Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EERSTE BLAD. Gemeenteraad. FEÜILLETO „NOO&D'B&ABAND" NUMMER 31 WOENSDAO 16 APRIL 1924 UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTQON TIELEN. Telefoon No. 88. Telegr.-AdresECHO. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen HAARSTEEG. (Vervolg). Brief van Ged. Stalen betreffende het verhalen van 8'/a pCt. pensioens bijdragen. Tegen hunne beslissing in deze kwestie staat geen beroep open bij de Kroon. Dobbelsteen. Toch zou ik er voor zijn die 8'/2 pCt. te handhaven. Voorzitter. Ik zal het wel in omvraag brengen. Het voorstel Dobbelsteen wordt met 4 tegen 2 stemmen aangenomen. Vóór; Dobbelsteen, v. d Brand, v. Vrede en v. Hemert. Tegenv. Engelen en v. d. Heijden Aanmerkingen van Ged. Staten op de gemeentebegrooting. Ged. Staten maken o.m bezwaar tegen de verlaging der bezoldiging van den gemeentebode. v. Hemert. Ik zou eenmaal genomen besluiten willen handhaven en dus bij de vermindering zijner jaarwedde biijven. Echter zou ik om den bode ter wille te zijn hem slechts voor halve dagen dienst laten doen, zooveel heeft hij niet te doen. Voorzitter. Dat zal dikwijls slecht uitkomen, men kan soms met iets tusschen zitten. Daarom dient zoo'n man altijd ter beschikking te zijn al heeft hij ook niet altijd dienst te doen v. Engelen. Herhaaldelijk is hier al over deze kwestie gesproken. Al heeft die man niet heel den dag werk, het zal toch vaak slecht uitkomen als men maar met halve dagen over hem kan beschikken. Ik zou er daarom voor zijn om in deze een middenweg te zoeken, door b.v, f 100 meer te geven dan was besloten. v. Vrede. Ik kan me er best mee vereenigen om dien man terwille te zijn en hem slechts met halve dagen laten komen, doch om meer te geven dan we besloten hadden, dat acht ik overbodig. Hoeveel groolere plaatsen zijn er niet die geen gemeentebode hebben. Dobbelsteen. Ik heb in deze kwestie buiten het gemeentebestuur om naar Ged Staten geschreven en daarin de verschillende motieven genoemd die I ons dit besluit hebben doen nemen ik zou daarom voor willen stellen om aan Ged. Staten te berichten dat wij ons genomen besluit handhaven en voor de motieven verwijzen naar be doelden brief. v. Engelen. Wij weten niets van den nhoud van dien brief dus kunnen moeilijk verwijzen naar iets dat ons onbekend is, dat buiten het gemeente lestuur om wordt geschreven. In stemming gebracht wordt het voorstel van den heer Dobbelsteen aangenomen met 4 tegen 2 stemmen. Vóór: Dobbelsteen, v. d. Brand, v. Vrede en v. Hemert Tegen: v. Engelen en v.d. Heijden. De Voorzitter deelt hierna mede dat lij er van afgezien heeft om het raads- lesluit, tot bijdrage in de kosten van onderhoud van het padje naar Nieuw- kuik, aan de Kroon ter vernietiging voor te dragen; Dobbelsteen. Dan past het me wel U een woord van dan dank daarvoor te brengen. U heeft zeker ook ingezien dat dit padje van groot belang is voor onze gemeente. Het heeft reeds een heele verbetering ondergaan. 3. Ontwerp besluit tot wijziging der bouwverordening. Wordt na voorlezing zonder op merkingen goedgekeurd. 