Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
Handelsscholen.
EERSTE BLAD.
LLETOtl
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 27
WOENSDAG 2 APRIL 1924
m
©it nummer bestaat uit Twee
Bladen
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELBN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
Met groote belangstelling namen
wij kennis van onderstaand hoofdartikel
in het „Nieuwsblad van Heusden". Wij
laten het voor onze Hoogere Handels
school zeer waardeerende artikel in zijn
geheel volgen, waar het ook voor tal
van plaatsen in de Langstraat en Om
geving van 't grootste belang is, dit on
partijdig en zakelijk oordeel te mogen
vernemen.
We kunnen wel zeggen, dat het
door niemand meer betwijfeld wordt
dat het doel der Hoogere Burgerschool
geweest is en altijd blijven zal het
aanbrengen van eene bepaalde hoeveel
heid kennis en daaruit voortvloeiende
geschiktheid hetzij tot verdere vakstudie,
hetzij voor de praktijk des levens. De
opvatting dat de Hoogere Burgerschool
een opleidingsschool zoude zijn voor
de ingenieursstudiën te Delft, wordt
tegenwoordig nog slechts door betrek
kelijk weinigen gedeeld. De statistieken
bewijzen trouwens dat een zeer klein
percentage van een groote aantal bur
gerschoolleerlingen de ingenieursrich
ting uitgaat. Immers gaat 't meeren-
deel in de praktijk (kantoor, handel
enz terwijl een niet gering gedeelte
zich op de studie van een der talen,
voor candidaat-notaris, surnumerair
bij de indirecte ot directe belastingen
of bij de posterijen, werpt.
Deze feiten hebben het dan ook
noodzakelijk gemaakt de hoog opge
voerde eischen met betrekking tot de
wiskundige vakken te matigen. Zoo
wordt b.v. thans reeds aan de leerlingen
der 4e en 5e klasse de keuze gelaten
tusschen de vakken werktuigkunde en
boekhouden, terwijl de plannen tot
oprichting eener afdeeling, waarin
minder aan wis- en natuurkunde, doch
meer aan talenstudie, handelscorres
pondentie enz. gedaan wordt, nog
verder een anderen dan den tot nog
gevolgden koers uitsturen.
Het behoeft geen betoog, dat een
en ander om meerdere redenen toe
juiching verdient. Men behoort wel
degelijk rekening te houden met de
aan- of afwezige voorbeschiktheid voor
wiskunde of talen. Leerlingen zonder
eenigen aanleg voor de wiskundige
vakken werden tot nog toe meege
sleept op een terrein, waarop ze niet
hoorden, zulks ten nadeele van zich
zelf, van de klasse en van den leeraar.
Bovendien ligt het toch wel voor de
hand dat b.v een knap letterkundige
heusch wel zijn doel zal bereiken
zonder te weten welke de formule
is voor eene natuurkundige wet. Dat
men zonder wiskunde te kennen geen
logisch denkend mensch zou kunnen
zijn, is onzin. Ziet maar eens hpeveel
geleerden er zijn, die als leerling van
een Gymnasium waar veel minder
aan wiskynde wordt gedaan dan aan
eene Hoogere Burgerschool met
hunne wiskundige vakken enorm te
kampen hadden en later toch, al was
het op ander terrein, mannen zijn ge
worden, waarop de wetenschap met
trotsch kan neerzien.
Gelukkig dat datgeen, wat aan eene
Hoogere Burgerschool ontbreekt, thans
reeds voor een groot gedeelte wordt
aangevuld door de vooral in onze
omgeving nog veel te weinig bekende
Handelsscholen.
Jongelui met weinig of geen aanleg
voor wiskunde kunnen op deze scho
len heel wat kennis opdoen, die hen
in de praktijk van het leven uitnemend
te stade komt en die de Hoogere
Burgerschool in haren tegenwoordigen
vorm hun niet geeft.
Men heeft Middelbare en Hoogere
Handelsscholen. De eerste geven een
soort vakonderwijs in een 3-jarigen
cursus na het afloopen der lagere
school, terwijl de laatste in een
2 jarigen cursus na het afloopen der
Hoogere Burgerschool mét 3-jarigen
cursus of van de eerste drie leerjaren
van eene Hoogere Burgerschool met
5 jarigen cursus, haar onderwijs wel
vakonderwijs doen zijn, doch het tevens
meer schoeien op een intellectueele
basis.
