I
f
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Gemeenteraad.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
„NOO&D-B&ABAND"
NUMMER 23
WOENSDAG 19 MAART 1924
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ AN TOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit Twee
Bladen
WAALWIJK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 14 Maart
des avonds ten 6% uur.
Voorzitter Ed.Achtb. Heer E. Moonen.
Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter
de vergadering, afwezig de heer B.
Timmermans Verschure.
De notulen der vorige vergadering,
welke voor lezing ter inzage hebben
gelegen, worden onveranderd goedge
keurd en vastgesteld.
De Voorzitter wenscht in deze eerst
te houden vergadering die hij als
Voorzitter zal leiden vooraf een woord
te spreken. Toen hij vroeger de ver
slagen van de verschillende gemeente
raadsvergaderingen nalas, heeft hij
meermalen kunnen merken dat van de
leiding van den Voorzitter veel afhangt,
dat van dezen veel takt en bezonnen
heid geëischt wordt, zoodat hij over
tuigd is op een zware proef gesteld te
worden.
Het zal daarom niemand verwonde
ren dat, toen hij naar het ambt van
Burgemeester dezer schoone gemeente
ging dingen, zijn eerste belangstelling
uitging naar de samenstelling van den
raad, naar, wat men in mooi Neder-
landsch noemt, de mentaliteit van de
leden. Het resultaat van dat onderzoek
was in alle opzichten bevredigend en
dit heeft hem hoopvol gestemd. Hij
geeft de verzekering dat het zijn ernstig
streven zal zijn de vergaderingen te
leiden volgens de intensies van zijn
ambtsvoorganger, de traditie van den
goeden toon te handhaven en de ge
legenheid te scheppen voor ieder om
zijn meening naar voren te brengen.
Hij zal daar al zijn zorgen aan wijden
maar roept daarvoor den steun in van
alle leden en hij is er van overtuigd,
als hij op denzelfden steun als zijn voor
ganger mag rekenen, de goede reputatie
van deze vergaderingen ook in de
toekomst zal worden gehandhaafd.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken
a. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende toezending van een afschrift van
het KB. waarbij goedkeuring is ver
leend aan het raadsbesluit tot heffing
van opcenten op de dividend- en
tantiemebeiasting.
b. Besluit van Qed. Staten waarbij
het presentiegeld voor de leden van
den Raad met ingang van 1 Januari
1924 is vastgesteld op f 3 per lid en
per vergadering
c. Door Ged. Staten goedgekeurde
besluiten van den Raad
1. tot ruiling van grond met C- van
Wezel te Drunen;
2. tot verhuring van de voormalige
onderwijzerswoning aan H. A W. Sürig.
d Dankbetuiging van W Keune te
Nijmegen, mede namens de overige
familieleden, voor de deelneming be
toond bij het overlijden van Th, L. D.
de Surmont de Bas Smeele, in leven
Burgemeester van Waalwijk.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
e. Verzoek van L. Kuijsten, gewezen
nachtwaker in de voormalige gemeente
Besoijen om hem alsnog in het genot
te stellen van pensioen of wachtgeld,
Adressant wijst er op dat hij ook
nog in dier.st van Groot-Waalwijk is
werkzaam geweest.
Voorzitter. Ik stel voor dit verzoek
in geheime vergadering te behandelen
Daartoe wordt besloten.
f. Schrijven van Dr P. I Sweens
inzake zijne benoeming ais schoolarts.
in het schrijven deelt Dr. Sweens
mede dat hij gaarne bereid is nu de
raad daartoe de wenschelijkheid heeft
te kennen gegeven om jaarlijks een
verslag uit te brengen. Dat hij dat tot
heden niet heeft gedaan, komt wijl in
zijne instructie daarvan niets staat
aangegeven.
Dat hij nog nooit een bezoek heeft
gebracht aan de Chr. school te voorm.
Besoijen komt omdat het bestuur daar
toe nog nooit een verzoek heeft gedaan.
Alleen wanneer de wensch daartoe te
kennen wordt gegeven, wordt aan de
school een bedoek gebracht, in hei
vervolg zal hij er nu rekening mee
houden dat het bestuur van de Chr.
school op zijn bezoek prijs stelt.
g. Verzoek van P. van den Broek,
wonende in de Min. Loefstraat, om hem
voor geruimen tijd in huur af te staan
een perceeltje gemeente-grond om
daarop de z g veldtent te plaatsen.