4. Af- en overschrijvingen op de begrooting 1923. Verschillende uitgaven blijken boven de raming te zijn gegaan, een en ander kan echter door andere over schotten en meerdere ontvangsten gedekt worden. Na enkele toelichtingen wordt alles zonder aanmerkingen goedgekeurd. Bij de rondvraag wijst de heer van Hemert er op dat de medailles vanwege de hondenbelasting voor losloopende en vastliggende honden hetzelfde zijn. Hij vraagt hoe de politie zoodoende kan controleeren of geen ontduiking 31) plaats heeft. De Voorzitter geeft toe dat dit thans aan de medailles niet te zien is, wel in het register. Hij zal echter voor het volgend jaar een andere maatregel invoeren, dan zullen n.l. alle los loopende honden een penning moeten dragen. Dobbelsteen. Ik had ook nog iets. De vorige week is het vergadering geweest van het Electriciteitsbedrijf en daarop hebben we besloten om enkele nachtlantaarns bij te plaatsen en een andere die overbodig was, te laten vervallen Nu is het mij echter opge vallen dat die nieuwe nachtlantaarns wel aan waren, doch die oude, die zou vervallen, ook nog. Ik zou gaarne zien dat eenmaal genomen besluiten ook werden uitge voerd. (n^WAA LW UK/Tggr DOOR ERVARING STERK. Voorzitter. Ik weet niet precies wat er besloten is op die vergadering, ik meen dat er slechts over gesproken is om die lantaarn daar bij mijn woning te laten vervallen. Trouwens ik zou hem ook niet graag opruimen. Niet dat ik er zelf iets aan heb, maar bij het hoofd der politie diende toch des nachts een lantaarn te branden, dat ziet men overal. Dobbelsteen. Wat dat laatste jbetreft geloof ik niet dat hij ooit noodig zal zijn geweest. Wanneer er iets aan de hand is gaat men niet eerst naar U maar rechtstreeks naar de politie zelf. Van der Heijden. Ik vind het toch wel een beetje zoekerij hoor. Voorzitter. Nu, dat vind ik ook. Zij ïebben er geen motieven voor en het kost bijna niets. Dobbelsteen. Daar gaat het niet over, maar hij is daar overbodig. Waarom moet er nu bij de lui die wat in de melk te brokken hebben een lantaarn branden ook al is het niet strikt noodig. Dat is vroeger altijd wel zoo geweest, maar tegenwoordig gaat dat niet meer op. Een besluit van de com missie dient te worden uitgevoerd. Voorzitter. Al besluit de commissie er toe dan ruim ik hem nog niet. Dobbelsteen. Dan breng ik het hier in den raad. Voorzitter. Dat kun je doen maar dan ruim ik hem nog niet op. Dobbelsteen. Dat zullen we toch wel eens zien. Van Engelen. Ik vind dat men geen motieven heeft om dien lantaarn te doen verwijderen. De Voorzitter brengt dan het voor stel van den heer Dobbelsteen in om vraag dat wordt aangenomen met 4 stemmen vóór, 1 tegen en J onthou ding werd aangenomen. VoorDobbelsteen, v. d. Brand, van Vrede en van Hemert. Tegen: v. d. Heijden, terwijl van Engelen buiten stemming bleef. Dobbelsteen. Dan wou ik nog even een geval bespreken dat me eigenlijk in de commissie-vergadering is opge vallen, doch ik acht het wel van be lang ook voor de gemeente om hierop de aandacht te vestigen Bij het controleeren van de beschei den van het Electriciteitsbedrijf kreeg ik o m. een kwitantie in handen van f 33,— voor 2 kwitantieboeken, welk bedrag mij zeer hoog voorkwam. Ik heb daarom eens bij andere firma's Seinformeerd en bleek mij dat ze de lelft goedkooper konden geleverd wor den Ik heb er nu al zoo dikwijls op aangedrongen om als er zooiets noodig s, bij meerdere drukkers prijs te vragen. Voorzitter. Dit kunt ge dan in de commissievergadering nog eens ter sprake brengen. Dobbelsteen. Het is mijn bedoeling dat ook met gemeentezaken zoo gehan deld wordt en het eerst eens in den raad behandeld wordt als er iets noodig is. Waarom moet hier die eene drukker steeds alle leveranties hebben. Ik heb zelfs gehoord dat die firma er minder aire praktijken op na houdt. Er zijn och nog wel andere firma's ook in de omgeving waar men eens prijs kan vragen. De Voorzitter