In den betrekkelijk korten tijd van
27)
haar bestaan hebben de Handelsscholen
reeds bewezen in eene bepaalde
behoefte te voorzien en meermalen is
door haar het bewijs geleverd dat niet
wiskundig aangelegd» jonge menschen
op ander gebied tot bij uitstek nuttige
leden der maatschappij zijn te vormen.
De Hoogere Handelsschool overlaadt
haar leerlingen niet met mathematische
vakken, maar brengt hun vooral talen
kennis bij, terwijl voorts de vakken
Boekhouden, Handelskennis, Handels-
rekenen, Geschiedenis, Aardrijkskunde,
Scheikunde, Warenkennis, Staathuis
houdkunde en Staatsinrichting eene
belangrijke plaats in de leerstot inne
men.
Het eind-diploma eener erkende
Hoogere Handelschool geeft meerdere
bevoegdheden. Eerstens is het uit den
aard der zaak eene degelijke aanbe
veling voor hen, d e hunne studie's
niet verder willen voorzetten, maar
direct plaatsing wenschen in eene
handelzaak of op een of ander kantoor.
Voorts geeft het o m. de bevoegdheid
om toegelaten te worden tot het afleg
('urrp^WAA LV C K
DOOR ERVARING STERK.
gm van examens aan de Handels-
Hoogeschool te Rotterdam aan hen,
die op het gebied van den handel
eene wetenschappelijke vorming wen
schen. Ook geeft het diploma het
recht tot het afleggen van de examens
voor candidaat-notaris, voor surnume
rair bij de indirecte en directe belas
tingen, voor leerling-consul enz. waar
uit dus wel volgt dat aan het bezit
van het eind-diploma waarde wordt
gehecht.
Jongelui, die geen aanleg voor de
wiskundige vakken hebben, doen, nu
er gelegenheid bestaat om ook zonder
die vakken, voorbereid te kunnen
worden op de praktijk des levens,
stellig verstandig niet de Hoogere
Burgerschool te bezoeken, zoo lang
zij hare bovenmatige eischen in de
wiskundige vakken nog niet heeft
laten varen, maar zich als leerling
eener Handelsschool te laten inschrij
ven.
Handelsavondscholen laten we buiten
beschouwing, omdat deze bestemd zijn
cm handels- en kantoorbedienden en
handwerkslieden na volbrachte dagtaak
eenige ontwikkeling bij te brengen en
dus een geheel ander doel beoogen dan
de Middelbare en Hoogere Handels
scholen, welker leerlingen zich den
geheelen dag uitsluitend aan hun studie
geven.
Middelbare Handelsscholen zijn er in
ons land nogal eenige en gelukkig
komen er steeds meer bij, daar zij haar
bestaansrecht ruimschoots hebben be
wezen. Hoogere Handelsscholen zijn
er uit den aard der zaak nog weinig
als we ons niet vergissen 32 in
ons geheele land maar ook het aantal
van dit soort scholen breidt zich steeds
uit al gaat zulks dan ook niet zoo vlug
wegens de groote kosten, die de op
richting eener school met zich Brengt.
In deze omgeving bestaat alleen
eene erkende Hoogere Handelsschool
te Waalwijk. Hoewel zij gebaseerd is
op Roomsch-Katholleken grondslag, is
zij toch zonder onderscheid van gods
dienstige gezindte, voor een ieder toe
gankelijk natuurlijk behoudens het
voldoen aan de gewone eischen van
toelating als leerling terwijl niet
Katholieke leerlingen niet verplicht zijn
het godsdienst—onderwijs bij te wonen.
De Hoogere Handelsschool te Waal
wijk geniet eene goede reputatie. Het
onderwijs is er uitstekend en groot is
de belangstelling der leeraren in hunne
leerlingen.
Protestantsche leerlingen hebben ons
verzekerd, dat zij absoluut aan niets
kunnen bespeuren dat zij niet den
godsdienst belijden, die den grondslag
der school vormt en zulks gelooven
wij gaarne. Voor protestantsche ouders
uit onze omgeving behoeft er dus uit
godsdienstig oogpunt niet het minste
bezwaar te bestaan om hunne kinderen
toe te vertrouwen aan de zorg der
docenten van de Waalwijksche Hoo
gere Handelsschool.
