Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gemeenteraad. FEUILLETOÜ1 „NOO&D'BRABAND" .if i UITGAVE WAALWIJK8CHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. MADE. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 18 April des voormiddags ten 10 uur Voorzitter Edelachtb. heer Van Gils. Ongeveer kwart over 10 uur opent de Voorzitter de vergaderingafwezig de heeren Ligtvoet en Norbart terwijl er. een vacature is ontstaan door het vertrek van den heer Roeien. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld Alvorens met de behandeling van de agenda te beginnen deelt de Voor zitter mede, dat hij op dezen dag geen vergadering zou hebben uitgeschreven indien heden ingenieur Roels niet aanwezig had moeten zijn bij de bespreking betreffende de verlichting van Drimmelen. Die kon heden het best komen. AAN DE ORDE 1. Ingekomen Stukken. a. Schrijven van den heer Roeien, houdende mededeeling dat hij wegens vertrek naar Rotterdam met ingang van 1 April ophoudt lid van den raad te zijn. Voorzitter. We hebben maar kort met hem kunnen samenwerken doch gedurende dien tijd kwam hij graag voor de belangen van de gemeente op. Ik meen de tolk van den geheelen raad te zijn als ik hem het beste in zijn nieuwe standplaats toewensch. b. Schrijven van de Eerw. Overste van het St. Antonius gesticht houdende het verzoek om een subsidie van f 300 voor de bewaarschool. Voorzitter. Dat wordt telken jare gegeven maar verder wordt nog ge schreven dat de toegekende bijdrage in de kosten van het onderwijs zeer gering is en men er niet behoorlijk mee kan komen. Wij hebben echter aan de wettelijke voorschriften voldaan en aangezien die zaak thans is afge daan kunnen wij dat schrijven verder wel voor kennisgeving aannemen. Wij hebben zelfs nog iets meer gegeven dan de wet voorschrijft. Van der Sluijs Het kan een volgend jaar ook best heel hoog zijn dat bedrag want dan heeft men een geheel andere berekening. Voorzitter. Dan wordt het heel wat hooger want dan is de openbare school klein en kleine scholen zijn duur in exploitatie. Van der Reijt. Wij hebben voldaan 33) aan de wet, dat is waar, maar ook is waar dat over het algemeen genomen heel wat meer wordt gegeven. Van der Sluijs. Veel wordt het dubbele gegeven. Voorzitter. Dat is geen aanleiding voor ons om het nu ook te doen. Wordt besloten het genomen besluit te handhaven. Schrijven van het Wit Gele Kruis, houdende het verzoek om f300 subsidie. In het schrijven wijst het bestuur er op dat de vereeniging een zegen voor de gemeente kan worden ge noemd en durft daarom aandringen op spoedige uitkeering van de te ver- Ieenen subsidie. Ze komen thans f 296 te kort. Voorzitter. Dat is volgens raming, want deze cijfers zijn van de begrooting. Segeren. Hoeveel hebben ze een vorig jaar gehad Voorzitter. De heele kwestie is dat ze wat voor zijn. Deze subsidie wordt nu ai voor 1925 gevraagd. Bij de op richting van de vereeniging heeft de raad al besloten eene subsidie te ver- leenen. Nu komt het verzoek telkens te vroeg, Beter was het dat ze daar mede in het najaar kwam tegen dat de begrooting wordt opgemaakt Segeren. Vragen ze nu dezelfde subsidie Voorzitter. Neen, ze vragen nu f 50 meer. Van der Veeken. De vereeniging verricht uitstekend werk en ik stel daarom ook voor de subsidie voor dit jaar te geven. Bij de oprichting is die zaak altijd verkeerd begrepen. Voorzitter. Ze krijgen het geld direct als het besloten is. Van der Sluijs. Beter zou het zijn als werd gezegdzooveel ben je te kort gekomen en zooveel krijg je bij. Nu wordt van te voren al precies ge zegd hoeveel dat ze te kort komen. Voorzitter. Er is voor dit jaar al subsidie gegeven en men kan toch geen tweemaal in een jaar subsidie geven. Van Beek. De bedoeling van het