zegt hiermede rekening te zullen houden. Dobbelsteen Hoe staat het met de cwestie van Rouet, heeft U daar nog ets naders over gehoord. Voorzitter Neen, nog niet, maar ik vermoed dat we wel zullen moeten betalen. De heer v. Vrede vraagt waarom in Haarsteeg 's avonds nog de lantaarns branden en bij hem niet meer, waarop de Voorzitter antwoordt dat zulks door den raad destijds is besloten, wat den heer v. Vrede echter betwijfeld Verder vraagt de heer v. Vrede nog waar men met die twee schepen grint gebleven is. De Voorzitter zegt, dat er een schip over den Bokhovenschen dijk is ge bracht en een over den grintweg naar Hedikhuizen en een beetje over den dijk. v. Vrede. Zijn daar twee schepen grint gebracht? Ik heb er haast niets van gezien, het komt mij zoo vreemd voor. Voorzitter. Dan zal die weggewaaid zijnmaar de voerman heeft hem er toch opgereden. Daar niemand verder nog het woord verlangt, sluit de Voorzitter de ver gadering. DUSSEN. (Vervolg). Voorzitter. Het geheele bedrijf is een geweldige tegenvaller en Burg. en (Wordt vervolgd). 47« JAARGANG. Waalwpsche en Lanptraatsche Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prfls der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat Advertentiön moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Echo van het Zuiden". Verzoek mejuffrouw De Briais hier te komen, beval hjj. De bediende wilde zich verwijderen, maar bleef op een teeken van Puybarrau. Waar denkt ge aan, mjjn beste Bernard, zeide de kleine ingenieur, wilt ge mejuffr. Marguérite in deze atmosfeer van tabaks rook ontvangen? Het lieve kind zou niet kun nen onderscheiden, wie van ons drieën baar verloofde is, sta mij toe dat ik uw bevel een kleine wijziging doe ondergaan. En bfl ging tegen den bediende voort: Zeg aan mejuffrouw De Briais dat mijnheer De Prabert baar wacht op bet ter ras bij de oranjerie. Nu verwijderde zich de lakei. Ge hebt gelijk, Puybarrau, zeide Ber nard, Nietwaar? hernam de ingenieur vroo- lijk, een gesprek dat slechts handelt over rozengeur en maneschijn kan nergens beter gevoerd worden dan in de open lucht, vooral wanneer het zulk hemelsch weer is als van daag. 't Is zoo, gij denkt aan alles. De drie heeren verlieten het vertrek en begaven zich naar de benedenverdieping van het kasteel, om zoodoende het terras te be reiken. Op een hoek van het terras ontmoetten zü Martineau, die dadelijk front maakte en op de militaire wijze salueerde. Onder voor wendsel eenige bevelen van zijn luitenant te vragen, hield hij Fillp even op. Luitenant, zeide hij, weet ge wat oom Daniël gedaan heeft? O! hij is slim, die oude, maar niet slim genoeg voor ons. Spreek spoedig. Welnu, zoodra hij op het kasteel terug kwam, ik moet nog weten hoe, heeft hij zich op zijn kamer opgesloten en daar eensklaps een revolverschot gelost. Men snelde toe en vond hem kermend op den grond liggen. Hij vertelde, dat hij de revolver had willen schoonmaken, dat er nog een patroon op zat, hetgeen hij niet wist en dat de kogel hem in den arm getroffen had en daarna door het venster was gegaan. Het geheele huis was iu rep en roer, men liep, men schreeuwde en iedereen houdt zich thans overtuigd, dat oom Daniël zich zelf heeft verwond; men noemt het een ongeluk, een onvoorzichtig heid, maar dat is alles. Niemand vermoedt de ware toedracht der zaak, zelfs de dokter heeft geen achterdocht en schijnt niet eens gezien te hebben, dat die wond niet van na bij maar op een afstand van zeshonderd pas is toegebracht en niet door een