Naar aanleiding van bovenstaand
artikel kunnen wij nog het volgende
mededeelen.
Bij het ingediende wetsvoorstel op
het M. O. heeft de Minister rekening
gehouden met de wenscnen van vele
ouders, die voor hun kinderen middel
baar onderwijs verlangen, waatbij aan
de talen en de economie meer zorg
wordt besteed dan aan een „gewone"
H. B S. geschiedt.
Naast de bestaande wis- en natuur
kundige H. B. S. is daarum een z.g.
littejair-economische H. B. S. gepro
jecteerd, welke een progiam heeft, bijna
letterlijk overeenkomend met dat der
Hoogere Handelsschool. Al wordt dit
wetsvoorstel in zijn geheel voorloopig
wel niet in behandeling genomen, de
oprichting van bedoelde „H. B. S. 5
met gewijzigd leerplan", is mogelijk
gemaakt bi] K. B. van 13 Nov. 1923
(btbl. No. 518.)
We krijgen dus twee middelbare
scholen naast elkaar, welke in program
ma en eindexamen bijna geheel iden-,
uek zijn, maar administratief tot ver
schillende inspecties behooren en met
verschil in subsidie regeling.
Toen eenige maanden geleden bekend
werd dat aan de nieuwe H. B. S. 5
rechten zouden worden toegekend,
welke nog niet verbonden zijn aan het
diploma Hoogere Handelsschool, wer
den door verschillende gemeente- en
(Wordt vervolgd).
47e JAAKGANG.
De Echo van het Zuiden,
rit Lanffstraatschc Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheels rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
van „De Echo van hat Zuiden
Prijs der Advertentiën
20 cent per regelminimum I.SO
Reclames 40 cent per reg.l.
B(j contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zjjn.
Is bet wel waar en volkomen zeker
wat uw vriend van de prefectuur van politie
schrijft?
Ogeen twijfel aan. Verrier is een
stipt en nauwgezet ambtenaar.
Dus hangt het van hem af, of op bet-
verzoek al dan niet gunstig zal worden
beschikt?
Ja, misschien wel, ik weet niet vast
hoe dat op de bureaux gaat, maar zeker is
het, dat indien hij die akte eens v rgat en
ze in een lade liet liggen, ze daar lang zou
kunnen blijven, voordat iemand er navraag
naar deed.
Barillet gij zijt toch mijn vriend, niet
waar?
Behoeft ge dat nog te vragen, Féli-
cienne?
Nu, dat verzoek vau Robert Duhesme
moet dan in een lade geschoven worden
en daar lang, heel lang blijven liggen.
U wilt dus
Ja, mijn beste kapitein. Begrijp toch
eens welk een opzien het zou haren, wanneer
die ongelukkige eensklaps ten huize van zijn
broeder verscheen. Neen, het zou vreeselijk,
afschuwelijk zijn. Ik wil hem niet zien. Ba
rillet, ik wil hem niet zien. Oik zou het be
sterven van schaamte.
Dank zij het kleursel bleef de blos op
haar wangen, maar de zenuwachtige bewe
ging van haar handen, de angst die in haar
oogen blonk, en het krampachtig samentrek
ken van haar lippen toonden duidelijk aan
hoe ontroerd zij was.
Kapitein Barillet knikte eenigo malen met
het hoofd en zeide:
Ja, ja, dat begrijp ik zeer goed, lieve
mevrouw.
MAATSCHAPPIJ VAK VERZEKERING OP HET tEVEH
Zij hernam dringend bijna smeekend
Welnu dan, mijn vriend, van dat on
heil moet gij ons redden, gij moet den zwaren
slag afwenden, die mijnheer De Prabert be
dreigt, die de toekomst van mijn zoon zou
verwoesten en die ons allen diep rampzalig
zou maken. Dat moet. Barillet, ik verwacht
van u onze redding.
Ik zal al het mogelijke doen om u van
dienst te zfln, al moest ik daarvoor ook dui
zend dooden trotseerenriep de kapitein
uit en hij maakte een beweging als wilde hij
een denkbeeldigen vijand nedervellen.
Neen, dat niet hernam Félicienne, er
bestaat een veel eenvoudiger middel, luister
slechts.
