afscheid van zijn deelgenoot, onder belofte
den volgenden nacht terug te zullen komen
Acht dagen of liever acht nachten werd
dit losbandige leven voortgezet.
Het aanvankelijke geluk hield niet lang
stand, er kwamen verliezen, vrij ernstige
verliezen zelfs, maar Bernard had zijn
eigenlijke spel gewonnen. Daniël Hilson
was zijn vriend', leende hem soms geld om
te spelen, wanneer hij niet meer bij zich
had, bezocht de verschillende publieke ver
makeljjkheden van Glasgow en was onuit
puttelijk in zijn lof over den Franschman
zijn nieuwen vriend.
Op zekeren avond zeide Bernard met
geveinsde verbazing, dat hij ontdekt had
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
(2e helft Maait.)
Nadtuk verboden.
Als de vorst uit dea grond Is, dan
breagen de volgende dagen heel wat
werk. De vooijaarsbemestSDg dieat au
te geschieden. Als phosphorznurbeines-
t{ag geb utke me» nu superfosfaat,
men geef» dan in den regel per Hectare
eea paar baal mloder dan van Thomas-
meel. Voor kaitbemesting kas patesst-
bali diesiee hoewel dit oplosbaar is in
water, is toch een vroegtijdige uitstrooi-
ing thans aan te bevelen. P»'eaik«lt
bevat 25 pCt. kalf, kaislet 12 4 pC'.,
zoodat men van de eerste meststof met
half zooveel kats volstaan sis men
gewoon is van kaloiet te geven. Aan
aardappelen voor de keuken bestemd,
moet mes nooit kaoiet geven, maar
pateotkali; dit met het oog op de
kwalbeit. Mingelwortels daarentegen
bemest mea het best met kaisiet,
welke meststof men eveDwet niet ko t
het zaaien mag uitstrooien; mee
doe dit ongeveer eea paar maanden
daarvoor, Aanwendlg van kalk en
k&lkmergtl moet steeds zoo vroegtijdig
mogelijk geschieden.
Ia den tuinBij gunstig weer kom<
au het tuinieren in vollen gang- Al
wat men in den zomer hoopt te oogstee,
wordt nu gezaaid of geplant, du*
schorseneeren en wortelen, doperwten,
peulen en tuitsboosen, de verschillende
koolsoorten, sla, spinazie en raapstelen,
enz. Schorseneeren zaait men einde
dezer maand, of begin April, op rfleo,
die 30 c.M. van elkaar zijn. Men kan
deze groenten combineeren met kropsla
of worstels; van de laatste b v. de
soort Amsterdamsche bakook de
Vroege deuvik eo de Naardertuln-
wortel zï'n aan te bevGeo. De schor
dat zij buren waren en met kloppend hart
stelde hij voor, Daniël van huis af te halen
in plaats van hem. zoonis tot dusverre, op
de club te ontmoeten.
Dit voorstel scheen niet zeer in den
smaak van mr. Daniiël te vallen, hij stemde
er wel in toe, maar slechts schoorvoetend.
Bernaard had dus zooveel gewonnen dat
hij nu aan het huis zijner aangebedene
kwam, maar hij zette geen voet binnen den
tuinmuur en miss Felicity bleef onzichtbaar
voor hem.
Twee dagen later had de jonge speler
van de vreemdelingenclub terstond behoef
te aan vijftig pond en vroeg die aan zijn
vriend te leen.
Het was niet de eerste maal, dat Bernard
hem een dergelijke dienst bewees, ditmaal
echter zeide hij het geld niet terstond be
schikbaar te hebben maar beloofde het hem
aan huis te zullen bezorgen, zoodra hij het
van zijn bankier ontvangen had.
Tegenover den dienst, dien Bernard hem
zou bewijzen, kon Daniël wel niet anders
doen, dan hem ontvangen. Hij zeide dan
ook. hoewel na een korte aarzeling
't Is goed, ik dank u. Ik zal u tegelijk
aan mijn zuster voorstellen.
Eindelijk was dus het doel bereikt, waar
naar de verliefde met zooveel ongeduld ver
langde.
Een hemelsche vreugde deed hem inwen
dig trillen bij de gedachte dat hij haar zou
zien. haar zou spreken, maar tevens kwelde
hem een hevige angst. Wanneer zij hem eens
leelijk, linksch, onaangenaam vond? Wan
neer hij er eens niet in slagen mocht een
gunstigen indruk op haar te maken?
De kennismaking had plaats. Zij was zeer
kort. en eenvoudig, maar Bernard verliet
de cottage buiten zich zeiven van verruk
king.
Miss Felicia was een nog schooner, een
nog bekoorlijker, een nog hemelseher wezen
dan zijn stoutste droomen hem haar had
den voorgetooverd. Zijn verbeelding was nog
verre beneden de werkelijkheid gebleven.