revolverpa troon, maar door een kogel van een Lebel- geweer. Inderdaad, antwoordde Filip zacht, dat is handig overlegd. Wfj hebben met een sterke tegenpartij te doen. Zeker Maar des te meer reden om de oogen goed open te zetten. Als ge maar voorzichtig zijt, Martineau. Maak u maar niet ongerust, luitenant, alleen zal ik er heel mijn leven spijt van hebben, dat ik niet acht of tien milimeter meer links heb aangelegd mijn kogel zou dan, in plaats van slechts den arm te raken zonder zelfs een beentje te beschadigen, een heel mooi knoopsgat in zijn magere karkas gemaakt hebben. Maar wie weet, borgen is geen kwijtschelden en als ik nog eens in de gelegenheid kom, dan zal ik mikken of het een gouden medaille was die ik er mee kon verdienen. Die laatste woorden van Martineau waren slechts een alleenspraak geweest, want Fi lip was voortgeloopen en had zich weer bij mijnheer De Prabert gevoegd, die, geleund op den arm van Puybarrau, langzaam naar het terras liep. Nabij de oranjerie namen zi) plaats op rie ten stoelen, in de schaduw van groote vij ge- planten en waaierpalmen, waarmee het ter ras versierd was. Nauwelijks zaten zij daar of er klonken lichte voetstappen orer den marmeren vloer MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET IEVEH en Marguérite verscheen. Zjj was gekleed in een witte, gladde japon met een breed lint van kersroode zijde om baar middel en een grooten stroohoed op de blonde lokken.' Het meisje was in al haar eenvoud betoo verend schoon en die schoonheid werd nog verhoogd door een vurrgen blos op haar wan gen en een zekere ongerustheid, die uit haar oogen straalde. Dag beste oom, zeide zij, terwijl zy Ber nard de Prabert haar voorhoofd tot een kus toestak. Vervolgens groette zij Puybarrau mot een allerliefst knikje en stak, hoewel eenigszins bedeesd, Filip de hand toe. In zijn blik las zy evenwel zooveel vreugde, zijn handdruk was zoo veelzeggend, dat. zij terstond begreep dat alles reeds beslist was en geheel over eenkomstig hun wenschen. Met heldere stem en een glimlach van ge luk om de lippen, vroeg zij daarna aan Ber nard de Prabert: Gij hebt mij laten roepen, oom? Ja, mijn kind. Luitenant Filip Dorrnel- les heeft mij zooeven om uw hand gevraagd en nu wilde ik daaromtrent gaarne uw ge voelen vernemen. Maar oom, ik heb luitenant Dormelles zelf verzocht, vandaag zijn aanzoek bij u te doen, antwoordde het meisje. Welzoo, dus ge bemint dien jongenman? Ja. Lief kind men moet zich altijd goed bedenken alvorens men zich voor zijn geheel leven verbindt. Vergissingen op dat punt zijn onherstelbaar, Dat weet ik, zeide zij ernstig, maar ik ben er zeker van, dat ik met hem gelukkig zal zijn Bij deze woorden had zij haar gelaat naar Fillp gekeerd en zag hem vol liefde en ver trouwen aan. Omijn lieve Marguériteriep de jon ge man ik zweer u dat ik dit vertrouwen..., Z(j viel hem op vroolijken toon in de rede: Zweer niet Filip, ik geloof u ook zon der dat. Bernard zag het gelukkige paar met welge vallen aan en er glinsterde een traan in z}jn oogen. Puybarrau mompelde, half schertsend, half spijtig: Och, och, waarom heb ik mijn tijd voorbij laten gaan. Met trillende stem zeide Bernard de Pra bert Kinderen, blijft altijd zooals ge thans zjjtliefderijk edel en oprecht en het geluk, waar gij op rekent, zal u niet ontgaan. Mar guérite, wanneer wilt ge mevrouw Dormelles worden. Zij sloeg haar arm eenigszins verlegen om den hals van den grijsaard en fluisterde hem in het oor: Zoo spoedig mogelijk beste oom. Dat zal