Barrillat gaf een teeken, dat hij haar zijn
volle aandacht schonk
Gij moet onmiddellijk naar Parijs ver
trekken. Met de beste en vlugste paarden
van onze stallen, kunt gij vanavond nog aan
het station Lus-la-Croix-Haute zijn en met
den laatsten trein naar Grenoble vertrekken,
dan zijt gij morgenavond te Parijs. Is dat te
veel gevraagd, kapitein?
Weineen, weineen, het is zoo goed als
niets.
Dus kan ik voortgaan?
Ik verzoek u er om.
Zonder een oogenblik te verliezen, gaat
gij uw vriend bezoeken, ,uw vriend Verrier,
gij maakt hem duidelijk welk een ramp voor
ons de terugkeer in Frankrijk van Robert
Duhesme zou wezen en gij haalt hem over,
dat vrijgeleide te doen verdwijnen.
Barillet krabde zich bedenkelijk achter 't
j oor.
i Verduiveld, zeide hij, die Verrier is
zoo nauwgezet, zoo stipt op zijn diensthij
heeft daaraan zelfs zijn bevordering te dan-
1 ken.
Er is geen nauwgezetheid die tegen
i zekere argumenten bestand is, Barrillet. Ge
weet, ik hecht weinig waarde aan geld en
j daaromtrent laat ik u geheel vrjj, al zoudt
1 ge twintig-, vijftig-duizend francs voor di°n
dienst moeten betalen. Oweiger niet, wat
ik u bidden mag, bet is onze eer, ons leven,
dat ik aan u toevertrouw.
Dat begrijp ik, lieve mevrouw, ik be
grijp het zeer goed, maar die duivelsche Ver-
j rier, die duivelsche Verrier, ik weet niet hoe
ik het met. hem zal aanleggen.
I Beproef het, mijn vreind, doe uw uiter
ste best. Die man zal trouwens niet .weigeren
ons voor het minst een paar dagen uitstel
toe te kennenn. Eenige dagen oponthoud en
wij zijn gered, want gij begrijpt wel, Barril
let, dat wij intusschen hier niet werkeloos
zullen blijven zittenwij zullen vertrekken,
tl volgen, uw poging zal nïachtig ondersteund
worden, ik ken een van de ministers, aan
zienlijke personen, die mij met al hun kracht
zullen bijstaan. O! ik zal liemel en aarde
bewegen, de hoofdzaak is maar, dat ik bij
tijds kom en dat is het wat ik u vraag. Ba
rillet, voor liet. overige vertrouw ik op uw
vriendschap. Zeg me, dat gij dat doen wilt,
dat gij mij niet zult verlaten. Zie, ik heb de
koorts van angst.
Zij stak hem de handen toe die inderdaad
koortsachtig gloeiden.
Zeker, ik zal u niet verlaten, lieve Fe-
licienneriep de kapitein vol geestdrift uit,
ik vertrek en ik beloof u, dat ik al het moge
lijke zal doen om u tevreden te stellen.
Heb dank, heb dank, gij zijt een waar
vriend. Zij zag hem met haar mooie oogen
vriendelijk aan en drukte krachtig de ruwe
handen van den kapitein.
O nog iets, hernam Félicienne, in uw
verhaal hebt ge gesproken van een kind,
dat Robert Duhesme bij zich had en dat niet
teruggevonden is. Hebt gij later nog iets van
dien armen kleine vernomen.
Volstrekt niets, mevrouw, het kind is
verdwenen zonder eenig spoor na te laten.
Dat is een van die geheimen, waardoor deze
zonderlinge gebeurtenis is omgeven.
Félicienne boog het hoofd en keek pein
zend voor zich uit, maar eensklaps brak zij
den loop van haar gedachten af door te
zeggen
Zoodra gij te Prijs komt, zult ge mij
telegrafeeren, nietwaar Barillet?
Zeker.
Slechts een enkel woord, dat ik om
trent uw behouden aankomst gerustgesteld
ben; later als ik te Parijs kom, zullen wij
de zaak wel breedvoerig bepraten.
Afgesproken.
Komaan, het is bijna tien uur en uw
oogenblikken zijn kostbaar, wanneer gij op
tijd te Lus wilt zijn. Vaarwel, mp waarde
Edmon.