Hij kon dan ook niet langer zwijgen en
denzelfden avond deed bij, bevend en ont
hutst, aan zijn vriend Daniël een even op
rechte als eenvoudige bekentenis van zijn
liefde voor miss Felicia.
De ander fronste de wenkbrauwen en
zeide
scaeerea duaue men later uit op 15 c.M.
afstand. Van peulen en erwten
heeft men hooge, van wel 6 voet,
half hooge van plm. 3 voet, en lage
van 1 tot 2 voetbij de laatste beeft
man geen rijzen (takken) noodig. Men
legt ze in rijen, die een onderlingen
afstand hebben van 120 M.daar»
tusschen kan men dan ia den eersten
tijd verschillende groenten zaaien, b.v.
raapstelen, radijs en spinazie. Vaak
legt men 2 rijen slech s 12 tot 15 c.M.
van elkaar en steekt daartusschen de
rijsjes, zoodat aan belde zijden hiervan
de planten kunnen opklimmen. Nog
legt men de erwten wel in 4 rijen,
die ruim een voet van eikaar liggen.
Men steekt dan aan de kanten lang
rijs, ic 't midden kort. De opbrengst
is echter bij deze terl wijze niet even
redig aan de beooodigde hoeveelheid
pooterwten. Als aanbevelenswaardige,
?oede variëteiten willen we zoemen;
Wonder van Amerika (stam), Amster
damsche vroege (halfhoog vroege) en
Rasper- of ruige gele (hoog); van de
peulen S ampeul (laag), Veer-igdaag-
sche (baifnoog), Slier- of K ombek
(hoog). Do tuinboon legt men in
twee rijen vso 45 c.M., telkens 2
bootten bij elkaar, 45 c M. verder
weer 2. Heeft toet 2 ttjen gelegd, d^n
laat m»n een ruimte van andeibalven
me'er, om dan weer een dubbele rij
te poten. De tusschenruioite benut
men voor de teelt van vroege aard
appelen, of voor de sateelt van
augutken. Ook kan men er raapstelen,
radijs, woitel» en spinazie tusschen
zaaien, voor weike groenten de tuin
boon, welke zich vroeg ontwikkelt en
hard is, een goede beschutting biedt.
Een goede soort tu oboon is voor
dea handel da Vroege breede Witkam,
voor de keuken om jong te gebruiken
Witbioeiend-wttblijvend, voor de in
maak de Mazagan. - Laat het weer
het toe, dan neemt men den blad
bedekking van de perken met hya
cinten, tulpen, crocussen enz. Ook als
het nog vriest, moet men het dek er
voor een deel afnemen, omdat, zooals
me® dan zal zien, de bollen reeds in
het blad gegroeid zijn. Neemt men
het loof niet wrr, dan wn-Hrn
Hetgeen ge my daar zegt is wel zon
derling, mynheer, maar antwoord my eens
onomwondden: wat zijn uwe bedoelingen"
Die zfln zoo eerlijk en oprecht moge
lijk. Ik ben twee-en-dertig jaar oud gewor
den zonder ooit de liefde gekend te hebben
zonder ooit met vrouwen in nadere ver
standhouding te zijn geweest. Mijn verleden
is vlekkeloos, mijn toekomst verzekerd
Daniël wierp den spreker een blik toe
alsof hy op den bodem van zijn hart wilde
lezen.
Zijt. gij rijk? vroeg hy zonder eeuige
inleiding.
Ten haasten bij en mijn vermogen
groeit steeds aan.
Zoo, zoo. Hoeveel bedraagt uw inko
men?
Op het oogenblik een half milllioen,
de opbrengst van mijn fabrieken en mijn
bosschen en ik hoop dat inkomen te ver
dubbelen wanneer mijn nieuwe machineriën
in werking komen, namelijk na den winter.
Daniël, die met kleine teugjes een glas
punch dronk, sprong bij deze woorden over
eind, zoodat de heete drank hem over de
handen liep.
—Verduiveld, .wat ben ik onhandig! riep
hfi uit. Maar gij zegt ook zulke verbazende
dingen en dat alles op zoo'n kalmen toon...
neen, maar, zeg eens, die fabrieken van u
liggen toch niet in Gascogne, hoop ik?
Zij liggen alle in Dauphiné en er is
te Grenoble niemand, die u niet zal kun
nen zeggen hoeveel er zijn en hoe groot.
i Goed, goed, ik geloof u wel op uw
woord, want ik beschouw u als een man van
eer. Er zijn heel wat baronnen en graven,
zoowel in Frankrijk als op onze eilanden
die gaarne met u zouden ruilen. Een mil
lioen francs inkomen, 't is geen kleinigheid
Het beweeglijke gezicht van Daniël Hilson
drukte, terwijl hij sprak, afwisselend be
wondering, afgunst, onrust en hoop uit.