Burg. en Weth. stellen voor genoemd
perceeltje te verhuren voor den tijd
van 10 jaar voor f20.—, met dien
verstande echter dat na 5 jaar, wanneer
blijkt dat de gemeente den grond voor
eigen gebruik noodig heeft, de huur
kan worden geëindigd.
Daartoe wordt besloten.
h. Verzoek van een groep personen
uit de voormalige gemeente Besoijen,
aan wie een navorderingsaanslag in
den H O. over 1921 is opgelegd, om
alle navorderingsaanslagen met f12 50
te verminderen.
Adressanten zijn wel erkentelijk voor
de reductie reeds gegeven, doch zijn
desniettegenstaande nog teleurgesteld
TjÉgirxW/ ALWUK.
DOOR ERVARING STERK,
omdat van velen nog een zeer hoog
bedrag blijft geëischt. Trekt men het
gevraagde bedrag af, dan komt dit
overeen met het hoogere bedrag dat
hier voor levensonderhoud is afge
trokken
Op voorstel van den Voorzitter wordt
besloten dit schrijven in geheim Comité
te behandelen
i. Nota van aanmerkingen van Ged.
Staten op de begrooting van inkomsten 1
en uitgaven voor 1924, waarbij tevens
om inlichtingen werd toegezonden
1. een adres van J. L C. van der
Geld
2. een adres van den Ned. R. K.
Politiebond „St. Michael"
3. een adres van de ambtenaars-
vereeniging te Waalwijkinzake de
salarisvermindering van het gemeente-
personeel en een brief van Ged. Staten
waarbij eveneens om inlichtingen werd
toegezonden een adres van de afdeeling
Noord Brabant van den Nederl. Bond
van Gemeente-ambtenaren inzake voor
melde salarisverlaging.
Voorzitter. De stukken zullen zeker
wel niet behoeven te worden voor
gelezen, die hebben ter visie gelegen
Eibers. Ik zou gaarne hebben dat
ze worden voorgelezen, want doordat
ik afwezig ben geweest, ben ik niet
in de gelegenheid geweest de stukken
te komen inzien.
Meerdere leden verklaren niet in de
gelegenheid te zijn geweest de stukken
te komen inzien, waarna de Voorzitter
de stukken laat voorlezen
De heer J. van der Geld verzoekt in
zijn adres aan Ged Staten het besluit
om de salarissen met 10 pet. ie ver
minderen, te wiiien vernietigen en wel
omdat, zoo zegt adressant, het besluit
is tot stand gekomen door het een
zijdig drijven van een groep fabrikanten
welke een meerderheid vormen en
welke vooraf besloten hebben de
salarissen te verlagen zonder rekening
te houden met de doorslaande bewijzen
der minderheid en der betrokkenen.
Ook heeft bij die fabrikanten niet voor
gezeten het gemeentebelang, doch een
industriebelang en aan dat eigen belang
is het algemeen belang ten offer ge-
bracht.
Adressant kan het eenigste argument
als zouden hooge salarissen oorzaak
zijn van de hooge belastingen, niet
deelen, integendeel, naar zijne meening
zijn juist de industrieelen schuld van
deze hooge belastingen omdat zij in
de jaren van hoog conjunctuur schatten
hebben verdiend en in de daarop
volgende malaise inplaats van hun
arbeiders zelf te onderhouden, deze
in grooten getale aan de publieke
kassen hebben uitgeleverd.
Naar adressants meening kan de
slechte finantieele toestand niet voort
vloeien uit te hooge salarieering, maar
is dit veeleer toe te schrijven aan de
groote sommen welke zijn uitgegeven
moeten worden aan wachtgeld, steun
regeling en werkverschaffing. Bij deze
noodzakelijke maatregelen hebben de
fabrikanten wel wat al te gemakkelijk
hunne moreele en finantieele verplich
tingen op de schouders van de ge
meente afgewenteld.
De bezuinigingscommissie heeft zich
zonder meer geworpen op de salarissen
van het gemeente-personeel met het
doel om straks, met een beroep op
het voorbeeld der gemeente, de toch
reeds karige loonen in de industrieën
wederom te kunnen verlagen.