Edmon was de doopnaam van kapitein Ba
rillet en het was een hooge zeldzaamheid,
wanneer mevrouw De Prabert hem met dien
naam aansprak. De brave kapitein was ge
woonlijk niet znlk een persoon van gewicht
in het huis der Praberts. Sedert tien jaren
nam hij er onvermoeid allerlei baantjes
waar. Als officier van de gendarmerie in den
omtrek van Chambéry, had hij aan mijnheer
De Prabert eenige diensten bewezen door 't
bewaken en beschermen zijner fabrieken en
bosschen in het gebergte en tot belooning
daarvoor bracht hij geregeld zijn verlof door
op Saint Colomban, te Grenoble of te Parijs
al waar de grillige Félicienne zich vestigde.
Natuurlijk had hij ook het hof gemaakt
aan de bekoorlijke dame maar met zeer wei
nig gevolg. Zijn wel wat plompe complimen
ten werden welwillend opgenomen, evenals
de kleine diensten, die lip overal bewees,
waar hij maar kon. Gaandeweg was dit een
gewoonte geworden en Barrillet werd door
mevrouw De Prabert voor duizenderlei klei
nigheden in beslag genomen, maar nooit was
hij met een dergelijke opdracht vereerd,
nooit was hij zoo vriendelijk toegesproken,
zoo gesmeekt geworden.
Het was dus met zekere ontroering, dat
hjj dén groet van mevrouw De Prabert plech
tig beantwoordde
Vaartwel, mijn lieve Félicienne, reken
op mijn toewijding.
Daar reken ik op, mijn vriend.
Ik zal het als een geluk beschouwen,
wanneer ik slaag.
Félicienne, die Barillet uitgeleide deed tot
aan de deur van het salon, wilde nog iets
zeggen, toen er, van nit den gang, die langs
haar vertrekken liep, een luid rumoer tot
haar doordrong. Er werden kreten geslaakt,
men riep elkaar aan, men snelde trappen op
en trappen af.
Mijn hemel, wat gebeurt er? mompelde
Félicienne.
.Wil ik er eens naar gaan zien? vroeg
Barillet.
Neen, neen, houd gij u maar niet op,
ik zal wel bellen.
Maar Félicienne behoefde die moeite niet
te doen, Leonore snelde reeds toe.
OGod, mevrouwriep zij uit, er is
een ongeluk gebeurd, een groot ongeluk
Met wien? Met Aurélien? Met mijn
zoon?
Neen, stel u gerust, mijnheer Aurélien
deert niets.
Wie dan?
Mijnheer Daniël heeft zich verwond
met een revolver, die hij wilde schoonmaken.
Mijn broeder?
Ja, mevrouw, mijnheer Daniël meende
dat het wapen ongeladen was, er zat nog
één patroon op, het schot ging af en trof
mijnheer in den schouder. Ik weet niet of de
wond gevaarlijk is.
Spoedig, Leonore, ga er eens naar ver
nemen.
Ja, mevrouw.
Laat tegelijkertijd aan Gyprien zeggen,
dat hij hier moet komen.
Toen de kamenier weg was, wendde Fé
licienne zich weer tot kapitein Barillet.
Nu ziet ge, mijn vriend, hoe 't ongeluk
oils vervolgt, zeide zij. Owat ben ik u
dankbaar dat gij ons in die rampen zoo
trouw ter zijde staat.
De kapitein vernieuwde zijn verzekeringen
van gelieehtkeid en verwijderde zich met de
belofte, dat hij binnen een uur tot het ver
trek gereed zou zijn.
Mevrouw De Prabert keerde in haar sa
lon terug en liet zich op de sofa neervallen.
Zij huiverde en het klamme zweet parelde
op haar voorhoofd.
Mijn Uod! stamelde zij, ik heb allerlei
akelige voorgevoelens. Ik ben koud, ik beef,
ik beu bevreesd. Zou na zooveel jaren de
straf toch nog komen?
De terugkeer van Leonore maakte een
einde aan haar sombere gedachten.
Welnu? vroeg Félicienne.
De kamenier antwoordde
Mijnheer Aurélien laat zeggen, dat hij
zelf zal komen om mevrouw in te lichten. De
dokter is nog niet gekomen, maar mijnheer
Aurélien gelooft niet, dat de wond veel te
"beteekenen heeft.
't Is goed, zeide mevrouw De Prabert,
eenigszins gerustgesteld, en Gyprien?
Hij wacht reeds tot mevrouw hem kan
ontvangen.
Laat hem binnenkomen.