bestuur is wel dat ze het nu krijgen. Het is nooit de bedoeling geweest die eerste subsidie zoo te regelen, maar alleen heeft de bedoeling toen voor gezeten dat het eerste bedrag een voudig was eene bijdrage in de op richtingskosten. Voorzitter. De vereeniging kan wel een voorschot krijgen. Van der Veeken. Dan gaat de ver eeniging ten gronde. Doordat toen niet is gedaan wat de bedoeling van de vereeniging is geweest, zal men steeds met dat bezwaar hebben te kampen Van der Sluijs. Het boekjaar was toen 9 maanden. Dat scheelt natuur- lijk ook. Van der Reijt. Er zou een extra uitkeering gegeven kunnen worden. Stijnis. De vereeniging is een jaar te vroeg geboren. De heer Van der Reijt zou gaarne zien dat als de vereeniging subsidie wordt gegeven, deze in het vervolg geen begrooting overlegt, maar rekening en verantwoording geeft. Schrijven van heer A. Diepstraten, houdende het verzoek om in de kosten van het onderwijs van zijn kinderen tegemoet te komen, aangezien hij meer dan 4 K.M. ver verwijderd is. Open baar onderwijs begeert hij niet. Voorzitter. De heer Diepstraten komt niet in aanmerking, want hij wil zijn kinderen in Venlo op de kostschool doen. Een vorig jaar is op een dergelijk schrijven ook al afwijzend beschikt. Wel als Diepstraten zijn kinderen in een aangrenzende plaats op school deed, zou betaald moeten worden, maar nu het is voor een kostschool, nu gaat dat niet. De heer Stijnis deelt hierna mede dat de kwestie van de bestrating met Van Beek in orde is gebracht. De kosten voor Van Beek zijn geraamd op f 10. Aanbieding gemeenteverslag over 1923, ,WAALWU K DOOR. ERVARING STERK. Wordt voor de leden ter visie neder- gelegd. Bespreking schooi. De Voorzitter deelt mede dat van het kerkbestuur een begrooting is in gekomen voor de schoolbehoeften die men noodig heeft. Ze hebben noodig voor f 7308.95. Burg. en Weth. hebben die zaak eens besproken en bekeken, met het gevolg dat er f 300 door het kerkbestuur is afgedaan. Dit bedrag komt Burg. en Weth. nog hoog voor. Qaarne was men voor f6000 er af gekomen. Gehoopt wordt dat het nog al zal meevallen omdat wij van plan zijn eenige menschen er naar te laten inschrijven. Intusschen is nog niet te zeggen wat voor een bedrag noodig zal zijn doch laat men besluiten dat men tot een maximum van f 7000 zal gaan. Het bedrag zal gevonden moeten wor den door een geldleening welke zoo goedkoop mogelijk zal worden afge sloten Segeren. De boeken enz. die er nu nog zijn, kunnen die niet meer worden gebruikt Voorzitter. In hoofdzaak moet men alles vernieuwen want er is niets meer wat goed is. Van Beek. Wordt dat publiek aan besteed en hoe wordt dat bekend gemaakt. Voorzitter. Wij schrijven eenige menschen aan Het zijn allemaal vaste prijzen die boeken. Wij hebben al wat ervaring welke adressen zoowat de goedkoopste zijn. De firma Oud te Koog a/d. Zaan is op dat gebied een bekend concurreerend adres. Van Beek. Ik zou het publiceeren in een daarvoor bekend blad Voorzitter. Wil de Raad daartoe overgaan, mij is het goed, maar als men nu een degelijk adres heeft, dan is men zeker van zijn zaak. Van der Reijt. Er is anders in alle zaken een reuzen concurrentie. Wordt besloten in De Kantoorboek handel een advertentie te plaatsen. Aanbieding Rekening Burgerlijk Arm bestuur zoowel van Made als dat van Drimmelen. Wordt ter visie nedergelegd Vaststelling kohier bouwterrein belasting. De Voorzitter zegt dat de Commissie in overleg met Burg. en Weth. het kohier opmaken. Hij voor zich geloof wel dat deze belasting spoedig niet meer zal Worden geheven. Voorloopig zal de belasting echter nog gehand haafd blijven omdat het een beetje gek staat eerst iels te besluiten en dan weer in te trekken Vaststelling kohier hondenbelasting. Het kohier sluit