Adressant somt daarna enkele be
zuinigingsobjecten op welke z.i. veilig
hadden kunnen worden ingevoerd
zonder aan het prestige der gemeente
en aan de goede functioneering der
gemeente-huishouding iets te schaden
en tevens een veel grooter finantieel
voordeel zouden brengen. Op de eerste
plaats vestigt hij dan de aandacht van
Ged. Staten dat men hier met zijn
9000 zielen zich de luxe permitteert
om er een politie corps op na te houden
van acht man met een inspecteur, ter
wijl men hier tevens nog heeft eene
brigade van de marechaussée en twee
rijksveldwachters. Naar zijn meening
kan daarom het corps agenten goed
tot vier worden teruggebracht.
Ook wijst hij nog op het overcom
pleet van het secretarie personeel, wat
weliswaar voortvloeit uit de samen
voeging van de drie gemeenten, doch
47e JAARGANG.
De Echo van het Zuiden
Waahvpsclse en
Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per S maanden 1.2S.
Franco per post door het geheele rtJk 1.40.
Brieven, Ingezonden «tukken, gelden en»,
franco te eenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën:
20 eent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
BiJ contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
de» morgéns om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
van „De Echo van het Zuiden".
Hij toog met Daniël Hilson op onderzoek
naar gestoffeerde kamera Na eenig zoeken
hadden zij wat gevonden dat hen geschikt
voorkwam. Doch Bernard verzocht aan
zijn vriend Daniël om nog niet te beslissen
daar hij eerst nog een onderhoud met Felicia
verlangde. Bernard had zich voorgenomen
om dadelijk hare hand te vragen en haar
voor te stellen spoedig In het huwelijk te
treden zoodat het niet noodig was dat zij
nog naar gestoffeerde kamers gingen ver
huizen.
In de cottage aangekomen werd Bernard
zeer welwillend daar Felicia ontvangen.
Dit gaf Bernard moed en met groote wel
sprekendheid zette hij zijn plannen uiteen.
Daniël en Felicia luisterden zwijgend
naar liem, beiden gevoelden zich diep ge
troffen.
Toen Bernard de Prabert zich geheel had
uitgesproken, nam Daniël het woord en
zeide
Felicia heeft mij gezegd dat ge haar
uw liefde verklaard hebt. Zij gelooft aan uw
oprechtheid en neemt uw aanzoek gunstig
op. Alleen verplicht onze toestand als weezen
zonder familie, om de uiterste voorzichtig
heid in acht te nemen en waarschijnlijk
zult ge wel begrijpen dat, wanneer er een
huwelijk tusschen u en mijn zuster tot
stand komt, dit zoo spoedig mogelijk moet
plaats hebben.
Maar dat is juist mijn vurigste wensch,
hernam Bernard. Ook ik heb geen ouders
meer, ik behoef dus niemand te raadplegen.
Daniël drukte vol vreugde de hand van
Bernard.
Dat is gesproken als een man van eer
riep hij uit. Thans blijft ons alleen nog
maar over aan Felicia te verzoeken of zij
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEM_
den grooten dag wil bepalen.
Er werd afgesproken dat het huwelijk
over veertien dagen zou plaats hebben,
juist de tijd dien men noodig had om de
noodige stappen te doen en eenige onver
mijdelijke zaken te regelen.
Bernard kon er niet toe besluiten zelf
naar Frankrijk te gaan om zijn papleren te
halen, maar dat was ook niet noodzakelijk.
Hü schreef aan zijn getrouwen Puybarrau
hem onmiddelijk de noodige stukken te
zenden en zelf op weg te gaan, in gezelschap
van mejuffrouw Blanche De Prabert,
opdat hij den dag voor het huwelijk In
Schotland wezen zou. Puybarrau bracht
deze orders met de hem eigene nauwgezet
heid ten uitvoer en de gelukkige bruidegom
was weldra in het bezit van al zijn papie
ren.
Verheugd snelde htJ naar Daniël en Fe
licia, teneinde hun deze stukken te toonen.
Ge ziet hoe voorspoedig alles gaat,
zeide hij. Ik behoef dit nog slechts naar het
consulaat te brengen en dan staat niets
ons geluk meer in den weg.