ook maar het beste zijn, want ik wensch niets liever dan van mijn voogdij schap ontheven te zijn. O foei! Ge weet wel, dat ik het zoo niet bedoel, kindlief, ik wensoh tt spoedig gelukkig te zien. Zoo is het beter, lieve oom. Eensklaps keerde echter haar ongerustheid terug en zy riep uit Maar wij hebben tante Félicienne nog iu het geheel niet geraadpleegd. Het gelaat van Bernard de Prabert betrok Dat is niet volstrekt noodzakelijk, be gon hij. - Wel zeker, welzeker, hernam Margué rite, het hangt eigenlijk in hoofdzaak van tante af, om den grooten dag te bepalen met het oog op de toiletten. Komt, laten wij eens hert plechtstatig naar haar toe gaan om het haar te vragen. Zij is in haar klein ontvang- salon en reeds geheel hersteld van de ont roering, die gisteravond door 't verhaal van dien lompen Barillet by haar teweeg ge bracht is, want zij was vanmorgen zelfs bijzonder vroeg gekleed. Niettemin is het oogenblik misschien thans niet zoo heel gun stig, wegens het ongeluk van oom Daniël gij weet het nog niet Filip, ik zal het u straks wel vertellen maar wij zullen het er maar op wagen, wellicht brengt het haar wat afleiding'. Dus afgesproken? Ik ga dan maar voorop. Zij nam den arm van Bernard de Prabert en ging met hem den gang van het kasteel in. Wie mij liefheeft, volge me! riep zij Filip en Puybarrau toe, die zich dit geen tweemaal lieten zeggen. Onderweg schreef zfl schertsenderwijze de gedragslijn aan haar oom voor, die hij tegen over zijn vrouw te volgen had, want zij wint, hoe zwak het karakter van Bernard De Pra bert was en welk een invloed Félicienne op hem uitoefende. Mevrouw De Prabert, hoewel volkomen voorbereid op dit bezoek, toonde zich zeer verwonderd, en toen zij haar echtgenoot, met Marguérite aan den arm en gevolgd door Filip Dormelles en Puybarrau, bij haar zag binnentreden en haar geveinsde verbazing nam nog toe, toen zij het huwelijksaanzoek van Filip vernam. Schertsend maakte zij er den jongenman een verwijt van dat hij haar niet tot ver trouwde had genomen, maar innerlijk beefde zij van gramschap en was slechts met moeite in staat haar tranen te weerhouden. Toen men het aan haar overliet den da tum van het huwelijk te bepalen, toonde zij zich zoo voorkomend mogelijk en meende, dat een maand wel voldoende zou zijn voor de toebereidselen. De zomer liep nu toch ten einde, men kan Saint-Colomban dit jaar wel een paar weken vroeger verlaten en het sei- soen te Parijs openen met een huwelijks plechtigheid. Bernard De Prabert stond verbaasd over zooveel inschikkelijkheid van de zijde van zijn vrouw, Marguérite herkende haar tante bijna niet en Filip was overgelukkig geen tegenstand te vinden, waar hij die het meest had geducht. Félicienne omhelsde Marguérite met meer hartelijkheid dan zij haar ooit betoond had, drukte Filip de hand en wenschte het jonge paar geluk. Filip en Marguérite waren in de wolken, zjj konden elkaar thans hardop zeggen dat zy elkaar liefhadden en behoefden hun nei ging voor niemand meer te verbergen. Bernard deelde hun vreugde en het gezicht van dit gelukkige paar, zoo vol jeugd en ver trouwen op de toekomst, wekte hem voor een oogenblik op uit zijn sombere stemming. Zelfs Puybarrau, die anders van niets wist te praten dan van wiskunde, stoomkracht en electriciteit toonde zich nu een opgewekt babbelaar en wist door zijn grappen de stem ming levendig te houden. Men ging weer naar het terras en bracht daar een aangenaam uurtje door.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1