op een bedrag van f1228. De heer Stijnis zegt niets van de hondenpenning te verwachten. De heer Segeren verwacht er even min iets van en vraagt of er nog veel penningen zijn. De Voorzitter merkt op dat de penningen niet duur zijn en steltvoor alhoewel hij ook niet veel heil in de penningen ziet, de zaak voorloopig zoo maar te behouden. De heer Segeren zegt gehoord te hebben dat de menschen 50 cent voor de penning moeten betalen. Voorzitter. Dat is zoo, maar dat bedrag krijgen ze later terug Het grootste bezwaar is dat ze een hals band moeten aanschaffen. Bespreking concept overeenkomst P.N.E.M. met Drimmelen. De Voorzitter deelt mede dat de coöperatie voor licht in Drimmelen met de P.N.E.M. bezig zijn om elec- trische stroom te verkrijgen. Dit gaat maar dan moet de gemeente borg blijven. De heer Van der Sluijs zegt als be stuurslid van de coöperatie met de P. N. E. M. te hebben gecorrespon deerd. De P. N. E. M heeft hem me degedeeld dat het stroomverlies geen 25 maar 15 pCt. moet zijn. Het is een lypfout in het concept. Het borg blijven voor de gemeente kan ook in het ge heel geen kwaad want de Provinciale laat de kabel leggen en dan moet een stroomafname gegarandeerd worden van f 1600. Dit bedrag behoeft niet in eens betaald te worden maar maande lijks, zoodat telkens een twaalfde wordt betaald. Stel dat de Coöperatie nu eens niet aan hare verplichtingen zou voldoen, dan kan de gemeente nooit een groote strop hebben. Boven dien is er dan nog het net. De Coöpe ratie hoopt zells onder deze condities nog haar oude schuld te kunnen derven. Stijnis. Er wordt jaarlijks voor f 43000 aan stroom afgenomen en we behoeven aan de P.N.E.M. met de meterskosten mee, maar f 1800 te be talen. De heer Van der Sluijs zou gaarne zien dat in het contract komt te staan dat deze verbintenis wordt aangegaan tot 1939 in plaats van 1935 zulks om dat dit dan in overeenstemming is met het beslaan van de Coöperatie. Stijnis. Tot zoo lang dus heeft de gemeente concessie gegeven. Geeft ze I Waalwpscle en Ungstraatscfce Courant Dit blad verschflnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prils der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Echo van het Zuiden". GERECHTIGHEID. Vijf of zes minuten later stond de reiziger op, ging naar het midden van de coupé en zonder een woord te spreken trok hij eens klaps de gevoerde kleppen over de lamp, waardoor het licht voor het grootste gedeelte onderschept werd. Na op deze wijze de coupé zoo goed als donker gemaakt te hebben, keerde hij naar zijn plaats terug en zette zish weer in dezelf de houding neer. Aurélien maakte zich boos over deze handelwijze, die toch geheel met zijn wenschen strookte, want hij wilde niets liever dan niet opgemerkt worden en slapen als dat mogeljjk was. Hij meende echter, dat de reiziger ver plicht was, daartoe eerst zijn verlof te vra gen en in zijn eerste opwelling van toorn wilde hij op zijn beurt opstaan en de klep pen weer van de lamp afschuiven, maar hij onderdrukte zijn gramschap, bleef zitten en bepaalde zich er toe onhoorbaar te mompe len Pleizierig gezelschap heb ik. waar schijnlijk zoo'n Amerikaansche buffel, te oordeelen naar zijn kinbaard en zijn gescho ren bovenlip en zijn onbeschofte manieren, ik zal echter geen twist met dien vlegel zoe ken, dat zou mij toch niets baten. Dat soort menschen vecht met vuisten, op de manier van kaaiwerkers. Ik voel volstrekt geen lust om mfl met dien lomperd in te laten. En dan een ossenkoopman of petroleumreiziger ma nieren te leeren, is een baantje, dat ik liefst aan anderen overlaat, ik heb trouwens wel wat anders te doen. Met deze zeer verstandige redeneering schikte bet jongmensch zicb in de halve dui sternis en de«d zijn best om den slaap te vatten. Te