- Gij ztjt dan wel ongeduldig, mijnheer
Bernard, zeide de schoone Felicia met een
behaagziek lachje.
Meer dan ilk u zou kunnen zeggen.
Waarlijk?
Hoe kunt ge mij dat nog vragen, het
is niet alleen ongeduld, dat ik ondervind,
het is ook vrees. Ik ben bang
Zij nam de rol gezegeld papier, die Bernard
had meegebracht en maakte ze langzaam
los.
Bang, herhaalde zij, dat is een leelijk
woord, dat hoort men niet dikwijls van een
Franschman.
De papieren lagen nu open voor haar en
zij vroeg
En waarom zijt gij dan wel zoo bang?
Ik weet het niet. Het is een zwakheid
van geest, die ik niet van mij af kan zetten.
Zie, miss Felicia, ik ben zoo gelukkig, de
toekomst ligt zoo schitterend voor mjj, dat
ik mij ongerust maak bij de gedachte, dat
dit alles wel eens in rook zon kunnen ver
vliegen, verdwijnen als een schoone droom.
Dwaasheid.
Die echter bewijst, hoezeer ik u bemin.
Zij antwoordde niet. Haar aandacht werd
getrokken door eenige regels van een akte,
die opengevouwen voor haar lag. Zjj boog
i
zich er over heen om heter te kunnen lezen,
daarna hief zij eensklaps het hoofd op en
zag Bernard doordringend aan.
Maar, riep zij uit met een vreemde
uitdrukking in haar stem, deze papieren
zijn niet van u.
Haar gelaat was doodsbleek geworden,
haar hand, waarmee zij het papier vast
hield, beefde.
Bernard zag haar verwonderd aan en
nam haar het papier uit de hand.
Welzeker, antwoorde hij, welzeker, dit
is mijn geboorteakte. Oik zie al wat uw
aandacht heeft getrokken. Gij ziet ik ben
niet als De Prabert geboren, dat is de naam
van mfln moeder, maar ge zult bij deze pa
pieren ook een akte van het ministerie van
Binnenlandsche Zaken vinden, waarbij ik ge
rechtigd wordt den naam De Prabert te
voerentegenwoordig heet ik wettig zoo.
Zonder veel acht te slaan op de ophel
dering van haar bruidegom, ging Felicia
voort
Dus ge heet oorspronkelijk Bernard
Duhesme?
Daniël, die in een hoek van de kamer be
zig was met het schrijven van een brief en
niet naar het gesprek geluisterd had, sprong
bfl het hooren van dien naam op en riep
Wat? Wat zegt ge daar Felicia?
Hij snelde toe, doodsbleek, ongerust, met
een zenuwachtige beweging nam hij de akte,
die zooveel ontroering teweegbracht uit de
handen van zijn zuster en liep ze haastig
door.
Ja, antwoordde Bernard met zachte,
schokkende stem, ik heet oorspronkelijk
Bernard Duhesme.
\Gfl hebt een broeder? vroeg Fellicia.
Ja.
-v- Die Robert heet?
Ja ik had een broeder, Robert Duhesme,
die ongeveer twee jaar geleden werd ver
oordeeld door het hof van assises van Puy
de Döme tot levenslangen dwangarbeid we
gens diefstal en moord.
De ongelukkige had deze bekentenis met
heldenmoed gedaan, maar zijn stem ver
smoorde in zijn keel en hfl was genoodzaakt
met beide handen op de tafel te leunen,
want hij wankelde als een beschonkene.
Felicia staarde hem met wijd geopende
oogen aan, haar gelaat was verwrongen,
haar ivoorwitte tanden klemden zich vast
op elkaar.
De broeder van Robert, stamelde hij vol
ontzetting, de broeder van Robert.
Daniël stootte haar rnw met de elleboog
aan.
Toen bad er eensklaps een verandering
bi) haar plaats.
Zij verborg bet gelaat in de handen en
snikte luid
Mijn God, mijn God, dat is onmogelijk,
dat huwelijk kan niet plaats hebben
het lot is al te wreedik ben gevloekt
...Breng mij weg, Daniël, breng mij weg!