Hij hernam
Neem mij die onbescheiden vragen niet
kwalijk, wij kennen elkaar nog zoo kort.
Bernard maakte een afwerende bewe
ging.
Ik zelf kan in deze niets beslissen,
ging Daniël voort, maar ik zal er met mijn
zuster over spreken en dan zullen wij dit
gesprek voortzetten.
Zoo spoedig mogelijk, als ik u verzoe
ken mag.
Wees gerust.
Dien avond dronk Daniël zich een stevi-
gen roes en vertelde allerlei dwaasheden
aan Bernard De Prabert, die in een stem
ming verkeerde om alles door de vingers
te zien.
Trouwens, de broeder van miss Felicia
was vroolijk in zijn dronkenschap, en praat
te en lachte onafgebroken voort en zong
verscheidene Fransche liederen, welke hij
zeer zuiver uitsprak.
Eensklaps zeide hij
Dus gij trouwt met mijn zuster Feli
cia?
Dat is mijn vurigste- wensch, ant
woordde Bernard.
Ja, maar, ziet ge. lord Hollays zal
daar niet zeer tevreden mee zijn, vrees ik.
Wie is lord Hollays? vroeg Bernard
ongerust.
Een beschermereen edelmoedige
beschermertusschen beiden.
En daar het. gelaat van Bernard De
Prabert een vreeselijke smart uitdrukte,
een zekere innerlijke ontsteltenis, barstte
Daniël Hilson in lachen uit.
Hahalia, wat een gezicht zet ge'. Neen
op mijn woord, ge zijt onbetaalbaar, liaha
Hij hield eensklaps met lachen op en her
nam ernstig:
Ja lord Hollays is onze beschermer.
Hij was de vriend van onzen vader en daar
wjj op zeer jeugdigen leeftijd wezen waren,
heeft hij voor ons gezorgd en tegenwoordig
waakt hij nog over ons.
Bernard herademde.
Odan is het goed, mompelde hy ge
rustgesteld.
Toch was er een spottende uitdrukking
in de oogen van Daniël Hilson-, die hem zeer
mishaagde, maar was het wel verstandig
eenige waarde te hechten aan de gelaats
uitdrukking van een man, die beneveld was
door whiskey en champagne?
Daarop verliepen er drie dagen zonder
dat Bernard De Prabert en Daniël Hilson
elkaar ontmoetten. Voor Bernard waren die
drie dagen een onbeschrijfelijke kwelling,
maar hij werd eenigszins schadeloos gesteld
doordat de schoone Felicia eiken dag een
uur in haar tuin doorbracht, gehuld in een
witte burnois, een kleine wollen baret be
haagziek op de licht blonde haren gezet,
en het scheen Bernard, die haar in verruk
king van uit zijn venster gadesloeg, alsof
haar lieve oogen zich eenige malen naar
zijn kant wendden.
Eindelijk, op den morgen van den vierden
dag, trad Daniël Hilson vroolijk de kamer
van Bernard binnen en zeide
Mijn waarde, ik kom van Londen en
gij zijt de eerste, dien ik na mijn terugkeer
bezoek.
Bernard ontving hem met oprechte vreug
de en hartelijkheid: Daniël was immers de
tuschenpersoon van die schoone miss Felicia
en hem.
Na een -tijdlang over onverschillige zaken
gepraat te hebben, vroeg Bernard of Daniël
zyn vertrouwelijke mededeeling reeds aan
zijn zuster had overgebracht.
Hm. hm, ja zoo terloops, met een enkel
woord. O ja, ik heb nog een nieuwtje, dat
nu eigenlijk minder pezierig is.
Wat dan?
Wij gaan verhuizen en wel zoo spoedig
mogelijk.
- Waarlijk?
Ja, de cottage, die wij bewonen, is
het eigendom van lord Hollays, die het huis
laat afbreken en er een rij huurhuizen voor
in de plaats wil zetten.
En waar zult gij «nu gaan wonen?
- Dat weet ik nog niet, voorloopig te
Glasgow. Mijn zuster en ik waren besloten
den winter hetzij in Italië, hetzij in Turkije
door te brengen, maar die reis moet om
bijzondere redenen nog een paar maanden
uitgesteld worden. Nu zullen wy zoolang
gestoffeerde kamers te Glasgow betrekken
en daarvoor zullen wij niet moeilijk zijn in
onze keus, wy nemen de eerste vertrekken,
die zich voordoen en die maar een weinig
bewoonbaar zijn. Ik ga er nu op uit om te
zoeken. Wanneer gij vandaag niets bijzon
ders te doen hebt, ga dan mee. Miss Hilson
zal er u zeker dankbaar voor zijn, wanneer
ge iets goeds voor haar hebt uitgezocht.
Bernard nam dit voorstel aan, hij zag er
een gelegenheid in om weer met Felicia in
aanraking' te komen.
(Wordt vervolgd)