Montargis, waar de trein twintig minu ten stopte, zocht hij een andere coupé op. De lijn is in het najaar zeer weinig be zocht en hij had maar voor het kiezen. Twen hij in een coupé zat, dacht hij op zijn gemak na. Ik betwijfel sterk mompelde liij, of mijn reis naar Issoire een lange, onaan gename, vervelende reis wel de moeite waard is, die ik er voor geef. Wanneer ik op de registers van den bur gerlijken stand de geboorte-inschrijving van mijnheer Filip Dormelles gezien heb, dan zal ik daar toch niet veel verder mee komen Niemand herinnert zich te Miramont-la-Mon- tagne de gebeurtenis, die kapitein Barillet zoo te rechter tijd heeft verteld, maar Daniël heeft misschien toch gelijk wij moeten be ginnen bij het begin en geen kleinigheid, hoe gering ook vergeten. Oom Daniël is een man die de wereld kent, ik zal dus maar stipt doen wat oom Daniël zegt. Hij stak een sigaar op en zette zijn alleen spraak voort: Dat neemt niet weg dat het toch een vervelende reis isals ik hem maar met in trest betaald kan zetten, dien luitenant Dor melles. Hij blies de blauwe rookwolkjes voor zich uit en vervolgde: Hij is zoo argeloos als een pasgeboren kind, mijnheer mijn medeminnaar. Omdat mama zoo lief en aardig tegen hem is, denkt hij dat alles van een leien dakje zal gaan. Wat een tuimeling zal het voor hem zijn, als onze onderneming naar wensch slaagt. Intus- schen zit ik hier in den nachttrein en verveel me doodelijk. Werd het maar dag. Het was misschien nog beter geweest, wanneer ik maar bij dien Amerikaan was blijven zitten, ik had dan een weinig den gek met hein kunnen steken en dat zou mij een aange naam tijdverdrijf zijn geweest. Tegen acht uur 's morgens kwam de trein te Clermont-Ferrant en daar had men weer een oponthoud van een groot half uur, waar van de reizigers gebruik maakten om in de wachtkamer te gaan ontbijten. In de wachtkamer had Aurélien gelegen heid zich te overtuigen, dat de Amerikaan zijn bestemming nog niet had bereikt, want hij zag hem aan een tafeltje bij het buffet zitten. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN Hij gevoelde wel lust om zich aan hetzelf de tafeltje neer te zetten, ofschoon ev plaats in overvloed was en hein eenige onheusche woorden toe te voegen maar in het gelaat van den man lag iets dat bewees dat hij niet met zich liet spotten, terwijl zijn geheele lichaamsbouw een ongewone spierkracht aantoonde, zoodat Aurélien maar van zijn voornemen afzag en aan een ledig tafeltje plaats nam om zijn ontbijt te gebruiken. Ja, ja, ik geloof toch maar dat het ver standig van mij was, mij niet met dien buf fel in te laten, mompelde hij, in geval van twist zou ik bepaald de zwakste partij zijn geweest en de kerel ziet er wel naar uit, dat lijj mij uit het portier zou geworpen hebben. Men moet geen beer plagen die niet gemuil band is. Aurélien liet den man dus met rust en zocht zijn coupé weer op, waar hij ook het overige gedeelte van zijn reis zonder gezel schap volbracht. Toen hij aan het station van Issoire uit stapte kon hij een kreet van verbazing niet weerhouden. De Amerikaan, zooals hij hem noemde, stapte ook uit. -Zou hij een geheime politieagent zijn, die mij bespiedt? vroeg Aurélien zich af. Maar liij stelde zich gerust en haalde de schouders op. Och, waarom? De politie heeft in het minst geen belang bij mijn reis. Maar 't is toch zonderling. De reiziger, die Aurélien ook terstond op merkte, want zij waren de eenige passagiers die hier uitstapten, wierp hem een wantrou- wigen en dreigenden blik toe. De Amerikaansche mijnheer schjjnt er niet bijzonder mee ingenomen, dat ik ook hier moest wezen, zeide Aurélien voor zich. Zou hij vreezen bespied te worden? O, wan neer ik er den tijd toehad, zou ik het wel eens willen doen, maar