Zfl wierp zich in de armen van haar broe
der en liet zich door hem naar de deur ge
leiden, ten prooi aan een heftigen aanval
van zenuwen.
Bernard trad hen haastig in den weg.
Een enkel woord, wat ik u bidden mag,
smeekte lit), op dit oogenblik wordt over
mijn leven beslist en gij kunt deze gunst
wel toestaan aan een man, die zich morgen
zal dooden, wanneer gij hem heden terug
stoot, omdat hij de broeder van een galei-
hoef is. Ik zie, dat gij van de misdaad van
Miramont-les-Montagnes afweet en dat de
naam van Robert Duhesme n bekend is. God
is mijn getuige dat ik deze smet, die op mijn
familie kleeft, niet voor u wilde verbergen
en dat ik slechts op een gunstig oogenblik
wachtte om u de waarheid mee te deelen.
Dit is slechts een nuttelooze en ijdele bewe
ring, die alleen waarde heeft voor mij tegen
over mijn geweten, het zfl zoo, maar is het
dan rechtvaardig Bernard Duhesme, den
eerlflkenonbesproken man, den man op
wien geen smet kleeft en die zich nooit iets
te verwflten heeft gehad, verantwoordelijk
te stellen voor het avontuurlijke leven van
zfln broeder dat met een misdaad geëindigd
is.
Ik had hem lief, dien broeder, maar hfl
verliet ons reeds vroegtijdig, hfl deed zoo
veel om zich vrijwillig van zfln familie te
scheiden, dat wfl hem bflna niet meer ken
den, helaas. Zfln misdaad heft ons getrof
fen als een bliksemstraal uit de heldere
lucht. Ellendelingen hebben hem meege
sleept, een slechte vrouw heeft hem in het
verderf gestort. Ik wist niets van zfln
levenswijze; nooit heb ik iemand uit zfln
omgeving gezien, ik wist zelf niet meer hoe
zfln Z'ken stonden en wfl, mfln zuster en
ik, wfl beschouwden hem als voor altfld
voor ons verloren. Hoe zoudt ge dan op mfl
de verantwoordelijkheid willen werpen voor
een misdaad, waarvan verscheidene punten
nog in het duister zfln gebleven en die zoo
ver van ons plaats had, in het hart van
Auvergne? In de streek waar ik woon heeft
niemand dat durven doen en ik kan met
trots zeggen dat niemand mfl wegens dat
ongeluk zfln achting, zfln vriendschap heeft
onthouden. Ik heb mfln naam veranderd en
ik kan u verklaren, dat ik ook hiermee mfl
zeiven een wond heb toegebracht, die nim
mer genezen zal, die mij altfld zal doen
lflden, maar ik bracht dit offer alleen aan
mfln zuster, het arme, onschuldige kind dat
ik wilde behoeden voor een verdriet, zooals
dat, wat mfl nu treft. Dezen nieuwen naam
heb ik u aangeboden en bied ik u nog aan,
miss Felicia Hilson. Hfl is de mflne, wettig
de mflne, en ik kan u zweren dat er geen is
in geheel Frankrflk, die meer geacht, meer
geëerbiedigd wordt. Wat dien anderen naam
betreft, den naam Duhesme, hfl bestaat
niet meer; Robert is omgekomen in het ge
bergte van Cayenne en de naam, dien hfl
onteerd heeft, is met hem gestorven. Ziedaar
wat ik u wilde zeggen, miss Hilson en thans
beslis over mfln lot. Mfln leven is in uwe
handen en ik ben besloten uw uitspraak af
te wachten, zooals die van God zelf.
Bernard de Prabert boog diep, terwfll bfl
deze laatste woorden sprak en verwflderde
zicli van de deur ora haar thans den door
tocht vrfl te laten.
Daniël en Felicia hadden zwijgend naar
hem geluisterd, heiden voelden zich diep
getroffen.
Na een korte aarzeling antwoordde
Daniël.
Mijnheer De Prabert, geloof mfl, wij
laten u ten volle recht wedervaren, maar...
maar mfln zuster is zeer, ontroerd door deze
onvoorzieife wending en het is noodzakelijk
dat wfl eerst te zamen overleggen, zoodra
zfl daartoe in staat isSta ons een half
uur toeeen uur desnoods.
(Wordt vervolgd;,.