nu heb ik wel andere zaken. De jonge man verliet het station en ging een rijtuig opzoeken. De stalhouders waren echter niet talrijk te Issoire en het duurde lang voordat hij er een vond. Juist toen hij de slecht bestrate binnen plaats opkwam was een man in zijne hemds mouwen met veel moeite bezig een dik, en zwaar werkpaard voor een kleine koets te spannen, waarvan het lemoen zoo nauw was, dat het paard er bijna niet tusschen kon komen. Span dadelijk een rijtuig voor mij in en een beter dan dit hier, om mij naar Mira mont-la-Montagne te brengen, beval Aurélien. De man verwaardigde zich niet eens, van zijn werk op te zein en antwoordde op nor- sclien toon Loop naar de maan, ik heb geen ander rijtuig dan dit. Goed, dan zal ik het nemen. Het is al besproken. Aurélien stampte toornig met den voet. Spijt u dat? vroeg de stalhouder spot- teud. Meer dan ik u zeggen kan. Jammer. Ja, voor u zoowel als voor mij, want ik zou uw rit goed betalen. Deze woorden maakten den man wat vrien delijker. Ja, als ge het met mijn reiziger eens zoudt kunnen worden. Er is in het rijtuig plaats genoeg voor twee. Moet nw reiziger dan ook naar Mira- mont? Ja. Is het een groot, forsch man met een grijzen kinbaard? Ja, kent gij hem? -Volstrekt niet. Inmiddels dacht Aurélien Kijk het wordt langer hoe toevalliger. De stalhouder ging voort: Over tien minuten zal hij hier zijn. „Ik ga even naar het postkantoor en kom ter stond terug," heeft hij gezegd. Wil ik hem vragen of lijj het goedvindt, mijnheer? -Neen, beste vriend, dank u wel, maar ge kunt vijf francs verdienen, als ge mij zegt waar ik een ander rijtuig kan vinden, dat mij vlug naar Miramont brengt. De stalhouder aarzelde een oogenblik, hij zag er blijkbaar tegenop een vakgenoot, een concurrent te bevoordeelen, maar Aurélien had reeds een vijffrancstuk te voorschijn ge haald en nu werd de verzoeking hem veel te sterk. Ten slotte zeide hij Misschien dat Cavirol nog een rijtuig voor u heeft. Is dat ver van hier? O neen, in de eerste dwarsstraat links. Dank u. De jonge man begaf zich met spoed naar het opgegeven adres, nadat hij den stalhou der het beloofde geldstuk had overhandigd. Cavirol had twee paarden en een oud, doch vrjj goed rijtuig op hooge veeren. Kunt ge mij naar Miramont-la-Montagne brengen? vroeg Aurélien. Dadelijk mijnheer. Wil mijnheer soms twee paarden heb ben? Ja, dat is nog beter. Maar dat kost tweemaal zoo duur. Ge krijgt nog twee frans extra, als ge binnen vijf minuten ingespannen zjjt. Cavirol verdiende zijn twee francs. Aurélien moest onophoudelijk denken aan zijn reisgenoot, die zoo heel toevallig den zelfden tocht maakte als hij. Terwijl hij in het rijtuig zat, dat vrij_ vlug en zonder veel schokken, dank zij de hooge veeren den weg naar Miramont opreed, zeide Aurélien voor zich Wanneer die plompe beer eens mijn oom de dwangarbeider was? Hij heeft geheel het voorkomen van een Amerikaan. Mijn Amerikaasche oom wilde naar Frankrijk overkomen, weliswaar is zijn verzoek om een vrijgeleide, dank zij de bemoeiingen van mama, van de hand gewezen en brengt hij zich in gevaar gearresteerd en naar Cayenne teruggezonden te worden, als hij den voet op Fransch grondgebied zet, maar alles wat ik van hem gehoord heb, is die Robert Duhesme niet voor een klein geruchtje vervaard. Hoe langer ik er over nadenk, hoe waarschijnlij ker het mij voorkomt. Wanneer het eens wer kelijk zoo was, dan zou mama lang niet in haar schik zijn. Mij daarentegen zou de ken nismaking heel goed bevallen, en ik weet eigenlijk niet, waarom mama zoo doodsbang' voor dien Robert Duhesme is. Wat duivel It is toch Blauwbaard niet. Een oogenblik later kwam hem deze ge dachte toch weer belachelijk voor. iWordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1